AlltlEtl Bitlis- Naast een groote keuze VAN RIJSWIJK 3 SOKOENHAKDEL-SCHOENMAKESIJ ZIJN MEISJE. Radiotelegrafie en Radiotelefonie, Uitgevers i N.V, v.h. TRAPMAN CoScliaqnii EERSTE BLAD. Agent voor Scbagen i 0. ANNEVELDT. Zaterdag 16 Juni 1923. 66ste Jaargang. No 7247. COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eeratuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT TFI FF no. 20 Prij9 per 3 maanden fl.65. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT,UIT VIER BLADEN. Ze had hem zoo lief gehad, o zoo lief. 't W"as wel een jongetn boven haar siana en haar vriendinnetjes hadden, haar vaak gezegd, dat hij 't toch niet meende en ten laatste zou gaan trouwen met een van „z'n oort" maar zij1 wist wel beter. Hij vroeg geen geld >n geen klinkenden naam, hij vroeg liefde en kon er i iemand op de wereld wezen, die meer van hem hield dan zij 7 En nu was hij dood en vaag voe'de ze iwat dat was, vaag ja, want heel duidelijk was 't haar niet. j 't Was Juni, de zon scheen heerlijk, de boomen waren j groen, overal zag men bloemen en nog eens bloemen* i de wereld was vol geluk, was even mooi als verleden jaar, toen rij 's avonds na het verlaten van haar atelier, buitcn-om wat met hem wandelen ging en daarna een glas bier dronk in Hollandais of American, gezellig zittende op het breede trottoir, kijkende naar de wandelaars en fietsen, die voorbij schoten als glim- vliegen. Ze kon zich. niet voorstellen, daags als zij van haar werk opzag naar buiten, waar alles straalde vén gouden vreugd dat het nu voorbij' was voor altijd. Maar 's avonds, als ze alleen huiswaarts ging. een eind soms vergezeld vart een vriendinnetje, als zij povèn kwam bij moeder, die zoo humeurig was.en nooit een goed woord voor haar had, en zij voor het raam ging zitten de lange stille uren, tot zij najir bed ging, naaiende, mazende, breiende of wel' lezende in een boek, één hoek van hém, dat hij haar had meegebracht en dat ze |zoo mooi vond en zeker vier malen gelezen had, dan wist ze dat het gedaan was met haar geluk, dat het met hem begraven was om niet weer op te staan. Een 'paar dagen na zijn begrafenis was ze naar 't kerkhof geweest, heel even met n trammetje, want zij' had maar een uur vrij. Haar "boterham was er dien middag bij ingeschoten. Ze had het graf gemakkelijk gevondende zware steen, die er op gewenteld lag, droeg zijn fami lienaam pn bovenaan prijkte het wapen, dat zij zoo yaak met een soort eerbied had aanschouwd op zijn zegelring. Veel meer dart den naam en het wapen kon ze niet zien. bedolven als de zerk was onder de bloemen en kransen. En wateen kransen. De zijden l intern hadden hun. frischheid reeds .verloren'en de bloe men welkten al hier en daar; de wind had de linten door elkaar gekronkeld en maar enkele woorden waren gemakkelijk te lezen. In het midden lag eön reusachtige krans van witte rozen en het satijnen vaantje, dat even «pwapperde, toonde duidelijk zichtbaar de woorden „geliefde zoon." Zouden ze hem zoo lief gehad hebben als zij Zeker, Het verlies was ook voor hen hard geweest, maar hij had nog twee broers en nog zusters, ze hielden wat over. Maar zij:» Hij was haar alles; buiten hem had ze niets, totaal niets. Ze stond nu zoo eenzaam zoo doodeenzaam in 't leven. Ze had wel biji hem willen liggen daar onder den steen. Neen, knielen durfde ze niet, ze schreide ook niet; ze stond maar stil, ze staarde maar op de bloemen, op de zerk, op de namen, op het wapen. Ze begreep niet. t Was alles als een droom, waaruit j zij pas later, veel, veel later zou ontwaken. Ze hoorde j een klok slaan, dacht er aan dat het tijd was om terug te keeren, wilde ze geen boete oploopen voor haar te laat komen en ze keerde zich om, zag nog even naar de bloemen^ naar de linten, liep het paadje op naar den uitgang. Bij het kerkhofhek stond ze weer even stil, keek nog eens om, maar ze zag niets méér, niets dan de boomen, het gras e»n andere grauwe zer ken, liggende in de vergetelheid "als de doodeui er onder. Ze liep wat harder de straat door, nam op 't pleintje den tram en .stapte vlak bij haar ateiier uit. En diein middag werkte ze weer als alle middagen, zag door 't raam naar buiten, waar alles straalde van gouden vreugd en begreep niet, kon zich biet indenken in de verecnrikkeliike werkelijkheid. ndafi daarop ging ze om elf uur de deur op straat als anders; de jzeer voordeelige SCHOKNKN, o.a. BRUIN MOLIÈRE 16.50, ZWARTE MOLIÈRE 15.00, FANTASIE-SCHOENTJES 17.00, kao verschillende luxe MODE SCHOENTJES aanbieden, b.r. in bruin en zwart peau de suède lak, boks- calfs, bruin en zwart chrooraleder. Ze rees op, die andere zou.... Maar zq stond vóór haar; opeens, hls een ver schijning, een dreigende verschijning en ze hoorde hard opklinken, hard en verwijtend de woorden die 'op haar vielen als vuistslagen, haar bedwelmden, haar deden staan, stil en koud als een beeld: Zoo. Zijt gij het, die viooltjes op rijn graf legt' Heb ik u eindelijk gevonden'/ "Waar haalt ge den moed vandaan? Schaam u en waag het niet meer den doode to beleedJgen met uw twijfelachtige attenties en den doode niet alleen maar ook mij», mlij' en.... Dat was te veel. Zij was geen boosdoenster, zij kwam hem niet beleedigen, hém, hémt, o God i Wie is u? stotterde zij. Ik. De' ben zdjn meisje. De viooltjes vielen uit haar hand en zich aan de bankleuning vastgrijpende, was allee wat ze zei Ik OOK i Den Zondag daarop eing uit. 't Was niet zoo druk _r winkels waren gesloten: geen' gijaag en gevlieg van handkarren en volgeladen menschen, die den tijd aan zichzelf hebben. Terzij van den schouwburg ze passeerde het plekje dagelijks wist ze dat het ioode- na met haar bloemenbouquetjes viool vrouwtje ston< tjes, roosjes, resida, kleine tuiltjjes van^een dubbel tje. met een draadje katoen vastgebonden. Toen ze het stalletje genaderd was, haalde zij haar platte porte- monnaie voor den dag, nam er een dubbt kocht een bosje violen. Ze vond het eigenlijk wel wat gek met zoo'n bun deltje bloemen in de hand te loopen, ze verbeeldde rich dat alle menschen haar aanzagen en temeer Waar ze zoo strak voor zich keek, zoo haastig haar weg vervolgde, 't Was een heel eind, het kerkhof, maar 't was Zondag, niets bond haar aan tijd en het won tramgeld uit. A'sof ze iets misdadigs van plan was, sloop ze de laantjes door, glurend naar de enkele bezoekers, die langzaam rondwandelden of verwijlden bij een graf. Reeds in de verte zag zij de bloemen op het zijne, blinkend in de zon a's sneeuw. Een oudachtig heer liep op het paadje terzijde. Nu stond hij stil, -stte zijn pince-nez op, keek aandachtig naar de zerk, en te bloemen; zij wandelde weer verder, liep den weg, dien zij gekomen was, weer een eind terug, keek naar alle kanteu om of er menschen in de nabijheid waren. Niemand. De oude heer stond met den rug naar haar toe verderop naar een andere zerk te staren, het groepjé wandelaars, dat rij straks gezien had, was verdwenen. Toen versnelde zij haar stap, sloeg het Paadje in. dat rechtstreeks naar het graf leidde. En aaar stond ze or nu voor. De kransen lagen nog precies als voor ee<n dag of wat, alleen de linten waren nog iets tuinder msch en nóg iets meer ineengekronkeld en verward. Er kwam geen traan in haar oog. Zoo midden in het groen, alles rond óm haar zon en bloemen en vogel - gekwinkel boven haar in de takken, begreep zij minder dan ooit. Ze wist echter dat ze hier gekomen was om haar tuiltje violen op rij'n graf te leggen, ze zou het doen en dan gauw heengaan, heel gauw, wamt ze was bang, dat Iemand haar zou zien. t Was of ze iets deed, dat eigenlijk brutaal was, iets waartoe ze het recht niet had. 't Was of men er boos om zij'n mocht haar er om uit le lachen, mocht (minachten. Ze had een gevoel alsof hij, de rijke- jongen, op een feest was, in een mooie zaal met groen en lichtjes, waar mannen en vrouwen van „rijn soort'" zich vrool'ijk om hem heen bewogen en dat rij., het arm© naaistertje, in haar een voudig japonnetje, met haar hoedjje op uit de twee- guldens-bazar en "haar katoenen handschoentjes aan van een halven gulden, plotseling de éeur oepnde, de zaal1 binnentrad, langs ae elegante dames en -heeren heen op hem toeschoot en den arm om''rijn hals sloeg om hem een kys te geven. Ze zou Ineenkrimpen onder de blikken van minachting en spot, van woede en verbazing over -zooveel vermetelheid. Ze bcgón te j beven of ze de koorts had, voelde een oogenbl ik lust om1 met haar viooltjes weer weg te sluipen, zooals zij gekomen was. Maar ze wist, dat ze er straks spij t van zou hebben en. in den grond vond ze 't ook flauw, kin derachtig. Ze deed toch geen kwaad? En bovendien! l niemand zag het, Ze keek om. Neen, er was niemand, ook de oude heer was verdwenen. Toen boog ze zich voorover, lei 'de viooltjes naast den krans van witte j rozen, keerde zich schielijk om en liep het paadje op, dat naar den uitgang leidde. Halverwege sloeg ze echter rechts af en keerde langs een omweg naar het graf terug. Ze wou zien hoe haar viooltjes daar lagen te midden van de bloemenweelde der anderen. En ze vond dat 'ze al te zichtbaar waren, dat ze èl te zeer opvielen en dat was haar bedoeling niet. Ze lei ze er neer voor hèm, voor hem alleen. Zie behoefden niet gezien te win den door den eerste den beste, die het kerkhof rond slenterde om eens een wandelingetje te maken. En onder het zachtblauwe Opgebolde lint van een breeden immortellenkrans, schoof ze haar viooltjes zóó ver weg, dat slechts een paar onwillige nog heel even de paarse kopjes lieten zien. Nu was ze tevreden en ging naar huis met iets gejuk'kigs in zich, met iets j aat haar zei dat hij nu voTa, jn over haar moest zijn. En de dagen gingen voorbij' in hun eentonigheid vah knippen en naaien, van meten en passeh. De avonden mijmerden weg bij laat lamplicht, rij lezende in haar boek. haar moeder preutelend neerzittend in'haar stoel óf rondloopend en kleine huiselijke berigheidies ver richtend. Zij verlangde naar den Zondag. Dan haalde 's middags een vriendinnetje haar af voor een Vvandeling en zat ze 's avonds voor 't open raam, achter de potjes met geraniums en fuchsia, kijkend naar het gewirwar buiten, luisterend naar de muziek van -een verre harmonica, die opz^urde boven het straatgedruisch. Maar 's morgens ging rij geregeld naar het kerkhof met haar tuiltje violen, het schuchter leggend op het oude plaatsje, met eenige bevreemdingbespeurendé dat haar bloemen van de vorige week steeds verdwenen waren. 't Was de vijfde Zondag. Ze was 's morgens opgestaan met hoofdpijn en een drukkkend gevoel op de maag. Een oogenblik dacht ze er over niet naar 't kerkhof te gaan, haar bezoek uit te stellen tot den volgenden dag. In de kleine kamer waa *t echter aoo benauwd, al stond het raam ook hoog opgeschoven; ze werd zoó zenuwachtig en voelde zulke kloppingen aan haar sla pen. De rrissche lucht zou haar goeddoen meende ze en toen 't elf sloeg, was zij', haar tuiltje violen in de hand, reeds halverwege den ouden bekenden weg. Als naar gewoonte ging ze links af, met haar oogen het graf zoekende, waar hij rustte, wien ze kwam bewijzen aat ze hem niet verbeten had, nooit vergeten zou. Op dit uur trof ze zelaen of nooit bezoekers aan, een enkele vreemdeling uitgezonderd, die zijn middaguren aangenamer door wou brengen en daarom den morgen vulde met wat hij zich een plicht achtte, n.i hei bezoeken van een familiegraf of een wandeling over het kerkhof, dat hij als een niet te verwaarloozen beriens- eltje uit en waardigheid beschouwde. Langzaam schreed rij voort. 't Was hier zoo stil, zoo goea onder het lommer; ze begon zich hier thuis te voelen, zoo dicht bij hém, zoo ver van het gewoel en geroezemoes daargindsHaar hoofdpijn was minder geworden, het benauwd gevoel bijna geheel geweken. Ze zag naar de viooltjes in haai hand, rook er aan, bracht ze even aan haar lippen.... Ze had hem zoo lief gehad, ze had hem nóg zoo lief. Hij was zoo goed voor haar geweest en ze zou zoo gelukkig rijn geworden, als... Ze stond plotseling stil. Een vreemde angst slo^» haar om 't hart; ze begon te beven... En waarom eigenlijk? Oindat daar bij rijn graf een vrouw geknield lag, een jonge elegante vrouw-, die nu juist opstond, en naar haar keek, naar haar en het tuiltje violen, dat uit haar hand dreigde te vallen? Deed rij dan tóch kwaad, dat ze zoo beefde? Immers evenmin als die andere? Zij, rijn zuster, zij kwam hier om bloemen 4e leggen op het graf van haar lieven broeder, mooie bloemen, dure bloemen en rij, rij kwam rijn zerk tooien met haar viooltjes, bouquetje van een dubbeltje, gekocht aan 't uitstallinkje van 't jode vrouwtje naast den schouwburg. Was daar wezenlijk verschil inHad zij hem waar schijnlijk, ja zéker, niet liever dan die andere hem liefhadGaf rijn liefde haar het recht niet deze simpele maar 'óprechte hulde te brengen aan rijn nagedachtenis? Toch keerde rij 'terug, zocht zij wat ^erder een bank 01* en ging ritten. Ze zou wachten tot die andere vertrokken was..., Ze lei de viooltjes in haar schoot, peuterde met haar dunne vingers zenuwachtig aan het araadje katoen, dat oc groene steeltjes bijeenhield. En voort, 't eerst te middéfc van die groote kalmte om haar heen, werd haar stem ming week, zóó week, dat twee tranen over haar wangen rolden. Ze nam haar zakdoek, veegde ze af.... Daags- leefde ze over die weekheid noen, kón ze ér niet aan toegeven. Haar werk hield haar gedachten aldoor vast, om ze nu en dan maar eens éven, heel éven, los te laten, niet lang genoeg om Tot ómWaiken te- komen, te begrijpen. door 'H. JANSEN, Dir. Radioschool Helder/Alkmaar, •Do vorm van antenne, die de amateur het gemakke lijkst kan aanbrengen is de omgekeerde L-antennc. Iiicrvoor neme men het liefst koperdraad, omdat koper aan den electrischen stroom' een germgen weerstand biedt. De dikte van den koperdraad doet er minder toe. Neemt men het echter al te dun (minder dan 1 m.M.) dan vergroot toen weer den materieelen weert stand. Desnoods kan ook nog worden gebruikt verzinkt ij'zcrdraad, hoewel dit ook weer grooteren weerstand neeft. Verder is 'het onverschillig of men geïsoleerd clan wel blank draad neemt. Blank draad is goedkooper.. Op scheepsstations en landstations bezigt men geen koperdraad voor de antenne, koper is in Zuiveren toe stand 'te zacht en zou zoodoende te veel rekken en kans geven op breken. Bijvoeging b.v. van een weinig s Mi cli- u m, waardoor z.g. silicium-bronsdraad wordt verkregen, vermeerdert de hardheid en trekvastheid, terwijl de weerstand sléchts zeer weinig hooger wordt. Met het oog op het skin-effect wordt bij voorkeur gevloch ten diaad gebruikt, hetgeen tevens de sterkte verhoogt. Nu we de soort van het materiaal Voor de antenne bepaald hebben, dienen we te letten op hog twee factoren voor goede werking, n.I. hoogte en lengte van antenne. Met een lengte van 25 a 30 Meter kan men ai goede reusltateh verkrijgen. Is de antenne langer genomen dain is het opvangéhd vermogen natuurlijk grooter, de aetherspanningen be%i- vloeden alsdan een veel grooteren geleider, waardoor meer electronen in den geleider in beweging kuinitêrt komen: er wordt dus meer energie aan den ontvangkrifng overgedragen. Een nog belangrijker factor dan de lengte is de hoogte. Hoe hooger boyen huizen en boomen aangebracht, des te beter. Men móet indachtig zij'n, dat zinken daken, regenpijpen, boomen, enz., goede gelei ders zij'n voor. electriciteit,. en dus zelf ook een deel van de aetherspanningen, die anders den ontvangdraad zou den treffen, opnemen, hetgeen energie-vérliês voor dé ontvangantenne beteekent. Buitetn hoogte en lengte past men dikwijls verbreeding van luchtnet toe. Twee, of meer draden lóopen dan parallel, dus naast elkaar. Deze onderlinge afstand moet dan minstens een meter rijn. De amateur moet niet denken, dat hierdoor de eigen golf veel grooter wordt, want wel neemt de antenna- fcapaciteit toe, doch de zelfinductiewaarde mindert. De reden van draden bijspannen is weer grooter opvangend vermogen. Nu lengte, hoogte en soort draad gekozen rijn, gaan we de antenne bevestigen. Zulks kan geschieden naar keuze. Aan schoorsteenen of aan voor dit doel geplaatste palen, die eenige meters "boven de daken uitsteken. Dé antennedraad moet aan het einde, dat het verst van het ontvangtoestel verwijderd is, doodloopcn op een isola tor. In den handel rijn voor dit doel z.g. ei-, schotel- of bol-isolatoren. Deze isolatoren kunnen met touw, ge drenkt in parafine of schellak, aan de paal bevestigd worden, zoodat de opgevangen antenne-energie niejl naar de aarde kan afvloeien. Aan het einde van de antenne, dat het dichtst bij het ontvangtoestel is, moet men dit einde door een invoerdraad naar binnen feiden om dezen daarna aan het ontvangtoestel te verbinden. Deze invoerdraad, welke, ook weef liefst langs een isolator binnenshuis gevoerd wordt, kan het ver lengde van den Iuchtdraad zelf zijn of een draad aan de antenne gesoldeerd. Het enkel omwikkelen van den draad aan het Tuchtnet geeft een slecht Tectris»-h contact, doordat na eenigen tijd de draden beg'nnen te oxydeeren, waardoor op het verbindingspunt de weerstand veef grooter wordt en dus de ontvangst veel minder. De invoerdraad dient ook via een gazen buisje of ebonieten kokertje door een raamkozijn ,b.v. naar binnen te worden gebracht. Het n'et opvo'gen van deze regels geeft verschillende nadeel!gé capaci teitseffecten, zelfs ook indien dc invoerdraad te lang wordt genomen en b.v. over een groote lengte langs andere geleiders voor electricitéit binnenshuis lóópt. Is de invoerdraad volgens deze voorschriften tiaar het ontvangtoestel geleid, dan is men reeds een zeer groot deel op den goeden weg. - Uit welke richting komen nu de krachtigste radio signalen op het ontvangtoestel binnen? Hierover in het volgend artikel. Rbxnenlandsch Nieuws. OUDE SLUIS. Naar wij vernemen, heeft de heer Sluis alhier voor den a.s. kermis-Maandag geëngageerd de gun stig bekend staande vereeniging Het Kleine Tooneel van Noordscharwoude, met het blijspel „De Kribbe- bijler", waarmede deze vereeniging reeds eenige eer ste prijzen heeft behaald. LANDBOUWGEWASSEN. Omtrent den stand der gewassen in de landbouw- polders van Hollands Noorderkwartier deelde men ons van bevriende zijde het volgende mede: De hoofd gewassen, witzaad en peulgewassen staan goed. Bij deze laatste afdeeling maken Turksche boontjes en citroenboontjes evenwel een© uitzondering. Dit ge was is mislukt en bet wordt te laat voor een nieuwe uitzaaiing. Karwij droeg op vele akkers eene mis kleur, of daardoor de zaadteelt minder zal zijn, is nog niet te zeggen. Suikerpenen zijn op vele plaat sen opnieuw uitgezaaid. Ook het nieuwe uitzaaisel groeit slecht. Spinazie is verschillend en staat van matig tot goed. Blauwmaan is heel goed, Waar de klaver niet door den hagel os geteisterd staat zij zeer goed. NIEUWE NIEDORP. Onze plaatsgenoot, de heer P. d:o Boer, is geslaagd voor ihet behalen van diploma bij het praktijk-exa- men, opgelegd voor de Vereeniging van Leeraren in T Boekhouden. SCHOORL. De hoofdprijs van onze verloting is dit jaar geval len op no. 67 in hot bezit van den heer A. J. Peeck alhier. De heer Peeck heeft tot steun der verloting, elk jaar, zoolang de verloting bestaat, genomen de eerste 100 nummers. Deze trouwe steun ie dit jaar beloond met den hoofdprijs, paard, kar en -tuig. SCHOORL. In onze opgaaf van de bekroningen der hier ge houden tentoonstelling komt een abuis voor. Het 2. jarige paard van den hoer P. Kiatemaker to Schagen had geen eervolle vermelding, zooals was opgegeven, het paard is niet ingezonden. DE OOGST IN DE BETUWE De huidige stand der graangewassen geeft in de Betuwe ruimschoots gelegenheid tot hoopvolle ver wachtingen. Het oude spreekwoord: „Een Meimaand koel en inat, geeft koren in het vat", blijkt weer eens niet voor niets uitgesproken te zijnwant in alle op zichten schijnt de vochtige Meimaand van grooten invloed geweest te zijn iep een uitstekenden groei van de verschillende korensoorten. Rogge, tarwe en haver staan er puik bij, (klaver doet het uitmuntend en zelfs de erwten en de boo- nen laten weinig te wenschen over. Óok bet hooiigms zal een goede snede opleveren. Daarentegen kwa men de bieten minder goed! tot hun recht en groei den deze veldvruchten slecht uit, terwijl overvloed van onkruid op de bietenporceolen spoedig geruimd moet worden. Dropg en zonnig weer zal nu echter spoedig" noo- ddg zijn. Eerstdaags gaat de rogge bloeien en daarbij is warmte vereischte. VEEL GRAS ,EN VEEL MELK. In de weidestreken van Groningen is thans de hooioogst in vollen gang. Of hooi wordt hot dit jaar niet wat er groeit op weilanden. Vrees dat .de regenplaag, waarmee we nu al woken lang bezocht zijn, nog zal aanhouden, brengt de boeren er vrijwel zonder uitzondering toe om 't zekere maar voor 't onzekere te nemen en den geheelen grasoogst, die dank zij 't groeizame weer vroeg in 't voorjaar zeer ruim is, maar in te kuilen. Velen stellen dit inge kuilde voer, mits het op doelmatige wijze wordt toegediend, met middelmatig goed hooi op een lijn. Het efgroen op de gemaaide weilanden ontwikkelt zich gunstig en ook op de landerijen, die van 't be gin af geweid zijn is volop gras. Maar de „koeten vreten met vijf bokken", zeggen de boeren om aan te duiden, dat er als gevolg van 't natte weer heel veel voedsel vertrapt wordt en daarom heoft men op verschillende plaatsen de dieren weer op stal ge haald. om ze daar met versch gemaaid gras te voe deren. 't Geeft wel extra werk, maar er gaat gecm gras verloren en ze blijven in betere conditie dan wanneer ze al door in den kouden regen buiten moe ten verkeeren, wat de melkopbrengst ten goede komt Maar ook bij 't vee dat geregeld buiten verkeert valt in 't algemeen over de melkopbrengst blijkbaar nog niet te klagen: naar ons door do directies van enkele zuivlf abrieken werd medegedeeld beliep vqor hetzelfde getal koeien dit jaar die opbrengst over Mei ongeveer 25 pet. meer dan over dezelfde maand in 't vorig jaar. ONEERLIJKE BEDIENDE Te Amsterdam is aangehouden een kantoorlooper, die in September, van het vorige jaar met f3000 die hij voor zijn patroon, een Rotterdamsche expediteurs firma moest innen, was gevlucht. De oneerlijke be diende, die geen cent meer over had, is overgebracht naar Rotterdam.. INTERPELLATIE-TROELSTRA OVER DE VOLKS- BEWEGING IN INDIK De heer Troelstra heeft gisteren in de Tweede Kamer een interpellatie aangevraagd over de hou ding. der Indische regeering ten opzichte van de volksbeweging in Ned.-Indië. mede in verband met de jongste spoorwegstaking. SLAPTE Wegens slapte in het bedrijf heoft de Almelosche Ververij en Chemische Wasscherij voorheen Gebrs. Palthe aan alle vrouwen en meisjes, bij haar werk zaam en niet te Almelo woonachtig, ten getale van 35, met ingang van 19 dezer ontslag aangezegd. Zoo dra de werkzaamheden dit toelaten, zullen zij weder te werk gesteld worden. ALKMAAR. 15. en W. hebben de werkverschaffing stop geze'. Alleen de z.g. crisiswerkloozen zullen voorloopig aan het werk blijven, voorzoover daartoe gelegenheid zal zijn. Dientengevolge zal niet gegund worden het werk betreffende do ophooging van het terrein-Im- pink, een wertk, dat door werkloozen zou worden uit gevoerd, terwijl de aanvoer van zand door een aan nemer zou geschieden, die ook do materialen zou le veren. De ophooging zal, zoo daarmee toch voort gang wordt gemaakt (en hierover zal nog een be slissing moeten worden genomen) opnieuw worden aanbesteed, dan evenwol zonder de beperkende be paling omtrent het in dienststellen van werkloozen. De bijzondere regelingen voor steun aan werkloo zen, die geen uitkeering uit de werkloozenkassen ontvangen, is tevens vervallen met uitzondering wat. betreft de crisis-werkloozen, die voortaan door tusschenkomst van den. dienst 'der werkloosheids verzekering en arbeidsbemiddeling de uitkeeringen zullen blijven ontvangen. VERBODEN UITVOER NAAR NEDERLAND. Te Osnabruck is, naar de Berlijnsche corr. van het Ildbl. meldt, een koopman, die thans in ons land verblijf houdt, veroordeeld tot, een boete van 27 mil- lioen mark en 10 maanden gevangenisstraf wegens verboden uitvoer van maehinos en rijwiolonderdeo- len naar Nederland en wegens omkooping van arnb tenarea.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1