Gemengd Nieuws.
Btnnenlandsch Nieuws.
aan een kerk door den dioop. Is het niet belachelijk
(beter nog: diep betreurenswaardig) dat, vóór de
kinderen er nog zijn, de toekomstige ouders al gaan
vaststellen dat ze b.v. roomsch zullen wezen of pro-
testantsch, doopsgezind of hervormd. Dit gebeurt
toch immers vaak in onderlingen afspraak bij ge
mengde huwelijken! Welk een onzin!
In zijn „Emile" zegt Rousseau: „In welken gods
dienst zullen we Emile opvoeden, dien we niets wil
len onderwijzen, dan wat hij in alle landen zou kun
nen leeren? In welke sekte laten we den natuur-
mensch opnemen? Het antwoord is zeer eenvoudig:
in geen. Wij zullen hem slechts in staat stellen, die
te kiezen, waartoe het beste gebruik van zijn rede
hem leiden moet."
Deze woorden van den paedagoog Rousseau heb
ben mijn volle sympathie. Wij mogen niet een be
paalden godsdienst aan onze kinderen opdringen en
wij moeten ons er voor wachten hunne jonge gemoe
deren te verontrusten met allerlei gedrochtelijke en
waanzinnige voorstellingen, welke helaas nog rond-,
spoken in onzen zoogenaamd verlichten tijd. Het is
een misdaad aan de kinderziel geploegd, wanneer
men het kind gaat bang maken met verdoemenis en
vagevuur en hel, wanneer men vrees voor een satan
wakker roept; wanneer men voor het kinderlijk
bewustzijn reeds onderscheid gaat maken tusschen
mensdhen, die tot verschillende kerken behooren.
Want, waarachtig, het is wó,4r: kinderen (let wel:
kinderen! 1) praten al van roomsch en protea-
tantsch en o o r d e e 1 e.n daarnaar.
Als of een kind een keuze zou kunnen dioenl
Neen, neen, de kinderen worden roomsch of protes-
tantsch, orthodox of vrijzinnig, doopsgezind of Lu-
thersch, geloovig of ongeloovig gemaakt.
En wij hebben het recht niet daartoe!
Onze kinderen moeten iets worden. Zij moeten
iets worden mede door onze hulp, onze voorlichting,
zeer zeker. Maar dat worden moet toch altijd blij
ven een groeien van binnen uit.
Hiermede ben ik gekomen, waar ik wezen wil.
Zullen onze kinderen sterk staan in het leven dan
moeten zij1 een eigemj, zèlfdoorleefde overtuiging zich
verwerven. Willen zij daarbij zich aansluiten bij een
kerkgenootschap, bij een godsdienstige secte, welnu,
dit dienen zij zelf uit te maken. Het is een algemeen
verschijnsel dat de mensch zich samenvoegt met ge
lijkgezinden.
De kerk in onze dagen, in t bijzonder de groote
Ned. Herv. Kerk dreigt ten gronde te gaan, omdat
men niet uit overtuiging, niet uit zucht naar sar
menvoeging met gelijkgezinden,, maar uit fatsoen
zich daaraan verbond. De gevolgen laten zich thans
duidelijk zien. Men is lid der kerk en voelt er niets
voor en men Is nog te onnoozel om het leugenach
tige daarvan te beseffen.
Maar, waar 'het op aankomt is,''dat het religieus
besef ontwikkeld worde en dat een vroomheid ople-
ve, welke met het belijden van een bepaalden gods
dienst kèn samengaan, maar volstrekt niet behoèft
samen te gaan.
Hoe kan nu bij het kind het religieus besef, de zui
vere vroomheid worden ontwikkeld en bevorderd?
Ik zal u een stukje werkelijke geschiedenis ver
tellen^ Een kind nu is zij reeds vrouw en moeder
ligt in haar bedje. Het is ongeveer 5 Jaar oud. Als
naar gewoonte komt moeder nog even bij haar ft is
een meisje) kijken om baar lekker toe te stoppen en
een nachtzoen te geven. En dan zegt bet kind ineens:
„moeder, wat is dat toch, als ik 's avonds in bed lig
en nog niet slaap is het soms net of er iemand met
me praat, zou dat God wezen?" En de moeder ant
woordde en zei de: „ja, kindje, dat is God, die spreekt
ln je hart en daar moet je altijd maar naar luiste
ren. Die stem van God is de veiligste gids in je le
ven".
Wat lk u hier vertel is misschien heel geiwoon en
gij hebt met uwe kinderen misschien Iets dergelijks
beleefd. Maar ik verzoek u toch om u biervan nauw
keurig rekenschap te geven.
Want dit is inderdaad' van het allerhoogste belang.
Hier betreden wij de wondero wereld van de mystiek
waar de waarachtige vroomheid opbloeit en de
mensch in aanraking komt met het Eeuwige Zelf. De
schrijver uit 'tOude Testament had wel gelijk, toen
bij zeide: bewaar uw hart boven al wat te behoeden
is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.
Daarom moet ge nooit anders dan met den groot
sten eerbied spreken met uwe kinderen over dat
wat zij ervaren in hun eigen gemoed en leert hen bo
ven alles om de Innerlijke ervaring, dat wat wij noe
men: bet gevoel, te beschouwen als de richtsnoer in
het leven.
Het is buitengewoon moeilijk over deze dingen te
spreken, omdat wij in ons spreken altoos gebonden
blijven aan woorden en beelden, welke aan den
sfeer van het mensch-zijn zijn ontleend. Daarom kun
nen wij ons slechts bij benadering uitdrukken, ten
minste wanneer wij niet willen vervallen in vulgaire
plastiek en gevaarlijke beeldspraak. Welnu, ga dan
met uwe kinderen over wat zich in ben efepeeK
spreken en zegt hen dat sommige dit beschouwen
als de werking van een Hoogere Macht, welke men
God noemt en dat zij dezen God houden voor een
buitenwereldilijk wezen en dat van dien God «uier
lei voorstellingen gemaakt zijn, maar dat dit de
hoofdzaak niet is, maar wèl dat de mensch leert
vertrouwen op wat hij innerlijk ervaart. En dat
hij die innerlijke ervaring nooit mag veronachtza
men, maar steeds nauwkeurig heeft te raadplegen.
Op deze wijzen geven we aan onze kinderen reli
gie in den hoogsten vorm. En zij' leeren steeds de
levenswaarheden zoeken niet bij anderen, maar in
zich zelf. En als zij ouder worden zullen zij dieper
gaan nadenken en zich een wereldbeschouwing vor
men, misschien zullen zij dan komen tot een ge
loof in een God als persoonlijk wezen gedacht, mis
schien zullen zij dit geloof ve?*werpen omdat hun
denken er zich tegen verzet. M lar zeker zal voor
hen blijven de vroomheid van het hart, welke ver
uitbaat boven alle leerstellingen en dog Dia's en
uiterlijke vormen en belijdenissen. En het is deze
vroomheid, welke hen zal heendrijven naar het zoe
ken van één-zijn met wat in de wereld der verschijn^
selen het permante, het eeuwig blijvende is, met de
wereld zich zelf! En deze vroomheid zal wezen hun
glorie en hun kracht; der© vroomheid zal hen heen-
dragen over de vele moeiten en teleurstellingen en
smarten welke het leven baart. Geeft deze vroomheid
aan uwe kinderen mede, wekt haar bij hen op en gij
zult hun iets nalaten van fhooger waarde dan goud
of goed- ASTOR.
Met blijdschap vermeld ik weer het ontvangen van
eenige brieven. Aan de moeder die me schreef, deel
ik mede, dat ik in 't volgend artikel zal schrijven
over het behandelen van de sexueele vragen bij de
opvoeding. Aan de schrijfster over echtscheiding zij
meegedeeld, dat ik zoo spoedig mogelijk daarop zal
ingaan. Verder geef ik allen, die mij schreven, de
verzekering, dat geleidelijk al de genoemde onder
werpen zullen worden behandeld. Ten laatste nog
dit: menschen schrijft mij vooral wanneer gij iets to
vragen hebt, maakt 't mij maar lastig. Ik vind dit
werk zoo mooi dat geen moeite er mij te groot voor
is. En u 'kent mijn adres, nietwaar? Aston, adres
Schager Courant te Schagen. A.
DAAR ZIJN ZE OP DE HOOGTE.
Wij; lazen: „De Zweedsche regeering heeft Neder
land vrij verklaard van mond- en klauwzeer en rot-
kreupel". En dat in dezelfde week, dat in Nederland
50 besmette veebeslagen in 25 gemeenten voorkwa
men, waarvan alleen in Zuidholland 37 veebeslagen
in 18 gemeenten.
DE PAUS OVER DE SCHADEVERGOEDINGEN
VAN DUITSCHLAND.
De Paus heeft aan kardinaal Gaaparri een brief
gericht, waarin hij onder meer zegt
Met het oog op de groote verantwoordelijkheid, die
op het oogenblik pust op ons en op allen, die het lot
der volken in handen hebben, smeeken wij hun de
vraagstukken, welke alle volken beroeren, met name
dat der schadevergoeding, nogmaals te onderzoeken
in den geest van christelijkheid, die de eischen der
gerechtigheid niet scheidt van die der menschlie-
vendiheid, waarop de vooruitgang der volken is ge
baseerd.
Indien de schuldenaar, met de bedoeling de zeer
ernstige schade te herstellen, toegebracht aan de
bevolkingen en de eertijds bloeiende gebieden, een
wezenlijk bewijs heeft gegeven van goeden wil om te
komen tot een billijke en definitieve regeling met in- 1
roeping van een onpartijdig oordeel omtrent de gren
zen zijner betaalkracht, daarbij de "verzekering ge
vende. dat hij' aan de rechters met alle middelen een
ernstige en nauwkeurige controle zal verschaffen
in dit geval schijnen de rechtvaardigheid en de
menschllevendheid zoowel als 't belang der schuld-
eischers en van alle volken, vermoeid van het onder
handelen en begeerig naar rust, te eischen, dat men
niet van den schuldenaar vordert hetgeen hij! niet
zou kunnen geven zonder zijn hulpbronnen en zijn
productievermogen volkomen uit te putten, tot onher
stelbaar nadeol van hemzelf en dat zijner schuld-
eischers zelf, zonder nog te spreken van het gevaar
voor een maatschappelijke beroering, die den onder-1
gang van geheel Europa zou beteekenen en voor het i
ontstaan van gevoelens, diie een aanhoudende be
dreiging zouden blijven met nieuwe en hoogst nood<-
lottige botsingen. I
Evenzeer is het rechtvaardig, dat de schuldeischers
waarborgen bezitten evenredig met de belangrijkheid
hunner vordering, welke de betaling verzekeren, die
voorr hen eveneens een levensbelang is, doch wij
laten het aan hen over na te gaan, of het daartoe
noodig is, gebieden bezet te houden, hetgeen zware
offer» vergt zoowel van de bezette gebieden al» van
de bezetters, en of het niet beter zou zijn, daarvoor,
zoo noodig, geleidelijk, andere niet minder krachtige
doch stellig minder pijnlijke waarborgen in de plaats
te stellen.
Indien de twee partijen het eens werden op deze
vreedzame grondslagen, zou de bezetting weldra
worden verzacht en geleidelijk worden beperkt om
volkomen op te houden en dan zou men den waren
vrede der volken kunnen verwezenlijken, welke ook
de onafwijsbare voorwaarde is voor het door allen
vurig gewenschte economische herstel.
Zulk een vrede, zulk een herstel zijn zóó groote
weldaden voor alle volken, overwinnaars en over
wonnenen, dat geen enkele opoffering, die daartoe
noodig is, te zwaar mag worden geacht om dat doel
te bereiken. Zoo groote weldaden kunnen slechts
worden verkregen door de zeer bijzondere gunst van
God, tot wien wij alle christelijke volken verzoeken
hun gebeden te richten.
OPGRAVINGEN IN RUSLAND.
De noordelijke oever van de Newa-baai trekt den
laatsten tijd zeer de aandacht van archeologen en
van de geleerden in het algemeen, aldus schrijft
de Izwestia. Aanleiding daartoe vormen de onlangs
gedane opgravingen, waaiibij veel belangwekkend
materiaal te voorschijn is gebracht.
De eerste opgravingen in deze streek werden ge
daan omstreeks het jaar 1880. Van belang werden de
opgravingen echter eerst in 1915, toen verschillende
vondsten werden gedaan van voorwerpen dateeren-
de uit het steenen tijdperk. De onderzoekingen zijn
sedertdien voortgezet. In den zomer van 1921 deed de
archeoloog Zemlijakof belangrijke ontgravingen,
waarbij een groot aantal voorwerpen uit voor-histo-
rischen tijd aan het licht werd gebracht. Verder bleek
neg, dat de grond in deze streek steenkool en zout
bevatte. De ouderdom van de gevonden antiquiteiten
wordt gesteld op ongeveer 2000 jaar voor Christus.
Het zijn verbruiksvoorwerpen, benevens ceramiek,
dikwijls mooi geornamenteerd, hetgeen wijst op een
reeds eenigszins gevorderde cultuur in dit tijdperk.
In 1922 hadden elders in dezelfde streek opgravin
gen plaats en ook daarbij zijn talrijke voor-histori
sche voorwerpen gevonden.
KAPITAALVERNIETIGING.
Tot hoe eigenaardige kapitaal-vernietiging de toe
passing der anti-drankwetgeving in de Amerikaan-
sche kustwateren leiden kan en ook inderdaad leidt,
is gebleken is het gebeurde met het Fransche s.s.
Paris. Dit had behalve wijnen en sterken drank, ook
vaten met bier aan boord. Dit bier in totaal 4000
liter is in de Noord^Rivier gestort. Er waa quaestie
tusschen den gezagvoerder van de Paris en de anti-
drankpolitie over de hoeveelheid alkoholhouldende
dranken, die als „medicinale voorraad" aan boord
mocht worden gehouden. De kapitein beweerde dat
alles als zoodanig mocht worden beschouwd en on
der zegel bewaard; maar de Amerikaansche inspec
teurs wilden daar niet in treden.
De dure wijnen en sterke dranken werden dus door
de Amerikaansche autoriteiten in bes) eg genomen,
van boord gehaald en aan den vasten wal opgesla
gen. Maar er waren in de laatste weken al zoo enorm
veel wijnen, likeuren, whisky, brandewijn etc. in be
slag genomen en opgeborgen, dat de daarvoor be
stemde pakhuizen' alle boordevol en de biervaten van
de Paris geen plaats meer konden vinden, te meer
daar het groote, moeilijk te stouwen vaten waren.
Dinsdag lagen er te New York zestien schepen, diè
alle met groote drankvoorraden waren binnengeko
men, en van welke er nog slechts drie op alkoholica
waren gevisiteerd en leeggehaald. De overige 13 zul
len kalm moeten blijven liggen tot ook zij grondig
zullen zijn doorzocht. Echter hebben de Amerikanen
de Berengaxia laten vertrekken met nog al heel
schappelijke drankvoorraden aan boord zoowel
wijnen als sterken drank en bieeren.
Maar op den duur zal het wel komen tot een veel
scherper en krasser optreden! door de Amierikaansche
dronk bestrijdingsbeaidbten.
DE NOORDERMARKTBOND TE NOORDBCHAR
WOUD E.
Woensdagavond vergaderde het bestuur van den Noor-
dermarktbond. Ajfwezig alleen de heer Lichthart.
Na opening der vergadering lezing der notulen, naar
aanleiding waarvan de veilingleider mepdeelt, dat de
keuring van aardappelen namens den plantenziekten-
kundigen dienst voortaan op het veilingsterrein kan
geschieden en dat voor deze keuring door den Minister
van Landbouw zijn aangesteld de heeren J. Ootjers
en J. Zwart.
In een tweetal vergaderingen onder leiding van den
heer Valstar is deze zaak' voor elkaar gezet, de voor-
schrijften. kenbaar gemaakt en tevens een algemeen©
maat voor de aardappelen vastgesteld, n.1. 33 ïn M.
voor de groote, 26 m.M. voor de drielingen Voort» i»
vaslgesteid, dat de aardappelen niet meer dan 4 pet.
sarde megm bevatten. Deze bepalingen zullen met 1
Juli a.s. van kracht Zijn, terwijl dan tevens een merk
.wordt irg;voerd, voor.oopig bestaande in een bepaa.d
nummer, dat, naar men hoopt, mettertijd door eig^n
maiktmerk vervargm zal kunnen worden.
Met a gsmcene stemmen wordt besloten om met de
zusterverenigingen in deze omgeving deel te nemen
aai! de ïii September te Amsterdam te houden groote
tentoonstee ung met een collectieve inzending.
Na eenige bespreking van den beschrijvingsbrief voor
ae a'gemeene vergadering van de Tuinbouw-aankoop-
centraie, gevestigd te Aalsmeer, wordt de heer Ootjers
benoemd tot afgevaardigde met vrij mandaat. Tevems zal
de heer Ootjers den Bond vertegenwoordigen in de
I commissie van uitvoering voor de inzending bovenge-
j noemd.
Hierna komt in behandeling een schrijven van de
vereeniging Koophandel, naar aanleiding van hel afloo-
pen van het ^contract tusschen Koophandel en de*
I transportarbeiders-organisatie en het mislukken der po
ging om een nieuw contract aan te gaan.
Hoor den voorzitter wordt meegedeeld, hoe de gang
van zaken is geweest, nadat in Koophandel's vergadering
was besloten net bestaande contract niet te hernieuwen.
Een tamelijk -breedvoerige discussie volgt op deze
mededeeling. waarbij blijkt, dat algemeen wordt be-
treurd, dat het optreden der veilingsbesturen niet hee$
mogen leiden tot een vergelijk. Waar de zaak door het
besluit van Koophandel op het doode puint was gekomen
en door de vei incsbesturen is getracht den wagen weer
aan het rollen te krijgen, acht men het niet goed gezien
van de transportarbeiders het oordeel' der tuinbouwers
niet te wil en hooren, terwijl anderzijds erkend wordt,
i dat wel eerder naar het oordeel 'der trans po rtarbeir
ders gsvraagd had kunnen worden en wat onze
marat betrat over de werkwijze niet ongunstig
werd geooreeld Evenwel, men staat thans voor het
j feit en het ligt voor .de hand, dat de veiing-J'besturen
i dienen te trachten, dat op veilingen goen stagnatie in
hfet werk komt. Dientengevolge wordt bes oten, indien
dit noodig mocht blijken, zelf aan te pakken, hoewel ftien
nog hoopt, dat ter elffdier ure een oplossing in het
geschil tusschen Koophandel efa He transportarbeiders
komt. Ter bevordering van een goede rege.ing der werk
zaamheden wordt een comm. van 6 personen benoemd,
die zoo noodig beurtelings zal worden bijgestaan door
nog Brie andere bestuursleden. De handelaar zal het
loon moeten uitkeeren volgen» de voorgestelde loonrege-
ling en zal moeten zorgen, dat bij de lading door hem
zelf of door een vertegenJv/oordiger de zaak' geregeld^
wordt.
Met den wensch, dat de genomen besluiten niet tot
uitvoering zullen behoeven te komen en dat de resultaten
van het nieuwe marktseizoen beter zul'en mogen zijn dan
het zich aanvankelijk laat afzien, sluit de voorzitter
de vergadering.
r HOOGWOUD.
Met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
en van den heer Inspecteur van het Lagir Onderwijs 'i
inspectie Alkmaar, zullen de schooltijden voor de Open
bare Lagere Scholen aan de Langereis en in de Kerke-
kélaan gedurende den zomertijd aanvangen te ha t tien
voormiadags. De leerplannen zijn in dien geest gewijzigd.
HOOGWOUD.
Van de lichting 1923 moeten 16 Julli a.s. bij het 21e
Regiment Infanterie, plcxg lb (voorgeo effen den) garni
zoen Amersfoort, ünder ae wapenen komen de dienst
plichtigen Wouter Hoogland, Simon Koming, Jan Schou
ten Jz. en Cornelis Vlaar Lz.
HEERHUGOWAARD.
Dezer dagen geraakte de landbouwer G. alhier, die
met een met paard bespannen hooihark in het land
aan het werk was, met alles te water.
G. raakte in zulk een benarden toestand, dat het
hem onmogelijk was om van onder de hooihark, die
bovenop hem lag, los te komen. Hij wist alleen zijn
hoofd boven water té houden en zichzelf zoo voor
verdrinken te behoeden.
Een buurman, op het hulpgeroep toegesneld,, waa
evenmin in staat om G. te redden, zoodat een smid
moest .worden gehaald, en eerst nadat de noofhark
gedeeltelijk uit elkaar genomen was, kon G. uit het
water worden gehaald.
Het waren werkelijk benarde oogenblikken.
WIERIN GERWAARD.
Het jaarlij ksche schoolfeest voor de grooteren ia,
begunstigd door dezen zomer zoo zeldzaam goed
weeb, Dinsdag j 1. gevierd. Staat gewoonlijk Amster
dam op het programma met bezoek aan Artis en
Rijks-Museum, dezen keer ging het voor de variatie
naar Haarlem.
's Morgens zeven uur vertrokken de 28 kinderen
en geleiders welgemoed en na een genoegelijke reis
kwamen ze kwart over 9 in Haarlem aan. Daar werd
allereerst gewandeld naar de Groote Markt, waar
de oude Lourens Coster van uit de hoogte op allen
neerzag. Ook werd een kort bezoek gebracht aan de
St. Bavo kerk met zijn prachtig orgel, mooie scheep
jes, gekleurde ramen en herinneringen aan den Beel
denstorm.
hadden er to veel gedronken en één had hij in zijn
zitkamer verhinderd zelfmoord te plegen. Al die din
gen waren in zekeren zin het leven, maar hij1 bezat
niet de ziekelijke neiging, om het naar zijn kamera
te sleepen en het onder den mikroskoop te plaatsen,
een neiging, welke zooveel anderen wel hebben. De
vrouwen, die bij hem kwamen, behandelde hij zoo
als zij/verwacht zouden hebben behandeld te worden,
alleen misschien met heel veel meer égards. De man
nen, die te veel dronken, deden het niet met opzet of
met voorbedachten rade. Misschien was zijn whisky
lekkerder dan die van, anderen of was het bij; hem
gezelliger. Den man, die trachtte zelfmoord! te ple
gen, liet hij op zijn kosten naar de Kaapkolonie
gaan, waarna hij erin slaagde er niet verder aan te
denken.
Dat vormde het leven, zooals Jerningham het zag.
Hii vond het niet morbide. Soms misschien leek het
ernstig, zooals bijvoorbeeld toen zijn j moeder met
haar uitgeteerde vingers in de zijne eindelijk gestor
ven was. Maar over het geheel genomen was het
heel interessant. Daar was altijd de strijdl onder de
menigte om den val van het Damocleszwaard te ver
mijden. pat. interesseerde hem. Meer dan eens had
hij de schaduw ervan op zijn voeten gezien en wan
neer hij dan opkeek, het zwaard boven zijn hoofd
zien slingeren.
Op de Beurs stond hij bekend als eerlijk. De
menschen deden graag zaken met hem. Eerlijkheid
ligt meestal in de oogen; en in Jerningham's oogen
kondt gij; die vinden..
In zijn studententijd was hij bevriend geraakt met
een der jonge Fennels en die vriendschap had zijn
bezoek aan Rathmore ten gevolge gehad.
„Nog nooit in Ierland geweest?" vroeg Harry Fen-
nel hem op een goeden dag, dat zij elkaar toevallig
in de City tegenkwamen.
„Nog nooit", antwoordde Jerningham.
„Kom dan van den zomer in Rathmore bij mij lo-
geeren mijn familie gaat ér met de vacantie heen
dan zal ik je het Iersche loven frisch en uit den
grond laten zien, vóór de aarde eraf gewasschen is".
Jerningham had de invitatie aangenomen.
Bij het oversteken van Milford naar Cork had hij
op het dek gestaan, toen de boot bij de kade aanleg
de. Het lossen der lading geschiedde onder toezicht
van een ouden man, die maar steeds door schreeuw
de.
„Heilige Moeder Góds, brengt die vervloekte kisten
toch aan den wal. Trekt aan dat touw trekt aan
dat touw, verdomme!"
Jerningham leunde over do verschansing en keek
glimlachend naar hem, tot#Fennel zich bij hem
voegde.
•„Zij schijnen hier vrij familiaar met de moeder
Godjs om te gaan", zeide hij1.
Fennel lachte den toevalligen lach van iemand,
wiens oordeel geen sympathie kent
,Och, het beteekent voor hen niet veel meer dan
wat de priesters hun door hun keel duwen".
En Jerningham had zich geneigd gevoeld dat te
gelooven tot bij Nanno Troy ontmoette.
HOOFDSTUK IX.
Drie dagen waren na het Pattern-feest verloopen
en bet leven op Troy's Farm was weer in zijn gewo-1
nen sleur teruggevallen. Bridget had de gevolgen
van den feestdag uitgeslapen en John had1 aan zwa-j
re hoofdpijn geleden, die hem gewoonlijk stil en ge
melijk maakte. Bijna alle bedelaars waren weg en j
alles wat er nog van het Pattern-feest overbleef, wa
ren de vlekkeloos witgekalkte huisjes en de wagens
uit Anesk, die uit de verschillende herbergen de
ledige flesschen kwamen halen.
Het was voor Nanno misschien meer dan voor
iemand anders een dag geweest, die niet makkelijk
vergeten zou worden. Haar gesprek met Jerningham
had, al mocht het dan geen nieuwe mogelijkheden
in het leven voor haar geopend hebben, haar toch
een bestaan doen kennen, dat heel anders dan dat,
waaraan zij van haar geboorte af aan gewend ge
weest was.
Het beteekende niets voor haar, dat wist zij.Zi]
kon zich* niet indenken, dat het ooit meer voor haar
zijn zou dan een oven zien van iets wat geheel bui
ten haar bereik lag; een vluchtige blik door een
raam van een huis van iemand, wiens vermogen en
gewoonte nooit de hare konden zijn. Maar toch waa
dat alles or, zij had; het gezien, Zij begreep niet, dat
hef 't resultaat van beschaving, van een goede op
voeding was; maar zij besefte ten volle, dat het iets
geheel anders was dan wat zij tot dusverre had lee
ren kennen.
In zijn gesprek met haar had Jerningham, naar
het haar toescheen, voor alles aan haar gedacht.
Hij had haar zien zitten en gevraagd of zij. het koud
had; hij had Bridget'» dronkemansgelach gehoord
en gevraagd of dat haar het hui» uitgejaagd had.
Het was absoluut onvermijdelijk, dat zij hem met
Ryan vergeleek. Zij waren de twee mannen, aan wie
zij het moest dacht. En het recultaat van dde verge
lijking was eveneens onvermijdelijk.
Jerningham was waarschijnlijk in zijn geheele le
ven nooit dronken geweest. Zij kon zich in haar
verbeelding hem niet ln zoo> toestand) voorstellen.
En zijn geheele manier van dioen verried, dat hij
eerbied had voor haar gevoelens, terwijl Ryan duide
lijk blijken liet, dat zij zijn slavin zou zijn. Tot dus
verre had zij dat min of meer als het lot der vrouw
beschouwd.
Al deze gedachten waren niet het resultaat van
het feit, dat zij' Jerningham beschouwde in een licht
dat hij ooit iets voor haar beteekenen zou. Wanneer
ooit het denkbeeld bij haar opkwam, dat een leven
als hij voor de vrouw zou scheppen, haar leven
zou kunnen worden, -dan was het slechts in den
vorm van de ijdelste mijmering, die niet de allerge
ringste kans had ooit verwezenlijkt te worden.
Maar toch bleef het feit bestaan, dat zij een ande
re zijde van het leven gezien had. Dat als regel man
nen dronken en hun vrouwen sloegen, had zij als
vaststaande aangenomen, en ook dat een vrouw, die
zich bedronk, vrijwel het verstandigst handelde.
Maar hier toonden zich' geheel andere levensom
standigheden, die vrij schenen te zijn van alles wat
laag en leelijk was; levensomstandigheden, waarin
men zelfs gevrijwaard.1 en veilig was voor die mee-
doogenlooze wet, welke zij het leven van Nancy
Foiey had zien vernietigen. Ziji voeldei, dat in dat le
ven medelijden, welwillendheid en sympathie, waar
aan haar natuur zoo'n behoeftè had, waren; maar
boven alles wist zij, dat het geheel en al buiten haar
bereik lag.
En zoo bleef Nanno na het Pattern-feest een be
sliste indruk bij, die gedurende het grootste gedeelte
van haar leven een invloed werd,"welke niet uitge
roeid kon worden.
Den Zaterdag na het feest had John Troy voorbe
reidende maatregelen genomen om zijn koren bin
nen te halen. Hij had in het geheel vijf acres en de
voorbereidende maatregelen bestonden uit het huren
van een maaimachine van een buurman en het
door een vat porter' beschikbaar te stellen bijeen
brengen van zooveel mogelijk werkkrachten.
Het was een zaak, die geheel van het weer afhing,
en toen Nanno dien Zaterdagochtend bij het wak
ker worden de zon door het raam van haar slaap
kamertje zag schijnen, ging zij in haar bed op haar
knieën liggen en dankte, ter wille van haar vader,
God, dat het zulk mooi weer was.
Om half zeven, voor het ontbijt, begonnen zij en
tot zeven uur in den avond hield het gesnor van de
maaimachine geen oogenblik op.
Ver weg» over de velden, was een lange streep der
zee aan den horizont juist even zichtbaar. Het was
precies een lint van donkerblauwe zijde, dat strak
over den hemel gespannen was. Wanneer Nanno
even rustte, keek zij er vol bewondering naar. Het
scheen haar te herinneren aan die andere zijd© van
het leven, welke zij in Jerningham gevonden had.
Achter die streep blauw zou makkelijk een andere
wéreld kunnen liggen, waar alle dingen onverander
lijk waren genade, medelijden, sympathie in de
eerste plaats.
Maar niet lang gaf zij toe aan die gedachten. Fr
moest werk verricht worden en God had een mooien
dag gezonden om het te doen.
Eens, toen zij vlak achter de maaimachine was,
bleef dteze eensklaps staan. Een der knechts bestuur
de haar, daar Troy even weg was.
„Wat is dat?" vroeg hij, terwijl hij achter zich
Een klein donker voorwerp lag roerloot vlak ach
ter de machine. Nanno vloog er heen en een kreet
ontsnapte haar lippen. Een egel, gepakt door de
meedoogenlooza messen, waa als het ware ver
scheurd. Het donkere bloed, rood; als het diepste rood
van een papaver, kig in een warme massa op het
gemaaide koren éen vlek roodi op het goud. Nanno
wendd© zich met een misselijk gevoel in haar keel
af.
De man, die zag wat het was, stapte van zijn ijze
ren zitplaats en keek ruw en ongevoelig naar het
dier.
„O, het is maar een egel", zeide hij, terwijl hij het
beest met zijn voet omtrapte. Wat zou dat kreng je
geprikt hennen, als hij zijn stekels uit Bad staan!"
Nanno bond werktuigelijk haar schoof samen. Het
scheen haar toe als dê rest van het leven even
meedoogenloos even wreed. Per slot van rekening
was het maar de dood het meest onveranderlijke,
het meest zekere, wat het leven aan te bieden had';
maar zelfs de doodl leek op dat oogenblik, nu de zon
l blakerde op het gouden korenveld en de hemel een
rijkdom was van blauw en de leeuweriken vroolijk
zorgen boven haar hoofd, vreeselijk en hard.
Toen de anan verder reed en niemand keek, droeg
zij het doode diertje naar d© haag, die langs het veld
liep, en legde het zacht neer in een hoekje, waar de
braamstruiken het dichtst groeiden. Dan ging zij ver
der met haar werk.
Om zeven uur was de dagtaak afgoloopen. Met de
andere binders en bindsters, die verlangend uitza
gen naar hun belooning» liep Nanno naar de hoeve
terug. Zij wachtte tot de anderen het hek door en
het erf op waren, en terwijl zij daar stond te wach
ten, 7-ag jjj een man, die tegen de paal leunde, welke
het dak van een der schuren stutte, praten met Brui
get. Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar zij
herkende hem. Het was Jameey Ryan.
Dus was het eindelijk zoover gekomen. Zij wist
heel goed wat zijn bezoek beteekendé. En met het
besef daarvan was het alsof zij zich niet meer bewe
gen kon. Alle andere waren de keuken ingegaan,
maar Nanno stond daar nog roerloos. Een schroef,
die sterker was dan haar wil, scheen haar tegen te
houden. Maar toen het volle begrip van wat gebeu
ren zou tot haar doordrong, wendde zij zich af van
het hek met lippen, die koud waren, en een nart,
dat onregelmatig klopte. Zonder eenige aarzeling
stak zij het veld achter de hoeve over. Zonder na
te denken klom zij over de haag in de laan en be
gon vlug naar dien hoofdweg te loopen. De eenige
gedachte, die haar voortdreef, was van de hoeve weg
te komen. Zij vroeg tóch niet af in welke richting
zij gaan zou; zij wilde slechts, dat er een zoo groot
mogelijke afstand was tusschen haar en het tooneei,
dat zij zooeven gezien hact
Wordt vervolgd.