Alttiiti Kiens-
Mratimii- Luilinllil
HE
Raad Sf. Maarlen.
Woeusdag 25 Juli 1923.
66ste Jaargang No. 7269.
Ik116* billijk, omdat men dan ook belasting zal I
hebben te betalen over een jaar dat men geen in
komen heeft.
TO
RIJWIELEN
N.V. „DE TIJDGEEST
Ingezonden Stukken.
KHA6ER
COlEAlfT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
üitqöViia-s i N.V, v.h. THaPMAN lioSchayen
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 3 maanden f 1.85. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Gtroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Vergadering op Dinsdag 24 Juli 1923, des morgens
half 10 uur.
Voorzitter de heer A. Klerk, Burgemeester.
Afwezig de heeren Brommer en Limmen.
Na opening der vergadering volgt de lezing en
goedkeuring der notulen.
Voorzitter deélt mee, dat besloten is van het ba
tig saldo van 1922 f3000 over te schrijven op den
dienst van 1923. Waar echter het batig saldo is ruim
f5000, stellen B. en W. voor f3500 over te schrijven,
dan blijft er nog ruim f1800 over voor den dienst
1924. Allen voor.
B. en W. van Warmenhuizen berichten de gewone
reductie op den gasprijs voor de maanden Me& Juni,
Juli en Augustus.
Meegedeeld dat de rijksuitkeering is bepaald op
f2466.-.
Van Ged. Staten is goedgekeurd' terugontvangen:
suppletoirs begrooting; besluit af- en overschrijvin
gen; besluit betalingen uit den post onvoorziene uit
gaven; en besluit bepaling vermenigvuldigingscijfer
plaatselijke belasting.
Wordt overgelegd besluit hoofdstembureau raads
verkiezing.
Is bericht ingekomen dat mej. Baas haar benoe
ming tot onderwijzeres te Valkkoog aanneemt.
De laatste kasverificatie wees aan dat in kas was
en moest zijn bij den gemeenteontvanger f7572 84;
bij den administrateur van het Gem. Electr. Bedrijf
F14G071K.
Volgt lezing van een uittreksel van het verslag
van B. en W. over den keuringsdienst van waren.
Daaruit blijkt dat in St. Maarten 552 partijen waren
zijn gekeurd, waarvan 10 in het laboratorium. Twee
partijen werden afgekeurd, nl. zuidvruchten.
De heer Brommer komt ter vergadering.
Eveneens wordt gelezen het verslag van den
vleeschkeuringsdienst in den kring Jïarsingerhorn,
reeds geheel in ons blad opgenomen.
Eveneens wordt gelezen het verslag van de Noor
derstoomtram, waaruit blijkt dat het dividend is
5
Voorzitter deelt mee, dat B. en W. met het oog
op het feit dat in deze gemeente over het algemeen de
oude tijd wordt gevolgd, getracht hebben om de
schooluren 1 uur verlaat te krijgen. Het is niet ge
lukt, wel V» uur.
De gemeenterekening wordt aangeboden. De ont
vangsten bedragen f 50208.97^, de uitgaven f44872 91,
dus het batig saldo is f5336 06M. De armenrekening
wees een ontvangst aan van f 12358.08, eén uitgaaf
van f 10495.56, dus een batig saldo van f 1862.52.
De heeren Schermerhorn en Gootjes worden aan
gewezen om deze beide rekeningen na te zien.
Daarna wordt de Raad een oogenblik geschorst tot
onderzoek der geloofsbrieven der nieuw gekozen Ier
den. Daarmee worden belast de heeren 'Gootjes,
Brommer en Blok, Na heropening wordt geadviseerd
tot toelating, daar alles in orde is, waartoe de Raad
besluit.
Is een dankbetuiging ingekomen van mej. wed.
Maijer voor het aanbrengen van de waterleiding.
In de vacature van den heer Govers was door het
algemeen Armbestuur een aanbeveling ingezonden,
luidende: J. Brommer Dz. en L. Barten, beiden aan
de Stroet.
De heer Gootjes bepleit, voor dat er gestemd wordt,
het billijke van de vertegenwoordiging ook van zijn
fractie in dat armbestuur. Waar er thans evenredige
vertegenwoordiging is, noemt hij dat alleszins bil
lijk. S'^r. vraagt of hij ook iemand mag aanbevelen.
Voorzitter zegt, dat volgens het reglement de aan
beveling alleen is aan de Armvoogdij.
Er wordt thans overgegaan tot stemming, met als
uits^g: C. de Geus 1 stem, J. Brommer 2 stemmen,
L. Barten 2 stemmen,, 1 blanco.
Tweede stemming: J. Brommer 3 stemmen, L. Bar
ten 3 stemmen.
Herstemming, waarbij cle heer Brommer zich van
stemming onthoudt: J. Brommer 3 stemmen, L. Bar
ten 2 stemmen. De heer Brommer is dus gekozon,
die evenwel de benoeming niet aanneemt.
De heer Schermerhorn geeft nu in verband met
het gesorokene van den heer Gootjes in overwemng
een nieuwe aanbeveling te vragen. Misschien daf 't
Armbestuur met de vraag van den heer Gootjes reke
ning wil houden.
Alzoo besloten.
Voorzitter brengt vervolgens een hertelijk woord
van dank voor het vele dat de heer Govers als lid
/an het Armbestuur heeft gedaan. De heer Govers
was op de vergaderingen altijd trouw present en de
zaken van het. Armbestuur lagen hem nauw aan het
hart.
Van den Minister van Arbeid is de bekende cir
culaire ingekomen om een tanverbod uit te vaar
digen met de eventueel le houden jubileumfeesten.
B. en W. wensehen geen tapverbod, zij wmschen
ar menschen niet aan banden te leggen. Misbrui v
komt hier niet voor en B. en W. hebben wel zoo
veel vertrouwen in de burgerij, dat als hier feest
wordt gevierd, de burgerij zich niet te buiten zal
gaan. Algemeen goedgevonden.
Is aan de orde de adhaesievraag der gemeente
Wymbritseradeel om het vloeken in de rijkswet
stiafbaar te stellen.
B. en W. verwijzen naar hun afwijzend standpunt
genomen bij een ongeveer gelijk verzoek en stellen
voor dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Gootjes zal daarin meegaan, ofschoon hij
er nog evenzoo over denkt als vorig maal. Al
len voor.
Aan de orde is het adres der gemeente Smilde om
de gemeentelijke inkomstenbelasting te heffen over
een, gemiddelde van 3 jaar.
In B. en W. is hierover verschil van meening.
De meerderheid is voor een gemiddeld over 3 jaar,
mits als re'tel wordt ingevoerd. De minderheid acht
Voorzitter wijst er oo, dat als het niet gaat over
een gemiddeld van 3 jaar,, men zal krijgen een zeer
oneelijkmatigen druk voor een zekere categorie van
menschen in deze gemeente, nl middenstanders en
arbeiders. In 1923 is het vermenigvuldieingscijfer ge
handhaafd op 1.7, maar was dat nu eens 2.5 of hon
ger geweest, dat was het inkomen van een arbei
der veel te zwaar belast geworden. Hun inkomen
was f 1200, thans f 800 en dat hebben zij bitter noo-
dig voor de meest dringende uitgaven en om nu van
een arbeider met 3 kinderen van zulk een inkomen
f 15.30 f22.50 belasting te heffen, is spr. te hoog.
En tot zulke heffingen zal men hier moeten komen
als de bouwers over een jaar niets verdienende,
ook geen belasting zullen behoeven te betalen. Men
zal dan zien, dat menschen die nog eenig bezit heb
ben, vrij komen van belasting, terwijl anderen zwaar
zullen moeten betalen, want men vergete niet, de
belasting moet er zijn. Spr. becijfert, dat als het inko
men over 1920 f 4000 was geweest, over 1921 f2000,
over 1922 nul, het gemiddelde f2000 en daarover in
1923 belasting had moeten worden betaald. In 1921
f2000, in 1922 nul, in 1923 f 2000, dan was het ge
middelde f1350, waarover in 1923 belasting had
moeten worden betaald, anders f2000. Als hét inko
men in 1922 nul is, in 1923 f2000, in 1924 f 3000, dan
was het gemiddelde over 3 jaar f1650, waarover in
1925 belasting moest worden betaald, tegen anders
f3000. Spr. concludeert uit deze becijferingen, dat
de belasting over 3 jaar gemiddeld genomen, veel
regelmatiger is en dus ook de druk vooral voor mid
denstanders en arbeiders minder zwaar. Als men
deze cijfers nagaat, maakt het voor de tuinbouwers
niet zoo'n groot verschil en ook hen zal het een
regelmatiger belastinguitgaaf brengen.
De heer Glas, de minderheid van B. en W., is van
oordeel dat het veel uitmaakt met welk jaar de re
geling zou bèginnen als deze regeling als wet werd
ingevoerd. Als men eens begon dit jaar met terug
werkende kracht,.dan zou het gebeuren dat men in
een jaar dat men absoluut geen inkomen had, vee*
belasting moest betalen, wat zeer zeker als een on
billijkheid en groote last zou worden gevoeld.
De heer Schermerhorn voelt meer voor de ideeën
van de meerderheid van B. en W.
De heer Wit oordeelt dat het bijzonder weinig zal
uitmaken. Ook spr. oordeelt dat het veel zal schelen
wanneer, dus met welk jaar of men zou beginnen
j De heer Brommer acht het beter om elk jaar, op
I zichzelf te 'houden.
De heer Glas zet nogmaals zijn standpunt in den
zelfden geest als hierboven vermeld, uiteen.
De heer Gootjes meent dat als de heffing ge
schiedt over het gemiddelde over 3 jaar, de gemeente-
financiën ook meer geregeld zullen zijn en dat is
een factor, die naar spr.'s oordeel niet uit het oog
mag verloren worden. Het tuinbouwbedrijf is een
bedrijf dat men niet over 1 jaar, maar wel over 10
jaar moet nemen.
Tot stemming overgaande, staken de stemmen.
Voor adhaesie-betuiging zijn de heeren: Schermer
horn, Gootjes en Wit, de andere drie heeren tegen.
I Van de regeering is de boodschap binnen gekomen,
dat het Rijk voortaan niets meer betaalt aan het ver
volgonderwijs en de gemeente deze kosten zelf moe
ten dragen. B. en W. betreuren dit zeer en stellen
voor om voortaan geen vervolgonderwijs meer te ge
ven, te kostbaar als het voor deze gemeente is.
B. en W. becijferen, dat voor de 5 scholen in deze
gemeente, n.1. 3 openbare en 2 bijzondere scholen,
de kosten zouden beloopen voor salarissen en ver
dere onkosten f2150. Dat is te kostbaar. B. en W.
willen echter hun aandacht er aan wijden of op
andere wijze een cursus in het leven is te roepen en
er scherp op letten hoe dit in andere gemeenten
wordt geregeld.
De heer Schermerhorn oordeelt, dat deze kosten
te hoog zijn, ook de heer Blok uit zich in dezen
geest, er den wensch. aan verbindend dat B. en W.
goed onder het oog zien de mogelijkheid om op
andere wijze in dit onderwijs te voorzien.
De heer Glas zegt dat deze wijze van doen de
regeering een besparing brengt van 1 millioen, het
was beter geweest dat men op de Marinebegrootmg
had bezuinigd. Spr. betreurt deze handeling der re
geering zeer.
Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene
stemmen aangenomen en aan het personeel van het
herhalingsonderwijs eervol ontslag verleend.
Op een ingekomen verzoek om f10.subsidie te
verleenen voor de zedelijke verbetering van gevan
genen, wordt met algemeene stemmen goedkunstig
beschikt.
En daarna volgt de circulaire van Ged. Staten
over de salarieering der gemeente-ontvangers.
B. en W. noemen in hun advies de regeling die
Ged. Staten in 1919 hebben gemaakt, geen geluk
kige. Daaruit is de groote onbillijkheid geboren, dat
deze gemeente f1100 salaris moest geven en Haren-
karspel 1900, omdat de functie van secretaris en
ontvanger daar gecombineerd was. Ged. Staten heb
ben daar de functie van gemeente-ontvanger be
schouwd als een bijbetrekking van den secretaris.
Ged. Staten hebben te scherp gelet op de gemeente
bijbetrekking, want ook hier was deze betrekking
van gemeente-ontvanger geen hoofdbetrekking en
daarom is de bezoldiging te hoog.
Men heeftals motief tot verlaging voor salaris
aangevoerd, 'dat het werk van den gemeente-ont
vanger minder is geworden, nu het Rijk de belasting
int. Dat is hier niet het geval en spr. geeft verschil
lende cijfers, waaruit blijkt dat b.v. in 1907 367 posten
ontvangsten en 304 posten uitgaven door den ont
vanger werden behandeld, in 1922 was het aantal
ontvangstposten met Hoofdelijken Omslag 958, zon
der 675, wat nog hooger is dan in 1921, toen dit 627
was. De gemeenteontvangsten zijn evenmin gedaald
maar wel verhoogd, n.1. in 1913 f13000, thans in
1922 f 45000. Van vermindering van werk is dus
geen sprake. B. en W. concludeeren om de nieuwe
salarisregeling ook voor den tegenwoordigen functi
onaris te doen ingaan en willen aan Ged. Staten ad-
viseeren: f450 aanvangssalaris met vier 2 jaarlijk-
sche verhoogingen van f 50, dus een maximum van
f650. Dit salaris zou dan thans worden verkregen
tegen f 1100 wat nu ontvangen wordt.
De heer Schermerhorn ziet het voordeel niet in van
de 2 jaarlijksche verhoogingen. Spr. wil één salaris
en dan bv. f500.
Voorzitter acht het noodig dat er is een minimum
en maximum salaris. Deze regeling vindt men al-
gemeen en f450 of f500 als vaststaand salaris, n"V
snr. te laag en de achteruitgang van f 1100 op f 650
voor den tegenwoordigen titularis acht spr. niet ge
ring.
De heer Wit acht de kans van slagen, a^s het voor
stel van B. en W. wordt aangenomen, groote r.
De heer Schermerhorn acht f 500 voldoende en
VAN RIJSWIJK'S
Sckoenhandel Schoenmakerij.
„HEVEA" Rubber Zolen en Volhakken
merk ECONOMIE.
meent dat St. Maarten dan tegenover Harenkarspel
geen slecht figuur maakt.
Voorzitter wijst op den arbeid die vereischt wordt,
maar ook op de verantwoordelijkheid die een ontvang
ger heeft.
De heer Brommer acht die verantwoordelijkheid
niet erg. Dat is niet met geld goed te maken: f300
of f500 salaris, de rekening zal moeten kloppen.
Voorzitter acht het toch van het grootste belang
voor een gemeente als zij een ontvanger heeft die
zijn arbeid goed doet. En déit kan men moeilijker
verwachten als men een minderwaardig salaris geeft.
De heer Schermerhorn wijst op het feit, zooals B.
en W. trouwens erkennen, dat het hier in St. Maar
ten geheel een bijbaantje is. Zooals hier de toestand
is, heeft de persoon in kwestie er zijn jasje niet eens
voor uit te trekken.
De heer Gootjes acht de finantieele verantwoorde
lijkheid van den ontvanger hier niet zoo groot. Nu
de belasting door, het Rijk wordt geind', komt het geld
in groote bedragen binnen en dat is heel wat gemak
kelijker administratie. Spr. gaat met den heer
Schermerhorn mee.
Voorzitter zegt, dat Ged. Staten de bepaling van
het salaris hebben, na den Raad te hebben ge
hoord. Als men nu hier geen rekening houdt met
algemeen te stellen eischen, zal, wat de Raa'd ad
viseert, niet veel kans op succes hebben. Spr. geeft
daarom in overweging met het voorstel van B. en
Nmee te gaan.
De heer Brommer oordeelt, dat Ged. Staten nu wel
voelen dat wij geen oorlogswinst meer hebben. Al
les is nu gewoon en het geld wordt den gemeente
ontvanger thuis gebracht, hij heeft er niet voor te
loopen.
De heer Glas herhaalt, dat B. en W. met dit
voorstel komen, om kans van slagen bij Ged. Sta
ten te hebben. Wij hebben ook rekening te houden
met den ambtenaar en die heeft altoos accuraat en
keurig werk geleverd. Zijn inkomen is nu f1100 en
komt met ons voorstel op f650, dat is een groote
verlaging. En als nu het salaris ook van andere
ambtenaren wat mocht zakken, wordt het voor de
gemeente een heele oplichting.
De heer Schermerhorn meent, dat accuraat en net
jes zijn niet anders is dan de plicht van den ontvan
ger.
Voorzitter erkent dat, maar maakt zich sterk dat
als men, zooals andere gemeenten eens een wat min
der goed ambtenaar had gehad, men er wel wat
anders over zou redeneeren.
De heer Wit herhaalt, dat met het voorstel van
B. en W. f 650, meer kans van slagen zal zijn. Ged.
Staten hebben de vorige maal ook geheel naar eigen
oordeel gehandeld, dus willen wij wat invloed uit
oefenen, dan moeten wij niet te hoog gaan.
De heer Schermerhorn: Wij hebben nog meer kans
als wij f1000 nemen.
Na nog eenig gepraat word er gestemd en ver
klaren de heeren Glas, Blok en Wit zich voor het
voorstel van B. en W„ de andere heeren tegen, zoodat
ook hierover de stemmen weer staken. Volgende ver
gadering dus de beslissing.
Daar de rondvraag niets meer oplevert, volgt de
sluiting.
PLANTENZIEXTENLEER.
LIV.
Het volgende lees ik in „Floralia" van de hand
van den bekenden aardappelziektenkundige den
heer Dr. J. Oortwijn Botjes:
Het vroeg rooien van voor pootgoed bestemde
aardappelen.
Op den „Aardappeldag" te Wageningen heb ik, op
grond van entproeven van Prof. Quanjer en in ver
band met sommige waarnemingen in het buiten
land, de veronderstelling uitgesproken, dat men,
door onrijp te rooien, de kans vergroot van gezonde
planten weer gezonde nakomelingen te verkrijgen.
Proeven, welke in 1922 hieromtrent door mij geno
men zijn en waarvan de nabouw thans te velde staat
hebben deze veronderstelling ten volle - bevestigd.
Op verzoek van de „aardappelcommissie uit het
Centraal Comité voor de keuring van gewassen te
velde"', deel ik thans de belangrijkste resultaten van
deze proeven mede.
Deze zijn de volgende:
1. De beteekenis van het gebruik van onrijp poot
goed moet uitsluitend gezocht worden in een ver
mindering van de kansen van infectie voor de ver
schillende ziekten.
2. De „smetstof" van bladrol, mozaiek, krinkel
kan reeds zeer vroeg in den zomer op gezonde plan
ten worden overgebracht en kan reeds in de knollen
geraken als deze nog zeer klein zijn. Zeer vroeg ge
rooide, oorspronkelijk gezonde stammen kunnen
reeds zieke nakomelingen voortbrengen. Bij de ge
nomen proeven bleek echter het percentage zieke
nakomelingen kleiner te zijn naarmate de planten
vroeger waren gerooid. Bij enkele planten was dit
onderscheid gering, doch bij de meeste bestond er
een opvallend verschil ten gunste van de onrijp ge
oogste poters.
3. Van de duizenden knollen, welke gerooid zijn
vóór het. optreden van de gewone aardappelziekte
(Fhytophthora infestans) is in den loop van den
winter geen enkele tot bederf overgegaan, terwijl bij
de laat gerooide het aantal knollen (zieke) van som
mige soorten, zeer groot was.
4. Bij scherpe selectie en isolatie, gepaard met
vroeg rooien is het mij in 1922 gelukt de soorten,
waarvan ik bij het begin van dat jaar gezond poot
goed bezat, volkomen gezond te behouden. Geen en
kele zieke stam werd gevonden. In vorige jaren,
toen ik het onrijp rooien niet toepaste, is zulk een
gunstig resultaat nooit bereikt.
5. Zéér vroeg gerooide poters welkb nog zeer klein
waren op het tijdstip van het rooien, hebben slechts
kleine stammetjes opgeleverd.
Naar aanleiding van bovengenoemde resultaten
raad ik de and- en tuinbouwers, die zich bezighou
den met het telen van gezond pootgoed, aan, behal
ve aan isolatie en seloctie ook hun aandacht ^te wij
den aan het vroeg rooien van hun elite planten. De
resultaten, welke zij met het vroeg rooien verkrijgen,
zullen niet onder alle omstandigheden gelijk zijn,
omdat het tijdstip van besmetting van vele factoren
afhangt. Hoe vroegen gerooid wordt, hoe grootetf ia
de kans op succes. Ieder zal echter voor zich zelf
hebben uit te maken hoe vroeg hij, ook in verband
met punt 5, met rooien kan beginnen.
De Controleur bij don Plantwnilainrilgftp
Dienst te Hoorn.
K. VAN KEULEN.
Trekking van 500 rammen
ten overstaan van Notaris A. G, Molié
Dinsdag S4 Jxsti 1923
Prijs van f 1000 19287 M
400 7863 15532
200 6549
100 498315908 16686 19786 20392
Prtjxen vnn I 90.leigen geld)
10 2564 4674 6705 878^ 11005 14251 jfSffi» 18261
8805 11106 14359 39 18340
06 19 13 14427 88 49
44 2311276 4216837 71
50 8834 11306 75 40 87
83 66 90
19423
71
80
rrorë 19628
87 29
17107 19648
40 19701
Actie tegen die IL-1L. school te Burg&rbrugj.
Slapper betoog op mijn verweer tegen de aantij
ging dat „de Roomsche school twist en tweedracht
en haat ruimschoots zal uitstrooien", had ik wel niet
durven verwachten. Zoolang dat „lid van het comi
té van Actie tegen de R, S. te Burgerhrug" zich gelo-
caliseerd had tot het geval der vestiging eener
rcomsche school te Burgerhrug, had ik mij in de
kwestie niet gemengd. Maar wanneer hij zich laat
verleiden tot mededeelingen, die het bijzonder onder
wijs in het algemeen raken, staat ieder geloovige:
't zij "Katholiek of Protestant, op zijn stuk.
Ik heb met geen woord gesproken over uw open
baar schooltje in Burgerhrug, waar goede kinderkens
tot brave burgers gekweekt zijn, maar de brutale
bewering weerlegt, dat de Roomsche school haat
uitstrooit. En het doet werkelijk verdrietig aan, de
pogingen te zien langs welke dat lid die bewering
tracht staande te houden.
Ik moet dus weer gaan zeggen, dat de belangen
der Roomsche jeugd het meest gebaat zijn in de
eigen Roomsche school. En hoor nu eens wat Z.H. de
Paus dezer dagen tot eonigo leiders der katholieke
actie en specialiteiten op onderwijsgebied hiervan,
zegt:
„De school immers is een tempel, niet alleen der
wetenschap, maar van God zelf, die de waarheid is
en regeeren moet. Daarom is de school waarlijk de
volmaking der kerk, vooral In onze tegenwoordige
tijden. In de kerk moet men ook onderwijzen en het
onderwijs daar gegeven heeft groote gelijkenis met
een gebod. Maar ook is het noodzakelijk dat de
grondwaarheden van geheel het leven der gedachte
onderwezen en aangeleerd moeten worden. Dit ech
ter kunnen we alleen in de school vinden...."
Z.H. de Paus heeft toch zeker niet hier de gods-
dienstlooze openbare school op het oog, waar uit
neutraal oogpunt dit angstvallig vermeden dient te
worden. Dit onderwijs berokkent dus de roomsche
jeugd schade aan de vonriing hunner geestelijke be
langen.
Ja maar dat zegt jullie Paus. Wacht, ik zal den
heer Giffen, een niet-Katholiek, en voorzitter van
het Toezicht over het Openbaar Onderwijs in het
district Sacramento (V. S.) even het woord geven.
Deze maakte dezer dagen bekend, dat hij alles zal
doen om te verhinderen, dat voortaan nog een athe
ïstische onderwijzer aan het openbaar onderwijs in