Altmu Bitlis- DE LANGE 5 DE MORAAZ, Hét Huwelijk van lady Tancrad Donderdag 12 April 1923. 66ste Jaar^an}?. No 721*2. Uitgevers t N.V, v.ti. TRAPMAN Ce., Sctiagen ArrondiSsements Rechtbank te Alkmaar. Credloteo voor landbouw en handel. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. SCHA Pit blad verschijnt viermaal pen week: Dingdag, Woensdag, Ponder- dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentlën nog zooveel mogelijk in het eerstultkomend nummer geplaatst. POSTREKEN1NQ No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prijs per 8 maanden fl.flfc. I.omne rinmrriera S cent. AüWRMTi N TIëN van 1 tot 5 regel* f 1.10, iedere regel meeg cent (hawljsno. inbegrepen). Groote letter* worden naar plaatsruimte berekend. Voor den Politierechter. Zitting vusi Maandag 0 April 1823. Succes» De eerste zaak was er eentje met gesloten deuren Pieter Sprenkeling, uit Schagen, had van een kas telein ergens geld geleend en er een fiets, die hem zelf niet in eigendom toebehoorde, in onderpand ach teigelaten. En Piet deed dat rustig, zonder eenige weifeling, daar het hem toch geen ernst was om de fiets zoo heel gauw weer aan den rechtmatigen eigenaar te doen toekomen. Met die paar gulden, die Piet van den goedhartigen waard had weten los te pingelen, is ie 'm gesmeerd naar Groot Mokum. Daar kan je lol maken, of je d'r kennissen hebt zitten of niet.... Maar dan moet de recherche je niet storen, zooals ze Piet deed. Hij werd namelijk al vrij spoe dig door „bevoegde hand",eingespert en 't einde van hel. droevig klaaglied voor Pieter was, dat ie 4 maandjes opliep wegens gepleegde verduistering. Sinjeur thans in verzet en hij had de voldoening dat de E.A, heer politierechter het bewijs niet vol doende geleverd achtte en bekl. vrijsprak. Vrij b esproken. Heintje Rein van Uitgeest had ruiten vernield. Nog wel bij een ambtenaar van de belasting.. Die man zal ook pleizierig opgekeken hebben, toen hij zoo in 't hartje van den winter ongevraagde .„Jucht- gaatjes" in z'n perceel kreeg. De beklaagde ontkende en werd wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken, hoewel er f 30 boete of 30 dagen brommen tegen hém werd geëischt. Maar hij bromde toch evengoed nu al!. Sommige menschen zijn ook nooit in 'n opgewekte voorjaars" stemming te krijgen. Stel je voor, dat zoo'n heerschap nou ereis 'n straf had gekregen! Wat zou sinjeur dan opgespeeld hebben. Maar enfin, voor zijn bulde ren en razen zijn we Gode zij dank vandaag al thans gespaard gebleven.... Melkvervalsching. Tegen Lijntje de Wit, Anna Paulowna en S. D. Tijsen was een klacht aanhangig wegens melkver- valsching. De eerste werd veroordeeld tot een maand gevangenisstraf, de laatste werd vrijgesproken. Gedwongen geheelonthouder. Een tuindersknecht uit Grootebroek, Johannes Ko ning geheeten, had te Hoorn in een café een ruit vernield. Hij heeft daarmede 2 maanden gev. voor waardelijk met 2 proefjaren opgeloopen, plus schade loosstelling en verplichting tot geheelonthouding van sterken drank. Uitgesteld. De strafzaak tegen Tounis Losser wordt 14 dagen uitgesteld. Tegen het zwakke geslacht A. J. van Wonderen, L. W. Telleman en C. Teile man, allen te Bergen, „jonge knapen" van wie hun leeftijd intusschen het ergste „jonge" groen al wat af kon zijn. hebben ter hunner wocnplaatse op Dins dagavond 20 Februari een drietal jonge dames, die vare kerkelijke plichten hadden vervuld en op de huisreis waren, op ergerlijke wijze geplaagd, tegen haren wil rijkelijk met sneeuw ingewreven, enz. Een der jonge dames is thuis „flauw gevallen". Zóó pret tig was ze bejegend geworden!.... De „heeren" kregen 'n reprimande over hun onge manierd optreden en bovendien ieder f iö boete of 15 dagen zitten. Liever voorwaardelijk. Tegen een schippersknecht uit Broek op Langon- dijk, Simon Berst genaamd, werd wegens wederspan- nigheid 3 weken gev. geëischt. Bek!, wou voorwaar delijke vcroordeeling en de politierechter deed toezeg ging. de zaak nader te zullen onderzoeken, die nu op 30 April a.s. verder zal worden behandeld. ALKMAAR. Ao. 1804. DONDERDAGS ts SCHAOEN Hótel „Vredelsst". Ongelegen. Wilhelmus Zonneveld uit Heilo, is een sterke ke rel. Maar hij misbruikte zijne lichaamskracht op hoogst onverstandige wijze, toen hij den Alkmaar- schen voeger W. Smeets met een schop gevoelig op z'n kersepit timmerde, den 2den Maart jl. Het voegde den voeger toen niet om zoo'n „opzaniker" te krij gen. Maar dat voegt je eigenlijk nooit- Wilhelm kreeg een vonnis tot f 30 boete of 30 dagen zitten. Mondje dloht Cornelia de Graaf, huisvrouw K. Kerkhof, een ste vige Kennemerlander dame, woonachtig in Limmen, kreeg daar kwestie met een vischboer en permitteer de zich bij die gedenkwaardige gelegenheid heftig beleedigende uitdrukkingen aan het adres van den man van het zeebanket. Die aangifte deed. Nu mag Kee 'n tientje boete schokken. Doet ze 't niet, dan kan ze in 10 dagen eenzaam verblijf allen lijd vinden om...-, omnieuwe kwetsende uitvin" dingen aan het adres van Noordhollandsche visch- boeren bij mekaar te prakkezeeren. Niet schelden. Jacob van 't Veer, van Uitgeest, kreeg het ook te Limmen te k^vaad. Maar niet met een vischboer. Het was een stratenmaker, die%door Jaap hartig werd uitgescholden. Jaap kreeg f 15 boete of 15 dagen brommen. Ongewenschte hulp. 1 Jan Vischbeen, olieslagersknecht te Bakkum, hin derde 'n paar Alkmaarsche politiemannen, toen die „etter en bloed zweetten" om 'n lastigen, dronken ar restant wat in de koers te houden. Heer Vischbeen liep f 20 boete of 20 dagen brommen op. Strijd mot er wezen. Dirk Hooft van Broek op Langendijk, heeft aldaar Piet Hollenberg, een vroegere Oude Niedorper, thans sinds eenigen tijd eveneens te Broek woonachtig, mishandeld. De ondergrond was: de kinderen. D&'s altijd nog maar 'n versche twistappel I Dirk kreeg f50 boete of 50 dagen hechtenis. Onder buren,. Geeske Salmstra, huisvrouw Geertman te Helder, had aldaar Luitje-buur beleedigd en die bleef hare vijandin het antwoord ook niet schuldig. Dat begrijp je. D'r gebeurde eventjes van! Geeske kreeg f 10 boete of 10 dagen zitten. En zo betaalde. DadelijkI Ze houdt van doorzetten. Maar d'~ was niks meer te behandelen en wij kunnen dus niet doorzetten, doch alleen: „Fine" zeggen. Zitting van Dinsdag 10 April 1023. Op de kraaienjacht Dea 22 Januari jl. zag de rijksveldwachter te Zijpe, W. v. Twuiver, een jongen man, Jan Slijkerman ge naamd aldaar in eenig bouwland bezig. Naderbij ge komen zag de beambte van het openbaai» gezag, dat er eenige doode watervogels op het land lagen. Jan bewoerde echter, slechts op kraaien te hebben ge schoten. Op de informatie naar jachtacte of buiten gewone machtiging., zei Jan dat de machtiging thuis lag. Toen, van Twuiver na eenig zoeken het geweer vond en op de fiets wilde meenemen, verzette Jan zich wel langer dan een uur daartegen door het ge weer halsstarrig vast te houden, in weerwil van het gebruik dat de politieman van zijn slag-wapen maak te. Jan toonde zich wederspannig met een ijver, een betere zaak waardig. De O.v.J. kon zijn goedkeuring hechten aan de vol harding waarmee v. Twuiver had getracht het ge weer ter inbeslagname machtig te worden, al moest de ambtenaar ten slotte van inbeslagname afzien door de onhandelbaarheid van Jan. De O.v.J. eischte tegen Jan een maand gev. Beklaagde was niet present, doch kwam later in het. rechtsgebouw, best ontevreden, toen hij niet wist hoeveel straf er tegen hem gerequireerd was en met een gelaatsuitdrukking die je deed veronderstellen, dat Jan de dag van heden niet bepaald de pleizirig- sle dag zijns levens vond. Onderdak. De zwervende werkman Arie Kossen had gebedeld te Alkmaar, en tegen hom werd gevorderd 3 dagen hechtenis en een jaar rijkswerkinrichtingverblijf. Kippen bij den brand ontdekt. Een kastelein te Andijk G. J. van Schalk, had mooie kippen ontvreemd van zijn dorpsgenoot K. Nierop. De kastelein kreeg brand en ook Nierop hielp blus- scben, dochontdekte de vermiste kippen toen. Het bleek, nadat de politie in de zaak was gemengd, dat de kippen die Nierop bij van Schalk op 't erf zag, bij die brandgeschiedenis, wel degelijk de ont vreemde beestjes waren. De O.v.J. eischte tegen van Schalk een maand ge- vangenistraf. Einde. PACHTPRIJZEN VAN WEI- EN HOOILAND. Men schrijft uit Groningen aan het Hubld. Zijn de pachtprijzen van de akkergronden de ïaatsie twee jaren wel .zeer belangrijk teruggeloopen vooi f 160 f 170 per H.A. huurt men tegenwoordig een uitstekende boerderij, waarvoor men drie, vier jaar ge leden grif f 250 f 275 betaalde die van de wei- en hooilanden blijven nog steeds abnormaal hoog, al valt daarbij toch wel eenige kentering waar te nemen». Zoo kennen we een oppervlakte wei- en hooiland in een vruchtbare Groningsche kleigemeente ter grootte van 23 H.A., behoorende tot de pastoralia eener Hervormde kerk, waarvan telkens voor den tijd van één jaar ver pachtingplaats vindt. De hoogste huursom, die voor deze oppervlakte enkele jaren geleden bedongen werd, was omstredks f 8100, 't vorige jaar beliep ze f 7200 en nu dezer dagen had er opnieuw verpachting plaats tegen een bedrag van f 6300 ia totaal, of van pl.in. f 275 per H.A. gemiddeld. Een schandelijk 'hoog bedrag naar net oordeel van allen, die tot oordeelen bevoegd zijn, een bedrag dat misschien ongeveer besteed zou mogen worden wanneer de fabrieken doorgingen met van 13 tot 15 cent per liter melk te betalen, zooals den afgeJoopcn winter maanden aaneen het geval was, maar dat voel te hoog is in verhouding tot een melkprijs van 7 9 cent, die waarschijnlijk over een paar maanden nog maar door de directies der fabrieken zullen kunnen, worden uitgekeerd. Een schandelijk hoog bedrag, óók naar het oordeel der .pachters, die stuk voor stuk heel goed weten dat ze, wanneer ze zulke .prijzen beslederV voor land, waarover ze maar gedurende één jaar de beschikking hebben, zoodat ze maar heel weinig daur- aan kunnen, verrichten om de vruchtbaarheid grooter te maken, eigenlijk niets anders doen dan werken cn zwoegen voor den,landheer bij nacht en ontijd dikwijls. Want bijna zonder uitzondering zijn ze niet allen koe melker, maar hebben ze ook nog een andere functie hier of daar, eh 's morgens eer ze naar hun werk gaai(, zoowel als 's avonds nadat ze hun dagtaak 'volbracht hebben, moeien ze hun vrouw assisteereu bij 't melken cn 't behandelen vaii.'t vee. En zoo, hard ploeterende), zonder ooit eens wat tijd over te houden, blijven zo, wat hun materieel© omstandigheden betreft, ongeveer in balans, mits zich geen bijzondere omstandigheden voor doen. Maar wanneer ze, hetzij door ziekte, hetzij door een ongeluk als de bliksem of zoo iets, een koe ver liezen of wanneer door mond- en klauwzeer de melkot> brengst gedurende vele weken soms zeer gering wordt, geraken ze vast in korten tijd zóó ver achterop, dat er naast geen inhalen meer mogelijk is. Waarom, nu de omstandigheden zóó zijn, de men schen toch maar hardnekkig doorgaan met ieder jaar opnieuw veel te hooe prijzen te bestedenOch, ze zijn nu eenmaal koemelker van beroep en 't is voor hen tot op zekere hoogte een eerekwestie om dat beroep të blijven uitoefenen. Dan is er de onderlinge naijver, die óók een rol speelt en ten slotte worden dergelijke ver pachtingen meestal in 't openbaar gehouden^ de harts tochten .geraken eenigszins los en memgeen komt tot een bod, waarover hij hevig berouw gevoelt nis hij er een nacht op geslapen heeft en den volgendeqj morgen goed tot bezinning komt. Het een met het ander is oorzaak dat het kwaad blijft voortwoekeren en dat de pachter, zonder zelf vooruit te komen, zich blijft uit sloven voor den eigenaar. Of er dan geen middel is om aan het euvel een einde te maken'/ De gezamenlijke pachters in een be paalde streek zouden, vóór den avond van de verpach ting de hoofden bij elkaar kunnen steken en tot overeenstemming kunnen komen over het bedrag dat voor bepaalde perceelen hoogstens zou worden besteed en inderdaad hééft men hier en daar al wat eens fetracht om langs dezen weg tot pachten te komen, ie den pachter nog kans op eenige winst 'lieten. Maar op den avond van de verpachting bleek er dan dik wijls een derde te zijn, iemand die niet mee had gedaan aan 't rccoord of iemand van elders, die iets nooger ging dan 't onderling overeengekomen maximum en een volgenden keer ging alles weer als vanouds, gingen de gadingmakenden opnieuw elkaar het land auur en t leven zuur maken. In de praktijk is nu langzamerhand wel met zekerheid vast komen te staan dat er lnags dezen weg niets te bereiken valt en dat het euvel zal blijven bestaan tot er van overheidswege ingegrepen wordt. We welen het wel. de overheid moet zich liefst zoo ver mogelijk ver wijderd houden van particulier terrein, moet liefst niet meer dan strikt noodzakelijk is ingrijpen in 't particuliere leven, maar wanneer, zooals in dit feeval, als f;evolg van omstandigheden groote groepen nijvere, sober evende menschen ernstig in hun bestaan worden ge troffen, dan toch bestaat er van overheidswege het volste recht om in te grijpen, te eerder wanneer zulk ingrijpen zeker tot gevolg zal hebben dat er op weinig omslachtige cn weinig kostbare wijze een oplossing gevonden wordr. Dat zou bij1 het geschetste euvel het geval zijn wanneer er in die gemeenten waar zulks noodig bleek, ofBci- eelo pachtcommissies werden ingesteld, bestaande uit onafhankelijke deskundigen, die net recht "hadden om op nader te omschrijven wijze zorg te dragen dat voor bepaalde perceelen geen hoogere pachten bedongen werden dan tot bedragen, welke bij normale opstan digheden dea pachter kans lieten op een behoorlijke winst voor zijn moeite en zijn zorgen. RECLAME MAKEN VOOR DE VERKIEZINGEN. De Secretaris der afd. Schiedam van de Commu nistische Partij zal, naar wij in „De Tribune" le zen, worden vervolgd", omdat aldaar de naam van een candidaat voor de Prov. Staten in „mecergroote" letters overal in de stad geschilderd was. DE STAATSLOTERIJ. In de Eerste Kamer zelde do minister van finan- tiön over de Staatsloterij het volgende o.m.: Wat de Staatsloterij aangaat, is de Regeering noch bereid tot afschaffing, noch tot uitbreiding. Roods thans echter worden de loten der Staatsloterij niet alle meer verkocht als gevolg van de concurrentie der particuliere loterijen. Zelfs is inkrimping van het. aantal collecteurs cn collectrices daarom in overwoging. Het blijkt dus, dat men door uitbreiding 28. Naar het Engeisch van ELINOR GLTN. Ik dacht dat je Jimmy juist zoo bekoorlijk vond met zijn \astgeplakt haar, zei Emily langzaam. Foe deed lady Betty met verheven kalmte/— Ik beur't nog heelemaal niet met mezelf eens om trent Jimmy. Hij sterft van verlangen om me te vra" gen maar Bobby Harland is er ook nog. Hoewel van morgen Heb je Jimmy vanmorgen gezien, Betty? riep Mary uit. Ja, daar kon ik niets aan doen, meisjes! lady Betty voelde dat zij weer een heldin werd. Het was mijn plicht naar jullie toe te komen, en dat is mijlen ver. Tante Muriel wil mij altijd in de kleedkamer bij zich henben als voorwendsel om uit te blijven, dan is oom Aubrey aan den overkant van de gang, en dat maakt hem tureluurach. Er zou niets gebeurd zijn, als de Hertog drie nieu we badkamers had laten inrichten in de vrijgezel len-vleugel; nu moesten de menschen wachten tot het hun beurt is, en juist wilde ik den ingang voorbij gaan, toen het Timmy's beurt was, die er juist bin nen wilde gaan toen hij mij zag en „Goeden morgen" zei, geen kloin beetje verlegen! Ik vond het flauw om weg te loopen, dus zei ik ook „Goedèn morgen", en we giechelden beiden, en ik kwam naar hem toe. Achterna bedacht, ben ik er blij om, want, zóó ziet hij er veel knapper uit dan ik denk, dat Bobby zou gedaan hebben, dus, misschien zal ik toch nog wel met hem trouwen. En dan jullie mijn bruids meisjes worden, kinderen, en nou moet ik weg! Aan zulke dunne draden het borstelen van zijn haar hangt zoo dikwijls het lot van den man. Als hij het slechts wist- Bijna iedereen was op tijd aan 't ontbijt. Zij hadden allemaal cadeautjes voor Lady Ethelrida, en er werd veel geschertst, en gelachen als met allerlei krefctjes van verbazing, de pakjes geopend waren. Iedereen hield van lady Ethelrida, van de voorname kamerdie naar af tot de minste boodschappenjongen en werk meid toe, en 't was hun een genot haar elk jaar on der bloemen te begraven, terwijl de post ontelbare brieven en cadeaux bracht van afwezige vrienden. Er was niets xoo liefelijks en sierlijks te bedenken als zj| was, en haar liefderijk hart klopte wild als zij dacht I aan haar rendez-vous van half elfl Zou hij zij dacht niet meer aan hem als aan mijnheer Markru- I le den weg kunnen vinden? Ik moet nu gaan om nog eenige orders te geven, zeide zij, circa kwart over tien, tot de groep rondom haqr, die zich vóór het vuur verzameld had. Wij ko- men dan om elf uur in de hall weer samen. En zoo sloop ze weg, na opgemerkt te hebben dat Fran- I cis Markrute reeds eenige minuten vroeger weg was gegaan. Heinrich had hij den vorigen avond tegen zijn Oostenrijksche knecht gezegd, toen deze hem voor 't diner hielp kleeden ik moet morgenvroeg weten hoe lady Ethelrida's zitkamer er uitziet. Je moet goede vrienden worden met Haar Edele's kamenier, zoodat ik daar onbemerkt een pakje boeken, dat mor genochtend aan zal komen, neer kan leggen. Pak de boeken uit, op het zijde papier na, en breng ze, als je mij roept. Ik zal je dan verdere orders geven over hun plaatsing. Begrepen? Alles dacht hem dus goed geregeld, wat heel geluk kig was, zooals later bleek. Zijn plan was geweest, haar hem te doen uitnoodigen in haar zitkamer te komen, maar zijn vreugde werd vergroot, toen zij in de schilderijenzaal wandelden, en zij 't uit zichzelf vroeg lady Ethelrida stond uit het raam te kijken in haar lila en wit geschilderd priëel. Haar hart bons de. De boeken, die zoo zorgvuldig naaÜst haar schrijf tafel waren opgestapeld, had zij nog niet opgemerkt. Zou hij van haar vader kunnen afkomen, die einde- looze politieke gesprekken met hem wou houden? Zou hij tijdig genoeg kunnen komen om een oogen blik te praten, vóór zij beiden weer moesten gaan? Zij had de voorzorg genomen zich te kleeden in korte rok, zachte vilthoed en stevige schoenen. Zou hij maar toen het half elf sloeg, word er zachtjes op de deur getikt, en Francis Markrute kwam binnen. Oogenblikkelijk wist hij, als ervaren vogelaar, dat zijn vogeltje vol verwachting naar binnen gevlogen was, en dit gaf hem een gevoel van blijdschap. Ge wone omstandigheden met prikkelende geheimzin nigheid te omgeven, daar kende hij de volle waarde van, en hij wist dat deze samenkomst voor lady Ethelrida een zaak van gewicht was. U ziet, dat ik den weg gevonden heb zei hij zacht, met iets van de blijdschap en teederheid, die hij voelde in den klank zijner stem. En lady Ethelrida antwoordde, ietwat zenuwach tig, dat zij zoo blij was, en voegde er aan toe. dat zij hem haar boekenkast wilde laten zien, daar er zoo weinig tijd was. Maar een kort half uur als u mij zoolang wilt houden", pleitte hij. Hij had het. origineele deel van Shakespoare's „Son- net" bij zich, waarvan hij gesproken had. 't Was oen zeer oude editie, prachtig gebonden, met haar mono gram in een sierlijk klein medaillon gewerkt een kunstwerk. Dit gaf hij haar het eerst. „Ik heb het al lang geleden voor u besteld zeide hij. Reeds zes weken geleden, en tot gisteren toe was ik bang dat ik het u niet zou mogen geven, 't Is geen geschenk voor uw verjaardag maar de viering onzer ken nismaking. Het is te mooi, zei lady Ethelrida, vóór zich ziende. j En bij uw schrijftafel de localiteit was door Heinrich zorgvuldig onderzocht zult ge de boeken vinden, die ik tot uw verjaardagscadeau heb be&temd als u zoo goed wilt zijn, ze van mij aan te nemen." i Zij ging er heen met een kreet van plezier én ver" rassing, zich verwonderend hoe hij alles zoo te we ten was gekomen. Er waren ongeveer zes deelen. Een Heine, een paar de Mussets, en verder drie deelen met verschillende gedichten van Engelsche dichters, Lady Ethelrida ram ze verrukt op. Dit waren ook kunstwerken, in hun zacht-mauve maroccoleeren banden, hun gouden titel, en haar monogram eveneens aangebracht. Wat mooi! riep ze „en kijk ze eens bij mijn ka mer passen. Hoe kon u weten?" Weer brak zij af en keek vóór zich. Dien avond, toen ik met u op Glastonbury Hou- so dineerde, vertelde u mij, dat mauve uw lieve lingskleur en 't viooltje uw lievelingsbloem was. Hoe zou ik dat vergeten? en hij veroorloofde zich een stap nader te komen. Zij ging niet achteruit. Verward boog ze zich over do bladen van het Engelsche doel het papier was buitengewoon fijn, en de druk een meesterwerk. toen zag zij, verwonderd, op. Nooit te voren heb ik zulk een verzameling ge zien, zei ze, verbaasd. Alles, waar men van houdt, onder denzelfden omslag! toen zocht zij op de titelpagina, welke editie het was, en vond niets dan het opschrift: „Aan lady Ethelrida Montfichet, van F. M." in goud gedrukt. Een diepe blos vloog over haar fijn gezichtje, en zij dorst haar oogen niet op te slaan. Het was nog de tijd niet om haar te zeggen, wat in zijn hart omging, overlegde h ijbij zichzelve; één verkeerde stap kon alles bederven; dus bedwong hij, met groote zelfbeheersching, zijn verlangen haar in zijn armen te sluiten, en zei slechts vriendelijk: Ik dacht ook, dat u hot prettig zou vinden, om zooals u 't noemt, „alles, waar men van houdt" bij elkaar te hebben en ik heb 'n heel intelligente boek binder gezccht. die alles zóó voor mij in orde ge maakt heeft, als ik meende, dat u 't graag zou heb ben. Het zal mij véél plezier doen, als 't naar uw zin is. Naar uw zin is! herhaalde zij en zag op, want plotseling begreep zij, dat dit alles hem veel tijd en zeer veel geld moest gekost hebben, en behalve een paar toevallige ontmoetingen, had zij hem nooit ge sproken dan dien avond, toen hij met een aantal van haar vaders politieke vrienden, in hun huis te Lon den gedineerd hard. Wanneer kon hij dit werk opge dragen hebben, en wat beteekende dit alles? Hij ried haar gedachten. Zeker, zei hij eenvoudig Vanaf het eerste oogenblik. dat ik u zag, lady Ethelrida, zag ik in u al wat waar en schoon is, de belichamelijking van mijn ideaal der vrouw. Twee dagen na mijn diner met u op Glastonbury House, maakte ik het plan op van deze boeken, en 't zou mij leed gedaan hebben, zoo uze geweigerd had. Ethelrida was zoo geschokt door een nieuw e, heer lijke emotie, dat zij het eerste oogenblik niet ant woorden kon. Hij zag h'r aan met toenemende harts tochtelijke teederheid, maar zeide niets. Hij moest haar tijd laten. Het is te, te lief van u zei ze zacht, met hape rende stem. Niemand heeft ooit zooiets heerlijks voor mij bedacht, hoewel, zooals u vanmorgen gezien hebt, iedereen altijd zoo vriendelijk is. Hoe zal ik u dan ken, lieve lady, zei hij. En nu moet ik u zeggen, dat het halve uur bijna voorbij is en wij moeten gaan. Maar mag ik wilt u mij toestaan terug te ko men misschien morgennamidda'g? Ik zou u zoo gaarne, als u er belang in stelde, de geschiedenis van een man vertellen. Ethelrida had ook op de klok gekeken, en zich hersteld. Zij was te eenvoudig van aard om nu te veinzen, of deze nieuwe vreugd uit haar leven te ban nen, en dus zeide ze: Als de anderen gaan wandelen, na de lunch ja, kom dan. En zonder verder iets te zeggen, gingen zij de ka mer uit; toen, bij de kromming van den corridor naar 't andere deel van het huis, boog hij zich plot seling, kuste eerbiedig haar hand, en liet haar voor bijgaan, terwijl hij rechts ging naar den vleugel, waar zijn kamer zich bevond. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1