Altmu Bitlis-
DE LANGE 5 DE MORAAZ,
Hét Huwelijk van lady Tancrad
Donderdag 12 April 1923.
66ste Jaar^an}?. No 721*2.
Uitgevers t N.V, v.ti. TRAPMAN Ce., Sctiagen
ArrondiSsements Rechtbank
te Alkmaar.
Credloteo voor landbouw en handel.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
SCHA
Pit blad verschijnt viermaal pen week: Dingdag, Woensdag, Ponder-
dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentlën nog zooveel mogelijk in het eerstultkomend nummer geplaatst.
POSTREKEN1NQ No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs per 8 maanden fl.flfc. I.omne rinmrriera S cent. AüWRMTi N
TIëN van 1 tot 5 regel* f 1.10, iedere regel meeg cent (hawljsno.
inbegrepen). Groote letter* worden naar plaatsruimte berekend.
Voor den Politierechter.
Zitting vusi Maandag 0 April 1823.
Succes»
De eerste zaak was er eentje met gesloten deuren
Pieter Sprenkeling, uit Schagen, had van een kas
telein ergens geld geleend en er een fiets, die hem
zelf niet in eigendom toebehoorde, in onderpand ach
teigelaten. En Piet deed dat rustig, zonder eenige
weifeling, daar het hem toch geen ernst was om de
fiets zoo heel gauw weer aan den rechtmatigen
eigenaar te doen toekomen. Met die paar gulden, die
Piet van den goedhartigen waard had weten los te
pingelen, is ie 'm gesmeerd naar Groot Mokum. Daar
kan je lol maken, of je d'r kennissen hebt zitten of
niet.... Maar dan moet de recherche je niet storen,
zooals ze Piet deed. Hij werd namelijk al vrij spoe
dig door „bevoegde hand",eingespert en 't einde van
hel. droevig klaaglied voor Pieter was, dat ie 4
maandjes opliep wegens gepleegde verduistering.
Sinjeur thans in verzet en hij had de voldoening
dat de E.A, heer politierechter het bewijs niet vol
doende geleverd achtte en bekl. vrijsprak.
Vrij b esproken.
Heintje Rein van Uitgeest had ruiten vernield.
Nog wel bij een ambtenaar van de belasting.. Die
man zal ook pleizierig opgekeken hebben, toen hij
zoo in 't hartje van den winter ongevraagde .„Jucht-
gaatjes" in z'n perceel kreeg.
De beklaagde ontkende en werd wegens gebrek aan
bewijs vrijgesproken, hoewel er f 30 boete of 30 dagen
brommen tegen hém werd geëischt.
Maar hij bromde toch evengoed nu al!. Sommige
menschen zijn ook nooit in 'n opgewekte voorjaars"
stemming te krijgen. Stel je voor, dat zoo'n heerschap
nou ereis 'n straf had gekregen! Wat zou sinjeur
dan opgespeeld hebben. Maar enfin, voor zijn bulde
ren en razen zijn we Gode zij dank vandaag al
thans gespaard gebleven....
Melkvervalsching.
Tegen Lijntje de Wit, Anna Paulowna en S. D.
Tijsen was een klacht aanhangig wegens melkver-
valsching. De eerste werd veroordeeld tot een maand
gevangenisstraf, de laatste werd vrijgesproken.
Gedwongen geheelonthouder.
Een tuindersknecht uit Grootebroek, Johannes Ko
ning geheeten, had te Hoorn in een café een ruit
vernield. Hij heeft daarmede 2 maanden gev. voor
waardelijk met 2 proefjaren opgeloopen, plus schade
loosstelling en verplichting tot geheelonthouding van
sterken drank.
Uitgesteld.
De strafzaak tegen Tounis Losser wordt 14 dagen
uitgesteld.
Tegen het zwakke geslacht
A. J. van Wonderen, L. W. Telleman en C. Teile
man, allen te Bergen, „jonge knapen" van wie hun
leeftijd intusschen het ergste „jonge" groen al wat
af kon zijn. hebben ter hunner wocnplaatse op Dins
dagavond 20 Februari een drietal jonge dames, die
vare kerkelijke plichten hadden vervuld en op de
huisreis waren, op ergerlijke wijze geplaagd, tegen
haren wil rijkelijk met sneeuw ingewreven, enz. Een
der jonge dames is thuis „flauw gevallen". Zóó pret
tig was ze bejegend geworden!....
De „heeren" kregen 'n reprimande over hun onge
manierd optreden en bovendien ieder f iö boete of 15
dagen zitten.
Liever voorwaardelijk.
Tegen een schippersknecht uit Broek op Langon-
dijk, Simon Berst genaamd, werd wegens wederspan-
nigheid 3 weken gev. geëischt. Bek!, wou voorwaar
delijke vcroordeeling en de politierechter deed toezeg
ging. de zaak nader te zullen onderzoeken, die nu op
30 April a.s. verder zal worden behandeld.
ALKMAAR. Ao. 1804.
DONDERDAGS ts SCHAOEN Hótel „Vredelsst".
Ongelegen.
Wilhelmus Zonneveld uit Heilo, is een sterke ke
rel. Maar hij misbruikte zijne lichaamskracht op
hoogst onverstandige wijze, toen hij den Alkmaar-
schen voeger W. Smeets met een schop gevoelig op
z'n kersepit timmerde, den 2den Maart jl. Het voegde
den voeger toen niet om zoo'n „opzaniker" te krij
gen. Maar dat voegt je eigenlijk nooit- Wilhelm
kreeg een vonnis tot f 30 boete of 30 dagen zitten.
Mondje dloht
Cornelia de Graaf, huisvrouw K. Kerkhof, een ste
vige Kennemerlander dame, woonachtig in Limmen,
kreeg daar kwestie met een vischboer en permitteer
de zich bij die gedenkwaardige gelegenheid heftig
beleedigende uitdrukkingen aan het adres van den
man van het zeebanket. Die aangifte deed.
Nu mag Kee 'n tientje boete schokken. Doet ze
't niet, dan kan ze in 10 dagen eenzaam verblijf allen
lijd vinden om...-, omnieuwe kwetsende uitvin"
dingen aan het adres van Noordhollandsche visch-
boeren bij mekaar te prakkezeeren.
Niet schelden.
Jacob van 't Veer, van Uitgeest, kreeg het ook te
Limmen te k^vaad. Maar niet met een vischboer. Het
was een stratenmaker, die%door Jaap hartig werd
uitgescholden. Jaap kreeg f 15 boete of 15 dagen
brommen.
Ongewenschte hulp.
1 Jan Vischbeen, olieslagersknecht te Bakkum, hin
derde 'n paar Alkmaarsche politiemannen, toen die
„etter en bloed zweetten" om 'n lastigen, dronken ar
restant wat in de koers te houden. Heer Vischbeen
liep f 20 boete of 20 dagen brommen op.
Strijd mot er wezen.
Dirk Hooft van Broek op Langendijk, heeft aldaar
Piet Hollenberg, een vroegere Oude Niedorper, thans
sinds eenigen tijd eveneens te Broek woonachtig,
mishandeld. De ondergrond was: de kinderen. D&'s
altijd nog maar 'n versche twistappel I Dirk kreeg f50
boete of 50 dagen hechtenis.
Onder buren,.
Geeske Salmstra, huisvrouw Geertman te Helder,
had aldaar Luitje-buur beleedigd en die bleef hare
vijandin het antwoord ook niet schuldig. Dat begrijp
je. D'r gebeurde eventjes van!
Geeske kreeg f 10 boete of 10 dagen zitten. En zo
betaalde. DadelijkI Ze houdt van doorzetten. Maar d'~
was niks meer te behandelen en wij kunnen dus niet
doorzetten, doch alleen: „Fine" zeggen.
Zitting van Dinsdag 10 April 1023.
Op de kraaienjacht
Dea 22 Januari jl. zag de rijksveldwachter te Zijpe,
W. v. Twuiver, een jongen man, Jan Slijkerman ge
naamd aldaar in eenig bouwland bezig. Naderbij ge
komen zag de beambte van het openbaai» gezag, dat
er eenige doode watervogels op het land lagen. Jan
bewoerde echter, slechts op kraaien te hebben ge
schoten. Op de informatie naar jachtacte of buiten
gewone machtiging., zei Jan dat de machtiging thuis
lag. Toen, van Twuiver na eenig zoeken het geweer
vond en op de fiets wilde meenemen, verzette Jan
zich wel langer dan een uur daartegen door het ge
weer halsstarrig vast te houden, in weerwil van het
gebruik dat de politieman van zijn slag-wapen maak
te. Jan toonde zich wederspannig met een ijver, een
betere zaak waardig.
De O.v.J. kon zijn goedkeuring hechten aan de vol
harding waarmee v. Twuiver had getracht het ge
weer ter inbeslagname machtig te worden, al moest
de ambtenaar ten slotte van inbeslagname afzien
door de onhandelbaarheid van Jan.
De O.v.J. eischte tegen Jan een maand gev.
Beklaagde was niet present, doch kwam later in
het. rechtsgebouw, best ontevreden, toen hij niet wist
hoeveel straf er tegen hem gerequireerd was en met
een gelaatsuitdrukking die je deed veronderstellen,
dat Jan de dag van heden niet bepaald de pleizirig-
sle dag zijns levens vond.
Onderdak.
De zwervende werkman Arie Kossen had gebedeld
te Alkmaar, en tegen hom werd gevorderd 3 dagen
hechtenis en een jaar rijkswerkinrichtingverblijf.
Kippen bij den brand ontdekt.
Een kastelein te Andijk G. J. van Schalk, had mooie
kippen ontvreemd van zijn dorpsgenoot K. Nierop.
De kastelein kreeg brand en ook Nierop hielp blus-
scben, dochontdekte de vermiste kippen toen.
Het bleek, nadat de politie in de zaak was gemengd,
dat de kippen die Nierop bij van Schalk op 't erf
zag, bij die brandgeschiedenis, wel degelijk de ont
vreemde beestjes waren.
De O.v.J. eischte tegen van Schalk een maand ge-
vangenistraf.
Einde.
PACHTPRIJZEN VAN WEI- EN HOOILAND.
Men schrijft uit Groningen aan het Hubld.
Zijn de pachtprijzen van de akkergronden de ïaatsie
twee jaren wel .zeer belangrijk teruggeloopen vooi
f 160 f 170 per H.A. huurt men tegenwoordig een
uitstekende boerderij, waarvoor men drie, vier jaar ge
leden grif f 250 f 275 betaalde die van de
wei- en hooilanden blijven nog steeds abnormaal hoog,
al valt daarbij toch wel eenige kentering waar te nemen».
Zoo kennen we een oppervlakte wei- en hooiland in een
vruchtbare Groningsche kleigemeente ter grootte van 23
H.A., behoorende tot de pastoralia eener Hervormde
kerk, waarvan telkens voor den tijd van één jaar ver
pachtingplaats vindt. De hoogste huursom, die voor deze
oppervlakte enkele jaren geleden bedongen werd, was
omstredks f 8100, 't vorige jaar beliep ze f 7200 en
nu dezer dagen had er opnieuw verpachting plaats
tegen een bedrag van f 6300 ia totaal, of van pl.in. f 275
per H.A. gemiddeld. Een schandelijk 'hoog bedrag naar
net oordeel van allen, die tot oordeelen bevoegd zijn, een
bedrag dat misschien ongeveer besteed zou mogen
worden wanneer de fabrieken doorgingen met van 13 tot
15 cent per liter melk te betalen, zooals den afgeJoopcn
winter maanden aaneen het geval was, maar dat voel
te hoog is in verhouding tot een melkprijs van 7 9
cent, die waarschijnlijk over een paar maanden nog
maar door de directies der fabrieken zullen kunnen,
worden uitgekeerd. Een schandelijk hoog bedrag, óók
naar het oordeel der .pachters, die stuk voor stuk heel
goed weten dat ze, wanneer ze zulke .prijzen beslederV
voor land, waarover ze maar gedurende één jaar de
beschikking hebben, zoodat ze maar heel weinig daur-
aan kunnen, verrichten om de vruchtbaarheid grooter te
maken, eigenlijk niets anders doen dan werken cn
zwoegen voor den,landheer bij nacht en ontijd dikwijls.
Want bijna zonder uitzondering zijn ze niet allen koe
melker, maar hebben ze ook nog een andere functie hier
of daar, eh 's morgens eer ze naar hun werk gaai(,
zoowel als 's avonds nadat ze hun dagtaak 'volbracht
hebben, moeien ze hun vrouw assisteereu bij 't melken
cn 't behandelen vaii.'t vee. En zoo, hard ploeterende),
zonder ooit eens wat tijd over te houden, blijven zo,
wat hun materieel© omstandigheden betreft, ongeveer in
balans, mits zich geen bijzondere omstandigheden voor
doen. Maar wanneer ze, hetzij door ziekte, hetzij door
een ongeluk als de bliksem of zoo iets, een koe ver
liezen of wanneer door mond- en klauwzeer de melkot>
brengst gedurende vele weken soms zeer gering wordt,
geraken ze vast in korten tijd zóó ver achterop, dat er
naast geen inhalen meer mogelijk is.
Waarom, nu de omstandigheden zóó zijn, de men
schen toch maar hardnekkig doorgaan met ieder jaar
opnieuw veel te hooe prijzen te bestedenOch, ze zijn
nu eenmaal koemelker van beroep en 't is voor hen tot
op zekere hoogte een eerekwestie om dat beroep të
blijven uitoefenen. Dan is er de onderlinge naijver, die
óók een rol speelt en ten slotte worden dergelijke ver
pachtingen meestal in 't openbaar gehouden^ de harts
tochten .geraken eenigszins los en memgeen komt
tot een bod, waarover hij hevig berouw gevoelt nis
hij er een nacht op geslapen heeft en den volgendeqj
morgen goed tot bezinning komt. Het een met het ander
is oorzaak dat het kwaad blijft voortwoekeren en dat de
pachter, zonder zelf vooruit te komen, zich blijft uit
sloven voor den eigenaar.
Of er dan geen middel is om aan het euvel een
einde te maken'/ De gezamenlijke pachters in een be
paalde streek zouden, vóór den avond van de verpach
ting de hoofden bij elkaar kunnen steken en tot
overeenstemming kunnen komen over het bedrag dat
voor bepaalde perceelen hoogstens zou worden besteed
en inderdaad hééft men hier en daar al wat eens
fetracht om langs dezen weg tot pachten te komen,
ie den pachter nog kans op eenige winst 'lieten. Maar
op den avond van de verpachting bleek er dan dik
wijls een derde te zijn, iemand die niet mee had gedaan
aan 't rccoord of iemand van elders, die iets nooger
ging dan 't onderling overeengekomen maximum en
een volgenden keer ging alles weer als vanouds, gingen
de gadingmakenden opnieuw elkaar het land auur en
t leven zuur maken.
In de praktijk is nu langzamerhand wel met zekerheid
vast komen te staan dat er lnags dezen weg niets te
bereiken valt en dat het euvel zal blijven bestaan tot
er van overheidswege ingegrepen wordt. We welen het
wel. de overheid moet zich liefst zoo ver mogelijk ver
wijderd houden van particulier terrein, moet liefst
niet meer dan strikt noodzakelijk is ingrijpen in 't
particuliere leven, maar wanneer, zooals in dit feeval, als
f;evolg van omstandigheden groote groepen nijvere, sober
evende menschen ernstig in hun bestaan worden ge
troffen, dan toch bestaat er van overheidswege het volste
recht om in te grijpen, te eerder wanneer zulk ingrijpen
zeker tot gevolg zal hebben dat er op weinig omslachtige
cn weinig kostbare wijze een oplossing gevonden wordr.
Dat zou bij1 het geschetste euvel het geval zijn wanneer
er in die gemeenten waar zulks noodig bleek, ofBci-
eelo pachtcommissies werden ingesteld, bestaande uit
onafhankelijke deskundigen, die net recht "hadden om
op nader te omschrijven wijze zorg te dragen dat voor
bepaalde perceelen geen hoogere pachten bedongen
werden dan tot bedragen, welke bij normale opstan
digheden dea pachter kans lieten op een behoorlijke
winst voor zijn moeite en zijn zorgen.
RECLAME MAKEN VOOR DE VERKIEZINGEN.
De Secretaris der afd. Schiedam van de Commu
nistische Partij zal, naar wij in „De Tribune" le
zen, worden vervolgd", omdat aldaar de naam van
een candidaat voor de Prov. Staten in „mecergroote"
letters overal in de stad geschilderd was.
DE STAATSLOTERIJ.
In de Eerste Kamer zelde do minister van finan-
tiön over de Staatsloterij het volgende o.m.:
Wat de Staatsloterij aangaat, is de Regeering noch
bereid tot afschaffing, noch tot uitbreiding. Roods
thans echter worden de loten der Staatsloterij niet
alle meer verkocht als gevolg van de concurrentie
der particuliere loterijen. Zelfs is inkrimping van
het. aantal collecteurs cn collectrices daarom in
overwoging. Het blijkt dus, dat men door uitbreiding
28.
Naar het Engeisch van ELINOR GLTN.
Ik dacht dat je Jimmy juist zoo bekoorlijk vond
met zijn \astgeplakt haar, zei Emily langzaam.
Foe deed lady Betty met verheven kalmte/—
Ik beur't nog heelemaal niet met mezelf eens om
trent Jimmy. Hij sterft van verlangen om me te vra"
gen maar Bobby Harland is er ook nog. Hoewel van
morgen
Heb je Jimmy vanmorgen gezien, Betty? riep
Mary uit.
Ja, daar kon ik niets aan doen, meisjes! lady
Betty voelde dat zij weer een heldin werd. Het was
mijn plicht naar jullie toe te komen, en dat is mijlen
ver. Tante Muriel wil mij altijd in de kleedkamer bij
zich henben als voorwendsel om uit te blijven, dan
is oom Aubrey aan den overkant van de gang, en dat
maakt hem tureluurach.
Er zou niets gebeurd zijn, als de Hertog drie nieu
we badkamers had laten inrichten in de vrijgezel
len-vleugel; nu moesten de menschen wachten tot
het hun beurt is, en juist wilde ik den ingang voorbij
gaan, toen het Timmy's beurt was, die er juist bin
nen wilde gaan toen hij mij zag en „Goeden morgen"
zei, geen kloin beetje verlegen! Ik vond het flauw
om weg te loopen, dus zei ik ook „Goedèn morgen",
en we giechelden beiden, en ik kwam naar hem toe.
Achterna bedacht, ben ik er blij om, want, zóó ziet
hij er veel knapper uit dan ik denk, dat Bobby
zou gedaan hebben, dus, misschien zal ik toch nog
wel met hem trouwen. En dan jullie mijn bruids
meisjes worden, kinderen, en nou moet ik weg!
Aan zulke dunne draden het borstelen van zijn
haar hangt zoo dikwijls het lot van den man. Als
hij het slechts wist-
Bijna iedereen was op tijd aan 't ontbijt. Zij hadden
allemaal cadeautjes voor Lady Ethelrida, en er werd
veel geschertst, en gelachen als met allerlei krefctjes
van verbazing, de pakjes geopend waren. Iedereen
hield van lady Ethelrida, van de voorname kamerdie
naar af tot de minste boodschappenjongen en werk
meid toe, en 't was hun een genot haar elk jaar on
der bloemen te begraven, terwijl de post ontelbare
brieven en cadeaux bracht van afwezige vrienden. Er
was niets xoo liefelijks en sierlijks te bedenken als zj|
was, en haar liefderijk hart klopte wild als zij dacht
I aan haar rendez-vous van half elfl Zou hij zij
dacht niet meer aan hem als aan mijnheer Markru-
I le den weg kunnen vinden?
Ik moet nu gaan om nog eenige orders te geven,
zeide zij, circa kwart over tien, tot de groep rondom
haqr, die zich vóór het vuur verzameld had. Wij ko-
men dan om elf uur in de hall weer samen. En
zoo sloop ze weg, na opgemerkt te hebben dat Fran-
I cis Markrute reeds eenige minuten vroeger weg was
gegaan.
Heinrich had hij den vorigen avond tegen zijn
Oostenrijksche knecht gezegd, toen deze hem voor
't diner hielp kleeden ik moet morgenvroeg weten
hoe lady Ethelrida's zitkamer er uitziet. Je moet
goede vrienden worden met Haar Edele's kamenier,
zoodat ik daar onbemerkt een pakje boeken, dat mor
genochtend aan zal komen, neer kan leggen. Pak de
boeken uit, op het zijde papier na, en breng ze, als
je mij roept. Ik zal je dan verdere orders geven over
hun plaatsing. Begrepen?
Alles dacht hem dus goed geregeld, wat heel geluk
kig was, zooals later bleek. Zijn plan was geweest,
haar hem te doen uitnoodigen in haar zitkamer te
komen, maar zijn vreugde werd vergroot, toen zij in
de schilderijenzaal wandelden, en zij 't uit zichzelf
vroeg lady Ethelrida stond uit het raam te kijken
in haar lila en wit geschilderd priëel. Haar hart bons
de. De boeken, die zoo zorgvuldig naaÜst haar schrijf
tafel waren opgestapeld, had zij nog niet opgemerkt.
Zou hij van haar vader kunnen afkomen, die einde-
looze politieke gesprekken met hem wou houden?
Zou hij tijdig genoeg kunnen komen om een oogen
blik te praten, vóór zij beiden weer moesten gaan?
Zij had de voorzorg genomen zich te kleeden in korte
rok, zachte vilthoed en stevige schoenen.
Zou hij maar toen het half elf sloeg, word er
zachtjes op de deur getikt, en Francis Markrute
kwam binnen.
Oogenblikkelijk wist hij, als ervaren vogelaar, dat
zijn vogeltje vol verwachting naar binnen gevlogen
was, en dit gaf hem een gevoel van blijdschap. Ge
wone omstandigheden met prikkelende geheimzin
nigheid te omgeven, daar kende hij de volle waarde
van, en hij wist dat deze samenkomst voor lady
Ethelrida een zaak van gewicht was.
U ziet, dat ik den weg gevonden heb zei hij
zacht, met iets van de blijdschap en teederheid, die
hij voelde in den klank zijner stem.
En lady Ethelrida antwoordde, ietwat zenuwach
tig, dat zij zoo blij was, en voegde er aan toe. dat zij
hem haar boekenkast wilde laten zien, daar er zoo
weinig tijd was.
Maar een kort half uur als u mij zoolang wilt
houden", pleitte hij.
Hij had het. origineele deel van Shakespoare's „Son-
net" bij zich, waarvan hij gesproken had. 't Was oen
zeer oude editie, prachtig gebonden, met haar mono
gram in een sierlijk klein medaillon gewerkt een
kunstwerk. Dit gaf hij haar het eerst. „Ik heb het al
lang geleden voor u besteld zeide hij. Reeds zes
weken geleden, en tot gisteren toe was ik bang dat
ik het u niet zou mogen geven, 't Is geen geschenk
voor uw verjaardag maar de viering onzer ken
nismaking.
Het is te mooi, zei lady Ethelrida, vóór zich
ziende. j
En bij uw schrijftafel de localiteit was door
Heinrich zorgvuldig onderzocht zult ge de boeken
vinden, die ik tot uw verjaardagscadeau heb be&temd
als u zoo goed wilt zijn, ze van mij aan te nemen." i
Zij ging er heen met een kreet van plezier én ver"
rassing, zich verwonderend hoe hij alles zoo te we
ten was gekomen.
Er waren ongeveer zes deelen. Een Heine, een paar
de Mussets, en verder drie deelen met verschillende
gedichten van Engelsche dichters, Lady Ethelrida
ram ze verrukt op. Dit waren ook kunstwerken, in
hun zacht-mauve maroccoleeren banden, hun gouden
titel, en haar monogram eveneens aangebracht.
Wat mooi! riep ze „en kijk ze eens bij mijn ka
mer passen. Hoe kon u weten?" Weer brak zij af
en keek vóór zich.
Dien avond, toen ik met u op Glastonbury Hou-
so dineerde, vertelde u mij, dat mauve uw lieve
lingskleur en 't viooltje uw lievelingsbloem was. Hoe
zou ik dat vergeten? en hij veroorloofde zich een stap
nader te komen.
Zij ging niet achteruit. Verward boog ze zich over
do bladen van het Engelsche doel het papier was
buitengewoon fijn, en de druk een meesterwerk.
toen zag zij, verwonderd, op.
Nooit te voren heb ik zulk een verzameling ge
zien, zei ze, verbaasd.
Alles, waar men van houdt, onder denzelfden
omslag! toen zocht zij op de titelpagina, welke editie
het was, en vond niets dan het opschrift:
„Aan lady Ethelrida Montfichet,
van
F. M."
in goud gedrukt. Een diepe blos vloog over haar fijn
gezichtje, en zij dorst haar oogen niet op te slaan.
Het was nog de tijd niet om haar te zeggen, wat
in zijn hart omging, overlegde h ijbij zichzelve; één
verkeerde stap kon alles bederven; dus bedwong hij,
met groote zelfbeheersching, zijn verlangen haar in
zijn armen te sluiten, en zei slechts vriendelijk:
Ik dacht ook, dat u hot prettig zou vinden, om
zooals u 't noemt, „alles, waar men van houdt" bij
elkaar te hebben en ik heb 'n heel intelligente boek
binder gezccht. die alles zóó voor mij in orde ge
maakt heeft, als ik meende, dat u 't graag zou heb
ben. Het zal mij véél plezier doen, als 't naar uw
zin is.
Naar uw zin is! herhaalde zij en zag op, want
plotseling begreep zij, dat dit alles hem veel tijd en
zeer veel geld moest gekost hebben, en behalve een
paar toevallige ontmoetingen, had zij hem nooit ge
sproken dan dien avond, toen hij met een aantal van
haar vaders politieke vrienden, in hun huis te Lon
den gedineerd hard. Wanneer kon hij dit werk opge
dragen hebben, en wat beteekende dit alles? Hij ried
haar gedachten.
Zeker, zei hij eenvoudig Vanaf het eerste
oogenblik. dat ik u zag, lady Ethelrida, zag ik in u
al wat waar en schoon is, de belichamelijking van
mijn ideaal der vrouw. Twee dagen na mijn diner
met u op Glastonbury House, maakte ik het plan op
van deze boeken, en 't zou mij leed gedaan hebben,
zoo uze geweigerd had.
Ethelrida was zoo geschokt door een nieuw e, heer
lijke emotie, dat zij het eerste oogenblik niet ant
woorden kon. Hij zag h'r aan met toenemende harts
tochtelijke teederheid, maar zeide niets. Hij moest
haar tijd laten.
Het is te, te lief van u zei ze zacht, met hape
rende stem. Niemand heeft ooit zooiets heerlijks voor
mij bedacht, hoewel, zooals u vanmorgen gezien hebt,
iedereen altijd zoo vriendelijk is. Hoe zal ik u dan
ken, lieve lady, zei hij. En nu moet ik u zeggen, dat
het halve uur bijna voorbij is en wij moeten gaan.
Maar mag ik wilt u mij toestaan terug te ko
men misschien morgennamidda'g? Ik zou u zoo
gaarne, als u er belang in stelde, de geschiedenis van
een man vertellen.
Ethelrida had ook op de klok gekeken, en zich
hersteld. Zij was te eenvoudig van aard om nu te
veinzen, of deze nieuwe vreugd uit haar leven te ban
nen, en dus zeide ze:
Als de anderen gaan wandelen, na de lunch
ja, kom dan.
En zonder verder iets te zeggen, gingen zij de ka
mer uit; toen, bij de kromming van den corridor
naar 't andere deel van het huis, boog hij zich plot
seling, kuste eerbiedig haar hand, en liet haar voor
bijgaan, terwijl hij rechts ging naar den vleugel,
waar zijn kamer zich bevond.
Wordt vervolgd.