De onweerswolk beven Keulen. Het Huwelijk van Lady Tancred. S. OE VRIES Molenstr., Schgen TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Kinder-en Vouwwagens Zaterdag 17 Maart 1923. 66ste Jaargang. No. 7198. Het Engelsche Volk is een geduldig en een sentimen teel volk. Nu kan ik U een goeden raad geven, zeg nooit,tegen eei Engeischman ol Engelsclie,dat ze sentimenteel zijn. Ze zouden je dat kwalijk nemen. Dat ze geduldig zijn, nemen de Engelschen aan, maar dat ze sentimenteel zijn, hebben ze nog nooit gehooid. Het is met die dingen altijd eigenaardig. De Fransehe mannen zijn bijna altijd goede zonen. Wan neer- men over een Franschman hoog of laag, rijk of arm hoort spreken, dan duurt het niet lang of iemand zegtil est un bon fHs". Maar ga nu niet ,aan Franschen vertellen, dat zij als goede zonen békend staan, ze denken dadelijk, dat je ze voor den gek houdt. Trou wens een Fransehe karaktertrek is, dat ze gauw denken voor den gek gehouden te worden. Dit maakt den omgang met een Franschman ook altijd moeilijkier dan met een Engelschman. De Franschman is (/ogenschijnlijk gauw gepiqueerd, meestal is het, omdat hij je grapje niet begrepen .hceft en daciht, dat je hem voor den gek hield. Wij Hollanders zijn over het geheel nog al zelfge noegzaam en willen dat in onze beste oogenblikkeq zelf wel eens erkennen, Maar laat nu niet een vreem deling zoo iets van ons zeggen. Zoo raad ik U dus aan, spreek tegenover de Engel schen niet over hun sentimentaliteit, al wordt gij hier door in het dagelijksch leven, in hun kerk, bij hunne liederen en bij nun politiek steeds weer getroffen. Wanneer de Engelschen niet zoo sentimenteel waren zou de Entente reeds maanden lang tot hol verlo J cm behooren. De Franschen zijn ai lang vergeten, dat in 1911 de Engelschen pal gestaan hebben, zijn reeds lang de opoifenngen der hnge.sehen gedurende den wereld oorlog vergeten, denken niet meer aan al die Engedr getschen, uie daar in Noord Frankrijk begraven liggen, gesneuveld, terwijl zij eiken duimbreed grond Fran schen grond met Brtesche volharding en taaiheid aan de Duitschers betwistten. De Franschen spréken veei liever over de Amerika nen omdat zij dun meteen vertellen kunnen noe Gene raal Pershing met zijn Yankees bijna in de pan gehakt was, maar gciukkig door de Franschen gered werd. Bij een veriiaai over ue Amerikanen dan is er gedegenheid ■om uit te wijdeir over Franseh initiatief, Fransehe durf, Fransch élan en over de onverwachte en kranige vasiüoudendcheid der poilus. Wanneer üe Franschen over de Engelschen denken, dan krijgen ze 'een vervelend gevoei, net gevoel van .mand, die zijn kleermaker nog niet. betaald neeft en uem op een betrekkelijk genngen alstand ua.ii ziet .komen. Al die miilioenen, die Engelschen nog hebben te vorderen, dat is .met leuk, .daar kan men niet over spreken, zonder een lam figuur te slaan. Die drommeische EngeiSchen hadden voor de terug betaling uer door de Franschen van de Amerikanen jtc icenen. mi.teocncn borg moeten bujven, anutrs ïeén- den die Yankees het geld niet aan te belle France, de Engelschen zijn borg gebleven enbetalen nu<al hegt geleende ge.d aan de Amerikanen terug. Niet alleen het geld dat de Engelschen zeil geleend hadden, maar ook at het gold, waarvoor zij bom' gebleven waren, in totaal 4.604.128.085 Dollar. Elke 6 Dollar zijn (honderd francs, reken nu maar uit, wat die drommeische Engeiseheni to betalen hebben nu zij met Amerika een overeen komst van terugbetaling gesloten hebben. De Franschen vinden het heeiemaal niet leuk, on\ daar over te praten en denken er ook maar liever niét over, want dan blijkt dat elke Brit een enorm bedrag aan belastingen te betalen heeft, veal meer dan de Franschman. Dc Franschen willén hun geld van de Duitschcns hebben en hebben mu de Ruhr bezet, om wat geld te. krijgen. Tot heden echter met een negatief resultaat, zoodat de Franschen spoedig meer belasting zuilen moeten betelen, ten einde de ontzettende onkosten, verbonden aan die Ruhr- en Rijnbezetting, te kun nen verstrekken. De Franschen waren gedurende de laatste maanden van het ministerie Lloyd George dermate anti-Britsch, wanneer ik in Parijs een restaurant binnenkwam, ik achter mijn rug allerlei onaangename opmerkingen omtrent do Engelschen hoorde maken. Men bield mij. voor Engelschman, en nam aan. dat ik hel niet ver stond. ik verstond het natuurlijk wel, doch behoefde het my niet aan te trekken. Men stelde zich van de conservatieve regeering heel wat voor in Frankrijk en is nu, vooral omdat men zich vergist heeft, woedend op de Engelschen en hun re- geeiing. Naar het Enyelsch van ELXNOR GLYN. 20 Zij ontmoetten elkaar voor tafel en zij zelf was nooit, meer ijskoud geweest dan Tristam nu was. Zij gingen naar het restaurant en daar ontmoette hij natuurlijk ook eenige vrienden die in 'n vroolijk clubje dineerden. Hij knikte hen opgeruimd toe, zei terloops t.egen haar wie het waren, en zij z.etten hun maaltijd voort. Zijn manieren hadden niets gedwon gens meer, hij leek heel onverschillig. Al gauw gin gen zij naar den schouwburg en in de auto was hij het, die zoo ver mogelijk van haar afschoof. Zij namen een loge; het gordijn ging op. Men gaf een van die onmogelijk dolle Parijsche kluchten, die op het kantje af zijn, maar zóó intens dwaas, dat men er wel om lachen moet. Tristam schudde van het lachen, en vergat eeri pooslang, dat hij een on fortuinlijke jonge echtgenoot was. En zelfs Zara moest lachen. Maar het bracht hen niet nader tot el kaar. Tristams gevoel van eigenliefde was te zeer gewond, dan dat een of andere banale omstandigheid hem daar over heen kon doen stappen? Wilt ge gaarne soupoeren? informeerde hij koel toen zij den schouwburg verlieten. Zij antwoordde neen, en dus bracht hij haar naar het hotel terug, doch niet verder dan de lift, waar hij haar beleefd goeden nacht wenschte. Zij zag hem naar de deur gaan en wist dat hij opnieuw uitging. Toen zij alleen in het salon zat, zag zij dat de En- gelsche mail aangekomen was; de brieven waren op tafel gelegd. Er waren er minstens een dozijn voor Tristam zij zocht ze uit verscheidene ervan waren met een vrouwenhand geadresseerd en slechts twee waren voor haar zelf. Een van haar oom, vol aardige complimenten, en de andere was ven Mirko, uit Park Lane nagezonden, want hij wist toen no«r niets van haar nieuwe positie. Een klein, grappig aandoenlijk briefje, dat haar trof. Hij was beier en kon alweer uitgaan, en over veertien dagen 2ou ARatha, het dochtertje van mijnheer en mevrouw Morly, terugkomen en dan kon hij met aar spelen. Dat zou een pret wezen. Meisjes waren niet zoo vervelend en niet zoo rumoerig als jongens. Het gevolg is een voortdurend stofc'oa togen EagcTand bij de "Turken ea de Bolsji'? en ten slotte hst prc- beeren. om esn Latijnsch bloe te vormen. Musselini heeft echter esn paar koude compressca naav* Parijs gestuurd en heel verstandig de verschillende Iteiiaaasehc" grieven tegen Engeland voorloopig op den rommelzolder opge borgen. Met dat al is de Turksche stokerij '.och niet zander gevolg gebleven want Lausanne is in zooverre mis tukt, dat dé lu-ksebe Regeering te Angora geweigerd heeft het vredeverdrag te teekeueu. Maar de Engelschen eon sentimenteel volk verliezen hun geduld niet en blijven hun Fransehe vrienden en de Entente trouw. Aan de Ruhr ea aan den Rijn kómen echter wolken aan den lucht. In het Engelsche Parlement is de Ruhr ook1 weer aan de orde geweest. Alweer is de Labour Partij de officieele oppositie-partij met een motie gekomen. Die motie luidde, dat, wijl al de Volken in Europa vóór «lies vrede willen, het wenschelijk is, dat de Engeische Regeering die van Frankrijk en België uit nood igt om een commissie te benoemen, gekozen uit leden der drié parlementen, ten einde de quaestie der schadevergoedingen en der bezetting van de Ruhr te bepraten en met voorstellén tot oplossing te komen. De motie werd ingediend en toegelicht\door den heer J. Ramsay Macdonald, officieel leider der Labo ïr- partij jn het Parlement. Het moet na deze toelichting en de redevoeringen van twee andere vooraanstaande ar beiders vertegenwoordigers de heeren Wheaity en 'Tho mas den Franschen toch duidelijk geworden zijn, dat in het Britsche Parlement de grootste der oppositie partijen, de Labour Partij, althans geen geduld meer heeft met de Fransehe wijze van handelen. Mr. Macdonald zei o.a.Frankrijk, dat beter dan eenig ander land in Europa over „revanche" kan oordeelen, werkt nu op de Duitsche revanche zinnen, op meer dan bedroevende manier. Frankrijk kan toch wel begrijpen, dat Duitschland heden minder in staat is de schadevergoeding te betalen dan 6 weken ge leden, toen het Ruhr-avontuur begon. Want een avontuur is en blijft diet, dal blijkt ook uit het iederen dag weer verscherpen en Uitbreiden van maatregelen. Indien de Franschen .geweten hadden, wat hun taak zou Svezen, zou dat niet plaats vinden, het is nu ge modder. De Franschen waren de Ruhrbezetting begonnen te gen onze wenschen en raadgevingen in, feitelijk twist met ons zoekend, wij hielden steeds maar vast aan de Entente, vermeden alles, dat de Franschen Isou kunnen irriteeren en vermijden thans nog allés van dien aard. Er zijn zelfs Engelschen, die verder willen gaan en jneenfer^. flat zij de Franschen hoog moeten verheffen om heigeen die doen. Ja, riep de heer Macdonald. uit, er zijn zelfs menschen in dit tend, die één land steeds vergeten, steeds uitschakelen en wel1 hun eigen 'land, Engeland. Er waren zelfs Kamerleden, die dat deden en die Frankrijk door dik en dun wilden volden, vergetende? dat Frankrijk tengevolge van een sedert 1918 in dat land gevoerde politiek- en perscampagne geleek op een reusachtig Frankenstein monster. Om daaraan een einde te maken moest zoowei op Frankrijk en België als op Duitschland invloed uit geoefend worden. Duitschland moest met voorstellen voor den dag komen, Engeland was in de positie Duitschland te dien opzichte raad te geven. Maar tevens zou door uit te voeren, hetgeen in de motie belichaamd was, de zoo noodzakelijke toenadering tot stand kunnen komen. De politieke opinie in geheel Europa was voor yrede en Fust. Door de samenwerking der commissies uit de parlementen van Engeland, Frankrijk en België om tot eene bevredigende oplossing met Duitschland te komen, zou vanzelf de onmisbaare steun der publieke opinie volgen, die ten slotte Duitschland en ae Geal lieerden tot elkaar zou brengen. Mr. Wheatly (Labour) wees er op, dat, terwijl vóót den oorlog het dreigende oorlogsgevaar stcods lag in het verlangen van Duitschland om de controle over de Duitsche en Fransehe (Industrie-gebieden te beziüeh, sedert 1918, steeds weer een oorlogsgevaar dreigde door Frankrijks verlangen diezelfde gebieden te controleeren. Dat imperialistische „streven van Frankrijk moest onmkldéllijK den kop ingedrukt worden, dit te doen was plicht van Engeland. De heer Thomas, arbeiders-afgevaardigde, vooral be kend als President van de groote Engelsche Bond van Spoorwegpersoneel, vroeg of er wel iemand in de Kamer was, die wist wat de politiek der Engelsche Regeering was ten opzichte van Frankrijk, terwijl hij betwijfelde of de Engelsche Regeering wel wist, wat de politiek der Fransehe Regeering eigenlijk beoogde. In dit verband wilde hij er op wijzen, dat de Duit sche mijnwerkers ten volle het recht der Franschen op do uit het verdrag voortspruitende kolenproductie er kenden, waar buitendien 1 miüioen per maand extra hadden Wlilen produceercn. Ondanks dat dit de Fransehe regeering bekend was, bezette zij toch de Ruhr en kreeg nu veel minder steen kool dan vóór d.e bezetting. Wie kon nog twjjfeten aan net betreurenswaardige feit, dat Frankrijk slechts naa* excusen gezocht had- en nog zocht om haar optreden schoon te wasschen. Het was ook niet waar, dat de Belgische publieke meening achter Frankrijk stond, tenminste de Beg.sche Bond van Vakvereenigingen zeker niet. Belgische leiders van dien Bond hadden spreker verzekerd de ixnperjaliMi- iij En Zara ^ing naar de piano die zij' nog niet open gedaan had, en troostte zich zelf met de wijsjes, waarvan zij hield. En de kamenier, die wachtte tot huar meesteres haar zou roepen, om haar uit to kleeden, luisterde era keek verbaasd op. Quel dróle ac couple, zei ze. Tristam zocht zijn vrienden weer op en ging met hen soupeeren. Zijn vrouw was moe, zei hij, en was naar bed gegaan. En twee van de Engelsche dames, heel goede kennis sen van hem, plaagden hem, zeiden dat zijn bruid zoo schoon was, en zulk een vreemden blik had, en dat hij wel een echte ijsberg moest zijn om met hen te komen soupeeren en haar alleen te laten. En zij vroegen zich af, waarom hij toen zoo cynisch glimlachte, Want, zei de een tol den ander, toen ze naar huis gingen; de nieuwe lady Tancred is een volmaakte schoonheid. Verbeeldt je, Gertrude, hoe 'kan Tristam haar ook maar één minuut alleen laten. En heb je ooit Zulk een gezicht gezien? Het drukt alles behalve koel heid uit. Groote keuze. Lage prjQzeti. Nieuwe Modellen. Zara was nog 'kSaat' wakker toen haar mén tegen tweeën thuis kwam; saj hoorde hem in het salon en werd zich plotseling bewust, dat haar gedachten bij hèm vertoefd haddon om niet bij Mirko erf zijn brief, vanaf het oogenblik dat zij naar bed gegaan was. Nu las hij zijn brieven, dacht ae, hij had zoovele goedo vrienden En toeft hoorde rij hem ae deur dicht doen en naar zijn humor gaan. De lépijten waren zeer dik en zij hoorde niete meer. Ais zij had kunnen zien, wat er achter die geesloten deur gebeurde, zou dat haar de oogen geopend heb ben. of haar gelukkig hebben gemaakt? Wie zal het zeggen? Want Higgins had heel nauwlettend de zakken van zijns meesters jas leeggemaakt en daar lag op een pacr briefjes en een visitekaartjes-téui een klein knopje, dat van het afgescheurde bundeltje was losgeraakt. Toen Tristam het zag, spreng rijn hart op. Dat was dus achtergchievtE». teen b*j dc amkre terugei s-rfewam Hem, gebé tpoWtifJfc Va» ton aS to kovren c» de .werkloosheid in B*u£e„ die het gevolg yaoi een m ander was, diep te betreuren. FvsckchsB hadto 'kj.000,000 Ma?&' weggehaald yit de kantor»!.» ya» des Duihcheh Bond varf Spocr- wcgptrsoücej, de ambtenaren gevangen genomen en het peisoneei geuwpngen een contract te teekenen, dat zij 10 uur per uag' aOuden werken in dienst van dc Fran sehe Repubiie&. Mr. Thomas wist dit van kimmen, een houanuer, die secretaris was van den Internatter na*en Rund van Vakvereehigingen on geheel onpar tijdig tegenover de quaestie avond en niet van Duibohe nescbinuigd kon worden, Maar Fimmen zag een groot internationaal1 gevaar in de Ruhr ontstaan.' De „magnaten" waren niet meer m ae Ruhr, hadaen hun gted eiders in veiligheid, maar de arbeidersnevoJong, die werd door de Frau&che' Repu bliek mishandeld. De oorlogszuchtige magnaten waren verdwenen, maar de arbeiueisuevo.JSaüg, die van oonog niet meer' wiide hooren, werd nu tot het qiterste gedreven en met haat tegen de Franschen vervuld en uus njp voor revanche-deukneeMen gemaakt. Mr. Thomas moest lachen om de naïviteit der Fran sehe machthebbers om het meest ingewikkelde spoor wegnet 'in de wereld, het spoorwegnet van hun Kuhr- geDxeü met onnekend ol ongeschoold personeel te willen drijven. De spoorwegongelukken en de talrijke dooden waren de stomme getuigen voor de domime verwatenheid dier machthebbers. Al mocht de motie niet worden aangenomen, zoo hoopte hij toch, dat de debatten nut zouden hebben en de Kegceriug zouden opwekken van niet meer kalm te blijven toezien, maar in te grijpen vóór het te laat zou zijn, want de toestand aan de Ruhr werd iederen uag meer kritiek. Lord Robert Cecil, de Volkenbond Lord, zeide dat hij zich met het meeste van hetgeen de heer Ramsay Macdonaid gezegd had, kon vereenigen, maar toch niet voor de motie zou kunnen stemmen, omdat bij' op het standpunt, hetgeen bij een paar weken geleden verdedigd had, nog stond, n.1. dat een ingrijpen op heden ons slechts van Frankrijk zou vervreemden. Ook achtte hij het nuttig effect van de parlementaire com missies niet groot. Hij meende echter, dat de Engelsche Regeering reeds thans naar plannen moest uitwerken, waarmede zij, zoodra het oogenblik rijp zou wezen^ vcor den dag zou kunnen komen. Lord Robert zag met ontzetting het steeds verscherpen der Fransehe maatregelen, bet steeds meer uitbreiden van bezet grondgebied. Hij kon zich niet begrijpen, dat het bericht, dat de Fransehe Regeering een afzonderlijken vrede voor zich en België wilde sluiten, dus buiten Engeland om, waarheid kon bevatten. Mr. Fisher, de vroegere minister van Onderwijs, meende dat 'do motie practisch niet uitvoerbaar zou £ijn, vooral omdat vrijwel het geheel Fransehe parlement achter de Fransehe Rêgeerings-actie aan den Ruhr en den Rijn stond. Wat de Fransehe Regeering en het Fransehe Parle ment en de Fransehe Pers bezielde, was „angst". Angst voor Duitschland. Hij kon dau ook sléchts Lord Robert Cecil steunen,, waar deze bij de Regeering er op aandrong om toch een plan uit te werken, dat als basis voor onderhande lingen met Frankrijk en Duitschland zou kunnen die nen en verzocht daarbij vooral1 rekening te houden met de grootste factor in deze èüendige historie, de Fran sehe angst voor Duitschland. Men moest niet vergeten, dat het hier niet alleen be trof een strijd tusschen Frankrijk en Duitschland, maar het geluk en ongeluk van de geheeie wereld. Voor alles moest de Regeering er' echter Frankrijk op wijzen, dat men het sluiten Van een afzonderlijke overeenkomst met Duitschland, achter den rug van Engeland om, als een onvrienschappeJijke dayd zou beschouwen. Slechts Overste Archer Shee meende namens enkele miilioenen Engelschen te moeten getuigen, dat hij ge-, heel echter Frankrijk stond. Het kwam niet tot eene stemming. Mr. Bonar Law ontraadde echter aanneming der motie en deze zou zeker gevallen rijm Maar èn uit de redevoeringen to afgevaardigden ,van verschillende pluimage èn uit de redevoering van den Premier moet het den .Franschen toch duidelijk worden, dat zij te ver gaan. Te ver gaan met de Rufer, te ver gaan met 'het achter den rug der EngeJfschen óm handelen. De Premier heeft er op gewezen, dat hij niet alleen een Latijnschc FLoc /sou afkeuren, doch eveneens elke nandeling huiten Engeland om. Duidelijk heeft Bonar Law uiteengezet, dat de quaestie der schadeloosstellingen niet alleen een zaak is die behalve Duitschland, Frankrijk, België en Italië en. Engeland regardeert, maar een zaak waarbij- het be lang van geheel Europa op het spei staat, zoodat ae Engelsche Regeering niet zou nalaten een woordje mee te spreken, zoodra het zoover kwam. De motie achtte hij 'onaannemelijk en maakte er op attent, dat, wanneer de Regeering gevolg zou geven aan alle oppositiewcnschen het spoedig inpiaats van eene Entente raet Frankrijk oorlog met Frankrijk zou rijn. Want dan zou men het niet bij redevoeringen kun nen laten, maar dan zou men met hot zwaard in de vuist een en ander kracht moeten bijzetten. De heer Bonar Law was tegen oorlog on voor een voortzotten van zijn politiek om neutraal en tevens vriendschappelijk met Frankrijk te blijven. nu herinneren aan wat had kunnen gebeuren. Hij kon de hevige ontroering niet bedwingen, die hem beving. Hij ging naar het venster en zétte net wijd open. Üe maan was bijna onder, maar schitterde toch nog aan den hemel. Toen boog hij zich over het bloempje en) kuste het hartstochtelijk, terwijl een heet floers voor zijn oogen kwam. 'V HOOFDSTUK XX. Zoo brak eindelijk de Woensdagochtend aan enxtij konden naar Engeland terug. Vanaf dien Zaterdag avond totdat zij Parijs verlieten, veranderde Tris tams ijskoude beleefdheid tegenover zijn jonge vrouw geep oogenblik. Zij stond niet de minste angst moer uit voor te groote verliefdheid van zijn kantl Hij vermeed haar bijzijn zooveel hij maar eenigszins kon, en wanneer hij met haar samen moest zijn leek bij verstrooid en verdrietig. En Zara's koele manieren werden niet langer ver oorzaakt door een fiere gedachte van zelfverdedi ging, maar door een onbewuste somberheid. Een onbekende, nooit gedroomde ontroering kwam over haar, telkens als zij dicht bij hem was en ge durende de lange tijden, dat hij weg was, volgden haar gedachten hemsomtijds met een gevoel van onzekerheid. Juist toen zij dien Woensdagmorgen naar het sta tion wilden gaan, werd haar een telegram overhan digd voor „la baronne de Tancred". Zij giste aan stonds, dat het Mimo was, die zich haar tegenwoor- aigen naam zoo voorstelde. Tristam, die de portiers loge roeds voorbij was, keerde zich om en zag haar met een uitdrukking vaa wilde angst het telegram openen. Hij zag'dat onder het lezen haar oogen wijd open gingen on een gogenblik naar hem staarden, en dat. haar gelaat doodsbleek werd. Want Mimo had gesaind: „Mirko is niet zoo heel goed." Zij frommelde het blauwe papiertje ineen, en volgde haar man langs het buigende hotelpersoneel naar de auto. Zij baheersehte zich zelf en kon zelfs met een van haar zeldzame glimlachjes ten a/scheld groeten, maar toen zij wegreden, ging zij achterover leunen en haar gelaat word opnieuw bleek, Tristam ontroerde ervan. Wat kon dat telegram beteekend hebben? Zij zei het hem niet en hij wilde er niet naar vragen, maar hij vond het denkbeeld dat er in haar leven dingen en belangen waren, waarvan hij niets wist, heel onaangenaam. En wat haar nu zoo pijn deed, wat was dat? Kwam het van een man? Het had haar erg aangegrepen d&t kon bij duidelijk ïnmidetete gaat do JYansche rege-rnng door mot het ntrnen van ingrijpend? maatregelen. Na <1? besef,ring van Me-nBheim. Darmstadt en Karlsruh? heeft men nu doür eene verdere bezetting van gebied rondom Keulen, het door dc Engelschen bezette gebied geheel van hét overige. Duitschland afgesloten. Dr. Cuno heeft tegen de bezetting van Mannheim, Karlsruhe en Darmstadt geprotesteerd en daarbij eene echt Duitsche redevoering gehouden. Dr. Cuno schijnt geheel vergeten te zijn, dat er van 1914 tot 1918 oorlog gevoerd is en dat de Duitschers daarbij als echte woestelingen opgetreden zijn. Dr. Cuno mag hot dan vergeten zijn, maar andere menschen herinneren zich nog de beestachtige wreed heden in België en Noord-Frankrijk bedreven, de aanvallen, het gas en den duikbootoorlog. Ik geef echter grif toe, dat al de wreedheden door de Duitschers bedreven, het- optreden der Franschen niet vergoelijken. Wanneer in 1918 de Franschen niet te houden zou den zijii geweest en het gevoel hadden gehad oog om oog, tand om tand, en mitsdien Duitschland wa ren binnengedrongen, dorpen geplunderd en gebrand schat zouden hebben, ware dit te begrijpen na tuurlijk niet goed te keuren geweest Heden is de houding der Franschen en Belgen heel anders, men zou kunnen zeggen veel geraffineerder. Toch geloof ik, dat de Franschen thans een heele- boel doen, omdat zij nu eenmaal van kwaad tot er ger mo.eten komen. Ik was gisteren bij een Engelschen vriend, teza men met een Fransch officier, die in Londen ver toeft. De Franschman had het maar steeds over twee zaken: het aanstaande Duitsche gevaar; het Fran sehe prestige. Daarom gaat het blijkbaar thans geheel aan Ruhr en Rijn. De Franschen willen nu eenmaal de a.s. revanche der Duitschers goedschiks of kwaadschiks verhinde ren, hetzij door een bufferstaat, 1) hetzij anders en verder kunnen zij aan de Ruhr niet toegeven, omdat hun prestige er mee gemoeid is. Die quaestie van prestige verklaart ook dat zoo veel Franschen, b v.. de gewezen minister van het bezette gebied, Loucheur, verklaren, dat zij tegen de occupatie waren, doch thans achter de Regoering staan. Maar met dat al komt er een leelijke onweerswolk boven Keulen opzetten. Er waren reeds herhaaldelijk groote moeilijkheden gerezen. De Franschen wilden de spoorwegen door het Britsche gebied gebruiken, de Engelschen hebben dat geweigerden ten slotte een stukje gebied afge staan, zoodat he^ Fransehe spoorwegvervoer Bonn Düren nu rondom het Engelsche gebied gaat. Maar de Franschen komen weer met hun ouden eisch aandragen en willen toch' door het door de En gelschen bezette gebied en wel door Keulen zelf. De Engelschen weigeren dit, omdat zij dan meteen gedompeld worden in al de werkstakings- en sabo- tage-onlusten, waaronder de Fraanschen zoo ontzet tend te lijdon hebbéq. De Britsche commandant van Keulen, general God-, ley en colonel Manton, chef van de Geallieerde Spoorwegcommissie, zijn in Londen aangekomen om met de Engelsche autoriteiten overleg te plegen. Zal de Engelsche regeering toegeven? Het is den Engelschen tot heden toe gelukt, zonder het Engel sche prestige te schaden, eene zeer bijzondere positie in het Keulsche gebied in te nemen. Ei* is geen wijziging in de verhouding tot de Duit schers gekomen, er heerscht nog rust en vrede. Geeft men aan de eischen der Franschen toe, dan is aan die goede verhouding tusschen Engelschen en Duitschers meteen een einde gemaakt. Doch dat niet alleen. Engeland kan natuurlijk geen staking en sabotage dulden en is dan meteen mid den in den zelfden oorlogstoestand, waarvan Frank rijk thans zulke wrange vruchten plukt. Engeland heeft reeds in 1918 Keulen bezet. Het rus tige, tactvolle optreden der correct, gekleede Engel sche officieren, onderofficieren en Toinmies werd door de gemoedelijke Keulenaars met dezelfde 'sym pathieke munt betaald en de verhouding was bijzon der goed, betgeen onder anderen tot eene ontwik keling van Engelsch-Keulsch handelsverkeer aan leiding gaf. Nu zou natuurlijk aan dat alles een einde komen, zoodra, bij een toelaten der Franschen over het En gelsche gebied, staking en sabotage uitbrak. Doch ook al geeft Engeland niet aan die Fransehe eischen toe, dan wordt toch reeds het. Engelsch-Keul- s^ho handelsverkeer in gevaar gebracht door de hier boven genoemde Fransehe omsingeling en afsluiting van Keuion en het verdere Engelsche gebied, waar door dit van het overige Duitschland afgesneden is. De Engelschen zijn over die Fransehe omarming van het Britsch bezette gebied niets te spreken en beschouwen bot heeiemaal niet als epn vriendschap pelijke daad der Franschen. Keulen heeft thans de twijfeachtige eer, aan twee ernstige Fransch-Engelsche geschilpunten haar naam te geven. Ten eerste: Fransehe eisch aan Engeland „laat mi) met mijn troepen door uw gebied sporen," met de daarop gevolgde voorloopige Engolsche weigering. Ten tweede: Afsnijden, door meer uitgebreide Fransehe bezettingsmaatregelen, van het Britsche merken. Hij snakte er naar, het haar te vragen, maar was daar toch veel te trotsch voor zij waren zóó ver van elkaar garaakt, dat hij zelfs maar ter nauwer- nood uiting durfde te geven aan zijn bezorgdheid, maar dit deed hij toch. Ik hoop toch dat.ge geen slechte tijding gekre gen hebt? Toen sloeg zij haar oogen naar hem op en hij zag dat zij het amper hoorde; zij staarde. Wat? vroeg zij werktuigelijk en toen, vaag weer. tot besef komend, ging zij voort: Neen, neen pre ciesmaar iets waar ik over na moet denken. Zij sloot hem dus van haar vertrouwen uit. Hij voelde dat- en vermeed zorgvuldig verder nog noti tie van haar te nemen. Toen zij het station in liepen, merkte hij plotseling op, dat zij niet met hem meeging naar het plaats- kaartenlokot, maar zelf naar het telegraafloket was gegaan. Hij bleef rookend staan wachten. Het was blijk baar iets. dat zij niet wiide dat hij haar zag schrij ven, want zij kon het telegram even goed aan Hig gins ter bezorging gegeven hebben. Zij kwam na een paar minuten terug en zag dat Tristams gezicht heel ernstig stond. Het viel haar niet in dat hij bekommerd kon zijn over dat tele- (gram; zij dacht dat hij verdrietig was omdat zij niet meegekomen was en het misschien al hoog tijd was. We hebben nog tijd genoeg! zei ze gejaagd. Natuurlijk, antwoordde hij op stijven toon, ter wijl zij verder liepen, maar het is volkomen onnoo- dig dat lady Tancred door die volte heen dringt om zelf een telegram af te geven. Higgins had dat even goed kunnen doen als we in onze coupé zaten. En toen zei ze met onverwachte gedweeheid alleen maar: Het spijt me zeer. En zoo liep het incident af, maar niet de onaange name indruk, dien het veroorzaakt had. Toen de trein zich in beweging zette, nam Tristam zelfs niet den schijn aan van in een courant te le zen. Hij zat voor zich uit te staren, een knorrige trek op zijn knap gezicht. En een nauwlettend opmerker die hem kende, zou opgemerkt hebben, dat er sinds de vorige week een verandering gekomen was in de heele uitdrukking van zijn gelaat. Wat was hij in alle zijn verwachtingen vreeselijk teleurgesteld! Wat voor aard moest deze vrouw toch hebben om zoo absoluut zwijgzaam te kunnen zijn! En toch zoo bits! Hij was blij dat hij haar niet de gelegenheid gegeven bed om hem nog eens af te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5