Alieneci Nienws-
S 19005 52
35 5'
88 8
66ste Jaargang. No. 7277.
Uitgeversi N.V, v.h. TRAPMAN Co, Schagen
Engeland en Frankrijk
door alle eeuwen.
N.V. „DE TIJDGEEST"
liëti 3
1 Si&JJ
Ingezonden Stukken.
Woensdag 8 Augustus 1923.
SCHAGER
COURANT,
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eer9tuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT TELEF no 20
Prijs per 3 maanden f 1.66. Losse nummers 6 cent! ADVERTEN-
- TIëN van 1 tót 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bevyljsno.
inbegrepen). Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ik schroef een paar weken geleden reeds, dat ik
de Entente Cordiale tussdhen Frankrijk en Enge
land a.s TrOiSuood beschouwe.
Soms scheen het, alsof ik te boud gesproken had,
maar het is nu wel voor iedbieen duidelijk dat de
Entente ir.oradood is.
Zal nat nu een eerste stap beteekenen op den weg
.ie naar een oorlog tusschen Engeland en Frank
rijk zal ledden.?
Dit is moeilijk te voorspellen, maar wel is het een
feit, dat vijandschap tusschen Frankrijk en Enge
land meer in de lijn der historie ligt, dan een ver
bond, een Entente cordiale.
Bij een groot gedeelte van het Fransche volk,
vooral bij de bewoners der kusten, kwam zelfs ge
durende den wereldoorlog van 1914 tot 1918 wan
trouwen en haat tegen Engeland1 soms boven; Wan
trouwen en haat tegen de Engelschen zi,t die- man
nen en vrouwen van Frankrijks kusten nu eenmaal
in het bloed en dat kan niet door een Entente cor
diale ongedaan' gemaakt worden. De geschiedenis
van eeuwen heeft vat gehouden' op dlie bevolking.
Maar oo-k het overige gedeelte van het Fransche
volk is nooit bijzonder op de Engelschenl en Enge
land gesteld geweest.
Daarentegen was het oordeel der Engelschen om
trent de Franschen gematigd onverschillig.
De Engel'schman bekommert zich nu eenmaal niet
erg om zijn buren, behalve wanneer wereldschokken
de feiten het noodig maken, dat hij hunten, cricket
en verdere sport er aan geeft om zich voor hetgeen
buiten Engeland ligt, te interesseeren.
Verder hebben de Engelschen en Fnanschen eigen
lijk niets gemeen
Buitendien spreken zij eikaars taal niet en we
ten heel weinig van eikaars cultuur af.
Maar op school leeren zij de geschiedenis en dan
wordt het hun reeds als kinderen duidelijk dat
zij door alle eeuwen heen geducht met elkaar ge
vochten hebben.
Daarbij blijkt het den Franschen' altijd- weer, dat
de Engelschen meestal kwamen vechten wanneer de
Fransche veroveringszucht het continentale even
wicht in gevaar bracht.
Doch reeds voor het Britsehe rijk tot diat politieke
axioma gekomen was, werd er een voortdubenden
strijd tusscheb Engeland en Frankrijk gevoerd.
Het begon reeds bijna 9 eeuwen geleden, toen
Willem van Normandië, bij Hastings in Sussex land
de en de Engelschen onder koning Harold versloeg
(1066).
Er braken toen donkere dagen' voor de Engelschen
aan, want Willem regeerde Engeland door middel
van zijne Fransche edelen en soldaten ten koste
van de oorspronkelijke Angelsaksers.
Het was d'e jongste zoon van Willem, die hierin
verbetering, bracht.
Koning Hendrik I, -die den .bijnaam „Bleauclere"
bezat, omdat hij, zeer in tegenstelling 'met andere
hooggeplaatste personen, een groot taalkundige en
algemeen ontwikkelde man was.
Het is Hendrik I, die van 1100 tot J13~regeerde, ge
weest, die bij zijn troonsbestijging de Charter van
Vrijheden uitvaardigde, de basis van den lateren
Magna Charta.
Hij was gehuwd met Mathild'au afstammeling©
van de Engelsche koningen en heeft veel gedaan om
de Angelsaksers rechtvaardig en eerlijk te regee-
ren en nam het altijd op voor het volk, de Angel-
seksers tegen de hoogmoedige Normandische edelen
en hun afstammelingen.
Hendrik I regeerde als een Engelsch vorst over
Engeland, terwijl zijn broeder Robert, die al$ hertog
van Normandië Willem opgevolgd was, tevergeefs
aanspraak op den. Engelschen troon deed gelden.
Een kleinzoon, Hendrik II, was de zoon van Godl-
fried van Anjau en bijgenaamd Plantagenet (planta
genisla) was de stichter van het Engelsche konings
huis van dien naam.
Er wordt vertld, dat Godfried van Anijou, altijd
©en stukje brem op zijn mufs droeg.
Deze Hendrik II was koning van Engeland ©n Her-
tc-g van Norman'dië en een zeer machtig vorst, daar
hij door zijne vrouw Eléonore van Aquitanie uitge
strekte bezittingen en groote rijkdommen verwierf.
De Frahsche koning Lodewijk VII, die eerst met
Eléonore gehuwd was. geweest, doch haar had ver-
stoo'en, zag in Hendrik II terecht een gevaarlijk me
dedinger naar grootheid en macht
Van dat oogenblik af begon dan ook de wedijver
tusschen Frankrijk en Engeland, een naijver, die
heden neg bes'aat en die tengevolge der schadever
goedingsmoeilijkheden, zeer acuut geworden is.
De veroveringszucht van een vazal van den Fran
schen koning van Willem van Normandië, heeft fei
telijk de rivaliteit veroorzaakt. 1
Doch pas na den dood van Hendrik II zou het tot
en uitbars'ing komen.
Diens opvolger, Richard Leeuwenhart, was onder
keizer Frederik Barbarossa naar het Heilige Land
getrokken.
Philip August was inmiddels zijn vader Lodewijk
VII als koning opgevolgd. Ook Philip maakte aan-
■vankelijk de kruistocht mee, doch de oneenigheid
Jttet Richard Leeuwenhart was van dien aard. dat hij
netrekkiijk spoedig naar Frankrijk terugkeerde.
kreeg nu een schoone gelegenheid om zich op
nicnord te wreken, die op zijn terugtocht schipbreuk
werd611 d°°r Fre<*erïk Barbarossa gevAngen gezel
inmiddels met zijn leger naar
Normandië begeven.
.°p voorspraak van den Paus vrij gelaten,
v!f ddellijk tegen Philip op, doch werd bij
l,r® •Yan het kasteel Chalus in Limoge gedood.
/.ïjn neei Arthur en zijn broeder Jan twistten over
de nalatenschap, totdat Jan, bijgenaamd zonder
Land, zijn neef doodde.
bad nu het recht den koning van
hüh.iJ0? 1 booge gerechtshof te dagen, daar
akomnR van Engeland, ook hertog van
varal van Philip was.
te komen en Philip maakte zich van
Normandie; Anjou, Touiaine enz. meester, zoodat
Jan slechts Guyenne in Frankrijk overhield.
Maar Jan zonder Land was een diplomaat en be
greep, dat de toenemende macht van Frankrijk een
doorn in het oog der omliggende staten zou zijn.
Hij verbond zich dus met keizer Otto, met den
hertog van Brabant en den graaf van Vlaanderen.
Met 160.000 man een formidabel leger voor die
dagen reikten de verbondenen op Bouvinea aan,
waar koning Philip gelegerd was.
Nadat keizer Otto met zijne Duitsche troepen zich
bijna van koning Philip had meester gemaakt,keer
de de strijdkans en de Franschen overwonnen.
Dit was de eerste maal dat Fransche en Duitsche
troepen (be/halve dan die der andere verbondenen)
tegen elkaar in het veld stonden (1214).
Ruim 20 jaar later stonden de Engelschen onder
Hendrik III tegenover koning Lodewijk den Vrome.
Wij kunnen nu een' periode van bijna een eeuw
overslaan. Toén in 1328 koning Karei IV van Frank
rijk overleden was, maakten twee personen aan
spraak op den Franschen troon.
Philip van Valois, kleinzoon van Philip den Stou
te en Eduard III, koning van Engeland, achterklein
zoon van den. zelfden vorst door zijn moeder Isabel-
la van Frankrijk, betwistten elkaar den troon.
Philip van Valois werd kóning, doch had moei
lijkheden met de Vlamep, die door koning Eduard
IH gesteund werden.
Zoo begon in 1328 de honderdjarige oorlog tus
schen Frankrijk en Engeland.
Bij Sluis werd de Fransche vloot verslagen door
dé gecombineerde Engelsche en Vlaamsche schepen,
terwijl zoowel in Bretagne als Vlaanderen hevig
gevochten werd.
Het zijn de dagen van Jaoob van Artevelde en den
Gulden Sporenslag.
Eindelijk in 1346 landde Eduard met zijn leger in
Normandië en versloeg den Franschen koning bij
Crécy, Eduard sloeg het beleg voor Calais, dat zich
wanhopig verdedigde, doch door hpngeranood ge
dwongen ten slotte-in 1347 capituleerde.
In het park bij het House of Lords in Londen ziet
ir.en een prachtig standbeeld gewijd aan do zes
heldhaftige burgers van Calais, die zich offoiden
ten einde, hun medeburgers -te redden.
Eduard heeft aan deze mannen ook genade ge
schonken en was zeer tevreden met het bezh vrn
Cala'a, de sleutel van Frankrijk, zooals hij het te
recht noemde, want de Engelschen konden ©r nu
landen, wanneer zij wilden.
In 13b6 werd koning Jan de Goede van Frankrijk
door den Zwarten Prins bij Poitiers verslagen, ge
vangen genomeri ©n naar Londen gevoerd, waar hij
acht jaar later sterft.
Door-het verdrag van Brétigny (1360^ kwam. een
derde gedeelte van Frankrijk in het bezit van Enge
land. j
Koning Karei V. opvolger van Jah de Goede, had
zich tot taak gesteld om tie verloren provincies weer op
Engeland te veroveren.
Hij had inmiddels door zijn veldheer du Guesehn,
koning Peter van Castilië, gedwongen afstand van den
troon te doen, doch Engeland kwam' Gastiiië te hulp
en versloeg du Gueselinbij Navarette.
Later had du Gueselin meer succes, Peter werd Weer
verjaagd en vervangen door Henri de Transtamane,
die een bondgenoot van Frankrijk werd.
Toen konden Kering Karei en zijn connétable du
Gueselin zich aan hun taak wijden om de Engelschen
te verdrijven en liadden zooveel sucfces, dat in 1380
nog slechts Calais, Bordeaux, Bayonne en eenige kléinere
plaatsen in bezit der Engelschen waren.
Doch hiermede was nog lang niet de strijd tusschen
de beide groote rijken beëindigd.
Koning Hendrik V van Engeland, landde met een
groot leger in Frankrijk.
Bij Azincourt kwam het in 1415 tot een treffen. De
Franschen werden verslagen, verloren 10.000 man, waar
onder de hertog van Al«ncon en een enorm aantal
vorsten en edelen.
De Engelschen trokken verder en veroverden Rou-
aan na een beleg van 7 maanden.
Toen werd Frankrijk door Jeanne d' Are gered. Deze
stelde zich aan het hoofd der Fransche troepen., wist
tweedracht tusschen Fransche edelen en burgers te
doen vergeten, ten einde zich te scharen rondom den
troon van Koning Karei VII. De geestdrift werd enorm
en het eerste succes was het opheffen van het belég van
Orleans. Nadat de Engelschen van Ürïéans teruggetrok
ken, wist Jeanne d' Are' den .Koning te bewegen zich
naar Reims te begeven, waar hij i'n Juli 1429 gekroond
werd in de prachtige cathedraal welke helaas in den
wereldoorlog door net Duitsche geschutvuur verwoest
is.
Daarna wordt de bijna wanhopige strijd tegen de
Engelschen en hun aanhangers onder de Franschen
voortgezet.
Bij Compiegne gevangen genomen, wordt. Jearne
door*öe Bourgondiërs aan de Engelschen uitgele
verd, die haar op 30 Mei 1431 te Rouaan levend lie
ten verbranden.
Hot is een. donkere bladzijde zoowel voor de Fran
schen, die-haar uitleverden als voor de Engelschen,
die haar naar den brandstapel veroordeelden.
In den laatsten oorlog is Jeanne d'Arc heilig ver
telaard en door Franschen en Engelschen als heilige
vereorfl. i
Een Fransche vriend van mij zeide een®, dat in
dien de zaak omgekeerd was, de Franschen er niet
aan zouden denken een Engelsche Jeanne d'Arc zoo
danig le vereeren en hulde te brengen als de Engel
schen dat de Maagd van Orleans toch een vroegere
vijandin, zei mijn Franschman deden.
Na haar dood werd dOor koning Karei VII den
Strijd tegen de Engelsch verwoed voortgezet.
Het succes was zoo groot, dat ten slotte in 1453
slecbs Calais in handen der Engelschen- bleef, zoo
dat de prophetie van Jeanne d'Arc was bewaarheid.
De honderdjarige oorlog was ten einde en daar
mede sloot tevens het tijdperk af van voortdurenden
strijd tusschen Engelsche en Fransche koningen om
grondgebied in Frankrijk.
Het is ruim een eeuw later, dat gedurende de
godsdiensttwisten in Frankrijk, na de reformatie de
Engelschen, te hulp geroepen door de Hugenoten,
weer in Frankrijk landden en zich van Havre mees
ter maakten.
Zij werdén echter weer kort daarop uit Havre ver
dreven (15621563).
Weer gaat een eeuw voorbij.
Koning Lodewijk XIV draagt Frankrijks kroon
VAN RIJSWIJK^
Schoenhandel Schoenmakerij.
„HEVEA" Rubber Zolen en Volhakken
merk ECONOMIE.
Zoowel alleen als in combinatie met Engeland heeft
de Zonnekoning de rivaliteit dar-Zeven Provinciën
van Holland gewroken.
Of liever geftracht te wreken, want het Imperialis
me van koning Lodewijk. is en blijft gestuit, eerst
door het genie van Jan de Wit, later door dat van
Prins Willem IIL
De Engelflcheh, die medegewerkt hadden'aan het
dBemoedigen der republiek der Vereenigde Nederlan
dén, zagen wel wat laat in hoe zij hun politiek van
continentaal evenwicht oen beetje te ver gedreven
hadden, zoodat bij, de Spaanseh© successie-oorlog de
Engelschen onder Marl'borough aan de zijde van
Nederlanders en Oostenrijkers staan.
Later, toen Lodëwijk XV, koning, van Frankrijk
was, stonden de Engelschen aan de zijde der Prui
sen in den 7-,jarigen oorlog.
De Engelschen begonnen in die dagen van een
overmacht ter zee te profiteerèn, veroverden met
hun zeemacht niet alléén de Fransche kolonies in
Inidië, rua^r buitendien, en dat was van nog meer
beteekendS, Canada.
De Fransche generaal MalcoLm sneuvelde bij de
verdediging van Gnebor tegen den Engelsche gene
raal Wolf.
De Fransche republiek had zich in 1792 tegen En
geland, Holland^ Pruisen, Spanje, Piemont en Na
pels.
Het was later Engeland, dat de veroveringsplan
nen van keizer Napoleon I Stuitte.
Ware Engeland er niet geweest, dan zou wellicht
niet alleen Oostenrijk, doch ook Ruslandi zich bij het
fait accompli neergelegd hebben, dat Napoleon niet
te overwinnen was en men du^ maar het beste deed
vrede met hem te houden.
De Engelschen dachten daar anders over. Zij kon
den onmogelijk hiun politiek omtrent het politieke
evenwicht op het Continent opgeven. Zij steunden de
Spanjaarden tegen Napoleon.
Zij hadden het geluk in October 1805 onder N©1-
son d© Fransche Vloot onder Villeneuve te vernieti
gen.
De Engelschen waren absoluut meester van de
zee en de Hollanders van die dagen hebben dat ge
ducht aan den lijve gevoeld, toen zij eerst bondge-
nooten eh daarna onderdanen van Napolepn waren.
Het zijn de Engelschen geweest, die Napoleon naar
Elba gebracht hebben.
Het zijn de Engelschen onder Wellington ge
weest, die bij1 Waterloo het leeuwenaandeel bevoch
ten hebben tot Blucher met zijne Pruisen kwam en
den genadeslag toebracht.
Het zijn de Engelschen geweest, dié Napoleon naar
St. Helena gebracht en daar bewaakt hebben.
In de 19e eeuw zijn het verder altijd de Engel
schen geweest, die roet in het eten gooiden van wel
ken overwinnaar dan ook, die te veel voordeel wilde
behalen en daardoor het politiek evenwicht verbro
ken zou (hebben..
Het is Engeland, dat alle andere landen ln balans
gehouden en zelf een enorme vlucht genomen heeft.
Het heeft alle andere rijken in ontzettende moei
lijkheden gezien.
De Vereen-igde Nederlanden, Spanje, Frankrijk.
Oostenrijk, Duitschland en zelf bleef het machtig en
rijk.
Frankrijk, zóo ontzettend vernederd in 1871, wil
nu op haar wijze vruchten plukken van de overwin
ning van 1918.
Weer staat daar Engeland om het te verhinderen.
Ik heb in vorige artikelen gewezen op het groote
gevaar, dat een te machtig Frankrijk voor Engeland
zou opleveren.
Ik heb erop gewezen, waf territoriale uitbreiding
van Frankrijk tegelijk met een vernietigd Duitsch
land voor Engeland zou beduiden,
Engeland is altijd eenland geweest, dat „compro
mis* prefereert boven breuk. Vandaar het lange
praten, eerst van Lloyd George, toen van (Bonar Law
en nu van Baldwin.
Maar Póincaré zal niet toegeven. Poincaré zet het
er op om eindelijk voor Frankrijk te bereiken, waar
naar het eeuwenlang te vergeefs gestreefd heeft.
Poincaré schrijft imperialisme met een groote „I".
Hij heeft de sterkste luchtvloot van de wereld en
maar één werkelijken tegenstander.
Wie dit artikel gelezen heeft, zal het standpunt
van Poincaré beter begrijpen, zal ook voelen, waar
om Poincaré het geheele Fransche volk achter zich
heeft. Frankrijk zal zich dit keer niet door den erf
vijand laten berooven van de vette kluiven, die het
in de vingers heeft.
Poincaré weet, dat op het vasteland geen macht
gereed is om weerstand te bioden aan de imperia^
Üstische eischen van Frankrijk.
Hij weet, dat Duitschland murw ia.
Hij wee», dat Engeland niet geprepareerd is voor
een oorlog.
Poincaré waagt het er op.
Hij laat de wereld aanpraten.
De verdere stappen van den aartsvijand wacht hfj,
evenals het Fransche volk, kalm af.
Lessen van de historie I
Poincaré ziet voor Frankrijk een plaats in de we
reld open, zoo groot, dat do aartsvijand zal duizelen.
De oud-minister Asquith zou zeggen: Walt and se.
JffR, DR. J. WYTEMA.
Rotterdams nieuwe burgervader.
Twkktng veto 900 nuiiwmis
fin mn»h»in vu Notaris A. G. Melfifi
Maandag 6 Augustus 1923
f 8000 99M
ItOO 136N r
1000 4101 18401
aoo «<5 ir«
«00 «<56 9071 KXT7 114T9
BfiQmi vu 9&— geW
10236 0300 MQ4Ö 17000 16350
48 5 52 17136 54
90 18 07 91 75
10052 36 *0010 17213 10442
70 38 25 17 54
f0 12805 54 65 61
80 10 90 83 1Ö575
10426 18010 15129 17342 10635
23 58 46 51
18102 60 60 Bü
18 18201 17400 00
28 42 38 19712
84 48 60 47
40 15802 92 63
18221 37 17506 67
79 76 ba
15543 17668 19831
15632 #88 3u
50 17748 4/
17825 08
50 0a
19' 82 20039
21 17905 01
20 18 20104
78 4» 5y
16042 18028 74
80 18104 20221
91 18201 76
6616147 26 96
756 95 47 20387
826 16235 18344 20408
311450 84 46 18406 64
0414 61 13902 71 14 83
050611505 94 87 20 20536
79 14051 16352 55 5*
1164814114 70 73 84
16455 18588 20606
16509 18602 41
16621 15 44
22 94 2070»
46 18768 43
'59 18822 06
90 18050 20803
16710 75 35
7200 M 06 8 88 19124 2092
90 80 41 16812 02 bi
110112 84 82 38 04
12324 80 84 10237
Geachte Redactie i
Mag ik, aan de hand vatn het in de SChager -Courant
van Zaterdag j.1 voorkomende verslag vain een vergade
ring voor de jubileumfeesten, welke vergadering is
gehouden op Donderdagavond j.1een plaatsje in Uw
blad verzoeken In bedoeld verslag toch komt voor,
dat ter vergadering algemeen de houding der voetbalclub
„bpartawerd gelaakt in zake hare ontzegde medewer
king. De voorzitter van de vergadering heeft, naar ik
vrees, niet medegedeeld, hoe de vork in de stéél zit,
en tevens vtrzuimd hetzij mèt hetzij zonder boos
opzet, de afgevaardigden van „Sparta" bericht te zenden
van deze vergadering, ten einde Sparta aldus in de
gelegenheid te stellen nare houding nader te motiveérénii
Nu dit niet is geschied, acht ik net niet ongewenscht,
met .het oog op verkeerde gevolgtrekkingen, den bui
tenstaander de ware toedracht der zaak van onzen kant
ook eens mede te deelem.
Om te beginnen, werd Sparta eerst heelemaal ver
gelen, en zelfs ma interpellatie reeds in de eérsté ver
gadering, waarom Sparta niet was uitgenoodigd, bleei*'
Sparta als onbruikbaar in 'f verdomboekje. En doch i
Plotseling wordt er op Sparta's medewerking veel prijs
gesteld, om redenen ciic ganschelijk in hot duister bleven*
l'gfien. In een onderhoud tusschen Sparta-bestuur en
voorzitter en secretaris der feestcommissie, kwam men
aangaande de médewericing alsnog tot overeenstemming.
Op een vraag van een der bestuursleden, welk voordeel
het feestcomité zag in hef door Sparta organiseeren van
e^n voetbalwedstrijd, werd door de heeren afgevaar
digden op deze „oogenschijlnlijk natve" vraag geant
woord. dat het wel duidelijk Was, dat de vrager geen
„zakenman" was, waint anders zoude- hij wel inzien,
dat de toeloop van 'publiek naar Schagen den winkel
stand enz. ten goede kwam Sparta nam absoluut geen
verplichtingen op zich, en over een Rnantieele kwestie
zwegen de heeren dood, niettegenstaande herhaald uit
lokken onzerzijds. En waarom dan nu met een finanti-
eele verplichting te voorschijn treden^ als juist toen, bij
het bovengenoemde onderhoud, de aangewezen' tijd daar
was? Is'er wel een grootere verplichting, dan juist die
finantieele vooral voor een vereeniging, wier kas niet
al te rooskleurig is?
Vermeld dient tevens te worden, dat het Bestuur van
„Sparta" bij het wijzigen harer houding ten opzichte
van het feestcomité heeft besloten bedoeld comité een
nader té bepalen som als gift over te maken. Dit
bewijsi al voldoende dat Sparta" zich niet wenschte
te onttrekken aan ae jubileumfeesten. De voetbalver-