Gemengd Nieuws. Btnnenlandsch Nieuws. aan een kerk door den dioop. Is het niet belachelijk (beter nog: diep betreurenswaardig) dat, vóór de kinderen er nog zijn, de toekomstige ouders al gaan vaststellen dat ze b.v. roomsch zullen wezen of pro- testantsch, doopsgezind of hervormd. Dit gebeurt toch immers vaak in onderlingen afspraak bij ge mengde huwelijken! Welk een onzin! In zijn „Emile" zegt Rousseau: „In welken gods dienst zullen we Emile opvoeden, dien we niets wil len onderwijzen, dan wat hij in alle landen zou kun nen leeren? In welke sekte laten we den natuur- mensch opnemen? Het antwoord is zeer eenvoudig: in geen. Wij zullen hem slechts in staat stellen, die te kiezen, waartoe het beste gebruik van zijn rede hem leiden moet." Deze woorden van den paedagoog Rousseau heb ben mijn volle sympathie. Wij mogen niet een be paalden godsdienst aan onze kinderen opdringen en wij moeten ons er voor wachten hunne jonge gemoe deren te verontrusten met allerlei gedrochtelijke en waanzinnige voorstellingen, welke helaas nog rond-, spoken in onzen zoogenaamd verlichten tijd. Het is een misdaad aan de kinderziel geploegd, wanneer men het kind gaat bang maken met verdoemenis en vagevuur en hel, wanneer men vrees voor een satan wakker roept; wanneer men voor het kinderlijk bewustzijn reeds onderscheid gaat maken tusschen mensdhen, die tot verschillende kerken behooren. Want, waarachtig, het is wó,4r: kinderen (let wel: kinderen! 1) praten al van roomsch en protea- tantsch en o o r d e e 1 e.n daarnaar. Als of een kind een keuze zou kunnen dioenl Neen, neen, de kinderen worden roomsch of protes- tantsch, orthodox of vrijzinnig, doopsgezind of Lu- thersch, geloovig of ongeloovig gemaakt. En wij hebben het recht niet daartoe! Onze kinderen moeten iets worden. Zij moeten iets worden mede door onze hulp, onze voorlichting, zeer zeker. Maar dat worden moet toch altijd blij ven een groeien van binnen uit. Hiermede ben ik gekomen, waar ik wezen wil. Zullen onze kinderen sterk staan in het leven dan moeten zij1 een eigemj, zèlfdoorleefde overtuiging zich verwerven. Willen zij daarbij zich aansluiten bij een kerkgenootschap, bij een godsdienstige secte, welnu, dit dienen zij zelf uit te maken. Het is een algemeen verschijnsel dat de mensch zich samenvoegt met ge lijkgezinden. De kerk in onze dagen, in t bijzonder de groote Ned. Herv. Kerk dreigt ten gronde te gaan, omdat men niet uit overtuiging, niet uit zucht naar sar menvoeging met gelijkgezinden,, maar uit fatsoen zich daaraan verbond. De gevolgen laten zich thans duidelijk zien. Men is lid der kerk en voelt er niets voor en men Is nog te onnoozel om het leugenach tige daarvan te beseffen. Maar, waar 'het op aankomt is,''dat het religieus besef ontwikkeld worde en dat een vroomheid ople- ve, welke met het belijden van een bepaalden gods dienst kèn samengaan, maar volstrekt niet behoèft samen te gaan. Hoe kan nu bij het kind het religieus besef, de zui vere vroomheid worden ontwikkeld en bevorderd? Ik zal u een stukje werkelijke geschiedenis ver tellen^ Een kind nu is zij reeds vrouw en moeder ligt in haar bedje. Het is ongeveer 5 Jaar oud. Als naar gewoonte komt moeder nog even bij haar ft is een meisje) kijken om baar lekker toe te stoppen en een nachtzoen te geven. En dan zegt bet kind ineens: „moeder, wat is dat toch, als ik 's avonds in bed lig en nog niet slaap is het soms net of er iemand met me praat, zou dat God wezen?" En de moeder ant woordde en zei de: „ja, kindje, dat is God, die spreekt ln je hart en daar moet je altijd maar naar luiste ren. Die stem van God is de veiligste gids in je le ven". Wat lk u hier vertel is misschien heel geiwoon en gij hebt met uwe kinderen misschien Iets dergelijks beleefd. Maar ik verzoek u toch om u biervan nauw keurig rekenschap te geven. Want dit is inderdaad' van het allerhoogste belang. Hier betreden wij de wondero wereld van de mystiek waar de waarachtige vroomheid opbloeit en de mensch in aanraking komt met het Eeuwige Zelf. De schrijver uit 'tOude Testament had wel gelijk, toen bij zeide: bewaar uw hart boven al wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitgangen des levens. Daarom moet ge nooit anders dan met den groot sten eerbied spreken met uwe kinderen over dat wat zij ervaren in hun eigen gemoed en leert hen bo ven alles om de Innerlijke ervaring, dat wat wij noe men: bet gevoel, te beschouwen als de richtsnoer in het leven. Het is buitengewoon moeilijk over deze dingen te spreken, omdat wij in ons spreken altoos gebonden blijven aan woorden en beelden, welke aan den sfeer van het mensch-zijn zijn ontleend. Daarom kun nen wij ons slechts bij benadering uitdrukken, ten minste wanneer wij niet willen vervallen in vulgaire plastiek en gevaarlijke beeldspraak. Welnu, ga dan met uwe kinderen over wat zich in ben efepeeK spreken en zegt hen dat sommige dit beschouwen als de werking van een Hoogere Macht, welke men God noemt en dat zij dezen God houden voor een buitenwereldilijk wezen en dat van dien God «uier lei voorstellingen gemaakt zijn, maar dat dit de hoofdzaak niet is, maar wèl dat de mensch leert vertrouwen op wat hij innerlijk ervaart. En dat hij die innerlijke ervaring nooit mag veronachtza men, maar steeds nauwkeurig heeft te raadplegen. Op deze wijzen geven we aan onze kinderen reli gie in den hoogsten vorm. En zij' leeren steeds de levenswaarheden zoeken niet bij anderen, maar in zich zelf. En als zij ouder worden zullen zij dieper gaan nadenken en zich een wereldbeschouwing vor men, misschien zullen zij dan komen tot een ge loof in een God als persoonlijk wezen gedacht, mis schien zullen zij dit geloof ve?*werpen omdat hun denken er zich tegen verzet. M lar zeker zal voor hen blijven de vroomheid van het hart, welke ver uitbaat boven alle leerstellingen en dog Dia's en uiterlijke vormen en belijdenissen. En het is deze vroomheid, welke hen zal heendrijven naar het zoe ken van één-zijn met wat in de wereld der verschijn^ selen het permante, het eeuwig blijvende is, met de wereld zich zelf! En deze vroomheid zal wezen hun glorie en hun kracht; der© vroomheid zal hen heen- dragen over de vele moeiten en teleurstellingen en smarten welke het leven baart. Geeft deze vroomheid aan uwe kinderen mede, wekt haar bij hen op en gij zult hun iets nalaten van fhooger waarde dan goud of goed- ASTOR. Met blijdschap vermeld ik weer het ontvangen van eenige brieven. Aan de moeder die me schreef, deel ik mede, dat ik in 't volgend artikel zal schrijven over het behandelen van de sexueele vragen bij de opvoeding. Aan de schrijfster over echtscheiding zij meegedeeld, dat ik zoo spoedig mogelijk daarop zal ingaan. Verder geef ik allen, die mij schreven, de verzekering, dat geleidelijk al de genoemde onder werpen zullen worden behandeld. Ten laatste nog dit: menschen schrijft mij vooral wanneer gij iets to vragen hebt, maakt 't mij maar lastig. Ik vind dit werk zoo mooi dat geen moeite er mij te groot voor is. En u 'kent mijn adres, nietwaar? Aston, adres Schager Courant te Schagen. A. DAAR ZIJN ZE OP DE HOOGTE. Wij; lazen: „De Zweedsche regeering heeft Neder land vrij verklaard van mond- en klauwzeer en rot- kreupel". En dat in dezelfde week, dat in Nederland 50 besmette veebeslagen in 25 gemeenten voorkwa men, waarvan alleen in Zuidholland 37 veebeslagen in 18 gemeenten. DE PAUS OVER DE SCHADEVERGOEDINGEN VAN DUITSCHLAND. De Paus heeft aan kardinaal Gaaparri een brief gericht, waarin hij onder meer zegt Met het oog op de groote verantwoordelijkheid, die op het oogenblik pust op ons en op allen, die het lot der volken in handen hebben, smeeken wij hun de vraagstukken, welke alle volken beroeren, met name dat der schadevergoeding, nogmaals te onderzoeken in den geest van christelijkheid, die de eischen der gerechtigheid niet scheidt van die der menschlie- vendiheid, waarop de vooruitgang der volken is ge baseerd. Indien de schuldenaar, met de bedoeling de zeer ernstige schade te herstellen, toegebracht aan de bevolkingen en de eertijds bloeiende gebieden, een wezenlijk bewijs heeft gegeven van goeden wil om te komen tot een billijke en definitieve regeling met in- 1 roeping van een onpartijdig oordeel omtrent de gren zen zijner betaalkracht, daarbij de "verzekering ge vende. dat hij' aan de rechters met alle middelen een ernstige en nauwkeurige controle zal verschaffen in dit geval schijnen de rechtvaardigheid en de menschllevendheid zoowel als 't belang der schuld- eischers en van alle volken, vermoeid van het onder handelen en begeerig naar rust, te eischen, dat men niet van den schuldenaar vordert hetgeen hij! niet zou kunnen geven zonder zijn hulpbronnen en zijn productievermogen volkomen uit te putten, tot onher stelbaar nadeol van hemzelf en dat zijner schuld- eischers zelf, zonder nog te spreken van het gevaar voor een maatschappelijke beroering, die den onder-1 gang van geheel Europa zou beteekenen en voor het i ontstaan van gevoelens, diie een aanhoudende be dreiging zouden blijven met nieuwe en hoogst nood<- lottige botsingen. I Evenzeer is het rechtvaardig, dat de schuldeischers waarborgen bezitten evenredig met de belangrijkheid hunner vordering, welke de betaling verzekeren, die voorr hen eveneens een levensbelang is, doch wij laten het aan hen over na te gaan, of het daartoe noodig is, gebieden bezet te houden, hetgeen zware offer» vergt zoowel van de bezette gebieden al» van de bezetters, en of het niet beter zou zijn, daarvoor, zoo noodig, geleidelijk, andere niet minder krachtige doch stellig minder pijnlijke waarborgen in de plaats te stellen. Indien de twee partijen het eens werden op deze vreedzame grondslagen, zou de bezetting weldra worden verzacht en geleidelijk worden beperkt om volkomen op te houden en dan zou men den waren vrede der volken kunnen verwezenlijken, welke ook de onafwijsbare voorwaarde is voor het door allen vurig gewenschte economische herstel. Zulk een vrede, zulk een herstel zijn zóó groote weldaden voor alle volken, overwinnaars en over wonnenen, dat geen enkele opoffering, die daartoe noodig is, te zwaar mag worden geacht om dat doel te bereiken. Zoo groote weldaden kunnen slechts worden verkregen door de zeer bijzondere gunst van God, tot wien wij alle christelijke volken verzoeken hun gebeden te richten. OPGRAVINGEN IN RUSLAND. De noordelijke oever van de Newa-baai trekt den laatsten tijd zeer de aandacht van archeologen en van de geleerden in het algemeen, aldus schrijft de Izwestia. Aanleiding daartoe vormen de onlangs gedane opgravingen, waaiibij veel belangwekkend materiaal te voorschijn is gebracht. De eerste opgravingen in deze streek werden ge daan omstreeks het jaar 1880. Van belang werden de opgravingen echter eerst in 1915, toen verschillende vondsten werden gedaan van voorwerpen dateeren- de uit het steenen tijdperk. De onderzoekingen zijn sedertdien voortgezet. In den zomer van 1921 deed de archeoloog Zemlijakof belangrijke ontgravingen, waarbij een groot aantal voorwerpen uit voor-histo- rischen tijd aan het licht werd gebracht. Verder bleek neg, dat de grond in deze streek steenkool en zout bevatte. De ouderdom van de gevonden antiquiteiten wordt gesteld op ongeveer 2000 jaar voor Christus. Het zijn verbruiksvoorwerpen, benevens ceramiek, dikwijls mooi geornamenteerd, hetgeen wijst op een reeds eenigszins gevorderde cultuur in dit tijdperk. In 1922 hadden elders in dezelfde streek opgravin gen plaats en ook daarbij zijn talrijke voor-histori sche voorwerpen gevonden. KAPITAALVERNIETIGING. Tot hoe eigenaardige kapitaal-vernietiging de toe passing der anti-drankwetgeving in de Amerikaan- sche kustwateren leiden kan en ook inderdaad leidt, is gebleken is het gebeurde met het Fransche s.s. Paris. Dit had behalve wijnen en sterken drank, ook vaten met bier aan boord. Dit bier in totaal 4000 liter is in de Noord^Rivier gestort. Er waa quaestie tusschen den gezagvoerder van de Paris en de anti- drankpolitie over de hoeveelheid alkoholhouldende dranken, die als „medicinale voorraad" aan boord mocht worden gehouden. De kapitein beweerde dat alles als zoodanig mocht worden beschouwd en on der zegel bewaard; maar de Amerikaansche inspec teurs wilden daar niet in treden. De dure wijnen en sterke dranken werden dus door de Amerikaansche autoriteiten in bes) eg genomen, van boord gehaald en aan den vasten wal opgesla gen. Maar er waren in de laatste weken al zoo enorm veel wijnen, likeuren, whisky, brandewijn etc. in be slag genomen en opgeborgen, dat de daarvoor be stemde pakhuizen' alle boordevol en de biervaten van de Paris geen plaats meer konden vinden, te meer daar het groote, moeilijk te stouwen vaten waren. Dinsdag lagen er te New York zestien schepen, diè alle met groote drankvoorraden waren binnengeko men, en van welke er nog slechts drie op alkoholica waren gevisiteerd en leeggehaald. De overige 13 zul len kalm moeten blijven liggen tot ook zij grondig zullen zijn doorzocht. Echter hebben de Amerikanen de Berengaxia laten vertrekken met nog al heel schappelijke drankvoorraden aan boord zoowel wijnen als sterken drank en bieeren. Maar op den duur zal het wel komen tot een veel scherper en krasser optreden! door de Amierikaansche dronk bestrijdingsbeaidbten. DE NOORDERMARKTBOND TE NOORDBCHAR WOUD E. Woensdagavond vergaderde het bestuur van den Noor- dermarktbond. Ajfwezig alleen de heer Lichthart. Na opening der vergadering lezing der notulen, naar aanleiding waarvan de veilingleider mepdeelt, dat de keuring van aardappelen namens den plantenziekten- kundigen dienst voortaan op het veilingsterrein kan geschieden en dat voor deze keuring door den Minister van Landbouw zijn aangesteld de heeren J. Ootjers en J. Zwart. In een tweetal vergaderingen onder leiding van den heer Valstar is deze zaak' voor elkaar gezet, de voor- schrijften. kenbaar gemaakt en tevens een algemeen© maat voor de aardappelen vastgesteld, n.1. 33 ïn M. voor de groote, 26 m.M. voor de drielingen Voort» i» vaslgesteid, dat de aardappelen niet meer dan 4 pet. sarde megm bevatten. Deze bepalingen zullen met 1 Juli a.s. van kracht Zijn, terwijl dan tevens een merk .wordt irg;voerd, voor.oopig bestaande in een bepaa.d nummer, dat, naar men hoopt, mettertijd door eig^n maiktmerk vervargm zal kunnen worden. Met a gsmcene stemmen wordt besloten om met de zusterverenigingen in deze omgeving deel te nemen aai! de ïii September te Amsterdam te houden groote tentoonstee ung met een collectieve inzending. Na eenige bespreking van den beschrijvingsbrief voor ae a'gemeene vergadering van de Tuinbouw-aankoop- centraie, gevestigd te Aalsmeer, wordt de heer Ootjers benoemd tot afgevaardigde met vrij mandaat. Tevems zal de heer Ootjers den Bond vertegenwoordigen in de I commissie van uitvoering voor de inzending bovenge- j noemd. Hierna komt in behandeling een schrijven van de vereeniging Koophandel, naar aanleiding van hel afloo- pen van het ^contract tusschen Koophandel en de* I transportarbeiders-organisatie en het mislukken der po ging om een nieuw contract aan te gaan. Hoor den voorzitter wordt meegedeeld, hoe de gang van zaken is geweest, nadat in Koophandel's vergadering was besloten net bestaande contract niet te hernieuwen. Een tamelijk -breedvoerige discussie volgt op deze mededeeling. waarbij blijkt, dat algemeen wordt be- treurd, dat het optreden der veilingsbesturen niet hee$ mogen leiden tot een vergelijk. Waar de zaak door het besluit van Koophandel op het doode puint was gekomen en door de vei incsbesturen is getracht den wagen weer aan het rollen te krijgen, acht men het niet goed gezien van de transportarbeiders het oordeel' der tuinbouwers niet te wil en hooren, terwijl anderzijds erkend wordt, i dat wel eerder naar het oordeel 'der trans po rtarbeir ders gsvraagd had kunnen worden en wat onze marat betrat over de werkwijze niet ongunstig werd geooreeld Evenwel, men staat thans voor het j feit en het ligt voor .de hand, dat de veiing-J'besturen i dienen te trachten, dat op veilingen goen stagnatie in hfet werk komt. Dientengevolge wordt bes oten, indien dit noodig mocht blijken, zelf aan te pakken, hoewel ftien nog hoopt, dat ter elffdier ure een oplossing in het geschil tusschen Koophandel efa He transportarbeiders komt. Ter bevordering van een goede rege.ing der werk zaamheden wordt een comm. van 6 personen benoemd, die zoo noodig beurtelings zal worden bijgestaan door nog Brie andere bestuursleden. De handelaar zal het loon moeten uitkeeren volgen» de voorgestelde loonrege- ling en zal moeten zorgen, dat bij de lading door hem zelf of door een vertegenJv/oordiger de zaak' geregeld^ wordt. Met den wensch, dat de genomen besluiten niet tot uitvoering zullen behoeven te komen en dat de resultaten van het nieuwe marktseizoen beter zul'en mogen zijn dan het zich aanvankelijk laat afzien, sluit de voorzitter de vergadering. r HOOGWOUD. Met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en van den heer Inspecteur van het Lagir Onderwijs 'i inspectie Alkmaar, zullen de schooltijden voor de Open bare Lagere Scholen aan de Langereis en in de Kerke- kélaan gedurende den zomertijd aanvangen te ha t tien voormiadags. De leerplannen zijn in dien geest gewijzigd. HOOGWOUD. Van de lichting 1923 moeten 16 Julli a.s. bij het 21e Regiment Infanterie, plcxg lb (voorgeo effen den) garni zoen Amersfoort, ünder ae wapenen komen de dienst plichtigen Wouter Hoogland, Simon Koming, Jan Schou ten Jz. en Cornelis Vlaar Lz. HEERHUGOWAARD. Dezer dagen geraakte de landbouwer G. alhier, die met een met paard bespannen hooihark in het land aan het werk was, met alles te water. G. raakte in zulk een benarden toestand, dat het hem onmogelijk was om van onder de hooihark, die bovenop hem lag, los te komen. Hij wist alleen zijn hoofd boven water té houden en zichzelf zoo voor verdrinken te behoeden. Een buurman, op het hulpgeroep toegesneld,, waa evenmin in staat om G. te redden, zoodat een smid moest .worden gehaald, en eerst nadat de noofhark gedeeltelijk uit elkaar genomen was, kon G. uit het water worden gehaald. Het waren werkelijk benarde oogenblikken. WIERIN GERWAARD. Het jaarlij ksche schoolfeest voor de grooteren ia, begunstigd door dezen zomer zoo zeldzaam goed weeb, Dinsdag j 1. gevierd. Staat gewoonlijk Amster dam op het programma met bezoek aan Artis en Rijks-Museum, dezen keer ging het voor de variatie naar Haarlem. 's Morgens zeven uur vertrokken de 28 kinderen en geleiders welgemoed en na een genoegelijke reis kwamen ze kwart over 9 in Haarlem aan. Daar werd allereerst gewandeld naar de Groote Markt, waar de oude Lourens Coster van uit de hoogte op allen neerzag. Ook werd een kort bezoek gebracht aan de St. Bavo kerk met zijn prachtig orgel, mooie scheep jes, gekleurde ramen en herinneringen aan den Beel denstorm. hadden er to veel gedronken en één had hij in zijn zitkamer verhinderd zelfmoord te plegen. Al die din gen waren in zekeren zin het leven, maar hij1 bezat niet de ziekelijke neiging, om het naar zijn kamera te sleepen en het onder den mikroskoop te plaatsen, een neiging, welke zooveel anderen wel hebben. De vrouwen, die bij hem kwamen, behandelde hij zoo als zij/verwacht zouden hebben behandeld te worden, alleen misschien met heel veel meer égards. De man nen, die te veel dronken, deden het niet met opzet of met voorbedachten rade. Misschien was zijn whisky lekkerder dan die van, anderen of was het bij; hem gezelliger. Den man, die trachtte zelfmoord! te ple gen, liet hij op zijn kosten naar de Kaapkolonie gaan, waarna hij erin slaagde er niet verder aan te denken. Dat vormde het leven, zooals Jerningham het zag. Hii vond het niet morbide. Soms misschien leek het ernstig, zooals bijvoorbeeld toen zijn j moeder met haar uitgeteerde vingers in de zijne eindelijk gestor ven was. Maar over het geheel genomen was het heel interessant. Daar was altijd de strijdl onder de menigte om den val van het Damocleszwaard te ver mijden. pat. interesseerde hem. Meer dan eens had hij de schaduw ervan op zijn voeten gezien en wan neer hij dan opkeek, het zwaard boven zijn hoofd zien slingeren. Op de Beurs stond hij bekend als eerlijk. De menschen deden graag zaken met hem. Eerlijkheid ligt meestal in de oogen; en in Jerningham's oogen kondt gij; die vinden.. In zijn studententijd was hij bevriend geraakt met een der jonge Fennels en die vriendschap had zijn bezoek aan Rathmore ten gevolge gehad. „Nog nooit in Ierland geweest?" vroeg Harry Fen- nel hem op een goeden dag, dat zij elkaar toevallig in de City tegenkwamen. „Nog nooit", antwoordde Jerningham. „Kom dan van den zomer in Rathmore bij mij lo- geeren mijn familie gaat ér met de vacantie heen dan zal ik je het Iersche loven frisch en uit den grond laten zien, vóór de aarde eraf gewasschen is". Jerningham had de invitatie aangenomen. Bij het oversteken van Milford naar Cork had hij op het dek gestaan, toen de boot bij de kade aanleg de. Het lossen der lading geschiedde onder toezicht van een ouden man, die maar steeds door schreeuw de. „Heilige Moeder Góds, brengt die vervloekte kisten toch aan den wal. Trekt aan dat touw trekt aan dat touw, verdomme!" Jerningham leunde over do verschansing en keek glimlachend naar hem, tot#Fennel zich bij hem voegde. •„Zij schijnen hier vrij familiaar met de moeder Godjs om te gaan", zeide hij1. Fennel lachte den toevalligen lach van iemand, wiens oordeel geen sympathie kent ,Och, het beteekent voor hen niet veel meer dan wat de priesters hun door hun keel duwen". En Jerningham had zich geneigd gevoeld dat te gelooven tot bij Nanno Troy ontmoette. HOOFDSTUK IX. Drie dagen waren na het Pattern-feest verloopen en bet leven op Troy's Farm was weer in zijn gewo-1 nen sleur teruggevallen. Bridget had de gevolgen van den feestdag uitgeslapen en John had1 aan zwa-j re hoofdpijn geleden, die hem gewoonlijk stil en ge melijk maakte. Bijna alle bedelaars waren weg en j alles wat er nog van het Pattern-feest overbleef, wa ren de vlekkeloos witgekalkte huisjes en de wagens uit Anesk, die uit de verschillende herbergen de ledige flesschen kwamen halen. Het was voor Nanno misschien meer dan voor iemand anders een dag geweest, die niet makkelijk vergeten zou worden. Haar gesprek met Jerningham had, al mocht het dan geen nieuwe mogelijkheden in het leven voor haar geopend hebben, haar toch een bestaan doen kennen, dat heel anders dan dat, waaraan zij van haar geboorte af aan gewend ge weest was. Het beteekende niets voor haar, dat wist zij.Zi] kon zich* niet indenken, dat het ooit meer voor haar zijn zou dan een oven zien van iets wat geheel bui ten haar bereik lag; een vluchtige blik door een raam van een huis van iemand, wiens vermogen en gewoonte nooit de hare konden zijn. Maar toch waa dat alles or, zij had; het gezien, Zij begreep niet, dat hef 't resultaat van beschaving, van een goede op voeding was; maar zij besefte ten volle, dat het iets geheel anders was dan wat zij tot dusverre had lee ren kennen. In zijn gesprek met haar had Jerningham, naar het haar toescheen, voor alles aan haar gedacht. Hij had haar zien zitten en gevraagd of zij. het koud had; hij had Bridget'» dronkemansgelach gehoord en gevraagd of dat haar het hui» uitgejaagd had. Het was absoluut onvermijdelijk, dat zij hem met Ryan vergeleek. Zij waren de twee mannen, aan wie zij het moest dacht. En het recultaat van dde verge lijking was eveneens onvermijdelijk. Jerningham was waarschijnlijk in zijn geheele le ven nooit dronken geweest. Zij kon zich in haar verbeelding hem niet ln zoo> toestand) voorstellen. En zijn geheele manier van dioen verried, dat hij eerbied had voor haar gevoelens, terwijl Ryan duide lijk blijken liet, dat zij zijn slavin zou zijn. Tot dus verre had zij dat min of meer als het lot der vrouw beschouwd. Al deze gedachten waren niet het resultaat van het feit, dat zij' Jerningham beschouwde in een licht dat hij ooit iets voor haar beteekenen zou. Wanneer ooit het denkbeeld bij haar opkwam, dat een leven als hij voor de vrouw zou scheppen, haar leven zou kunnen worden, -dan was het slechts in den vorm van de ijdelste mijmering, die niet de allerge ringste kans had ooit verwezenlijkt te worden. Maar toch bleef het feit bestaan, dat zij een ande re zijde van het leven gezien had. Dat als regel man nen dronken en hun vrouwen sloegen, had zij als vaststaande aangenomen, en ook dat een vrouw, die zich bedronk, vrijwel het verstandigst handelde. Maar hier toonden zich' geheel andere levensom standigheden, die vrij schenen te zijn van alles wat laag en leelijk was; levensomstandigheden, waarin men zelfs gevrijwaard.1 en veilig was voor die mee- doogenlooze wet, welke zij het leven van Nancy Foiey had zien vernietigen. Ziji voeldei, dat in dat le ven medelijden, welwillendheid en sympathie, waar aan haar natuur zoo'n behoeftè had, waren; maar boven alles wist zij, dat het geheel en al buiten haar bereik lag. En zoo bleef Nanno na het Pattern-feest een be sliste indruk bij, die gedurende het grootste gedeelte van haar leven een invloed werd,"welke niet uitge roeid kon worden. Den Zaterdag na het feest had John Troy voorbe reidende maatregelen genomen om zijn koren bin nen te halen. Hij had in het geheel vijf acres en de voorbereidende maatregelen bestonden uit het huren van een maaimachine van een buurman en het door een vat porter' beschikbaar te stellen bijeen brengen van zooveel mogelijk werkkrachten. Het was een zaak, die geheel van het weer afhing, en toen Nanno dien Zaterdagochtend bij het wak ker worden de zon door het raam van haar slaap kamertje zag schijnen, ging zij in haar bed op haar knieën liggen en dankte, ter wille van haar vader, God, dat het zulk mooi weer was. Om half zeven, voor het ontbijt, begonnen zij en tot zeven uur in den avond hield het gesnor van de maaimachine geen oogenblik op. Ver weg» over de velden, was een lange streep der zee aan den horizont juist even zichtbaar. Het was precies een lint van donkerblauwe zijde, dat strak over den hemel gespannen was. Wanneer Nanno even rustte, keek zij er vol bewondering naar. Het scheen haar te herinneren aan die andere zijd© van het leven, welke zij in Jerningham gevonden had. Achter die streep blauw zou makkelijk een andere wéreld kunnen liggen, waar alle dingen onverander lijk waren genade, medelijden, sympathie in de eerste plaats. Maar niet lang gaf zij toe aan die gedachten. Fr moest werk verricht worden en God had een mooien dag gezonden om het te doen. Eens, toen zij vlak achter de maaimachine was, bleef dteze eensklaps staan. Een der knechts bestuur de haar, daar Troy even weg was. „Wat is dat?" vroeg hij, terwijl hij achter zich Een klein donker voorwerp lag roerloot vlak ach ter de machine. Nanno vloog er heen en een kreet ontsnapte haar lippen. Een egel, gepakt door de meedoogenlooza messen, waa als het ware ver scheurd. Het donkere bloed, rood; als het diepste rood van een papaver, kig in een warme massa op het gemaaide koren éen vlek roodi op het goud. Nanno wendd© zich met een misselijk gevoel in haar keel af. De man, die zag wat het was, stapte van zijn ijze ren zitplaats en keek ruw en ongevoelig naar het dier. „O, het is maar een egel", zeide hij, terwijl hij het beest met zijn voet omtrapte. Wat zou dat kreng je geprikt hennen, als hij zijn stekels uit Bad staan!" Nanno bond werktuigelijk haar schoof samen. Het scheen haar toe als dê rest van het leven even meedoogenloos even wreed. Per slot van rekening was het maar de dood het meest onveranderlijke, het meest zekere, wat het leven aan te bieden had'; maar zelfs de doodl leek op dat oogenblik, nu de zon l blakerde op het gouden korenveld en de hemel een rijkdom was van blauw en de leeuweriken vroolijk zorgen boven haar hoofd, vreeselijk en hard. Toen de anan verder reed en niemand keek, droeg zij het doode diertje naar d© haag, die langs het veld liep, en legde het zacht neer in een hoekje, waar de braamstruiken het dichtst groeiden. Dan ging zij ver der met haar werk. Om zeven uur was de dagtaak afgoloopen. Met de andere binders en bindsters, die verlangend uitza gen naar hun belooning» liep Nanno naar de hoeve terug. Zij wachtte tot de anderen het hek door en het erf op waren, en terwijl zij daar stond te wach ten, 7-ag jjj een man, die tegen de paal leunde, welke het dak van een der schuren stutte, praten met Brui get. Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar zij herkende hem. Het was Jameey Ryan. Dus was het eindelijk zoover gekomen. Zij wist heel goed wat zijn bezoek beteekendé. En met het besef daarvan was het alsof zij zich niet meer bewe gen kon. Alle andere waren de keuken ingegaan, maar Nanno stond daar nog roerloos. Een schroef, die sterker was dan haar wil, scheen haar tegen te houden. Maar toen het volle begrip van wat gebeu ren zou tot haar doordrong, wendde zij zich af van het hek met lippen, die koud waren, en een nart, dat onregelmatig klopte. Zonder eenige aarzeling stak zij het veld achter de hoeve over. Zonder na te denken klom zij over de haag in de laan en be gon vlug naar dien hoofdweg te loopen. De eenige gedachte, die haar voortdreef, was van de hoeve weg te komen. Zij vroeg tóch niet af in welke richting zij gaan zou; zij wilde slechts, dat er een zoo groot mogelijke afstand was tusschen haar en het tooneei, dat zij zooeven gezien hact Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 6