De onweerswolk beven Keulen.
Het Huwelijk van Lady Tancred.
S. OE VRIES Molenstr., Schgen
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Kinder-en Vouwwagens
Zaterdag 17 Maart 1923.
66ste Jaargang. No. 7198.
Het Engelsche Volk is een geduldig en een sentimen
teel volk.
Nu kan ik U een goeden raad geven, zeg nooit,tegen
eei Engeischman ol Engelsclie,dat ze sentimenteel
zijn. Ze zouden je dat kwalijk nemen.
Dat ze geduldig zijn, nemen de Engelschen aan, maar
dat ze sentimenteel zijn, hebben ze nog nooit gehooid.
Het is met die dingen altijd eigenaardig. De Fransehe
mannen zijn bijna altijd goede zonen. Wan
neer- men over een Franschman hoog of laag, rijk of arm
hoort spreken, dan duurt het niet lang of iemand
zegtil est un bon fHs". Maar ga nu niet ,aan Franschen
vertellen, dat zij als goede zonen békend staan, ze
denken dadelijk, dat je ze voor den gek houdt. Trou
wens een Fransehe karaktertrek is, dat ze gauw denken
voor den gek gehouden te worden.
Dit maakt den omgang met een Franschman ook
altijd moeilijkier dan met een Engelschman. De
Franschman is (/ogenschijnlijk gauw gepiqueerd, meestal
is het, omdat hij je grapje niet begrepen .hceft en daciht,
dat je hem voor den gek hield.
Wij Hollanders zijn over het geheel nog al zelfge
noegzaam en willen dat in onze beste oogenblikkeq
zelf wel eens erkennen, Maar laat nu niet een vreem
deling zoo iets van ons zeggen.
Zoo raad ik U dus aan, spreek tegenover de Engel
schen niet over hun sentimentaliteit, al wordt gij hier
door in het dagelijksch leven, in hun kerk, bij hunne
liederen en bij nun politiek steeds weer getroffen.
Wanneer de Engelschen niet zoo sentimenteel waren
zou de Entente reeds maanden lang tot hol verlo J cm
behooren.
De Franschen zijn ai lang vergeten, dat in 1911
de Engelschen pal gestaan hebben, zijn reeds lang
de opoifenngen der hnge.sehen gedurende den wereld
oorlog vergeten, denken niet meer aan al die Engedr
getschen, uie daar in Noord Frankrijk begraven liggen,
gesneuveld, terwijl zij eiken duimbreed grond Fran
schen grond met Brtesche volharding en taaiheid
aan de Duitschers betwistten.
De Franschen spréken veei liever over de Amerika
nen omdat zij dun meteen vertellen kunnen noe Gene
raal Pershing met zijn Yankees bijna in de pan gehakt
was, maar gciukkig door de Franschen gered werd. Bij
een veriiaai over ue Amerikanen dan is er gedegenheid
■om uit te wijdeir over Franseh initiatief, Fransehe durf,
Fransch élan en over de onverwachte en kranige
vasiüoudendcheid der poilus.
Wanneer üe Franschen over de Engelschen denken,
dan krijgen ze 'een vervelend gevoei, net gevoel van
.mand, die zijn kleermaker nog niet. betaald neeft en
uem op een betrekkelijk genngen alstand ua.ii ziet
.komen. Al die miilioenen, die Engelschen nog hebben
te vorderen, dat is .met leuk, .daar kan men niet over
spreken, zonder een lam figuur te slaan.
Die drommeische EngeiSchen hadden voor de terug
betaling uer door de Franschen van de Amerikanen
jtc icenen. mi.teocncn borg moeten bujven, anutrs ïeén-
den die Yankees het geld niet aan te belle France, de
Engelschen zijn borg gebleven enbetalen nu<al hegt
geleende ge.d aan de Amerikanen terug. Niet alleen het
geld dat de Engelschen zeil geleend hadden, maar ook
at het gold, waarvoor zij bom' gebleven waren, in totaal
4.604.128.085 Dollar. Elke 6 Dollar zijn (honderd francs,
reken nu maar uit, wat die drommeische Engeiseheni
to betalen hebben nu zij met Amerika een overeen
komst van terugbetaling gesloten hebben.
De Franschen vinden het heeiemaal niet leuk, on\
daar over te praten en denken er ook maar liever niét
over, want dan blijkt dat elke Brit een enorm bedrag
aan belastingen te betalen heeft, veal meer dan de
Franschman.
Dc Franschen willén hun geld van de Duitschcns
hebben en hebben mu de Ruhr bezet, om wat geld te.
krijgen. Tot heden echter met een negatief resultaat,
zoodat de Franschen spoedig meer belasting zuilen
moeten betelen, ten einde de ontzettende onkosten,
verbonden aan die Ruhr- en Rijnbezetting, te kun
nen verstrekken.
De Franschen waren gedurende de laatste maanden
van het ministerie Lloyd George dermate anti-Britsch,
wanneer ik in Parijs een restaurant binnenkwam, ik
achter mijn rug allerlei onaangename opmerkingen
omtrent do Engelschen hoorde maken. Men bield mij.
voor Engelschman, en nam aan. dat ik hel niet ver
stond. ik verstond het natuurlijk wel, doch behoefde
het my niet aan te trekken.
Men stelde zich van de conservatieve regeering heel
wat voor in Frankrijk en is nu, vooral omdat men zich
vergist heeft, woedend op de Engelschen en hun re-
geeiing.
Naar het Enyelsch van ELXNOR GLYN.
20
Zij ontmoetten elkaar voor tafel en zij zelf was
nooit, meer ijskoud geweest dan Tristam nu was.
Zij gingen naar het restaurant en daar ontmoette
hij natuurlijk ook eenige vrienden die in 'n vroolijk
clubje dineerden. Hij knikte hen opgeruimd toe, zei
terloops t.egen haar wie het waren, en zij z.etten hun
maaltijd voort. Zijn manieren hadden niets gedwon
gens meer, hij leek heel onverschillig. Al gauw gin
gen zij naar den schouwburg en in de auto was hij
het, die zoo ver mogelijk van haar afschoof.
Zij namen een loge; het gordijn ging op. Men gaf
een van die onmogelijk dolle Parijsche kluchten, die
op het kantje af zijn, maar zóó intens dwaas, dat
men er wel om lachen moet. Tristam schudde van
het lachen, en vergat eeri pooslang, dat hij een on
fortuinlijke jonge echtgenoot was. En zelfs Zara
moest lachen. Maar het bracht hen niet nader tot el
kaar. Tristams gevoel van eigenliefde was te zeer
gewond, dan dat een of andere banale omstandigheid
hem daar over heen kon doen stappen?
Wilt ge gaarne soupoeren? informeerde hij koel
toen zij den schouwburg verlieten. Zij antwoordde
neen, en dus bracht hij haar naar het hotel terug,
doch niet verder dan de lift, waar hij haar beleefd
goeden nacht wenschte. Zij zag hem naar de deur
gaan en wist dat hij opnieuw uitging.
Toen zij alleen in het salon zat, zag zij dat de En-
gelsche mail aangekomen was; de brieven waren op
tafel gelegd. Er waren er minstens een dozijn voor
Tristam zij zocht ze uit verscheidene ervan
waren met een vrouwenhand geadresseerd en
slechts twee waren voor haar zelf. Een van haar
oom, vol aardige complimenten, en de andere was
ven Mirko, uit Park Lane nagezonden, want hij wist
toen no«r niets van haar nieuwe positie.
Een klein, grappig aandoenlijk briefje, dat haar trof.
Hij was beier en kon alweer uitgaan, en over veertien
dagen 2ou ARatha, het dochtertje van mijnheer en
mevrouw Morly, terugkomen en dan kon hij met
aar spelen. Dat zou een pret wezen.
Meisjes waren niet zoo vervelend en niet zoo rumoerig
als jongens.
Het gevolg is een voortdurend stofc'oa togen EagcTand
bij de "Turken ea de Bolsji'? en ten slotte hst prc-
beeren. om esn Latijnsch bloe te vormen. Musselini heeft
echter esn paar koude compressca naav* Parijs gestuurd
en heel verstandig de verschillende Iteiiaaasehc" grieven
tegen Engeland voorloopig op den rommelzolder opge
borgen.
Met dat al is de Turksche stokerij '.och niet zander
gevolg gebleven want Lausanne is in zooverre mis tukt,
dat dé lu-ksebe Regeering te Angora geweigerd heeft
het vredeverdrag te teekeueu.
Maar de Engelschen eon sentimenteel volk
verliezen hun geduld niet en blijven hun Fransehe
vrienden en de Entente trouw.
Aan de Ruhr ea aan den Rijn kómen echter wolken
aan den lucht.
In het Engelsche Parlement is de Ruhr ook1 weer aan
de orde geweest. Alweer is de Labour Partij de
officieele oppositie-partij met een motie gekomen.
Die motie luidde, dat, wijl al de Volken in Europa
vóór «lies vrede willen, het wenschelijk is, dat de
Engeische Regeering die van Frankrijk en België uit
nood igt om een commissie te benoemen, gekozen uit
leden der drié parlementen, ten einde de quaestie der
schadevergoedingen en der bezetting van de Ruhr te
bepraten en met voorstellén tot oplossing te komen.
De motie werd ingediend en toegelicht\door den heer
J. Ramsay Macdonald, officieel leider der Labo ïr-
partij jn het Parlement. Het moet na deze toelichting en
de redevoeringen van twee andere vooraanstaande ar
beiders vertegenwoordigers de heeren Wheaity en 'Tho
mas den Franschen toch duidelijk geworden zijn, dat
in het Britsche Parlement de grootste der oppositie
partijen, de Labour Partij, althans geen geduld meer
heeft met de Fransehe wijze van handelen.
Mr. Macdonald zei o.a.Frankrijk, dat beter dan
eenig ander land in Europa over „revanche" kan
oordeelen, werkt nu op de Duitsche revanche zinnen,
op meer dan bedroevende manier. Frankrijk kan toch
wel begrijpen, dat Duitschland heden minder in staat
is de schadevergoeding te betalen dan 6 weken ge
leden, toen het Ruhr-avontuur begon.
Want een avontuur is en blijft diet, dal blijkt ook uit
het iederen dag weer verscherpen en Uitbreiden van
maatregelen.
Indien de Franschen .geweten hadden, wat hun taak
zou Svezen, zou dat niet plaats vinden, het is nu ge
modder.
De Franschen waren de Ruhrbezetting begonnen te
gen onze wenschen en raadgevingen in, feitelijk twist
met ons zoekend, wij hielden steeds maar vast aan de
Entente, vermeden alles, dat de Franschen Isou kunnen
irriteeren en vermijden thans nog allés van dien aard.
Er zijn zelfs Engelschen, die verder willen gaan en
jneenfer^. flat zij de Franschen hoog moeten verheffen
om heigeen die doen. Ja, riep de heer Macdonald. uit,
er zijn zelfs menschen in dit tend, die één land steeds
vergeten, steeds uitschakelen en wel1 hun eigen 'land,
Engeland.
Er waren zelfs Kamerleden, die dat deden en die
Frankrijk door dik en dun wilden volden, vergetende?
dat Frankrijk tengevolge van een sedert 1918 in dat
land gevoerde politiek- en perscampagne geleek op
een reusachtig Frankenstein monster.
Om daaraan een einde te maken moest zoowei op
Frankrijk en België als op Duitschland invloed uit
geoefend worden. Duitschland moest met voorstellen
voor den dag komen, Engeland was in de positie
Duitschland te dien opzichte raad te geven.
Maar tevens zou door uit te voeren, hetgeen in de
motie belichaamd was, de zoo noodzakelijke toenadering
tot stand kunnen komen.
De politieke opinie in geheel Europa was voor yrede
en Fust. Door de samenwerking der commissies uit
de parlementen van Engeland, Frankrijk en België om
tot eene bevredigende oplossing met Duitschland te
komen, zou vanzelf de onmisbaare steun der publieke
opinie volgen, die ten slotte Duitschland en ae Geal
lieerden tot elkaar zou brengen.
Mr. Wheatly (Labour) wees er op, dat, terwijl vóót
den oorlog het dreigende oorlogsgevaar stcods lag in het
verlangen van Duitschland om de controle over de
Duitsche en Fransehe (Industrie-gebieden te beziüeh,
sedert 1918, steeds weer een oorlogsgevaar dreigde door
Frankrijks verlangen diezelfde gebieden te controleeren.
Dat imperialistische „streven van Frankrijk moest
onmkldéllijK den kop ingedrukt worden, dit te doen was
plicht van Engeland.
De heer Thomas, arbeiders-afgevaardigde, vooral be
kend als President van de groote Engelsche Bond van
Spoorwegpersoneel, vroeg of er wel iemand in de
Kamer was, die wist wat de politiek der Engelsche
Regeering was ten opzichte van Frankrijk, terwijl hij
betwijfelde of de Engelsche Regeering wel wist, wat
de politiek der Fransehe Regeering eigenlijk beoogde.
In dit verband wilde hij er op wijzen, dat de Duit
sche mijnwerkers ten volle het recht der Franschen op
do uit het verdrag voortspruitende kolenproductie er
kenden, waar buitendien 1 miüioen per maand extra
hadden Wlilen produceercn.
Ondanks dat dit de Fransehe regeering bekend was,
bezette zij toch de Ruhr en kreeg nu veel minder steen
kool dan vóór d.e bezetting. Wie kon nog twjjfeten aan
net betreurenswaardige feit, dat Frankrijk slechts naa*
excusen gezocht had- en nog zocht om haar optreden
schoon te wasschen.
Het was ook niet waar, dat de Belgische publieke
meening achter Frankrijk stond, tenminste de Beg.sche
Bond van Vakvereenigingen zeker niet. Belgische leiders
van dien Bond hadden spreker verzekerd de ixnperjaliMi-
iij
En Zara ^ing naar de piano die zij' nog niet open
gedaan had, en troostte zich zelf met de wijsjes, waarvan
zij hield. En de kamenier, die wachtte tot huar meesteres
haar zou roepen, om haar uit to kleeden, luisterde era
keek verbaasd op.
Quel dróle ac couple, zei ze.
Tristam zocht zijn vrienden weer op en ging met hen
soupeeren.
Zijn vrouw was moe, zei hij, en was naar bed gegaan.
En twee van de Engelsche dames, heel goede kennis
sen van hem, plaagden hem, zeiden dat zijn bruid
zoo schoon was, en zulk een vreemden blik had, en dat
hij wel een echte ijsberg moest zijn om met hen te
komen soupeeren en haar alleen te laten. En zij vroegen
zich af, waarom hij toen zoo cynisch glimlachte,
Want, zei de een tol den ander, toen ze naar huis
gingen; de nieuwe lady Tancred is een volmaakte
schoonheid. Verbeeldt je, Gertrude, hoe 'kan Tristam
haar ook maar één minuut alleen laten. En heb je ooit
Zulk een gezicht gezien? Het drukt alles behalve koel
heid uit.
Groote keuze. Lage prjQzeti.
Nieuwe Modellen.
Zara was nog 'kSaat' wakker toen haar mén tegen
tweeën thuis kwam; saj hoorde hem in het salon en werd
zich plotseling bewust, dat haar gedachten bij hèm
vertoefd haddon om niet bij Mirko erf zijn brief, vanaf
het oogenblik dat zij naar bed gegaan was.
Nu las hij zijn brieven, dacht ae, hij had zoovele goedo
vrienden En toeft hoorde rij hem ae deur dicht doen
en naar zijn humor gaan. De lépijten waren zeer dik
en zij hoorde niete meer.
Ais zij had kunnen zien, wat er achter die geesloten
deur gebeurde, zou dat haar de oogen geopend heb
ben. of haar gelukkig hebben gemaakt? Wie zal het
zeggen?
Want Higgins had heel nauwlettend de zakken van
zijns meesters jas leeggemaakt en daar lag op een pacr
briefjes en een visitekaartjes-téui een klein knopje, dat
van het afgescheurde bundeltje was losgeraakt.
Toen Tristam het zag, spreng rijn hart op. Dat was dus
achtergchievtE». teen b*j dc amkre terugei s-rfewam Hem,
gebé tpoWtifJfc Va» ton aS to kovren c»
de .werkloosheid in B*u£e„ die het gevolg yaoi een m
ander was, diep te betreuren.
FvsckchsB hadto 'kj.000,000 Ma?&' weggehaald
yit de kantor»!.» ya» des Duihcheh Bond varf Spocr-
wcgptrsoücej, de ambtenaren gevangen genomen en het
peisoneei geuwpngen een contract te teekenen, dat zij
10 uur per uag' aOuden werken in dienst van dc Fran
sehe Repubiie&. Mr. Thomas wist dit van kimmen,
een houanuer, die secretaris was van den Internatter
na*en Rund van Vakvereehigingen on geheel onpar
tijdig tegenover de quaestie avond en niet van Duibohe
nescbinuigd kon worden,
Maar Fimmen zag een groot internationaal1 gevaar
in de Ruhr ontstaan.' De „magnaten" waren niet meer
m ae Ruhr, hadaen hun gted eiders in veiligheid, maar
de arbeidersnevoJong, die werd door de Frau&che' Repu
bliek mishandeld. De oorlogszuchtige magnaten waren
verdwenen, maar de arbeiueisuevo.JSaüg, die van oonog
niet meer' wiide hooren, werd nu tot het qiterste
gedreven en met haat tegen de Franschen vervuld en
uus njp voor revanche-deukneeMen gemaakt.
Mr. Thomas moest lachen om de naïviteit der Fran
sehe machthebbers om het meest ingewikkelde spoor
wegnet 'in de wereld, het spoorwegnet van hun Kuhr-
geDxeü met onnekend ol ongeschoold personeel te willen
drijven. De spoorwegongelukken en de talrijke dooden
waren de stomme getuigen voor de domime verwatenheid
dier machthebbers.
Al mocht de motie niet worden aangenomen, zoo
hoopte hij toch, dat de debatten nut zouden hebben
en de Kegceriug zouden opwekken van niet meer kalm
te blijven toezien, maar in te grijpen vóór het te laat
zou zijn, want de toestand aan de Ruhr werd iederen
uag meer kritiek.
Lord Robert Cecil, de Volkenbond Lord, zeide dat
hij zich met het meeste van hetgeen de heer Ramsay
Macdonaid gezegd had, kon vereenigen, maar toch
niet voor de motie zou kunnen stemmen, omdat bij'
op het standpunt, hetgeen bij een paar weken geleden
verdedigd had, nog stond, n.1. dat een ingrijpen op
heden ons slechts van Frankrijk zou vervreemden. Ook
achtte hij het nuttig effect van de parlementaire com
missies niet groot. Hij meende echter, dat de Engelsche
Regeering reeds thans naar plannen moest uitwerken,
waarmede zij, zoodra het oogenblik rijp zou wezen^ vcor
den dag zou kunnen komen.
Lord Robert zag met ontzetting het steeds verscherpen
der Fransehe maatregelen, bet steeds meer uitbreiden
van bezet grondgebied.
Hij kon zich niet begrijpen, dat het bericht, dat de
Fransehe Regeering een afzonderlijken vrede voor zich
en België wilde sluiten, dus buiten Engeland om,
waarheid kon bevatten.
Mr. Fisher, de vroegere minister van Onderwijs,
meende dat 'do motie practisch niet uitvoerbaar zou
£ijn, vooral omdat vrijwel het geheel Fransehe parlement
achter de Fransehe Rêgeerings-actie aan den Ruhr
en den Rijn stond.
Wat de Fransehe Regeering en het Fransehe Parle
ment en de Fransehe Pers bezielde, was „angst".
Angst voor Duitschland.
Hij kon dau ook sléchts Lord Robert Cecil steunen,,
waar deze bij de Regeering er op aandrong om toch
een plan uit te werken, dat als basis voor onderhande
lingen met Frankrijk en Duitschland zou kunnen die
nen en verzocht daarbij vooral1 rekening te houden met
de grootste factor in deze èüendige historie, de Fran
sehe angst voor Duitschland.
Men moest niet vergeten, dat het hier niet alleen be
trof een strijd tusschen Frankrijk en Duitschland, maar
het geluk en ongeluk van de geheeie wereld.
Voor alles moest de Regeering er' echter Frankrijk
op wijzen, dat men het sluiten Van een afzonderlijke
overeenkomst met Duitschland, achter den rug van
Engeland om, als een onvrienschappeJijke dayd zou
beschouwen.
Slechts Overste Archer Shee meende namens enkele
miilioenen Engelschen te moeten getuigen, dat hij ge-,
heel echter Frankrijk stond.
Het kwam niet tot eene stemming. Mr. Bonar Law
ontraadde echter aanneming der motie en deze zou
zeker gevallen rijm
Maar èn uit de redevoeringen to afgevaardigden
,van verschillende pluimage èn uit de redevoering van
den Premier moet het den .Franschen toch duidelijk
worden, dat zij te ver gaan. Te ver gaan met de Rufer, te
ver gaan met 'het achter den rug der EngeJfschen óm
handelen.
De Premier heeft er op gewezen, dat hij niet alleen
een Latijnschc FLoc /sou afkeuren, doch eveneens elke
nandeling huiten Engeland om.
Duidelijk heeft Bonar Law uiteengezet, dat de quaestie
der schadeloosstellingen niet alleen een zaak is die
behalve Duitschland, Frankrijk, België en Italië en.
Engeland regardeert, maar een zaak waarbij- het be
lang van geheel Europa op het spei staat, zoodat ae
Engelsche Regeering niet zou nalaten een woordje mee
te spreken, zoodra het zoover kwam.
De motie achtte hij 'onaannemelijk en maakte er op
attent, dat, wanneer de Regeering gevolg zou geven aan
alle oppositiewcnschen het spoedig inpiaats van eene
Entente raet Frankrijk oorlog met Frankrijk zou rijn.
Want dan zou men het niet bij redevoeringen kun
nen laten, maar dan zou men met hot zwaard in de
vuist een en ander kracht moeten bijzetten.
De heer Bonar Law was tegen oorlog on voor een
voortzotten van zijn politiek om neutraal en tevens
vriendschappelijk met Frankrijk te blijven.
nu herinneren aan wat had kunnen gebeuren. Hij kon
de hevige ontroering niet bedwingen, die hem beving.
Hij ging naar het venster en zétte net wijd open. Üe
maan was bijna onder, maar schitterde toch nog aan
den hemel. Toen boog hij zich over het bloempje en)
kuste het hartstochtelijk, terwijl een heet floers voor
zijn oogen kwam.
'V
HOOFDSTUK XX.
Zoo brak eindelijk de Woensdagochtend aan enxtij
konden naar Engeland terug. Vanaf dien Zaterdag
avond totdat zij Parijs verlieten, veranderde Tris
tams ijskoude beleefdheid tegenover zijn jonge
vrouw geep oogenblik. Zij stond niet de minste angst
moer uit voor te groote verliefdheid van zijn kantl
Hij vermeed haar bijzijn zooveel hij maar eenigszins
kon, en wanneer hij met haar samen moest zijn leek
bij verstrooid en verdrietig.
En Zara's koele manieren werden niet langer ver
oorzaakt door een fiere gedachte van zelfverdedi
ging, maar door een onbewuste somberheid.
Een onbekende, nooit gedroomde ontroering kwam
over haar, telkens als zij dicht bij hem was en ge
durende de lange tijden, dat hij weg was, volgden
haar gedachten hemsomtijds met een gevoel van
onzekerheid.
Juist toen zij dien Woensdagmorgen naar het sta
tion wilden gaan, werd haar een telegram overhan
digd voor „la baronne de Tancred". Zij giste aan
stonds, dat het Mimo was, die zich haar tegenwoor-
aigen naam zoo voorstelde. Tristam, die de portiers
loge roeds voorbij was, keerde zich om en zag haar
met een uitdrukking vaa wilde angst het telegram
openen. Hij zag'dat onder het lezen haar oogen wijd
open gingen on een gogenblik naar hem staarden, en
dat. haar gelaat doodsbleek werd.
Want Mimo had gesaind: „Mirko is niet zoo heel
goed." Zij frommelde het blauwe papiertje ineen, en
volgde haar man langs het buigende hotelpersoneel
naar de auto. Zij baheersehte zich zelf en kon zelfs
met een van haar zeldzame glimlachjes ten a/scheld
groeten, maar toen zij wegreden, ging zij achterover
leunen en haar gelaat word opnieuw bleek, Tristam
ontroerde ervan. Wat kon dat telegram beteekend
hebben? Zij zei het hem niet en hij wilde er niet
naar vragen, maar hij vond het denkbeeld dat er in
haar leven dingen en belangen waren, waarvan hij
niets wist, heel onaangenaam. En wat haar nu zoo
pijn deed, wat was dat? Kwam het van een man?
Het had haar erg aangegrepen d&t kon bij duidelijk
ïnmidetete gaat do JYansche rege-rnng door mot
het ntrnen van ingrijpend? maatregelen.
Na <1? besef,ring van Me-nBheim. Darmstadt en
Karlsruh? heeft men nu doür eene verdere bezetting
van gebied rondom Keulen, het door dc Engelschen
bezette gebied geheel van hét overige. Duitschland
afgesloten.
Dr. Cuno heeft tegen de bezetting van Mannheim,
Karlsruhe en Darmstadt geprotesteerd en daarbij
eene echt Duitsche redevoering gehouden.
Dr. Cuno schijnt geheel vergeten te zijn, dat er van
1914 tot 1918 oorlog gevoerd is en dat de Duitschers
daarbij als echte woestelingen opgetreden zijn.
Dr. Cuno mag hot dan vergeten zijn, maar andere
menschen herinneren zich nog de beestachtige wreed
heden in België en Noord-Frankrijk bedreven, de
aanvallen, het gas en den duikbootoorlog.
Ik geef echter grif toe, dat al de wreedheden door
de Duitschers bedreven, het- optreden der Franschen
niet vergoelijken.
Wanneer in 1918 de Franschen niet te houden zou
den zijii geweest en het gevoel hadden gehad oog
om oog, tand om tand, en mitsdien Duitschland wa
ren binnengedrongen, dorpen geplunderd en gebrand
schat zouden hebben, ware dit te begrijpen na
tuurlijk niet goed te keuren geweest
Heden is de houding der Franschen en Belgen heel
anders, men zou kunnen zeggen veel geraffineerder.
Toch geloof ik, dat de Franschen thans een heele-
boel doen, omdat zij nu eenmaal van kwaad tot er
ger mo.eten komen.
Ik was gisteren bij een Engelschen vriend, teza
men met een Fransch officier, die in Londen ver
toeft. De Franschman had het maar steeds over twee
zaken: het aanstaande Duitsche gevaar; het Fran
sehe prestige.
Daarom gaat het blijkbaar thans geheel aan Ruhr
en Rijn.
De Franschen willen nu eenmaal de a.s. revanche
der Duitschers goedschiks of kwaadschiks verhinde
ren, hetzij door een bufferstaat, 1) hetzij anders en
verder kunnen zij aan de Ruhr niet toegeven, omdat
hun prestige er mee gemoeid is.
Die quaestie van prestige verklaart ook dat zoo
veel Franschen, b v.. de gewezen minister van het
bezette gebied, Loucheur, verklaren, dat zij tegen de
occupatie waren, doch thans achter de Regoering
staan.
Maar met dat al komt er een leelijke onweerswolk
boven Keulen opzetten.
Er waren reeds herhaaldelijk groote moeilijkheden
gerezen. De Franschen wilden de spoorwegen door
het Britsche gebied gebruiken, de Engelschen hebben
dat geweigerden ten slotte een stukje gebied afge
staan, zoodat he^ Fransehe spoorwegvervoer Bonn
Düren nu rondom het Engelsche gebied gaat.
Maar de Franschen komen weer met hun ouden
eisch aandragen en willen toch' door het door de En
gelschen bezette gebied en wel door Keulen zelf.
De Engelschen weigeren dit, omdat zij dan meteen
gedompeld worden in al de werkstakings- en sabo-
tage-onlusten, waaronder de Fraanschen zoo ontzet
tend te lijdon hebbéq.
De Britsche commandant van Keulen, general God-,
ley en colonel Manton, chef van de Geallieerde
Spoorwegcommissie, zijn in Londen aangekomen
om met de Engelsche autoriteiten overleg te plegen.
Zal de Engelsche regeering toegeven? Het is den
Engelschen tot heden toe gelukt, zonder het Engel
sche prestige te schaden, eene zeer bijzondere positie
in het Keulsche gebied in te nemen.
Ei* is geen wijziging in de verhouding tot de Duit
schers gekomen, er heerscht nog rust en vrede.
Geeft men aan de eischen der Franschen toe, dan
is aan die goede verhouding tusschen Engelschen
en Duitschers meteen een einde gemaakt.
Doch dat niet alleen. Engeland kan natuurlijk geen
staking en sabotage dulden en is dan meteen mid
den in den zelfden oorlogstoestand, waarvan Frank
rijk thans zulke wrange vruchten plukt.
Engeland heeft reeds in 1918 Keulen bezet. Het rus
tige, tactvolle optreden der correct, gekleede Engel
sche officieren, onderofficieren en Toinmies werd
door de gemoedelijke Keulenaars met dezelfde 'sym
pathieke munt betaald en de verhouding was bijzon
der goed, betgeen onder anderen tot eene ontwik
keling van Engelsch-Keulsch handelsverkeer aan
leiding gaf.
Nu zou natuurlijk aan dat alles een einde komen,
zoodra, bij een toelaten der Franschen over het En
gelsche gebied, staking en sabotage uitbrak.
Doch ook al geeft Engeland niet aan die Fransehe
eischen toe, dan wordt toch reeds het. Engelsch-Keul-
s^ho handelsverkeer in gevaar gebracht door de hier
boven genoemde Fransehe omsingeling en afsluiting
van Keuion en het verdere Engelsche gebied, waar
door dit van het overige Duitschland afgesneden is.
De Engelschen zijn over die Fransehe omarming
van het Britsch bezette gebied niets te spreken en
beschouwen bot heeiemaal niet als epn vriendschap
pelijke daad der Franschen.
Keulen heeft thans de twijfeachtige eer, aan twee
ernstige Fransch-Engelsche geschilpunten haar naam
te geven.
Ten eerste: Fransehe eisch aan Engeland „laat mi)
met mijn troepen door uw gebied sporen," met de
daarop gevolgde voorloopige Engolsche weigering.
Ten tweede: Afsnijden, door meer uitgebreide
Fransehe bezettingsmaatregelen, van het Britsche
merken. Hij snakte er naar, het haar te vragen, maar
was daar toch veel te trotsch voor zij waren zóó ver
van elkaar garaakt, dat hij zelfs maar ter nauwer-
nood uiting durfde te geven aan zijn bezorgdheid,
maar dit deed hij toch.
Ik hoop toch dat.ge geen slechte tijding gekre
gen hebt?
Toen sloeg zij haar oogen naar hem op en hij zag
dat zij het amper hoorde; zij staarde.
Wat? vroeg zij werktuigelijk en toen, vaag weer.
tot besef komend, ging zij voort: Neen, neen pre
ciesmaar iets waar ik over na moet denken.
Zij sloot hem dus van haar vertrouwen uit. Hij
voelde dat- en vermeed zorgvuldig verder nog noti
tie van haar te nemen.
Toen zij het station in liepen, merkte hij plotseling
op, dat zij niet met hem meeging naar het plaats-
kaartenlokot, maar zelf naar het telegraafloket was
gegaan.
Hij bleef rookend staan wachten. Het was blijk
baar iets. dat zij niet wiide dat hij haar zag schrij
ven, want zij kon het telegram even goed aan Hig
gins ter bezorging gegeven hebben.
Zij kwam na een paar minuten terug en zag dat
Tristams gezicht heel ernstig stond. Het viel haar
niet in dat hij bekommerd kon zijn over dat tele-
(gram; zij dacht dat hij verdrietig was omdat zij niet
meegekomen was en het misschien al hoog tijd was.
We hebben nog tijd genoeg! zei ze gejaagd.
Natuurlijk, antwoordde hij op stijven toon, ter
wijl zij verder liepen, maar het is volkomen onnoo-
dig dat lady Tancred door die volte heen dringt om
zelf een telegram af te geven. Higgins had dat even
goed kunnen doen als we in onze coupé zaten.
En toen zei ze met onverwachte gedweeheid alleen
maar:
Het spijt me zeer.
En zoo liep het incident af, maar niet de onaange
name indruk, dien het veroorzaakt had.
Toen de trein zich in beweging zette, nam Tristam
zelfs niet den schijn aan van in een courant te le
zen. Hij zat voor zich uit te staren, een knorrige trek
op zijn knap gezicht. En een nauwlettend opmerker
die hem kende, zou opgemerkt hebben, dat er sinds
de vorige week een verandering gekomen was in de
heele uitdrukking van zijn gelaat.
Wat was hij in alle zijn verwachtingen vreeselijk
teleurgesteld! Wat voor aard moest deze vrouw toch
hebben om zoo absoluut zwijgzaam te kunnen zijn!
En toch zoo bits! Hij was blij dat hij haar niet de
gelegenheid gegeven bed om hem nog eens af te