AlitiiEi Nieifs- w Donderdag 3 Mei 1923, 66ste Jaargang. No, 7224 Uitgevers i N.V, vl Co., Scfoageii Raad Barsingerhom, VAN RiJSWIJK's DE LANGE DE HSBAAZ, Credicten voor landbouw en handel. \V SCHA E91 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk In het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKEN1NO No. 28330 INT. TELEF. no. 20 1 Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewljsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Vergadering op Dinsdag 1 Mei 1923, des middags half drie uur. Voorzitter de heer K. Breebaart Dz„ Burgemeester, secretaris de heer P. Bronder. Aanwezig alle leden. Na opening bengt voorzitter dank aan den heer Smit voor hét waarnemen van zijn. s.rcJn gedurende zijn ongesteldheid. De notulen worden goedgekeurd. ïh ingekomen van Ge*l. staten de goedkeuring op de verordening betreffende d© keurloonen. Vijf a zes nut au den »3 nu zonder verordening reeds gekeurd. Eveneens is goedgekeurd de verordening heffing schoolgelden, zoowel voor het lager als vervolgon derwijs. Van het comité van Burgemeesters en Secretaris sen uit de kantons Alkmaar, Hoorn, Purrnorend en Schagen is een circulaire ingekomen betreffende de regeling van de buitengemeenten met Alkmaar over het schoolgaan van buitenleerlingen op de Handels scholen té Alkmaar. Waar deze regeling nog niet go- heel ten genoegen flor buitengemeenten ie afgewik keld, wordt geadviseerd alleen de bereidverklaring tot toelating te geven van leerlingen, die thans schoolgaan. Spoedig zal over dit punt weer een alge meens vergadering worden uitgeschreven. Voorgesteld wordt, om het vermenigvuldigingscij- fer voor de plaatselijke belasting, dat 3 bedroeg, op op 1.70 te bepalen, dat is ongeveer 40 pet. minder. De heer Spaans vraagt, of wij daarmee aan den veiligen kant zijn. Voorzitter zegt, dat dit zeer secuur io, als 't moet kan het nog lager.. Met algemeene stemmen aangenomen. Is ingekomen het bekende adres van Grootebroek, met adhaesiebetuiging op een billijke herziening van de salarissen van Burgemeesters, secretarissen en ontvangers. B. en W. stellen voor, dit voor kennisge ving aan te nemeri. De heer Spaans vraagt, naar de aanleiding van dit voorstel. Voorzitter zegt, dat hier, wat den ontvanger be treft, het standpunt van den Raad pas is geregeld iu een aan Ged. Staten verzonden adres. Verder-achten B. en W. hot oogenblik nog niet gekomen, om het salaris van burgemeester en secretaris te verlagen. A1.J er verlaging moet plaats hebben, zijn B. en, W. al 1 oen bereid dat te doen over de geheels categorie der ambtenaren. De heer Spaans is niet voor algemeene verlaging, ook al heet de tijd daarvoor gekomen. Spr. wil nu aan het adres adhaesie betuigen. Voorzitter vraagt, naar de motieven. Kent u het. adres en de gronden waarop herziening wordt ge vraagd? De heer Spaans wijst op de tijdsomstandigheden en als die anders worden, is spr. evengoed voor ver hooging als nu voor verlaging. De heer Engel is eigenlijk wel voor het adres. Daar wordt gesproken van een billijke regeling. Welnu, daar is spr. voor. Maar wat wordt er mee bedoeld? Wij' moeten eerst aantoonen dat het zeer onbillijk is geregeld. Spr. noemt het adres een diplomatiek >tukje, dat niemendal zegt. De heer Spaans: Dat kunnen, wij hier ook best zelf uitzoekt:n. De heer Engel: U heeft het oog hoofdzakelijk op den Burgemeester zijn salaris. De heer Spaans: En ontvanger! De heer Engel: Dat is reeds yan de baan er. het ie nu de vraag: hoe hoog moet het, salaris van den burgemeester zijn? De heer Spaans: Daar ia'het nu den 11'd niet voor om over te praten. Als wij adhaesie betuigen is er ge legenheid genoog om dat nog te onderioeksn. WIJ weten dat het ambt van Burgemeester tijd en gele genheid .te over laat orn allerlei nevenbetrekkingen te vervullen. De verschillende functies er naast uit geoefend, geven een broodwinning. Ik spreek in het algemeen en daarom ben ik voor herziening- De heer Engel wijst op het moeilijke ok juist wc -r te geven wal het ambt van Burgemeester inhoudt. U wilt u losmaken van den persoon van den burge meester, maar dat is juist zoo moeilijk. Het ambt en de werkkring van den burgemeester is niet omschre ven in een verordening. Dat ambt hangt geheel af, wat de persoon in kwestie er van maakt. Het is op een andere wijze, maar anders not als bij een dominé. Houdt die eiken Zondag een preek uit het leven go grepen, dan levert hij een moeilijk stuk werk; leest hij uit een oud boek maar wat voor, dan beteekent het niemendal. Een burgemeester kan er zelf van maken van zijn ambt wat bij wil. Hij moet kennis ne men van alle zaken de gemeente betreffende. Als hij zich nu in alles wat zijn gemeente betreft inwerkt, dan eischt dat enorm veel tijd. Maar doet hij niet veel meer dan wat stukken lezen en zijn handteeke- ning zetten, dan neemt hij ook wel kennis van alles, maar legt het genoegelijk naast zich neer en dan is het aJ eon heel gemakkelijk baantje. Naar mijn oor deel hangt de vraag: hoe hoog moet het salaris van den Burgemeester zijn, geheel samen met de wijze waarop de burgemeester zijn ambt waarneemt. De heer Spaans wil in geen enkel opzicht afdingen op den ijver van de burgemeesters, maar dit staat toch wel vast, dat algemeen de burgemeesters in de bcerengemeenten alle tijd hebben om nevenbetrek kingen te vervullen. Een burgemeester in een boeren dorp heeft, een massa tijd over voor allerlei andere dingen. Kijk maar in onze omgeving rond, de burge meesters hebben tijd voor alles. De heer Engel: Dat hangt af van wiat ze deen wil len. I I De heer'Spaans: Ik ding niet af op hun ijver. Ik coii9taieer alleen het feit, dat zij alle gelegenheid hebben voor allerlei nevenbetrekkingen en dan is het salaris dat zij hebben te hoog. De heer Engel achtte het voor kleine plaatsen ook het best dat de betrekkingen van Burgemeester en secretaris gecombineerd werden. Maar het is met de secretarissen als met de burge- meesters, ook deze hebben er nevenbetrekkingen bij. Secretaris hoeft f1900, is ambtenaar van den Burgerlijken Stand, ontvanger, administrateur van de vleeschkeuring en verdient er nog eens zooveel bij. De heer Spaans acht het ambt van secretaris toch wat anders. Deze is vorplicht een bepaald aantal uren t'P kot raadhuis te r.jjn g$ syy burgétnéos-; Schoenhandel - Schoenmakerij. Vertrouwd adres voor luxe en gewone Schoenen legen uitersten prijs. ter in 4 weken niet komen, dan doet zijn plaatsver vanger zijn werk. De heer Engel: Dat ben ik met tt eens. De heer Spaans: Ik hoop, dat het geen persoonlijke veeta aal geven, dat ik dit alles zeg, ik meen het zoo. Voorzitter: Hot zal volstrekt geen persoonlijke veete brengen. Maar wat u zegt over 4 weken weg blijven is geheel onjuist. Zoo iets kan alleen als een burgemeester ziek is. anders moet hij ook op het Raadhuis zijn. Hoe ik mijn betrekking opvat, zal ik niet besproken, daarover laat ik het oordeel aan den Raad. Maar ik wil alleen zeggen, dat als een burgemeester geen nevenbetrekkingen mocht heb ben, het salaris ook naar niets leek voor den eersten burger der gemeente. Van f 2000 alles betalen eit 'e- ven naar zijn stand zou onmogelijk kunnen. En daar om is hot noodig dat de burgemeester óf finantieel krachtig ia, óf er wat bij verdient. Maar is het dan goed, dat een burgemeester juist iemand moet zijn met geld on daardoor uitgeschakeld worden de wel licht betere werkkrachten zonder kapitaal. Dat acht spr. verkeerd en van 't tractement alleen bestaan is onmogelijk. 1 Do heer Engel meent,dat dit toch wel vaststaat, dat al blijft een burgemeester 4 weken weg er niets ver keerds gebeurt en er ook niets achter komt. Van een wegblijven van den burgemeester is in een half jaar niets te merken. De burgemeester is een zeker soort luxe. Als de secretaris 1 dag weg ia, en Herman heeft geen tijd om het werk over te nemen, dan is het werk direct op achter. Spr. herhaalt, in een kleine gemeente is een burgemeester een luxe. Maar zij zijn er nu oenmaal en het is de kwestie nu, beloonen Ged. Staten Burgemeesters en secretarissen te hoog. Wij moeten het dan aantoonen hoe wij het willen hebben. De nevenbetrekkingen vervullen zij' alle maal goed of niet goed, Ik acht do combinatie van Burgemeester on secretaris in een kleine gemeente de ©enigste oplossing. De heer Spaans zegt, het niet te hebben over de vraag, of f2000 voor eon burgemeesterzonder flnan- tiën te laag is. Als de burgemeester iemand was zon der bijbetrekkingen ,dan zou spr. de eerste zijn, om dat salaris verhoogd te krijgen. Maar nu het anders is, is spr. ook er voor, om dat salaris verlaagd te krijgen. De heer Engel: U kijkt naar den persoon van den Burgemeester en of die zich met toewijding geeft. De heer Blaauboer zegt, ongeveer van dezelfde ge dachte te zijn als de hoer Spaans. De geldeD voor het ambt van Burgemeester noodig, moeten door de ge- meentonaron worden opgebracht en daarmee moet rekening worden gehouden. Maar het is zoo verba zend moeilijk om een bedrag te noemon, dat ben ik met den heer Engel eens, dat hier verdiend wordt. Algemeen verlagen, dat acht spr. niet goed, er zijn andere burgemeesters, die niet zoo finantieel krach tig zijn als de onze. Elke burgemeester diende eigen lijk speciaal beoordeeld, gelet te worden op zijn fi- nanttoelen toestand, en of hij er dit of dat bij had. Daarmee zouden Ged. Staten het echter niet eens zijn en dat ia te begrijpen, een algemeene regeling als er moet rrijn vast aan het zielenal. Spr .acht het daar om ongowenscht met het voorstel Grootebroek mee te gaan en veroenigit zich met de gedachte van B. en W. om het voor kennisgoving aan te nemen. De heer Engel is van oordeel, dat men het zeker hot liefst vastknoopte deze salari-sregoling aan den "conomiachen toestond der gemeente. En dan kreeg men wellicht 'n classificatie zoo uitgebreid, voor elke gemeente één klas. En. dat in een tijd nu een scherpe actie wordt gevoerd tegen de classificatie. Dat zou averechts zijn. Spr. hrhaalt, dat het adres van Groo tebroek niemendal zegt. De heer Smit merkt lachend op, dat het wellicht aanbeveling verdient om al de bij verdiensten- van heft sa!;:ris van den Burgemeester af ie trekken, ten voor- deelo der gemeente. In stemming gebracht verklaart alleen de heer Spaans zich voor adhaesiebetuiging. Goedgekeurd wordt, eer overoenkomat met do ge meente Winkel over het schoolgaan van kinderen ih die gemeente. In beginsel wordt goedgevonden, ook een regeling met Zijpe te treffen. Verschillende af- en overschrijvingen worden goed gekeurd. Volgt benoeming van een onderwijzer aan de school te Kolhorn. De Raad gaat ter bespreking der candidaten in comité. Na heropening wordt meegedeeld, dat de voor dracht luidt: 1. G. J. Duinker, Hilversum, tijdelijk te Kolhorn; 2. W. J. Blaauboer, Schagen; 3. S. P. de Vries, Schoorl. De bedoeling is, direct in dienst te treden, wat alleen met de bedde eerste heeren moge lijk is. Voorzitter zegt, dat de heer Kooijman zich van stemming dient te onthouden, daar er verwantschap bestaat tusschen den heer Kooiman en no. 2 der voordracht. De uitslag der stemming is: Duinker 3, Blaauboer 3 stemmen. Bij loting wordt de heer Blaauboer be noemd. Bij de rondvraag informeert de heer Burger naar do waterleiding in de school te Kolhorn, deze kraan is zoo laag bij den grond gemaakt, zonder een bak er onder. Voorzitter zegt-,dat het de "bedoeling niet is ge- woest. Toen het werk is opgenomen, was de opzichter ziek, en is in overleg getreden met het Hoofd der school. Toen het werk is uitgevoerd, was deze met vacantie, en is heit werk niet gemaakt zooals was afgesproken. Het zal echter worden veranderd, wat gemakkelijk kan, er zal ook een bak onder de kraan werden geplaatst. Mevr. BergmanGons brengt ter sprake de zoo wonderlijke wijze waarop de waterleidingkraan in de school te Barsingerhom is aangebracht. Deze kraan is verstopt in een kast, daar mankeert ook es*n bak onder. Spr. wil de kraan voor het oog der kinderen, in den gang, met een emaille beker aan oen kettinkje. Spr. hoorde dat het de bedoeling was j de filter met leidingwater te vullen, en dat heeft, als1 gevolg, dat de kinderen in den zomer weer lauw wa ter moeten drinken. Spr. wil in elke school een beker. Voorzitter zal het in B. en W. bespreken. De heer Smit zegt, dat het H. der S. in Barsinger hom juist de kraan in de kast doelmatig oordeelde, met he oog op het waterkladden. Mevr. Bergman—Gons acht het noodig, dat de be ker juist op heit gezicht hangt. De kinderen moeten leeren om niet te kladderen. Als men zoo'n water kraan wegstopt, leeren zij nooit om zich behoorlijk te gedragen. Kinderen moet men opvoeden. Voorzitter zegt, medisch advies te zullen vragen, of dat koude water iu den zomer kan worden gedron ken. De heer Engel deelt mee, dat elke school door B. en W. is bezocht en daar voeling is gehouden met de Hoofden der scholen. En nu was het bezwaar te Bar singerhom, dat hert, Hoofd bevreesd was, dat de kin deren niet van de waterkraan zouden afblijven, er was geen voldoende toezicht te houden. En toen zijn B. en W. met het Hoofd meegegaan. Te Haringhuizen is de kraan in het schoollokaal, maar dat kan na tuurlijk nieit, in Barsingerhom en Kolhom. Mevr. Bergman—Gons vraagt, of er al ie.ts hekend is over het onderzoek dot B. en W. zouden instellen over het gebeurde bij hei Armbestuur. Voorzitter zegt, dat hij door zijn ongesteldheid er niets van weet, wellicht dat de wethouders de zaak hebben afgehandeld. Het betreft de autorekening en het venten, De heer Smit zegt, dat wat die autorekening be treft, de dokter uit Winkel alles, op zitn eigen houtje heeft gedaan, zonder er iemand in kennen. Er woont een lid van het Armbestuur dichtbij en het Armbestuur vindt het verkeerd als alles buiten een lid van dat^bestuur geschiedt. Voorzitter zegt, dat als er een paitiënt bijl het St. Elisabethsgesticht komt om opneming, geschiedt dat niet eerder of er moet een bewijs zijn van het Arm bestuur. Mevr. BergmanGons: Dus moet er dan eerst een vergadering worden gehouden? Voorzitter: Neen, dat kan in spoedgevallen elk lid van het Armbestuur op zichzelf afhandelen. Mevr. Bergman—Gons: Ik heb hier de rekening van het St. Elisabethgesticht, voor bedoelde patiënt, groot f 24.10. Dezo is aan den voorzitter van hot Arm bestuur gotoond', maar deze wenschto ze zolfs niot in ontvangst te nemen, onder de mededeeling, dat de patiënt dit bedrag zelf! wel kan'betalen. Op mijn aan raden heeft do man een staatje opgemaakt van zijn verschillend© verdiensten. Deze beliepen per jaar f 905, du^ ongeveer f 18 per week. Daarvan moesten leven 4 personen. En nu gaat het, toch niet om der gelijke monschen oen bedrag van f24 voor het zie kenhuis en f22 voor oen auto zelf te laten betalen. Spr. meent, dat dergelijke menschen zich volstrekt niet behoeven te schamen om daarvoor hulp te vra gen en het is schandelijk van hot Armbestuur om hier niot behulpzaam te willen zijn. Voorzitter, hamerend: Ik kan dat woord schande lijk niet toelaten, dait moet u terugnemen. Mevr. Borgman—Gons: Dat doe Ik niot! Voorzitter: Het komt niet to pas om zoo te spre ken over menschen die de raad' zelf heeft benoemd om dit werk te doen en die het beter zullen weten dan u. Mevr. BergmanGons: Dat is nog ée vraag. Voorzitter: U behoort een dergelijke beschuldiging niet uit to spreken als u daarvan geen bewijs hebt. Mevr. Bergman—Gons: Dat is niet noodig, ook hier. Er wordt niet eens gevraagd, hoo de menschen er finantieel voorstaan, hulp wordt maar botweg ge- weigtfrd. En hulp te goven als er f 18 per week wordt verdiend is geen schande, f 24 plus f 22 gaat boven de krachten van di© menschen. Als do man overleden was. was het voor do gemeente nog ergor gewoest, dan had het Armbestuur nog heel wat anders moe ten betalen. Men mag bovendien nog blij zijn, dat het zonder operatie is afgeloopen. De heeren Blaauboer en Spaans inforraeeren naar den naam van den patiënt. De heeren Engel cn Burger: Niet noemen in 't openbaar. Mevr. Bergman—Gons: Dat is ook ormoodig. De menschen zullen niet .vragen als ze het niet hoog noodig hebben en het is waarachtig geen schande als ze geholpen worden. Voorzitter: Nu zegt u het heel anders. De heer Smit zegt, dat de dokter van Winkel in zulke gevallen steeds zulk een eigenaardige houding aanneemt. Hij doet maar wat hij wil, zonder er iemand in te moeien en dat gaat toch niet. Mevr. Bergman—Gons: In zoo'n geval moet direct geholpen worden. De heer Smit: Er woont een lid van het Armbe- stnur dichtbij, maar hier wist niemand er iets van. Mevr. Bergman—Gons: Zondagsmorgens heb ik den man nog ontmoet, en 's middags heeft de man zulk een pijn, dat hij met groote spoed vervoerd moet worden. In de zoo moeilijke situtatiq heeft niemand er wellicht aan gedacht, het Armbestuur te waar schuwen; En spr. blijft de houding van den voorzitter van het Armbestuur, om zelfs geen inzage der reke ningen te willen nemen, scherp afkeuren, zulk een handelwijze is niet goed te praten. Voorzitter zégt, dat men er een paar dagen later met een lid van het Armbestuur desnoods over had kunnen spreken. Mevr. Bergman—Gons: De menschen zijn er heen geweest, dat weet ik zeker. De heer Engel is van meening, dat deze kwestie door de ongesteldheid van den Burgemeester niet is afgehandeld. Spr. noemt hert. bar, dat iemand, die vergeet eom lid van hot Armbestuur te waarschu wen, gestraft wordt met een boete van f46.50. Is dat du zoo'n verschrikkelijk vergrijp, zoo'n groote nala tigheid? Er is geen rechtbank in de heele wereld, die daarvoor een straf zau geven van f46.50. Het is werkelijk een schandaal, dat zoo iets kan gebeuren, De verdiensten zijn ruim f900, daarvan moeten va der en moeder en 2 kinderen leven. Dat inkomen is nog beneden het bedrag dat wij zelf willen voor af trek voor noodzakelijk levensonderhoud f800, plus f 100 voor elk kind. En in zulke omstandigheden wil het Armbestuur dat de menschen het zelf betalen, 't Is waar, wij kiezen die leden van het Armbestuur die dat doen, maar ik neem daarvoor geen verant woordelijkheid op mij. De heer Smit: De Burgemeester was ongesteld, en ik wist al 1 oen iets van die auto en van al heit. andere ALKMAAR. Ao. 1804. DONDERDAGS te SCHAGEN Hótel „Vredelost". wist ik niets. En met die auto heeft Dr. Oudendal al les maar zelf gedaan. Voorzitter; Ik zal do discussie nu maar sluiten. B. en W. zullen nu een onderhoud aanvragen met het geheele Armbestuur en dan kan alles eens uitvoerig daar worden besproken. De hoer Engel: Ik verwacht er niet veel van. Dan is weer te vroeg gevraagd, dan weer te laat, het is uiterst moeilijk om bij de leden van het Armbestuur hot juiste moment te treffen. Voorzitter: Het is zoo'n aardig baantje niet, het is uiterst moeilijk. Mevr. Bergman—Gons: Dat is net zooals men het opnoemt. Als ihen er niets voor voelt, moet men het ook niet aanvaarden. De menschen begrijpen hun plicht niet. Voorzitter: Ik sluit de discussie en B. en W. zullen met het Armbestuur een onderhoud hebben. De heer EngelIk woet niet, of ik die conferentie wel zal bijwonen. Ik verwacht er niet veel resultaat van. een glad verkeerd begrip als het Armbestuur van zijn taak heeft. Het is zulk een vreemde organisatie on welke ideeën men daar van ondersteuning heeft, is het toppunt. Mevr. BorgmanGons: Ja, men heef daar vreemde gedachten. De heer Engel: Ja, men redeneert daar al heel vreemd, er is met die leden van het Armbestuur niet to praten. De menschen, die arm zijn, moeten er om denkon om niet alles op te maken. Als er nog een klein beert.je geld is, dan moet men zich maar trach ten te redden, enz. Men heeft niet het minste besef van de sociale plicht van een instelling als Armbe stuur. Als iemand f 900 inkomen heeft, mag er geen bedenking zijn om hem te helpen. Laat men derge lijk werk dan toch eens doen volgens een zeker systeem en niet alles uitpeuteren, of een groote mond opzetten tegen menschen die aankloppen. Do hoor Spaans tot den heer Bronder: Onze vrou wen zijn niet veel bijzonders. Mevr. Borgman—Gons: De menschen worden schandelijk behandeld- De heer Kooijman wil graag de menschen onder stounen, maar spr. kan het niet goedvinden, dat menschen die door den Raad zijn benoemd, zoo in bet openbaar worden aangevallen. Waarom zooiets niet in comité besproken. Als er dan geen verbete ring komt, dan is het vroeg genoeg het in openbare zitting te doen. De heer Engel zoowel als mevr. BergmanGons en de heer Burger roepen dat het in 't openbaar juist goed is. Mevr. Bergman—Gons is het zat om steeds afgewe zen te worden, die hulp noodig heeft, er is hij die menschen geen liefde voor het werk, de menschen v, ijst men maar terug en zegt, dat ze hot zelf moeten betalen. De heer Kooijman: Zoo'n mooi werk is het niet en velen willen het niet zijn. Mevr. BergmanGons: Ik wel, ik heb steeds liefde voor dat werk gehad, maar mij willen ze er niet in hebben. Voorzitter zegt, dat het nu afgeloopen is en hamert tot de opgewondenheid wat bedaard ia Mevr. Bergman—Gons wil het mogelijk maken, dat de menschen zichzelf kunnen helpen. Zij moeten het bediag dat zij bij ziekte enz. noodig hebben, kun nen bekomen van de gemeente om het dan met f 1 per week bv. terug te kunnen betalen. Voorzitter: Dat kunt u do volgende vergadering voorstellen. Movr. Bergman—Gons: Het beitreft niet alleen dit punt, maak ik wil het in 't algemeen. Voorzitter: Het staat niet op het convocatie, dus heit blijft voor de volgende vergadering, daar heeft u recht van spreken. Mevr. Bergman—Gons: Het is mi ook wel te be slissen. Voorzitter: Dat kan niet, of de leden moeten het thans willen. Wie ondersteunt het voorstel van mevr. BergmanGons? Niemand? De heer Blaauboer acht zulk een bespreking als nu is gehouden, ongewenscht, vooral niet tegenover een college dat wij zelf hebben ingesteld. Voorzitter: Steunt niemand het voorstel? De heer Engel: Wij kunnen het later wel bespre ken. Spr. wil nog op de zaak terugkomen. Voorzitter zegt, dat do discussies nu gesloten zijn. Do heer Engel: Laat ons de zaak toch bespreken. U is toch democratisch. Voorzitter: Het is nu afgeloopen 1 De heer Blaauboer vraagt. ,hoe of voorzitter staat tegenover den zomertijd en of het niet mogelijk is om den schooltijd met het oog op etensuur enz. te veranderen. Voorzitter is er wel voor, om den schooltijd een half uur te vervroegen en wiT daartoe wel pogingen aanwenden, mits de Raad heit daarmee eens is. Do hoor Engel wijst op hot verleden, toen de in specteur van hot onderwijs zijn medewerking tot zulk een maatregel niet wenschte te verleenen. Maar het is nu wol te probeeren. Niemand is tegen het probeeren en voorzitter zegt, naar den inspecteur t© zullen gaan en werkt deze niet mee, dan naar den minister. Do heer Engel vraagt het woord voor een persoon lijk feit. De hoer Spaans hoeft straks een insinuatie geuit en blijkbaar tegen spreker, want hij keek hem tenminste aan. Do heer Spaans zei tot den secretaris onze vrouwen zijn niet veel b'ijzonders. Het zou kun nen worden! opgevat, alsof ik aanleiding had gegeven tot zulk oen opvatting, alsof ik deze meening was toegedaan. Dat is niet. 't geval. Men kan evengoed geen hoog© dunk hebben van de opvatting van iemands -taak en toch de persoon zelf daar buiten laten. Ik ben het met de leden van het Armbestuur geheel oneens over dé opvatting van. hun taak, om-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1