Enplschs in Sehotsehi Stiiu
Geestelijk Leven.
0. H. lËNGMAUS,
Uil hel Had van Holland.
ONTVANGEN prima
bezette gebied van het overige Duitschland.
Vraag: Wat zal Engeland naar aanleiding van dit
optreden doen?
Wanneer er geen Entente was, en men niet juist
een wereldoorlog achter den rug had, dan zou men
spreken van een ernstig Fransch-Engelsch conflict
en van' oorlogsgevaar tusschen Engeland en Frank
rijk.
Daarbij komt nog, dat Engeland het ook niet eens
is met het bezetten door Frankrijk van het grond
gebied tusschen de verschillende aan den rechter
Rijnoever gelegen J>ruggehoofden.
Wanneer men nu bedenkt, dat deze Keulsehe moei
lijkheden nog niet aan de Engelsche Ka:merleden
bekend waren, toen deze de Labour-motie behandel
den, dan zult U het met mij een?» zijn, dat er een
onweerswolk boven Keulen samentrekt.
De Engelschman is sentimenteel en geduldig en
vergeet de Fransche wapenbroeders van 1914 tot 1918
niet en vergeeft hun veel.
Maar het geduld wordt wel heel erg op de proef
gesteld.
Daarbij komt nog iets.
Inmiddels zijn in Engeland 3 tusschentijdsche ver
kiezingen gehouden in plaatsen, waar een paar
maanden geleden conservatieven verkozen waren.
De conservatieve candidaten waren thans drie mi
nisters, die een Kamerzetel moesten zoeken, en alle
drie zijn jammerlijk verslagen, twee door Labour,
éen door een Liberaal.
Labour en Liberalen zijn vóór een actie tegen
Frankrijks Ruhrpolitiek.
Bonar Law beschikte over een meerderheid van
79 en die meerderheid is tot 73 geslonken.
Weer zijn er gisteren twee conservatieve Kamerze
tels vrij geworden.
Zal Bonar Law die ook gaan riskeeren? Ik geel
toe, de Woningvraagstukpolitiek der regeering heeft
ook schuld aan den ongunstigen uitslag, maar de
Ruhrquaostic speelt een groote rol. Men wil wat ge
daan hebben.
Het afwachten op zijn Micawber's, in de hoop dat
er zich nog iets onbestemds en onverwachts zal
voordoen, wordt niet gewaardeerd.
Het maakt op mij den indruk, dat men Bonar
Law en Lord Curzon te slap vindt, dat de Engelsehen
hun prestige zoowel als hun handel, industrie en
scheepvaart benadeeld zien door de neutrale af-
wachtingspolitiek van de regeering.
Een meerderheid van 70 stemmen is niet veel en
vócr men het weet zijn er eens te weinig conserva
tieve Kamerleden aanwezig als plotseling door de
zeer waakzame oppositie een stemming geforceerd
wordt en.... Bonar Law moot naar huis.
De onweerswolk boven Keulen-kan nog raar los
barsten.
In Parijs, óf in Londen, óf nog ingewikkelder.
1) Wat die bufferstaat betreft, was onze Franeéh-
man overtuigd, dat door het huidige optreden der
Franschen Duitschland uit elkaar zou vallen. Ik zei
hem, dat ik juist het tegendeel voorspelde,
Waarde lezers, hebt gij wol eens van „a'esthetiek"
gehoord? Ik geef u toe het is oen vreemd woord.
Maar daar zijn nu eenmaal vreemde woorden, wel
ke burgerrecht hebben verkregen en die toch eigen
lijk door ieder beschaafd onensch moeten worden
verstaan. Zoo is liet ook met, het woord „aesthétiek''
of ..aesthetica" Wij verstaan daaronder: schoon
heidsleer. Het is de leer derhalve, welke zich bozig
houdt mot al wat bij den menseh gedachten en ge
voelens wakker roept, welke worden vertolkt door
de woorden: inooi, leelijk, enz.
En nu wil ik het eens met u over schoonheid heb
ben cn met u praten over ons ae-sthetisch gevoei.
Ook dit is een gedeelte van ons geestelijk wezen,
dat moet worden ontwikkeld. Zonder schoonheid
kunnen we niet in het leven; wij hebben haar noo-
dig evenals onze boterham. Daarom merken wij
reeds bij do oermenschen het streven naar versie
ring, naar wat een begin is geworden van kunst
Daarom kunnen wij ook zien hoe kleine kinderen
reeds neiging voor kleur, voor schittering hebben en
ile handjes daarnaar uitstrekken en hoe zij vroeg al
aan opschik gaan hechten.
Onwillekeurig denk Ik hier aan een persoonlijke
ervaring. Toen ik nog een kleine jongen was, logeer
de ik vaak bij mijn grootvader. Hij was predikant
en mijn grootste genoegen bestond altijd hierin, bij
hom op.de studeerkamer te zitten om in zijn mooiste
boeken te kijken. En altijd was 'het weer hetzelfde
zesdoelige werk, dat mij het meest boeide. Wat was
dat prachtig! Mooier boek, met mooier platen be
stond er niet, kón er niet bestaanIk werd ouder,
ik ging op 't gymnasium, ik werd een jongeman, die
werd ingeleid in de wereld der klassieke schoonheid
ik las de oude en de nieuwe schrijvers. En toen op
een zekeren dag kroeg ik van mijn grootvader als
geschenk het boekwerk, dat mij als kind altijd zoo
had bekoord. Hoe -levendig herinner ik mij het
oogenblik toen het pakket kwam. Het wondermooie
snauwenl En de laatste dagen had hij aan zijn een
maal genomen besluit kunnen vasthouden en hij
voelde^zich nu tenminste niet vernederd! Hoe lang
zou het nog duren, eer hij niets meer om haar gaf?
Hij hoopte van harte, dat dit spoedig het geval zou
zijn, want tegen de taak om zijn hartstochtelijke be
geerten te onderdrukken is geen enkele man lang
opgewassen.
Dat kleine, weerbarstige gezichtje; met zijn verlei
delijke fluweelen wangen, de ietwat volle lippen, die
er rood en aantrekkelijk uitzagen, en de buitenge
wone magnetische aantrekking van haar geheele
wezen, maakte haar tot een heel gevaarlijk persoon
tje. In zijn gedachten zag hij haar weer met de ha
ren los, zooals dien eersten avond te Dover. Hij her
innerde zich dat hij eens tot Francis Markrute had
gezegd, dat die groote hartstochten „alcen in romans
voorkwamen.' Groote God! hij had er toen nog niets
van geweten!
Toen hij dien dag van zijn huwelijksreisje terug
keerde, meende hij dat hij zich nooit ongelukkiger
zou kunnen gevoelen, maar, hoewel hij dat niet wist
hij stond toen pas aan het begin van zijn zlelefolte-
ringen.
En Zara zat in haar leunstoel en deed of zij Tas, maar
als hij naar haar keek, zag hij dat dit slechts eer* houding
was, die zij zich gaf, en dat haar anders zoo* uitdrukt
kingsvolie oogen weer staarden.
Eindelijk na eenige vervelende uren, bereikten zij
Caiais en gingen naar de boot
Daar scheen Zara weer angstig 'te worden en gejaagd,
zij liep naar Higgins cn vroeg hem! te.flaan rien ol er
ook een telegram voor haar was, naar ae boot geadres
seerd, maar er was er geen; zij werd weer rustig ©n ging
naar hun kajuit
Tristam deed niet de minste poging ooi den rol va&
een terugkeorend bruidegom te spelen. Hij zorgde aliecn
voor haar gemak, iels wat hij nooit verzuimde, en bleef
verder de hcelc reis door op dek. i
Toen zij te Dover aankwamen, legde Zara weer oenigo
onrust aan den dag, maar pas toen de trein juist Jret
station uitstoomde,werd een telegram door het coupé
raam aangereikt Hij nam het vau den jongen aan en
bem eik te onwillekeurig den vreemden vorm van het
adres. En een zekerheid kwam in zijn denken op:
Diezelfde vervloekte kerel
Hij bespiedde haar gelaat terwijl 'zij het las on nam
waur hoo rij' opgelucht scheen toen zij', zijn tegenwoor
digheid geheel vergetend, het papier breed open vouwde.
En-hoewel hij' nooit opzettelijk den-inhoud zou hebben
trachten lezen, vielt eer hij er op lette, zijn blik op de
onderteekening „Mimo".
Mimo. Zoo heette dus die kerel.
Maar wat kon hij aqjgen of donw? JCff waren hfcl ju
boek met prachtige platen was nu van mij! Welk
een rijkdom!De teleurstelling was vreeselijk
Toen ik de boeken had uitgepakt en vol spanning ze
doorbladerde, wist ik niet wat ik zag. Hoe had ik die
loelijke prenten ooit mooi kunnen vinden?
Deze ervaring is een algemeene en bewijst one dat
ooa. ons schoonheidsgevoel zich ontwikkelt. En in dit
schoonheidsgevoel ligt een bron van groot genot.
Stellen wij ons eens voor, dat we niet konden ge
nieten van -kunst, van de natuurpracht, van kleur
en klank en vorm! Hoe arm zou ons bestaan dan
wezen. En toch....! het i? zoo jammer dat 't gezegd
moet. worden, maar duizenden zijn er voor wie de
wereld der schoonheid niet schijnt te bestaan. En
nu speek ik niet over de kunst en bare waardeering
maar denk aan de schoonheid in de natuur. Ik heb
vaak opgemerkt, dat menigeen daarvoor geen oog
schijnt te hebben en toch, zelfs in ons boomarme
Noord-Holland, is zooveel dat ons bekoren kan.
Hebt gij wel eens gelet op onze zonsondergangen?
Zijn ze niet vaak tooverachtig mooi? Die mengeling
van kleuren, die brand-felle gele gloed, die als een
hellevuur uitspat, breekt door een wolkenspleet; die
veranderingen, die overgangen van 't gloeiend gele
tot het rood-gele, straks het purper, dat wordt als
een bad, waarin 'le zon onderduikt zie, dit alles
is van een niét te beschrijven verrukkelijkheid.
Hebt ge wel eens opgemerkt, de schoonheid van
ons polderlandschap bij avond in den zomer? Stil
staat het riet te droomen; een enkele karkiet doet
haar scherpe tonen klmken; als een spiegel is de
vaart langzaam komen de nevelen op uit de bree-
de en smalle wateren en wazen over 't land ze
zijn als lichte sluiers, die d© aarde vol teerheid dek
ken gaanin do verte blaft een orfbondsoms
loeit een koeeen late lijster roept met korte
fluitgeluiden zijn goeden nacht.... verder stilte....
Kunt gij heerlijker beeld van rust u denken? Is zoo'n
polderlandschap bij avond niet van zeldzame aefche-
tische ontroering?
Poëzie is overal, overal, mijn vrinden.
't Is de vraag maar wie ze al, wio ze niet kan vin
den 1
Zoo zong de dichter. ZekeT, poëzie schoonheid
U overal, maar wij moeten er ontvankelijk voor zijn.
wij moeten haar leeren zien.
Het is een opmerkelijk verschijnsel dat, waar do
levensrichting in onze maatschappij wenhopig-ma-
tferialistisch is, toch de diepe verlangens in den
mensch niet tot zwijgen kunnen worden gebracht
en zich altijd uiten en naar bevrediging zoeken.
De primitieve mensch maakte zijn onbeholpen
tcekeningen op den wand van de rots, waarin hij
huisde, hij gaat op een bepaalde manier zijn haar
dragen, hij gaat zich zelfs misvormen, tatoueeren,
omdat hij 't mooi vindt. Wij lachen daarom, maar
mogen toch niet vergeten, dat er geen principieel
verschil is tusschen den Australlschen of Afiikaan-
schen inboorling, die z'n lippen uitrekt of z'n neus
doorboort of op ander© wijze zich verminkt en den
modernen mensch, die naar de mode zich kleedt, die
zich laat friseeren., die z'n versierselen zich aan
hangt en op hooge hakken balanceert. Het gaat
alles omdat men 't mooi vindt, dus uit bevrediging
van het schoonheidsgevoel. Alleen wij West-Euro-
peërs zijn wat minder vlug tevreden en stellen hoo-
gore cischem
Toch verbazen wij ons nog vaak over de weinige
ontwikkeling van het schoonheidsgevoel. Wij slaan
soms de handen ineen over de smakeloosheid, welke
in de huizen der menschen wordt gedemonstreerd
door de allertreurigste wanycrsierlngen en de el
lendige prullen op kast of schoorsteenmantel. Mise
rabele bazararlikelcn van waardeloos materiaal,
zonder een spoor van schoonheid in vorm of kleur
worden te pronk gesteld in de huizen en maken de
kamers nog leelijker dan ze reeds waren. Voor het
gold, dat besteed wordt aan al die lorren, zou een
kunstvoorwerp gekocht kunnen, worden van artis
tieke waarde, waarop het oog altoos weer met wel
gevallen rust. Want, vergeten-we 't. niet, waarachtige
schoonheid verveelt nooit, boeit steeds opnieuw. Ik'
ben honderden keeren in Amsterdam geweest, maar
honderden keeren heb ik ook even genoten van de
prachtarchitectuur van het paleis op den Dam. Gij
moet uw aandacht eens aan dat gebouw, schepping
van den bouwmeoster van C&mpen, wijden. Let voor
al op de verhouding der hoogte- en breedte-lijnen en
ge zult getroffen worden door dé harmonie, welke
er uit spreekt. Groot en massief is 't gebouw, toch
VOOR HET A.S. SEIZOEN.
LAlit PBMZtN. VHiUOT STALEN.
Aanbevelend,
Confectie- en Maatkleermakery WINKEL
v OVfcttAL Tb ONlSlfcDfcN.
waarheid man en vrouw, en zoo rij niets deed dat de
eer van zijn geslacht kon bevlekken, had hij geen enkele
goede reden tot vragen of klagen,
Maar i hij verging van argwaan en jaloezie en «mart.
Toen dacht hij nog eens aan wat Francis Markrute
hexn dien eersten avond had gezegd, toen hjj in dit
huwelijk had toegestemd. Hij herinnerde zich dat hij
gevoeld had dat het noch ridderlijk noch eervol zou zijn
om. vragen te stellen, dat hij opeens blindelings toege
stemd had dat zij de zijne zou warden maar dat Fran
cis hem uit eigen beweging had gezegd dat zij nog een
jaar geleden een onbesproken echtgenoote was, hoewei
gehuwd met een onzegbaren bruut.
Hij kende de financier zeer goed en wist dat hij. bij al
zijn koopmaastiJent, ©en man was met een vlekkclooze
eer. Wanneer wéa er iets gaande? Hoe toornig en hoe
argwanend hij was, hij moest zichzelven bekennen dat
niets in het gedrag van zijn vrouw op-een misdadige
of lago intrige wees. Zij zag er heerlijk lier sn edel uit,
maar zelfs ae nobelste vrouw kan verward raken in de
strikken der liefde. Bij deze gedachte sprong hij in eens
op, tot Zara's groote verbazing. En zij zag hoe aan
'K^a Blapea mn aten to4 e©a toon o^twollec, «en
eigenaardigheid van de Guiscards, gelijk hét hoefijzer bij
de Redgauntlets.
Toen besefte hij hoe dwaas het was dat hij zich ging
zitten opwinden over hersenschimmen, en dat wit 'mar
meren beeld zat tegenover hem in ijskoud zwijgen, omdat
rijn bijrijn haar te veel was. Piotseiing begreep hij iets
wat hij te voren nooit begrepen had, wanneer hij er
in de kranten over lashoe een man, die hartstochtelijk
liefhad, toch het voorwerp zuner liefde kon dooden.
En zara, opgébeurd door het telegram „Vandaag vee»
otter', kon met haar gedachten weer terugkeeren naar
wat haar langzamerhand in beslag begon »e nemen
haar heer en meester.
Zij vroeg rich af, waarom hij zoo ernstig zaï* te
kijnen. Het was o *rijn edel gevormd gelaai' in steen
uilgebouwen was Van een abstract kunstenaars stand
punt bezien, zei zc tot haar zelf, bewonderde rii hem.
Zijn trekken warer fijner dan een ander ras zou kunnen
vr f rtbuugen, en zij was blij dat "ook rij han een
Engelsche wss De trekken waren fijn en toch zoo
tersrh, cn er lag een .uitdrukking van sterke.gezonihnd
en atuletische kracht op.
Zoo moesten de jonge Grieken in do Atheensche gym
nasia cr uitgezien nebben, dacht ze.
En toen doortrilde haar opeens een huivering van
sterkte, nog nooit gekende emotie. En als hij haar op
daf» oogenblik in aüne armen genomen en gekust haa,
iLpleats van daar in de ruimte te zitten staren, dan
was h6t overige van dit verhaal nooit geschreven!
Maar dat gunstige oogenblikje ging voorbij; zij
peinsde erover wat toch dat gevoel was! de dage-
maakt 't geen moment den indruk van plompheid.
Zoo is 't ook met enkele, waarlijk mooie dingen,
die we in huis hebben ze geven ons bij voortdu
ring een aangename sensatie.
Wilt ge uw huis mooi versieren? Koopt een goed
gevormde vaas en zorgt voor bloemen. Maar in Gods
naam, schikt ze wat los. Een vast bij elkaar gebon
den bos bloemen is afschuwelijk, dan kunt ge even
goed een bloemkool schilderen met bonte kleuren
en in een vaas zetten (denkt eens aan de ruikers
van een veertig jaar geleden!) Al zijn het maar bo
terbloemen, als ze elegant geschikt zijn is H een ge-
ifbt voor de oogen.
En let vooral ook op de kleeren. 't Is onbegrijpelijk
hoe onaesthetisch de menschen kleuren kunnen ver
binden, zonder er iets van te bespeuren dat zij vol
slagen disharmonieën.
Er Js nog heel wat aesthetische opvoeding noodig
eer de gemiddelde mensch het waarlijk schoone zal
gaan zoeken en waardeeren.
Dit geldt zeer sterk ook op het terrein der littera
tuur.
liet aantal menschen dat leest en werkelijk gced
leest, is gering. Het zou droevig-verrassend wezen
als wij eens konden weten hoe weinigen in staat zijn
om te genieten van het werk onzer dichters en schrij
vers.
Toch ontbreekt 't niet aan tijd vooral in den
winter is menig uurtje voor lectuur te vinden. Maar
wie leest b.v. de werken van Querido, van De Mees
ter, van Eeten, Couporus, Brusse, Roland Holst,
Gorter enz. Zij kunnen ze niet lezen. En daarmede
is een bron van genot on veredeling voor hen
afgesloten.
Van veredeling! Hierop 1 eg ik den vollen na
druk.
Alle waarachtige schoonheid werkt veredelend en
verheffend, omdat in alle schoonheid iets leeft van
de ziel van den schoonheidsschepper. Immers dit is
het wezenlijke van kunst, dat daarin vertolkt wordt
het diepste gevoelen van den kunstenaar, z'n hoog
ste verlangen, z'n edelste streven. En daarom is het
hoogste kunstgenot het navoelen van den kunste
naar, het mee-doorleven van wat hij doorleefd heeft
in z'n schoonste oogenblikken.
En dit kunnen we loeren. Dat kost moeite, inspan
ning maar het loon is buitengewoon groot. Het
loon is de verheffing van ons leven.
Het is een heerlijkheid door een dichter of proza
schrijver t.e worden meegenomen naar zijn verheven
wereld; dOor een groot denker te worden rondgeleid
door het onafzienbaar gebied der bespiegeling; door
een zanger of musicus te worden opgevoerd naar
reirie sferen.
Maar eyenzeer is het een vreugde eiken dag op
nieuw te worden bekoord door enkele waarlijk
mooie dingen in den kring van ons dagelijksch leven.
Hierom i9 het zoo verblijdend dat er thans meer
dan ooit gestreefd wordt naar nieuwe vormen en
mooie lijnen voor de gebruiksartikelen en dat de
woningbouw ook van eenvoudige huizen, zoo vooruit
gaat. De bewoners van Schagen moeten eens een
vergelijking maken tusschen de enkele nieuwe hui
zen links van het station en de reeds langer bestaan
de aan de rechterzijde! Dit verschil is reusachtig. In
die oudere huizen is geen enkel gegeven, dat prettig
aandoet; op die nieuwe valt dhmjddellijk de aan
dacht. Let maar eens op de gesprekkon van. de (men
schen in den trein.
Ten slotte nog dit: wie de schoonheid lief heeft zal
het Ieolijke leeren haten. Dit geldt êok van hot ze
delijk leven. Schoon is de waarheid, de gerechtig
heid de trouw, de liefde. Leelijk is de leugon, de on
gerechtigheid. de ontrouw, de zelfzucht.. Laat ons
daarom, terwille van de menschheid, naar schoon
heid zoeken.
ASTOR.
lik' moet tot mijn schande bekennen, dat ik niet weet
oma afloop der groote mobilisatie het meten van mili
ciens en bet afkeuren van benedenmaatsche lotelingen
weder in eere hersteld is. Als dit niet het geval is zou
het aanbeveling verdienen tegelijk met het wederinvoeren
Vvan minimum-afmetingen, voor a.s. landsverdedigers,
ook voor andere staatsdienaren, ministers van buiten-
landsche zaken en secretarissen-generaal in algemee-
nen dienst eveneens minimum dimensies, bijv. van
borstbreedte in te voeren.
D© Secretaris-Generaal in algemeenen dienst, Mr. Kan,
is gélukkig nog al breed uitgevallen, doch de heer
Van Karnebeek is nu eenmaal tenger van stuk Oer-
halVc is het me een raadsel, waar hij al de ordeteekens,
kruizen, grootkruizen, commandeurskruizen, roode krui
zen en wat dies meer zij, moet kazerneeren, waarmede
hij letterlijk wordt overtogen. De Scandinavische reis
reverde drie stuks op. De retourvisite's wellicht no&
drie, de hulp aan de Belgen één, de hulp aan Hon
garije dito. Dat rijn er een half dozijn in een p<aaf
maanden, behalve degene, die ik in de krant heb
overgeslagen.
Aangezien men die fraaiigheden niet tweehoog kén
dragen en de beleefdheid meebrengt, dat men ze alle-
raad harer liefde en hij kwam langzamerhand
dien lastigen argwaan betreffende haar huwelijks
trouw te boven; en aan het Charing Cros-station
stapten zij uit den trein, na hun merkwaardige hu
welijksreis.
HOOFDSTUK XXI.
Francis Markrute's zedelijke voelhorens, waarop
hij zoo trotsch was. waarschuwden hem dat tusschen
de jonggehuwden niet alles was, gelijk het wezen
moest. Zara scheen in die korte week zelfs een ex
tra air van koninklijke waardigheid gekregen te
hebben, waartoe haar volmaakte toiletten bijdroe
gen en Tristam zette ernstig, minderopgeruimd en
meer hoogmoedig gezicht dan hij placht te doen. En
zij deden zoo vreeselijk koel! Koel en gedwongen
ook. De financier placht nooit te twijfelen aan zich
zelf, noch aan zijn gevolgtrekkingen. Deze - waren
steeds te zeer op gezond verstand gebaseferd. Neen,
als er iets verkeerd gegaan was. of nog niet ver ge
noeg was uitgewerkt, dan was dat slechts van tijde-
lijken aard en behoefde het den wijsgeerigen' deus
ex machina niet te verontrusten.
Want het was moreel en physiek onmogelijk dat
zulk een volmaakt paar menschen getrouwd samen
kon leven, zonder elkaar te leeren liefhebben.
Maar t lag op zijn weg, als vriend en als oom, om
in te grijpen en de dingen op rolletjes te laten gaan.
En dus deed hij zijn best om spraakzaam te zijn
bij het diner hun diner a trois. Hij vertelde hun
al het nieuws van de afgeloopen week was hot
maar één week geweest? vroegen Tristam ^n Zara
zich beiden af.
Er liepen geruchten dat er in het volgende voor
jaar nieuwe algemeene verkiezingen zouden worden
uitgeschreven en de Radikalen smeedden nieuwe
complotten om het land naar den ondergang te
brengen, maar er zou geen herfstzitting zijn. en zoo
als gewoonlijk was de partij, waartoe zij beiden de
eer hadden te behooren, weer half in slaap.
Daar de beide mannen zich in hun staat staatkun
dig gesprek verdiepten, zei Zara, zoodra zij haar per
zik op had, dat zij de heeren aan hun gesprek wilde
laten en naar bed gaan, want zij was doodmoe.
Welzeker, nicht, zei haar oom, die opgestaan
was en hij deed wat hij niet meer gedaan had,
sinds zij een kind was; hij klopte haar op het hoofd
en gaf haar een kus op haar voorhoofd, welzeker je
moet rust gaan nemen. Wij moeten morgen allebei
met Je voor den dag kunnen komen, niet waar,
Tristam? Onze dame moet er het best uitzien van
allen.
Zij jrlimlac.bta flauwtjes, toen zij do h&mcs1
maal of geen enkel© draagt, moet een zoo onderscheiden
man als onze oud-burgemeester, een linkerborst-met-
een-erker hebben, wil hij al het moois naar behooren
laten uitkomenEn bovendien zou men zulk een
wandelende goudsraidsetalage eigenlijk! behooren te stut
ten tégen het scheefgroeien.
Toch vrees ik, dat een minimum-borst-maat voor a.s.
verdienstelijke mannen weinig ingang zal vinden bij
de Kamer, omdat nu eenmaal de overgroot© meerder
heid des voor die dingen in aanmerkind komenden^;
volks avond of morgen hoopt op een onderscheidinkje
in een af anderen vorm.
Als straks het jubileum der Koningin wordt gevierd,
zullen de Leeuwen natuurlijk dansen, als bij een be
tooging in Viaanderenland, Nu ons land zooveel jaren
van orderegen gespeend was in het begin bij zooveel
verdienste nog vrij schuchter was, is het te prijzen
in de Belgische en Hongaarsche regeeringen, dat zij
zijn begonnen de harten aer beste burgers te verkwik
ken en .gaandeweg te trainen voor ae groote dagen
van 1924, als wanneer er vermoedelijk hiet vele maag
delijke knoopsgaten zullen overblijven.
Het is voor de begiftigden natuurlijk buitengewoon
plezierig, dat hun verdiensten jfrorden erkend en ik
ben de laatste om iemand de erkenning van zijn merites
te misgunnen. Maar toch geloof ik, dat er iets hapert aan
het systeem. Zooals het thans gaat, geschiedt alles heel
eenvoudig.
Je begint bij ministers en hooge ambtenaren, dan ka
men burgemeesters, commissarissen van politie, chefs
,van grenswachten en stations, om zoo over te gaan
cot heeren en dames, die een lijst hebben ontworpen!
en er zélfs na een voorbereidend ingezonden stuk
zelf mee zfjn rondgegaan.
Dan ben je door een klasse of vier vijf van ae uit
te deelen orde heen en kan je als er nog medailles
aver zijn, hier cn aaar ia-een rijkstelefoongids prikken.
Maar op die maniner bereik je toch de menschen niet,
die liet ergst snakken paar een l'intje.
Wat malen de heeren Karnebeek of Kröller, de
stationschef in Den Haag of Het JLoo, om een orde
meer ol minder? Het kost allemaal maar moeite van
bewaren en uitzoeken, wanneer het land, met welks
pereteeken men mag prijken een jarigen vorst of nati*
onalen feestdag heelt, als wanneer men plichtmatig met
«en of anderen leeuw, arend of dubbel nachtpauwoog
moet pronken.
Ik bedoelwat doen al die regeeringen voor do
talloozen, die op die lijsten hebben getoekend? voot
hen, die in 1915 ot daaromtrent nog padvinder-OoJI-
iectant waren, voor hen. die alle. maar ook letterlijk
alle liefdadigheidsvoorstellingen hebben bezocht en lief-
dadighcidstnee hebben gedronken? Voor hen. die onder
het ins.gne „Praat me niet van den oor.og*, do reefcs
andere insignes plachten op te bergen, die getuigden,
jdat zij zoowel voor arme Belgische kinderen, als voor
slachtoffers der Duitsche hongcrblo'kkade,, als voor die
van den duikbootooriog hadden geofferd?
Ik vraag, wat geschiedt er met een van hen, die alle
leugens van Wolff, Reuter en Havas hebben gelezen,
die de wraak des Hemels hebben afgesmeekt op ieüe-
ren wandaad, van afgehakte-kinderhandjes, doodgescho
ten pleegzusters, uitgestoken óogen van .gewonden, tot
opvarenden v.an de Lusitania toe?
Moeten al de menschen die ahnnné op de Zu-
kompst en op de Telegrani waren, die hun duiten
boter besteed voor een klandestion ons boter voor
dio lectuur-besteed, heelomaol zotvler eenige onder
scheiding uitguun?
Men kan hel toch niet willen in een wereld, dio vrij
cn veilig gemaakt is, voor recht en democratieY
Het gaat toch niet 'aan hom, die heeft en van dat
hebben scheetloopt naar linka, nog meer te gevom
en hem die niets neeft en veel' gaf uan geld. aan)
humeur, aan gezond verstand onbeloond te laten.
Mijn 1'icve menschen, gij, die koning of president
zijt van een of ander valuta-zwak land, bedenkt 'toch,
dat er nog wél een millioen Nederlanders vatbaar is
voor decoratie, voor een l'intje, een heraldisch ge
dierte of een kruisje, of sterretje. Bedenkt, dat goenj
nieuw ridder van uw Tand een „lijst" zonder fcijto)
handteekening kan of zal1 laten passccron.
Noblesse oblige den verkrijger van het ridderlint.
Zoo'n kruisje kost. luttele stuivers, guldens "hoogstens,
want het behoeven, geen commanaeurs ordeteekens te
zijn. En zou zoo'n ridder zulk1 een kwart millioen kro
nen of wat een paar gulden dan waard zijn, niet miit-
teeren met een rood papiertje, zoodra de gelegenheid
zich voordoet?
Gelooft me, Broekhuis is niet de eenige die sjovele
schatkisten er bovenop kan liel^en.
Uwe kanselarijen en ridderorden kunnen het kunstje
evengoed volvoeren.
Allons. een mooie geste, -maakt de rest van de natie
ook gélukkig. Ook zij heeft gedacht en gegeven van
Uw noodlijdenden en zij zal ait opnieuw doen in nog
veel grooter mate, als de erkenning er maar eerst is in
'den vonn van wat men oneerbiedig een „KoningspTuimr
pje" noemt.
Oneerbiedig en onjuist. Want is het niet de kanselarij
of liever nog Uwe minister van financiën, die met de
uitdeeling is belast?
Nu de kohieren der inkomstenbelasting openbaar
rijn is het t >ch een kleine moeite uitsjte zoeken waar
een ordeteckcn in de vruchtbaarste aarde zou vallen.
Alle heeren p.f. A.
Bij George, mijn beste kerel, zei de financier,
ik geloof dat ik nog niet éér beseft heb wat een
pracht van een vrouw mijn nfcht is. Ze is als een
wondermoo:ie exotische bloem louter sneeuw en
vlammen!
Sneeuw genoeg, maar waar zijn de vlammen?
Francis Markrute nam hem met zijn slimme oog
jes eens van terzijde op. Zij was dus te Parijs óók
zoo ijskoud voor hem geweest? Maar het was alleen-
maar een kwestie van tijd. Bij slot van rekening
was een week niet zoo'n heel lange tijd om te wen
nen aan een volmaakt vreemden man
Zij gingen naar de bibliotheek en bleven daar een
uurtje rooken en vervolgden hun politiek gekeuvel
en tenslotte zei hij bemoedigend tegen zijn aange-
trouwden neef:
Over een jaar of zoo, als jij en Zara een zoon
hebben, dan zal ik je een® wat papieren geven, beste
jongen die je interesseeren zullen en waaruit je haar
afstamming van moeders zijde zult leeren. Dat is een
stamboom, die tegen den jouwen opweegt!
Over een jaar of zoo, als Zara eeü zoon zou heb-
heb!
Van al de heerlijkheden, waarvan Zara's trots en
minachting hem beroofd hadden, voelde Tristam
deze hoewol hij or nog niet over gedacht had,
als het ergste gemis.
Hij stond opeens op en wierp zijn sigaar in den
haard een oude gewoonte van hem als hij opge
wonden was en zei met een stem, die den finan
cier gedwongen look:
Dat is heel aardig van je. Ik zal die afstamming
eens in den familiestamboom laten opnemen Maar
ik zal nu maar naar huis gaan. Mijn oogen moeten
wat rust hebben om morgen fiksch te zijn bij het
schieten. Ik heb een vermoeiende week achter den
rug.
En Francis Markrute ging met hem mee naar de
eerste verdieping en daar hoorden zij in Zara's ka
mer weer den Chanson Triste spelen. Zij scheen nog
niet naar bed gegaan te zijn.
Goede hemel! zei Tristam, ik zou niet kunnen
zeggen waarom maar ik wilde dat zij die melodie
niet speelde.
En de twee mannen keken elkaar aan met een on-
rustigen twijfel in hun blik.
Ga binnen en breng haar naar bed, opperde do
financier. Misschien- vindt zij het niet prettig zoo
lang alleen gelaten te worden.
Maar Tristam ging met een bitter lachje de trap
pen op.
Wordt vervolgd.