Enplschs in Sehotsehi Stiiu Geestelijk Leven. 0. H. lËNGMAUS, Uil hel Had van Holland. ONTVANGEN prima bezette gebied van het overige Duitschland. Vraag: Wat zal Engeland naar aanleiding van dit optreden doen? Wanneer er geen Entente was, en men niet juist een wereldoorlog achter den rug had, dan zou men spreken van een ernstig Fransch-Engelsch conflict en van' oorlogsgevaar tusschen Engeland en Frank rijk. Daarbij komt nog, dat Engeland het ook niet eens is met het bezetten door Frankrijk van het grond gebied tusschen de verschillende aan den rechter Rijnoever gelegen J>ruggehoofden. Wanneer men nu bedenkt, dat deze Keulsehe moei lijkheden nog niet aan de Engelsche Ka:merleden bekend waren, toen deze de Labour-motie behandel den, dan zult U het met mij een?» zijn, dat er een onweerswolk boven Keulen samentrekt. De Engelschman is sentimenteel en geduldig en vergeet de Fransche wapenbroeders van 1914 tot 1918 niet en vergeeft hun veel. Maar het geduld wordt wel heel erg op de proef gesteld. Daarbij komt nog iets. Inmiddels zijn in Engeland 3 tusschentijdsche ver kiezingen gehouden in plaatsen, waar een paar maanden geleden conservatieven verkozen waren. De conservatieve candidaten waren thans drie mi nisters, die een Kamerzetel moesten zoeken, en alle drie zijn jammerlijk verslagen, twee door Labour, éen door een Liberaal. Labour en Liberalen zijn vóór een actie tegen Frankrijks Ruhrpolitiek. Bonar Law beschikte over een meerderheid van 79 en die meerderheid is tot 73 geslonken. Weer zijn er gisteren twee conservatieve Kamerze tels vrij geworden. Zal Bonar Law die ook gaan riskeeren? Ik geel toe, de Woningvraagstukpolitiek der regeering heeft ook schuld aan den ongunstigen uitslag, maar de Ruhrquaostic speelt een groote rol. Men wil wat ge daan hebben. Het afwachten op zijn Micawber's, in de hoop dat er zich nog iets onbestemds en onverwachts zal voordoen, wordt niet gewaardeerd. Het maakt op mij den indruk, dat men Bonar Law en Lord Curzon te slap vindt, dat de Engelsehen hun prestige zoowel als hun handel, industrie en scheepvaart benadeeld zien door de neutrale af- wachtingspolitiek van de regeering. Een meerderheid van 70 stemmen is niet veel en vócr men het weet zijn er eens te weinig conserva tieve Kamerleden aanwezig als plotseling door de zeer waakzame oppositie een stemming geforceerd wordt en.... Bonar Law moot naar huis. De onweerswolk boven Keulen-kan nog raar los barsten. In Parijs, óf in Londen, óf nog ingewikkelder. 1) Wat die bufferstaat betreft, was onze Franeéh- man overtuigd, dat door het huidige optreden der Franschen Duitschland uit elkaar zou vallen. Ik zei hem, dat ik juist het tegendeel voorspelde, Waarde lezers, hebt gij wol eens van „a'esthetiek" gehoord? Ik geef u toe het is oen vreemd woord. Maar daar zijn nu eenmaal vreemde woorden, wel ke burgerrecht hebben verkregen en die toch eigen lijk door ieder beschaafd onensch moeten worden verstaan. Zoo is liet ook met, het woord „aesthétiek'' of ..aesthetica" Wij verstaan daaronder: schoon heidsleer. Het is de leer derhalve, welke zich bozig houdt mot al wat bij den menseh gedachten en ge voelens wakker roept, welke worden vertolkt door de woorden: inooi, leelijk, enz. En nu wil ik het eens met u over schoonheid heb ben cn met u praten over ons ae-sthetisch gevoei. Ook dit is een gedeelte van ons geestelijk wezen, dat moet worden ontwikkeld. Zonder schoonheid kunnen we niet in het leven; wij hebben haar noo- dig evenals onze boterham. Daarom merken wij reeds bij do oermenschen het streven naar versie ring, naar wat een begin is geworden van kunst Daarom kunnen wij ook zien hoe kleine kinderen reeds neiging voor kleur, voor schittering hebben en ile handjes daarnaar uitstrekken en hoe zij vroeg al aan opschik gaan hechten. Onwillekeurig denk Ik hier aan een persoonlijke ervaring. Toen ik nog een kleine jongen was, logeer de ik vaak bij mijn grootvader. Hij was predikant en mijn grootste genoegen bestond altijd hierin, bij hom op.de studeerkamer te zitten om in zijn mooiste boeken te kijken. En altijd was 'het weer hetzelfde zesdoelige werk, dat mij het meest boeide. Wat was dat prachtig! Mooier boek, met mooier platen be stond er niet, kón er niet bestaanIk werd ouder, ik ging op 't gymnasium, ik werd een jongeman, die werd ingeleid in de wereld der klassieke schoonheid ik las de oude en de nieuwe schrijvers. En toen op een zekeren dag kroeg ik van mijn grootvader als geschenk het boekwerk, dat mij als kind altijd zoo had bekoord. Hoe -levendig herinner ik mij het oogenblik toen het pakket kwam. Het wondermooie snauwenl En de laatste dagen had hij aan zijn een maal genomen besluit kunnen vasthouden en hij voelde^zich nu tenminste niet vernederd! Hoe lang zou het nog duren, eer hij niets meer om haar gaf? Hij hoopte van harte, dat dit spoedig het geval zou zijn, want tegen de taak om zijn hartstochtelijke be geerten te onderdrukken is geen enkele man lang opgewassen. Dat kleine, weerbarstige gezichtje; met zijn verlei delijke fluweelen wangen, de ietwat volle lippen, die er rood en aantrekkelijk uitzagen, en de buitenge wone magnetische aantrekking van haar geheele wezen, maakte haar tot een heel gevaarlijk persoon tje. In zijn gedachten zag hij haar weer met de ha ren los, zooals dien eersten avond te Dover. Hij her innerde zich dat hij eens tot Francis Markrute had gezegd, dat die groote hartstochten „alcen in romans voorkwamen.' Groote God! hij had er toen nog niets van geweten! Toen hij dien dag van zijn huwelijksreisje terug keerde, meende hij dat hij zich nooit ongelukkiger zou kunnen gevoelen, maar, hoewel hij dat niet wist hij stond toen pas aan het begin van zijn zlelefolte- ringen. En Zara zat in haar leunstoel en deed of zij Tas, maar als hij naar haar keek, zag hij dat dit slechts eer* houding was, die zij zich gaf, en dat haar anders zoo* uitdrukt kingsvolie oogen weer staarden. Eindelijk na eenige vervelende uren, bereikten zij Caiais en gingen naar de boot Daar scheen Zara weer angstig 'te worden en gejaagd, zij liep naar Higgins cn vroeg hem! te.flaan rien ol er ook een telegram voor haar was, naar ae boot geadres seerd, maar er was er geen; zij werd weer rustig ©n ging naar hun kajuit Tristam deed niet de minste poging ooi den rol va& een terugkeorend bruidegom te spelen. Hij zorgde aliecn voor haar gemak, iels wat hij nooit verzuimde, en bleef verder de hcelc reis door op dek. i Toen zij te Dover aankwamen, legde Zara weer oenigo onrust aan den dag, maar pas toen de trein juist Jret station uitstoomde,werd een telegram door het coupé raam aangereikt Hij nam het vau den jongen aan en bem eik te onwillekeurig den vreemden vorm van het adres. En een zekerheid kwam in zijn denken op: Diezelfde vervloekte kerel Hij bespiedde haar gelaat terwijl 'zij het las on nam waur hoo rij' opgelucht scheen toen zij', zijn tegenwoor digheid geheel vergetend, het papier breed open vouwde. En-hoewel hij' nooit opzettelijk den-inhoud zou hebben trachten lezen, vielt eer hij er op lette, zijn blik op de onderteekening „Mimo". Mimo. Zoo heette dus die kerel. Maar wat kon hij aqjgen of donw? JCff waren hfcl ju boek met prachtige platen was nu van mij! Welk een rijkdom!De teleurstelling was vreeselijk Toen ik de boeken had uitgepakt en vol spanning ze doorbladerde, wist ik niet wat ik zag. Hoe had ik die loelijke prenten ooit mooi kunnen vinden? Deze ervaring is een algemeene en bewijst one dat ooa. ons schoonheidsgevoel zich ontwikkelt. En in dit schoonheidsgevoel ligt een bron van groot genot. Stellen wij ons eens voor, dat we niet konden ge nieten van -kunst, van de natuurpracht, van kleur en klank en vorm! Hoe arm zou ons bestaan dan wezen. En toch....! het i? zoo jammer dat 't gezegd moet. worden, maar duizenden zijn er voor wie de wereld der schoonheid niet schijnt te bestaan. En nu speek ik niet over de kunst en bare waardeering maar denk aan de schoonheid in de natuur. Ik heb vaak opgemerkt, dat menigeen daarvoor geen oog schijnt te hebben en toch, zelfs in ons boomarme Noord-Holland, is zooveel dat ons bekoren kan. Hebt gij wel eens gelet op onze zonsondergangen? Zijn ze niet vaak tooverachtig mooi? Die mengeling van kleuren, die brand-felle gele gloed, die als een hellevuur uitspat, breekt door een wolkenspleet; die veranderingen, die overgangen van 't gloeiend gele tot het rood-gele, straks het purper, dat wordt als een bad, waarin 'le zon onderduikt zie, dit alles is van een niét te beschrijven verrukkelijkheid. Hebt ge wel eens opgemerkt, de schoonheid van ons polderlandschap bij avond in den zomer? Stil staat het riet te droomen; een enkele karkiet doet haar scherpe tonen klmken; als een spiegel is de vaart langzaam komen de nevelen op uit de bree- de en smalle wateren en wazen over 't land ze zijn als lichte sluiers, die d© aarde vol teerheid dek ken gaanin do verte blaft een orfbondsoms loeit een koeeen late lijster roept met korte fluitgeluiden zijn goeden nacht.... verder stilte.... Kunt gij heerlijker beeld van rust u denken? Is zoo'n polderlandschap bij avond niet van zeldzame aefche- tische ontroering? Poëzie is overal, overal, mijn vrinden. 't Is de vraag maar wie ze al, wio ze niet kan vin den 1 Zoo zong de dichter. ZekeT, poëzie schoonheid U overal, maar wij moeten er ontvankelijk voor zijn. wij moeten haar leeren zien. Het is een opmerkelijk verschijnsel dat, waar do levensrichting in onze maatschappij wenhopig-ma- tferialistisch is, toch de diepe verlangens in den mensch niet tot zwijgen kunnen worden gebracht en zich altijd uiten en naar bevrediging zoeken. De primitieve mensch maakte zijn onbeholpen tcekeningen op den wand van de rots, waarin hij huisde, hij gaat op een bepaalde manier zijn haar dragen, hij gaat zich zelfs misvormen, tatoueeren, omdat hij 't mooi vindt. Wij lachen daarom, maar mogen toch niet vergeten, dat er geen principieel verschil is tusschen den Australlschen of Afiikaan- schen inboorling, die z'n lippen uitrekt of z'n neus doorboort of op ander© wijze zich verminkt en den modernen mensch, die naar de mode zich kleedt, die zich laat friseeren., die z'n versierselen zich aan hangt en op hooge hakken balanceert. Het gaat alles omdat men 't mooi vindt, dus uit bevrediging van het schoonheidsgevoel. Alleen wij West-Euro- peërs zijn wat minder vlug tevreden en stellen hoo- gore cischem Toch verbazen wij ons nog vaak over de weinige ontwikkeling van het schoonheidsgevoel. Wij slaan soms de handen ineen over de smakeloosheid, welke in de huizen der menschen wordt gedemonstreerd door de allertreurigste wanycrsierlngen en de el lendige prullen op kast of schoorsteenmantel. Mise rabele bazararlikelcn van waardeloos materiaal, zonder een spoor van schoonheid in vorm of kleur worden te pronk gesteld in de huizen en maken de kamers nog leelijker dan ze reeds waren. Voor het gold, dat besteed wordt aan al die lorren, zou een kunstvoorwerp gekocht kunnen, worden van artis tieke waarde, waarop het oog altoos weer met wel gevallen rust. Want, vergeten-we 't. niet, waarachtige schoonheid verveelt nooit, boeit steeds opnieuw. Ik' ben honderden keeren in Amsterdam geweest, maar honderden keeren heb ik ook even genoten van de prachtarchitectuur van het paleis op den Dam. Gij moet uw aandacht eens aan dat gebouw, schepping van den bouwmeoster van C&mpen, wijden. Let voor al op de verhouding der hoogte- en breedte-lijnen en ge zult getroffen worden door dé harmonie, welke er uit spreekt. Groot en massief is 't gebouw, toch VOOR HET A.S. SEIZOEN. LAlit PBMZtN. VHiUOT STALEN. Aanbevelend, Confectie- en Maatkleermakery WINKEL v OVfcttAL Tb ONlSlfcDfcN. waarheid man en vrouw, en zoo rij niets deed dat de eer van zijn geslacht kon bevlekken, had hij geen enkele goede reden tot vragen of klagen, Maar i hij verging van argwaan en jaloezie en «mart. Toen dacht hij nog eens aan wat Francis Markrute hexn dien eersten avond had gezegd, toen hjj in dit huwelijk had toegestemd. Hij herinnerde zich dat hij gevoeld had dat het noch ridderlijk noch eervol zou zijn om. vragen te stellen, dat hij opeens blindelings toege stemd had dat zij de zijne zou warden maar dat Fran cis hem uit eigen beweging had gezegd dat zij nog een jaar geleden een onbesproken echtgenoote was, hoewei gehuwd met een onzegbaren bruut. Hij kende de financier zeer goed en wist dat hij. bij al zijn koopmaastiJent, ©en man was met een vlekkclooze eer. Wanneer wéa er iets gaande? Hoe toornig en hoe argwanend hij was, hij moest zichzelven bekennen dat niets in het gedrag van zijn vrouw op-een misdadige of lago intrige wees. Zij zag er heerlijk lier sn edel uit, maar zelfs ae nobelste vrouw kan verward raken in de strikken der liefde. Bij deze gedachte sprong hij in eens op, tot Zara's groote verbazing. En zij zag hoe aan 'K^a Blapea mn aten to4 e©a toon o^twollec, «en eigenaardigheid van de Guiscards, gelijk hét hoefijzer bij de Redgauntlets. Toen besefte hij hoe dwaas het was dat hij zich ging zitten opwinden over hersenschimmen, en dat wit 'mar meren beeld zat tegenover hem in ijskoud zwijgen, omdat rijn bijrijn haar te veel was. Piotseiing begreep hij iets wat hij te voren nooit begrepen had, wanneer hij er in de kranten over lashoe een man, die hartstochtelijk liefhad, toch het voorwerp zuner liefde kon dooden. En zara, opgébeurd door het telegram „Vandaag vee» otter', kon met haar gedachten weer terugkeeren naar wat haar langzamerhand in beslag begon »e nemen haar heer en meester. Zij vroeg rich af, waarom hij zoo ernstig zaï* te kijnen. Het was o *rijn edel gevormd gelaai' in steen uilgebouwen was Van een abstract kunstenaars stand punt bezien, zei zc tot haar zelf, bewonderde rii hem. Zijn trekken warer fijner dan een ander ras zou kunnen vr f rtbuugen, en zij was blij dat "ook rij han een Engelsche wss De trekken waren fijn en toch zoo tersrh, cn er lag een .uitdrukking van sterke.gezonihnd en atuletische kracht op. Zoo moesten de jonge Grieken in do Atheensche gym nasia cr uitgezien nebben, dacht ze. En toen doortrilde haar opeens een huivering van sterkte, nog nooit gekende emotie. En als hij haar op daf» oogenblik in aüne armen genomen en gekust haa, iLpleats van daar in de ruimte te zitten staren, dan was h6t overige van dit verhaal nooit geschreven! Maar dat gunstige oogenblikje ging voorbij; zij peinsde erover wat toch dat gevoel was! de dage- maakt 't geen moment den indruk van plompheid. Zoo is 't ook met enkele, waarlijk mooie dingen, die we in huis hebben ze geven ons bij voortdu ring een aangename sensatie. Wilt ge uw huis mooi versieren? Koopt een goed gevormde vaas en zorgt voor bloemen. Maar in Gods naam, schikt ze wat los. Een vast bij elkaar gebon den bos bloemen is afschuwelijk, dan kunt ge even goed een bloemkool schilderen met bonte kleuren en in een vaas zetten (denkt eens aan de ruikers van een veertig jaar geleden!) Al zijn het maar bo terbloemen, als ze elegant geschikt zijn is H een ge- ifbt voor de oogen. En let vooral ook op de kleeren. 't Is onbegrijpelijk hoe onaesthetisch de menschen kleuren kunnen ver binden, zonder er iets van te bespeuren dat zij vol slagen disharmonieën. Er Js nog heel wat aesthetische opvoeding noodig eer de gemiddelde mensch het waarlijk schoone zal gaan zoeken en waardeeren. Dit geldt zeer sterk ook op het terrein der littera tuur. liet aantal menschen dat leest en werkelijk gced leest, is gering. Het zou droevig-verrassend wezen als wij eens konden weten hoe weinigen in staat zijn om te genieten van het werk onzer dichters en schrij vers. Toch ontbreekt 't niet aan tijd vooral in den winter is menig uurtje voor lectuur te vinden. Maar wie leest b.v. de werken van Querido, van De Mees ter, van Eeten, Couporus, Brusse, Roland Holst, Gorter enz. Zij kunnen ze niet lezen. En daarmede is een bron van genot on veredeling voor hen afgesloten. Van veredeling! Hierop 1 eg ik den vollen na druk. Alle waarachtige schoonheid werkt veredelend en verheffend, omdat in alle schoonheid iets leeft van de ziel van den schoonheidsschepper. Immers dit is het wezenlijke van kunst, dat daarin vertolkt wordt het diepste gevoelen van den kunstenaar, z'n hoog ste verlangen, z'n edelste streven. En daarom is het hoogste kunstgenot het navoelen van den kunste naar, het mee-doorleven van wat hij doorleefd heeft in z'n schoonste oogenblikken. En dit kunnen we loeren. Dat kost moeite, inspan ning maar het loon is buitengewoon groot. Het loon is de verheffing van ons leven. Het is een heerlijkheid door een dichter of proza schrijver t.e worden meegenomen naar zijn verheven wereld; dOor een groot denker te worden rondgeleid door het onafzienbaar gebied der bespiegeling; door een zanger of musicus te worden opgevoerd naar reirie sferen. Maar eyenzeer is het een vreugde eiken dag op nieuw te worden bekoord door enkele waarlijk mooie dingen in den kring van ons dagelijksch leven. Hierom i9 het zoo verblijdend dat er thans meer dan ooit gestreefd wordt naar nieuwe vormen en mooie lijnen voor de gebruiksartikelen en dat de woningbouw ook van eenvoudige huizen, zoo vooruit gaat. De bewoners van Schagen moeten eens een vergelijking maken tusschen de enkele nieuwe hui zen links van het station en de reeds langer bestaan de aan de rechterzijde! Dit verschil is reusachtig. In die oudere huizen is geen enkel gegeven, dat prettig aandoet; op die nieuwe valt dhmjddellijk de aan dacht. Let maar eens op de gesprekkon van. de (men schen in den trein. Ten slotte nog dit: wie de schoonheid lief heeft zal het Ieolijke leeren haten. Dit geldt êok van hot ze delijk leven. Schoon is de waarheid, de gerechtig heid de trouw, de liefde. Leelijk is de leugon, de on gerechtigheid. de ontrouw, de zelfzucht.. Laat ons daarom, terwille van de menschheid, naar schoon heid zoeken. ASTOR. lik' moet tot mijn schande bekennen, dat ik niet weet oma afloop der groote mobilisatie het meten van mili ciens en bet afkeuren van benedenmaatsche lotelingen weder in eere hersteld is. Als dit niet het geval is zou het aanbeveling verdienen tegelijk met het wederinvoeren Vvan minimum-afmetingen, voor a.s. landsverdedigers, ook voor andere staatsdienaren, ministers van buiten- landsche zaken en secretarissen-generaal in algemee- nen dienst eveneens minimum dimensies, bijv. van borstbreedte in te voeren. D© Secretaris-Generaal in algemeenen dienst, Mr. Kan, is gélukkig nog al breed uitgevallen, doch de heer Van Karnebeek is nu eenmaal tenger van stuk Oer- halVc is het me een raadsel, waar hij al de ordeteekens, kruizen, grootkruizen, commandeurskruizen, roode krui zen en wat dies meer zij, moet kazerneeren, waarmede hij letterlijk wordt overtogen. De Scandinavische reis reverde drie stuks op. De retourvisite's wellicht no& drie, de hulp aan de Belgen één, de hulp aan Hon garije dito. Dat rijn er een half dozijn in een p<aaf maanden, behalve degene, die ik in de krant heb overgeslagen. Aangezien men die fraaiigheden niet tweehoog kén dragen en de beleefdheid meebrengt, dat men ze alle- raad harer liefde en hij kwam langzamerhand dien lastigen argwaan betreffende haar huwelijks trouw te boven; en aan het Charing Cros-station stapten zij uit den trein, na hun merkwaardige hu welijksreis. HOOFDSTUK XXI. Francis Markrute's zedelijke voelhorens, waarop hij zoo trotsch was. waarschuwden hem dat tusschen de jonggehuwden niet alles was, gelijk het wezen moest. Zara scheen in die korte week zelfs een ex tra air van koninklijke waardigheid gekregen te hebben, waartoe haar volmaakte toiletten bijdroe gen en Tristam zette ernstig, minderopgeruimd en meer hoogmoedig gezicht dan hij placht te doen. En zij deden zoo vreeselijk koel! Koel en gedwongen ook. De financier placht nooit te twijfelen aan zich zelf, noch aan zijn gevolgtrekkingen. Deze - waren steeds te zeer op gezond verstand gebaseferd. Neen, als er iets verkeerd gegaan was. of nog niet ver ge noeg was uitgewerkt, dan was dat slechts van tijde- lijken aard en behoefde het den wijsgeerigen' deus ex machina niet te verontrusten. Want het was moreel en physiek onmogelijk dat zulk een volmaakt paar menschen getrouwd samen kon leven, zonder elkaar te leeren liefhebben. Maar t lag op zijn weg, als vriend en als oom, om in te grijpen en de dingen op rolletjes te laten gaan. En dus deed hij zijn best om spraakzaam te zijn bij het diner hun diner a trois. Hij vertelde hun al het nieuws van de afgeloopen week was hot maar één week geweest? vroegen Tristam ^n Zara zich beiden af. Er liepen geruchten dat er in het volgende voor jaar nieuwe algemeene verkiezingen zouden worden uitgeschreven en de Radikalen smeedden nieuwe complotten om het land naar den ondergang te brengen, maar er zou geen herfstzitting zijn. en zoo als gewoonlijk was de partij, waartoe zij beiden de eer hadden te behooren, weer half in slaap. Daar de beide mannen zich in hun staat staatkun dig gesprek verdiepten, zei Zara, zoodra zij haar per zik op had, dat zij de heeren aan hun gesprek wilde laten en naar bed gaan, want zij was doodmoe. Welzeker, nicht, zei haar oom, die opgestaan was en hij deed wat hij niet meer gedaan had, sinds zij een kind was; hij klopte haar op het hoofd en gaf haar een kus op haar voorhoofd, welzeker je moet rust gaan nemen. Wij moeten morgen allebei met Je voor den dag kunnen komen, niet waar, Tristam? Onze dame moet er het best uitzien van allen. Zij jrlimlac.bta flauwtjes, toen zij do h&mcs1 maal of geen enkel© draagt, moet een zoo onderscheiden man als onze oud-burgemeester, een linkerborst-met- een-erker hebben, wil hij al het moois naar behooren laten uitkomenEn bovendien zou men zulk een wandelende goudsraidsetalage eigenlijk! behooren te stut ten tégen het scheefgroeien. Toch vrees ik, dat een minimum-borst-maat voor a.s. verdienstelijke mannen weinig ingang zal vinden bij de Kamer, omdat nu eenmaal de overgroot© meerder heid des voor die dingen in aanmerkind komenden^; volks avond of morgen hoopt op een onderscheidinkje in een af anderen vorm. Als straks het jubileum der Koningin wordt gevierd, zullen de Leeuwen natuurlijk dansen, als bij een be tooging in Viaanderenland, Nu ons land zooveel jaren van orderegen gespeend was in het begin bij zooveel verdienste nog vrij schuchter was, is het te prijzen in de Belgische en Hongaarsche regeeringen, dat zij zijn begonnen de harten aer beste burgers te verkwik ken en .gaandeweg te trainen voor ae groote dagen van 1924, als wanneer er vermoedelijk hiet vele maag delijke knoopsgaten zullen overblijven. Het is voor de begiftigden natuurlijk buitengewoon plezierig, dat hun verdiensten jfrorden erkend en ik ben de laatste om iemand de erkenning van zijn merites te misgunnen. Maar toch geloof ik, dat er iets hapert aan het systeem. Zooals het thans gaat, geschiedt alles heel eenvoudig. Je begint bij ministers en hooge ambtenaren, dan ka men burgemeesters, commissarissen van politie, chefs ,van grenswachten en stations, om zoo over te gaan cot heeren en dames, die een lijst hebben ontworpen! en er zélfs na een voorbereidend ingezonden stuk zelf mee zfjn rondgegaan. Dan ben je door een klasse of vier vijf van ae uit te deelen orde heen en kan je als er nog medailles aver zijn, hier cn aaar ia-een rijkstelefoongids prikken. Maar op die maniner bereik je toch de menschen niet, die liet ergst snakken paar een l'intje. Wat malen de heeren Karnebeek of Kröller, de stationschef in Den Haag of Het JLoo, om een orde meer ol minder? Het kost allemaal maar moeite van bewaren en uitzoeken, wanneer het land, met welks pereteeken men mag prijken een jarigen vorst of nati* onalen feestdag heelt, als wanneer men plichtmatig met «en of anderen leeuw, arend of dubbel nachtpauwoog moet pronken. Ik bedoelwat doen al die regeeringen voor do talloozen, die op die lijsten hebben getoekend? voot hen, die in 1915 ot daaromtrent nog padvinder-OoJI- iectant waren, voor hen. die alle. maar ook letterlijk alle liefdadigheidsvoorstellingen hebben bezocht en lief- dadighcidstnee hebben gedronken? Voor hen. die onder het ins.gne „Praat me niet van den oor.og*, do reefcs andere insignes plachten op te bergen, die getuigden, jdat zij zoowel voor arme Belgische kinderen, als voor slachtoffers der Duitsche hongcrblo'kkade,, als voor die van den duikbootooriog hadden geofferd? Ik vraag, wat geschiedt er met een van hen, die alle leugens van Wolff, Reuter en Havas hebben gelezen, die de wraak des Hemels hebben afgesmeekt op ieüe- ren wandaad, van afgehakte-kinderhandjes, doodgescho ten pleegzusters, uitgestoken óogen van .gewonden, tot opvarenden v.an de Lusitania toe? Moeten al de menschen die ahnnné op de Zu- kompst en op de Telegrani waren, die hun duiten boter besteed voor een klandestion ons boter voor dio lectuur-besteed, heelomaol zotvler eenige onder scheiding uitguun? Men kan hel toch niet willen in een wereld, dio vrij cn veilig gemaakt is, voor recht en democratieY Het gaat toch niet 'aan hom, die heeft en van dat hebben scheetloopt naar linka, nog meer te gevom en hem die niets neeft en veel' gaf uan geld. aan) humeur, aan gezond verstand onbeloond te laten. Mijn 1'icve menschen, gij, die koning of president zijt van een of ander valuta-zwak land, bedenkt 'toch, dat er nog wél een millioen Nederlanders vatbaar is voor decoratie, voor een l'intje, een heraldisch ge dierte of een kruisje, of sterretje. Bedenkt, dat goenj nieuw ridder van uw Tand een „lijst" zonder fcijto) handteekening kan of zal1 laten passccron. Noblesse oblige den verkrijger van het ridderlint. Zoo'n kruisje kost. luttele stuivers, guldens "hoogstens, want het behoeven, geen commanaeurs ordeteekens te zijn. En zou zoo'n ridder zulk1 een kwart millioen kro nen of wat een paar gulden dan waard zijn, niet miit- teeren met een rood papiertje, zoodra de gelegenheid zich voordoet? Gelooft me, Broekhuis is niet de eenige die sjovele schatkisten er bovenop kan liel^en. Uwe kanselarijen en ridderorden kunnen het kunstje evengoed volvoeren. Allons. een mooie geste, -maakt de rest van de natie ook gélukkig. Ook zij heeft gedacht en gegeven van Uw noodlijdenden en zij zal ait opnieuw doen in nog veel grooter mate, als de erkenning er maar eerst is in 'den vonn van wat men oneerbiedig een „KoningspTuimr pje" noemt. Oneerbiedig en onjuist. Want is het niet de kanselarij of liever nog Uwe minister van financiën, die met de uitdeeling is belast? Nu de kohieren der inkomstenbelasting openbaar rijn is het t >ch een kleine moeite uitsjte zoeken waar een ordeteckcn in de vruchtbaarste aarde zou vallen. Alle heeren p.f. A. Bij George, mijn beste kerel, zei de financier, ik geloof dat ik nog niet éér beseft heb wat een pracht van een vrouw mijn nfcht is. Ze is als een wondermoo:ie exotische bloem louter sneeuw en vlammen! Sneeuw genoeg, maar waar zijn de vlammen? Francis Markrute nam hem met zijn slimme oog jes eens van terzijde op. Zij was dus te Parijs óók zoo ijskoud voor hem geweest? Maar het was alleen- maar een kwestie van tijd. Bij slot van rekening was een week niet zoo'n heel lange tijd om te wen nen aan een volmaakt vreemden man Zij gingen naar de bibliotheek en bleven daar een uurtje rooken en vervolgden hun politiek gekeuvel en tenslotte zei hij bemoedigend tegen zijn aange- trouwden neef: Over een jaar of zoo, als jij en Zara een zoon hebben, dan zal ik je een® wat papieren geven, beste jongen die je interesseeren zullen en waaruit je haar afstamming van moeders zijde zult leeren. Dat is een stamboom, die tegen den jouwen opweegt! Over een jaar of zoo, als Zara eeü zoon zou heb- heb! Van al de heerlijkheden, waarvan Zara's trots en minachting hem beroofd hadden, voelde Tristam deze hoewol hij or nog niet over gedacht had, als het ergste gemis. Hij stond opeens op en wierp zijn sigaar in den haard een oude gewoonte van hem als hij opge wonden was en zei met een stem, die den finan cier gedwongen look: Dat is heel aardig van je. Ik zal die afstamming eens in den familiestamboom laten opnemen Maar ik zal nu maar naar huis gaan. Mijn oogen moeten wat rust hebben om morgen fiksch te zijn bij het schieten. Ik heb een vermoeiende week achter den rug. En Francis Markrute ging met hem mee naar de eerste verdieping en daar hoorden zij in Zara's ka mer weer den Chanson Triste spelen. Zij scheen nog niet naar bed gegaan te zijn. Goede hemel! zei Tristam, ik zou niet kunnen zeggen waarom maar ik wilde dat zij die melodie niet speelde. En de twee mannen keken elkaar aan met een on- rustigen twijfel in hun blik. Ga binnen en breng haar naar bed, opperde do financier. Misschien- vindt zij het niet prettig zoo lang alleen gelaten te worden. Maar Tristam ging met een bitter lachje de trap pen op. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 6