Van dit en van dat en van alles wat I
Yoor de Kinderen. 1
w
8
ÉH
Hü
Bpüü
Hf
A
li
9
EU
m
n
8
8
m
UK
§B
B
ES
nn
3
Even laehen.
l
DAMRUBRIESL
Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 12 Juli 1923. No. 7262
CR0NYK
SCHA GEN.
x
x
x
xxxxxxxxx
x
x
aerveuse kinderen, men met geduld en
kalmte, zonder zelf ooit zich boos te voelen
worden, ao poging iöt voeding doen, om deze
even kalm na 3 uur of desnoods 6 uur te her
halen, totdat het kind door honger tot het ne
men van het papje genoopt wordt. Dit mislukt
slechts in gevallen die niet meer tot de norma
le mogen worden gerekend. R.N.bld.
TANDARTSEN VOOR 4000 JAAR,
Dat er in het oude Egypte reeds tandartsen
zijn geweest, heeft men uit de vondsten aldaar
reeds herhaaldelijk kunnen constateeren. Maar
ook in het oude Meaopotamië had de tandheel
kunde het reeds tot een zekere hoogte gebracht,
zooals blijkt uit een proefschrift, dat dezer da
gen bij een van de Duitsche universiteiten is
ingediend. Van omstreeks 3000 tot 2000 voor
Christus werd de tandheelkunde in A9syriê
ijverig bestudeerd en men kende daar zelfs
reeds doktersdagen. De geneeskunde was ook
toen al gesplitst in verschillende vakken, waar
onder de tandheelkunde een belangrijke plaats
Innam. Men hield het bederf van de tanden
voor een door tandworm veroorzaakte ziekte.
Een diagnose in den zin zooals wij die kennen,
kende men in die dagen niet; Men baseerde de
genezing op de ziekteverschijnselen en schreef
voor,'wat uit ervaring was gebleken goed te
zijn. De sterren speelden bij dit volk van nstro-
nomen uiteraard een grOote rol. Als ziek.e-
oorzaak beschouwde men de boosheid van de
goden, die den tandworm in de tanden dor
menschem zonden. Derhalve werden deze ziek
teverschijnselen meermalen bezworen en men
heeft een geheele reeks geneeskrachtige spreu
ken gevonden, die tegen kiespijn zijn gericht.
De bezweringen werden echter gesteund door
hot gebruik van geneeskrachtige kruiden, waar
van de namen niet meer zijn na te gaan. Dat
men ook reods het plombeeren kende, bewijst
een Babylonische tandvulling, die men heeft
gevonden.
114 DUIZEND GULDEN VOOR EEN BIJBEL.
Ia 1847 betaalde 'n Amerikaan 500 p.st. v.
den eersten afdruk van den bijbel omstreeks
145, door Guteriberg te Mainz vervaardigd.
Toentertijd werd dit een kranzinnig hooge prijs
genoemd. De tijden zijn veranderd. Voor eenige
dagen besteedde mr. Phillip Rosenbech uit New
York 0500 p.st. voor 'n anderen afdruk van den
eersten gedrukten bijbel op 'n verkooping bij
Sotheby, zooals de „Daily Mail" meldt.
OOK EEN BEDRIJF.
In een van zijn vertellingen verhaalt Mau-
paaflant van een boer, die voortdurend het bed
hield om eieren uit te broeden.
De Deensche bladen melden nu ook van een
boer daar te lande, die beschuldigd van dief
stal voor het gerecht te Hardersler moest ver
schijnen, maar zich per brief excuseerde, dat
hij oiet kon komen, omdat hij bezig was gan-
zenoioren uit te broeden.
De rechters zonden politie om dit vreemde
feit te contstateeren en werkelijk bevonden
deze, dat de boer waarheid had gesproken,
maar daar zij' opdrachi hadden om den delin
quent mee te brengen, nam de vrouw van den
„broeder" zoo lang gedurende zijn afwezigheid
deze «onderlinge bezigheid over,
Liefde en wijn gaan zoet naar binnen, maar
hebben dikwijls een bitteren nasmaak.
De gelegenheid maakt niet alleen idem dief,
zij maakt ook den held.
Heel wat menschen zijn pessimist"voor hun..
genoegen.
WARE WOORDEN.
De nijd der menschen toont aan, hoe veel
aan hun geluk ontbreekt, en hun bestendige
bemoeizucht met het doen en laten van ande
ren, hoezeer zij zich vervelen.
Een tobber is de wreede schepper van
eigen zorgen.
zijn
EEN SLECHT VOORBEELD.
Een rechter, rechtsprekende, was van oor
deel, dat een getuige welens een eed aflegde
voor wat hij op het oogenblik voor waar hield,
maar zich dan toch vergissen kon.
'Bijvoorbeeld, zei hij gemoedelijk, toen ik
dezen morgen de rechtzaal binnen kwam, had
ik een eed kunnen afleggen, in de overtui
ging, dat ik mijn horloge bij me had. Maar nu
herinner ik mij heel goed, dat ik het horloge
op de badkamer heb laten liggen.
Toen de rechter 'a middags thuis kwam, zei
z'n vrouw:
Wat had je toch met je horloge? Er zijn
wel vijf menschen hier geweest om het te ha
len?
Goede hemll riep do rechter, en wat heb
je gedaan?
Wel, zei z'n vrouw, ik heb 't aan den eer
sten, die kwam, meegegeven. Hij wist precies,
waar jij 't had laten liggen.
1
HIJ HAD BEVEL.
Knelis een recruut was bij de cavalerie inge
deeld en kreeg den eersten keer het lastigs'e
paard van den troep.
Denk er aan, zei de sergeant, niemand mag
van zijn paard komen zonder bevel
Knelis zat nog niet in het zadel, of het paard
wipte hem over zijn kop heen.
i Knelis, riep de sergeant, ben Jo nou toch
van Je paard gestegen?
Ja, sergeant-
En kreeg je bevel daartoe?
Ik geloof 't wel, sergeant,
Van het hoofdkwartier?
Neen, sergeant, ik denk van het ach tor
kwartier. Msbi
OOK EEN REDEN.
Hij: Waarom huil je, lieveling?
Zij: Ik heb me gister inet een naald in mijn
vinger gestoken.
Hij: Maar waarom huil je dan nu, als het je
gister al overkomen is?
Zij: Je was er toen nietl
DIE LEVEN MEE.
De moeder (tusschenbeiden komend): Wat is
dat nu weer voor een gekibbel? En jij, Fritsje,
waarom heb jij je zusje gekrabd?
Fritsje.: Zoo kwam het, mama. We speelden
republiekje. Suze was al een heel kwartier pre
sident geweest, en toen wou ze niet aftreden.
HIJ KON ZOOVER NIET TELLEN
„Hoe oud denk je, dat ik ben, Karei?'
„Ik kan maar tot 45 tellen,"
DIE PASTEN BIJ ELKAAR!
„Je moet weten, het is een ideaal paar".
„Werkelijk?"
„Jahij ia knoopenfabrikant en zij staat
aan het hoofd van een wasscherij."
OP DE HOOCTE,
Jan, zei de onderwijzer, eten wij het
vleesch van den walvisch?
Ja, mijnheer, zei Jan.
En wat doen we met de beenderen?
Die leggen we op den kant van ons bord.
mijnheer.
EEN GOED TE BEGRIJPEN OPMERKING.
Aan een tafel met veel gasten wordt een klein
schelvischje opgediend.
Een heer naast de gastvrouw luistert met
z'n hand aan 't oor naar de visch.
„Wat is er?" vraagt de gastvrouw1 nieuws
gierig.
„Ik hoor wat de schelvisch wel zegt."
„Wat 'n menschen, wat 'n menschen l meen
ik het beest te hooren zeggen,"
Verzoeke alles betreffende deze rubriek te
zenden aan C. Amels Wl, Winkel,
Oplossing
PROBLEEM No. 44.
Wit: 21—17 3828 42—38 37 28 40-35 35 24
45 5, wint.
Oplossing
PROBLEEM No. 43.
Wit: 19—14 33—29 15—10 24—20 14—10
43-38 4439 49 18,
PROBLEEM No. 48.
Auteur D. Kleien, Winkel,
ZWART.
42-37
mm
wk
mÊ
m
w
'<Mb
m
Stand
13
Stand
39
WIT.
Zwart, 11 schijven, op: 2 5 0 8 9
16 20 28 30 en dam op 23.
Wit, 11 schijven, op: 17 21 27 32
40 43 44 46 50 en dam op 4L
5
10
15
20
26
30
35
40
45
50
12
37
PROBLEEM No. 49.
Auteur c. Amels Wz, Winket
ZWART.
WIT.
Stand Zwart, 8 schijven, op: 8 11 12 17 21
26 en dam op 50.
Stand Wit, 9 schijven, op: 13 24 28 29 30
38 42 43 48L
Goede oplossingen ontvangen van P. Nap,
Barsingerhorn, L. Schuitemaker, Wognum,
P. de Groot, Warmenhuizen, D. Koe Jnz., An
na Paulowna»
Wegens het vergevorderde dam seizoen ver
schijnt deze rubriek om de 14 dagen voortaan.
3i3C3C3o nno ca cza o o o
ONTBOEZEMING.
(Brief van een hond aan z'n nicht in Assen.)
Geliefde nicht, ik wou je eens verrassen,
Hoe gaat het toch 'bij jullie ginds in Assen,
Ik lig wat uit te rusten op de stoep
En kluif bedaard m'n botje uit de soep.
M'n wijf heeft weer een stevig nest met jongen,
Met, wat 't geluid betreft, gezonde longen,
Met luiers hebben we totaal geen last,
Omdat geen baker op de kleintjes pastl
We hebben hier een keurig hondenleven,
De baas doet. wel een beetje overdreven^
Een afgedankte, ouwe kersenmand.
Met kliekjes enzoovoort steéds bij de hand!
Met onze vijf-Jing gaat het erg voorspoedig,
M'n vrouw is altijd lief en 'hondsch en goedig,
Die blaft me altijd zeer welluidend na,
Wanneer ik op m'n morgenronde ga.
M'n oudste zoon wordt al een ferme rekel,"
Aan werken hteft ie een geduchten hekel,
Die staat, daar zijn we nu al aan gewend,
Geregeld als de bonte hond bekend.
Jh tante is geweldig aan 't verharen,
Dat zit 'em zegt de dokter in de jaren,
Je jongste neef wordt een gewiekste reu,
Sjiek en vefliefd en heelemaal niet bleu!
M'n oudste dochter staat op 't punt van
trouwen,
Die weet d'r eigen botjes best te knauwen.,
D'i man is nu al in z'n derde jaar.
Wat oud, maar 't is toch een gelukkig paar.
Alleen m'n zuster heeft nooit willen deugen.
Die heeft een baantje, dat haar lang zal heugen
Die trekt, we zijn er vaak verdrietig van,
De wagen van een bleeken Ysco-manl
Zeg nicht je vroeg, of je hier kon logee ren,
Dat zou ik nu maar liever niet probeeren,
Want door d^ brave Nederlandache wet
Wordt je direct de muilkorf opgezet.
Wanneer je bij een slager wat wil gappen,
Zit je maar in je traliewerk te happen
En als ik thuis kom, hong'rig en kapot,
Vind ik heel vaak de 'hond al in den pot!!
Ach weet je, waar'kme over kan beklagen?
Dat menschen heelemaal geen muilkorf dragen,
Er zijn er toch genoeg geachte nicht.
Die tot zoo'n ding al jaren zijn verplicht,
Die kwebbelen en roddelen en bijten
Met and'rer eer en mot de wetten smijten,
Die dol zijn en gevaarlijk in het groot
De groeten nicht, adieu, een ferme pootül
(Alle rechten vooritahouden-l}
Juli 1923. KROES.
van da yantscha oude Heerlykheld
van hat Dorp
Item: zoo wie een Dief in vyne Huize gegre
pen heeft, die zal hy houden als hy mag, en ze
ven van zyne gebuuren, zal hij tot hem inroe
pen en den dief zal hij met zyne gebuuren ge
bonden houden, zoo lange dat hy 'n klaare dags
den Regter zal mogen presenteeren, dat dink
dat hy gestolen heeft, in dies Diefs rugge eebon
den en dan zal die Regter den Dief weerom ko
men in de regte, en zullen handelen* na der
Scheepenen wyza,
44.
Item: «oo wie dten anderen met schuld1 toe
gebonden is, en zyn Schout niet en mag gelden,
is dat hy omme komen worden voor den Reg
ter op die schoude, die Regter eal die Schulde
naar beveelen in der Boode behoude, by twee
w.eeken te houdten, ende vermids de tyd van
de Boode te voeden, ende na twee weeken zal
den Regter geven dien Schuldenaar in die we)
dos geenen wiens Schuldenaar hy Is. alzoo dat
zynen Schuldenaar voeden zal, en niet mogen
moeyen, zynen lighaam, ende zal hem houden
alzoo lange dat hy met hem over een draagt,
of dat hem zynen schuld betaalt, of dat hj via
hem vergeeft
45.
Item: zoo wie in eenen Regte vorschyot, floo
wat Regt is, tot dien Regter besohroven is, dia
Rogter zal eischen van hem een Borgo en ecu
werve, ander werve, dorde worve, ende dia
geene zyt, hy en heeft geen Borgo die hy go-
ven mag, alzulken man ent zal niet schuldig
weezen iet te gelden van bannen, is H ook dat
swyge ende geen' Borge en Biedo: die Rogtear
met de Scheepenen zal hem vangen, ende be-
veele de Boode in een zekere Steede, endo dia
Boode zal schuldig weezen den geenen te hou
den en den Regter van hem te antwoorden.
46.
Ittm: ia 't dat eeü Poorter in cenen regte om-
roe komen werde, en iets regts van den zei va
Regter bestoet is, ende die Poorter alzoo veel
goets met regte der Poorteren bezeten ihooft,
dat alzoo veel waart is, hoe veele dat regt hu-
tyen zal voor den zeiven Regter, aljjulks Pooö-
ter zal mogen van den regter weg gaan, zon
der eizinge van Borgo,
47.
Item: is 't ook dat zulken Poorter alzoo veel
'goed niet en heeft bezeten in die vooqgespro-
t kene maniere. het behoef hem to geven, oea
jborgerlyke cautie, dat ia vastigheid) ofte wat*
righeid.
4
48.
Item: zoo wie in den regte verspreekt Schee
penen, en hooren Vonnisse met haaren gome®-
nen Raade, na den rogten van der Poorle ia
den Regten gegeven, beeft smadelyken weder*
zeidi, die zal weezen schuldig te gelden, ons ea
onze nakomelingen tien pond Hollandache, om
genoege te doen, en eiken Scheepen oen pond.
49.
Item: zoo wie in eenig Huis den Heer vau
den- Huize gezogt heeft, hy zal 't beteren den
zeiven met tien ponden, ende den Heoro mat
tien ponden.
Zooals jullie Zaterdag hebben gelezen, zal
de Kinderrubriek in 't vervolg Donderdag ver
schijnen, inplaats van Zaterdag. Ik zou dan j
heel graag willen, dat de kinderen, die de raad
seloplossingen gewoonlijk opzenden, hun brie
ven uiterlijk Zaterdagmiddag op de bus doen;
liefst Vrijdagavond of Zaterdagmorgen! Zullen
we dat afspreken?
Ik heb, omdat de tijd tusschen de raadsels
van Zaterdag en die van vandaag kleiner is
geworden, jullie eerder moeten schrijven, en
zoo komt het dat ik nog maer één brief heb
ontvangen, nl. .van M. Schenk, Wieringerwaard
die alle raadsels goed heeft opgelost. Komen
er vandaag nog meer brieven binnen, dan ver
meld ik de namen onderaan. De laatstkomende
vermeld ik de volgende week!
De oplossingen van 7 Juli zijn:
1. Moeder verbood Jan de trompet te nemen.
Petten.
Dat mag je niet doen, hoor Neeltje! Hoorn.
Ik ga morgen naar den dokter. Naarden.
Meester ging met de heele klasse naar Am
sterdam. Aas •*- l
Ga je mee even loopen, Anna? Venla.
2. Een raam vinden we in elke kamer.
Met onze stem spreken we.
Een das is een kleedingstuk.
De gevraagde stad ia dus Amsterdam.
3. ARNHEM, een stad in Gelderland.
Ratel een stuk kinderspeelgoed.
Neen een ontkenning.
Hek een afsluiting.
E 1 een maat.
M een tnedeklinker.
De beginletters vormen weer het eerste woord
Arnhem.
NIEUWE RAADSELS.
Kruisraadsel. Vul la;
X
X
A X
1. Een medeklinker.
2. Een vlaktemaat.
3. Heel harde wind.
4. Iets, dat in de hitte wel smaakt.
5. Een plaats in 't midden van Noordholloxdk
6. Iets, wat we ons 's morgens doen.
7. Een boom.
8. Een lichaamsdeel.
9. Een klinker.
De rijen kruisjes moeten dezelfde naam te
lezen geven.
2. Begraven plaatsen:
Er liep een mooi gekloode dame doof bel
park.
Jan is een ondeugende schalk, maar «htf doel
nooit iets leelijks.
Je moet beter mikken en niet telkens over-
schieten, zei Jan bij een voetbalwedstrijd togen
Willem.
Jan legde zijp hengel op zijn schouder, 0n
ging naar huis.'
Deze droogmakerijen zijn de Purmor en da
Wormer.
3. Zet achter elkaar een stad uit Drente en
een stad uit Zuidholïand en er ontstaat een
dorp in Noordholland.
4. Bewijs eens, dat de -helft van twaalf zeven
kan zijn, en de helft van negen vier!
Oplossingen zenden naar L. Roggeveen ,SpuJ
97, den Haag.