Schager Courant
Ëaad Oudkarspel.
Donderdag 23 Augustus 1923.
66ste Jaargang. No. 7286.
Vergadering van den Raad dezer gemeente, op
Woensdajg 22 dezer, des namiddags twee uur.
Alle heeren aanwezig.
Na opening met welkom, worden de notulen gele
zen en onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Bericht van mej. Harp, dat ze haar benoeming tot'
tijdelijk onderwijzeres aanneemt.
Bericht van den heer G. Hart, dat hij ontslag neemt
als lid van den Raad, als zetter en als lid van de
gascommissie.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Proces-verhaal, dat in de plaats van dent heer Hart,
de heer P. Kostelijk als lid van den Raad gekozen
verklaard is.
Een schrijven van den heer De Wijn, hoofd der
school in verband met het vervolgonderwijs. Daarin
wordt meegedeeld dat dit onderwijs gerekend op
15 leerlingen jaarlijks f480 gekost heeft, waar dan
nog bijkomt een klein bedrag voor leermiddelen.
Nu de kosten van dit onderwijs voortaan voor de
gemeente zullen komen, is er gelegenheid om den
lesrooster meer economisch in te richten. Als dan 20
weken driemaal per week onderwijs gegeven wordt,
zullen, de kosten voor de gemeente eveneens f480 zijn.
Wordt gedurende 20 weken tweemaal per week les
gegeven, worden de kosten f340. In het tweede geval
wcrdt geen geschiedenis gegeven, rekenen telkens
één kwartier minder, taal een derde meer, aardrijks
kunde en natuurkunde wat minder.
Door den slechten tijd hebben verschillende kin
deren de school vroeger verlaten, waardoor* vermoe
delijk het aantal leerlingen voor het vervolgonderwijs
grooter zal zijn.
B. en W. stellen voor om dit schrijven door den
nieuwen Raad te laten behandelen, omdalj het onder
wijs ook gedurende de nieuwe periode gegeven wordt.
Het college is er voor om het onderwijs door te laten
gaan als er 15 leerlingen zijn.
De heer Schrieken: Als er minder zijn zou er een
cursus van gemaakt kunnen worden. Het is echter
gewenscht, dat het vervolgonderwijs doorgaat.
De heer Bakker acht dit maximum te hoog. Z.i.
moet zoo eenigszins mogelijk dit onderwijs doorgaan.
Sur. is voor afhandelen.
De heer Paarlberg vraagt wat er tegen is het adres
af te handelen. Spreker weet niet het gevoelen van
rlen ouden, ook met van den nieuwen Raad in deze,
doch de kosten ziin van dien' aard dat beide raden
hetzelfde besluit dienen te nemen, in het belang van
het onderwijs.
De heer Bakker acht het geven van vervolgonder
wijs noodzakelijk, vooral waar het 't eenisre is waar
op het arme kind is aangewezen. Hij durft het aan
den nieuwen Raad niet over te laten, uit vrees dat
het dan niet aangenomen zal worden.
Wethouder Van Exter: Wij hebben dit voorgesteld
omdat bijv. bij een aantal van 8 leerlingen de kosten
per kind te hoog zullen worden.
De heer Schrieken: In dat geval zou het dan nog
op den weg liggen om b.v. een cursus op te richten
met gemeentesubsidie.
De heer Hart is er voor om het in den nieuwen
raad te behandelen en wijst den heer Bakker er op,
dat de vrijz.-dem. bekend staan als voorstanders van
goed onderwijs.
De heer Bakker: Hier niet.
Met 43 stemmen wordt het voorstel van B. en
W. aangenomen. Tegen de heeren Paarlberg, Bakker
en Schrieken.
De heer Bakker: Dus geen vervolgonderwijs.
Van de wed. Plakman is een schrijven ingekomen,
waarin ze meedeelt door Kerkeraad en Armbestuur
eekort te zijn, terwijl ze tevens verzocht den weg
te zoeken, dat haar zoontje Nico, die nu reeds 16
jaar is, nog wat onderwijs ontvangt-.
B. en W. stellen voor dit schrijven voor kennisge
ving aan te nemen.
De heer Bakker acht het misschien voor de ge
meente moeilijk doch het is jammer dat zoo'n jongen
van 16 jaar maar moet blijven rondloopen. Het is
jammer voor het kind, doch het blijft een zwalker
en vmoet altijd door de gemeenschap onderhouden
woraen. Misschien is er nog iets te doen.
Voorzitter zegt dat hij al eens in Groningen ge
weest is, waar hij niet op zijn plaats was. Een ander
gesticht moest f1200 per jaar kosten, terwijl dan
nog de vraag was of er iets van te maken was.
De heer Paarlberg, vraagt of het niet goed i§, ge
neeskundig advies in te winnen of er nog wat van
den jongen te maken is. Als dan blijkt dat alles
vruchteloos zou zijn, is alle moeite overbodig. Als
er wel een weg is, kan er verder over gesproken
worden.
Goedgevonden wordt dit voorstel aan het Armbe
stuur voor te leggen.
De heer Van Exter gelooft niet dat er iets van te
maken is.
Goedkeuring is ingekomen op de heffing van keur-
loonen en op de heffing van de volle pensioenbijdrage
voor de ambtenaren.
Omdat dit laatste besluit zoo laat is ingekomen,
wordt goedgevonden dit op 1 October te laten ingaan.
Op verzoek wordt aan KI. Nap Dz. afschrijving ver
leend van hondenbelasting.
De geloofsbrieven van den heer Kostelijk worden
door de heeren Schrieken en Paarlberg nagezien en
in orde bevonden.
De gemeenterekening wordt vastgesteld' met een
ontvangst van T 81141.81, een uitgaaf van f 79981.93.
alzoo een saldo van f 1159.8724.
De rekening van het Armbestuur wordt vastgesteld
met een ontvangst en uitgaaf van f 5248.62.,
Op voorstel van B. en W. wordt besloten in het ver
volg overtollige kasgelden in rekening courant op de
Boerenleenbank te plaatsen.
Door den nieuwbenoemden ontvanger, den heer G.
Hart worden, hierna de vereischte eeden afgelegd,
waarna de voorzitter den benoemde feliciteert en
hoopt op een prettige samenwerking.
Rondvraag.
De heer Hart vraagt het woord en zegt dit op pa
pier te hebben gesteld, om niet de kluts kwijt te ra
ken. Met loome schreden, aldus de heer Hart, heb ik
als raadslid bedankt. De reden waarom ik voor ge
meente-ontvanger solliciteerde zijn ver van mooi.
Huiselijke omstandigheden zijn er de reden van. Ik
hoop in mijn nieuwe functie veel afleiding te vinden.
Het kan me niet te veel zijn.
Trots het pamflet van de zijde der S.D.A.P. hadden
velen op mij hun stem uitgebracht, waaruit ik meen
te mogen afleiden, dat ze mij wilden. Dat was voor
i mij heel mooi en ik betuig daarvoor nog mijn dank.
I Nu zijn er in de huidige omstandigheden nog die mij
l belagen en belasteren, wat zij voor hun verantwoor-
I ding dienen te nemen. Er wordt wel gezegd, dat er
j veel werk aan de betrekking verbonden is en het me
daarom moeilijk zal zijn. Ik hoop op de noodige me-
bewerking te mogen rekenen; dat is beter dan af-
j kammen en verdachtmaken.
De heer Bakker: Ik word uit mijn tent gelokt en
I waar u mijnheer de voorzitter op die wijze aan den
heer Hart het woord gelaten hebt, zult u het ook mij
vergunnen.
Voorzitter: Laat het kort zijn.
De heer Bakker: Ik zal het kort makem Wat be
treft de uiting van pamflet, hoop ik bij de begrooting
op terug te komen, zoodat ik daarop niet verder in
ga. Alleen wil ik zeggen, dat er niet de minste reden
is er een woord van terug te nemen, dat wat er in
staat, van a tot z verantwoord kan worden, en het
best mogelijk is, dat. het nog niet scherp genoeg ge
stold is. Ik zou verder kunnen gaan en u in dit ver
band in een kwaad daglicht stellen, doch wil niet per
soonlijk worden, Daarvoor wil ik u nog sparen.
De heer Hart: U behoeft mij niet te sparen hoor. Je
belastert- me man!
De heer Bakker: Gedurende uw geheelen zittings-
tijd hebt u het eigen belang boven het gemeentebe
lang gehouden. Zoolang ge in den Raad zit, hebt ge
een smerige rol gespeeld.
De heer Hart: Ik ga er niet verder op in en zeg
reeds bij voorbaat, dat ik ook op eventueel kranteri-
geschrijf niet inga, daarvoor acht ik me te hoog.
De heer Bakker wijst in verband met het besluit
inzake pensioenbijdragen nog op een; verzoek dat des-
tijds van den keurmeester ingekomen is, waarop
toen besloten is, tot nader gelegenheid te wachten.
De voorzitter zegt, dat dit eerst in de B. en W.'s be-
j handeld moet worden, doch dat het zeer zeker de
aandacht heeft.
De heer Schrieken: Het zal de laatste vergadering
I zijn die door mij wordt bijgewoond. U, mijnheer de
voorzitter, breng ik hulde voor uw uitstekende lei
ding en aangename samenwerking. Er zijn wel eens
harde woorden gevallen, maar toch was de toon
steeds opgewekt. Ook aan het college van wethou
ders betuig ik mijn dank voor de samenwerking.
De voorzitter brengt een verzoek over van B. en W.
om een blanco crediet voor versiering van het raad
huis en den aankoop van die portretten, van het vor
stelijk huis.
De heer Schrieken voelt in principe niet veel voor
een blanco crediet; niet uit wantrouwen, doch omdat
de Raad zich geen brevet van onbevoegdheid heeft te
geven. Voor versiering voel ik niet veel. Het gaat
niet aan om in dezen tijd gelden uit de gemeentekas
daarvoor te voteeren. Bovendien moet' het ook komen
van menschen die er niets voor gevoelen. Sterk ben
ik voor het vieren van eeni feest, alleen omdat we
ons zoo gelukkig gevoelen, dat we gedurende de 25
jaar buiten den oorlog hebben kunnen blijven, do(.h
ik kan me ook voorstellen, dat er menschen zijn, die
absoluut niet. de minste behoefte aan feestvieren
hiervoor hebben.
De heer Bakker: Wij als Soc.-Democraten zijn voor
standers van een democratische republiek, waarom
ik niet kan goedkeuren, dat voor het gevraagde doel
gelden besteed worden. Het constutitioneel koning
schap heeft een onbeteekeniende rol, is alleen een
symbool van het militarisme. Straks zullen we zeker
in den oorlog meegesleept worden, met. behulp van
Oranje. De vlootwet met zijn 300 millioen' is er reeds
het begin van. Nu viert men feest in naam van Oran
je en straks worden we in naam van Oranje met de
olievloot kapot gemaakt. Daarom ben ik niet voor
het raadhuis te versieren. Ook ik ben dankbaar dat
we het economisch zooveel beter hebben dan in de
andere landen. Als het in het belang van het kapitaal
geweest was, zouden we ook oorlog gehad hebben.
Wethouder Van Exter deelt mee, dat B. en W. be
sloten om het bedrag toe te staan, omdat er anders
geen subsidie gevraagd is en we meenen hiermee vrij
wel tusschen de partijen in te staan. Er zullen er ve
len in de gemeente zijn, die het' een kale boel zullen
vinden als er niets gedaan wordt. Niet dat ik zoo'n
voorstander ben van dit feest, doch ik ben toch van
oordeel, dat het koningschap buiten de partijen staat.
De heer Bakker: Was het maar waar.
De voorzitter: De kosten zullen misschien een 50 a
60 gulden zijn.
De heer Schrieken: Ik heb niet gezegd, dat het ko
ningschap goed of kwaad gedaan heeft, doch wel, dat
we buiten den oorlog gebleven zijn; wat met z.g.n.
democratische landen als Amerika en Frankrijk niet
het geval is. Zelfs de Sovjet heeft nog een tamelijk
groot leger.
De heer Paarlberg:: Als Soc. Dem. ben ik natuurlijk
principieel reeds tegen dit feest. Liever had ik gezien,
dat een voorstel van B. en W. als zoodainig niet .geko
men was, temeer, waar de feestcommissie met meer
derheid van stemmen bes'oot, geen subsidie aain te
vragen. De Voorzitter heeft meermalen gezegd, niet te
weten vanwaar de belastingcenten gehaald moeten wor
den en n'i moet het voor een geheel onnut doel besteed
worden. Straks zullen 'de belastingen door een klein
deel van de burgers opgebracht moeten worden, zeker
in de laatste plaats door de tuinders. Het verwondert
spreker daarom, dat het in den raad juist de tuinders
zijn, die zich voor subsidie verklaren. Straks zullen
verschillende ingezetenen, die vrijwel op apegapen liggén,
kunnen .zién, dat 'hun belastingcenten op geheel doel-
looze wijze verbrand worden.
De heer HartOp de lijsten is goed geteekend. Maar
dan Voor de schoolfeesten.
De heer Paarlberg 'interruppeert. Dat is niet waar.
De heer Hart gaat verder. Het'bewijst, dat een groot
deel der ingezetenen blijk geeft vap belangstelling. Eén
groot deel is er wel voor.
De heer Bakker is van oordeel, dat dit een verkeerdó
Voorstelling is. Hij weet zelfs wel Soc. Dem. die op de
lijsten geteekend hebben, echter evenals zoovélén,
speciaal in verband met het kinderfeest.
De heer De Groot kan zich met het voorste! van
B. en W. vereenigen. Het is een nationaal feest. Hij is
■voor een blanco crediet.
De heer Groen is van hetze'fde gevoelcn. Het raad
huis is een officieel gebouw, dat versierd moet worden.
De heer SchriekenDe uitslag is wel al bekend, het
zal 43 zijn. Echter als het dan toch geld moet kosten,
wat me spijt, is het dan niet beter om het! te gevenj
voor de kinderen inplaats vain voor versiering.
De voorzitterDat is een nieuw voorstel'.
De heer Paarlberg is van oordeel, dat de kosten niet
behoeven te worden weggecijferd. De Voorzitter zegi n"
wel van 50 k v60 gulden, "doch er lcan nog wel eensf 100
bijkomen.
De Voorzitter: Ik bedoelde daarmee alleen de ver
siering.
De heer Paarlberg: Versiering en portretten werden
in het voorstel in een adem gqn.oemcI. De vraag of 50
of 60 gulden daarvoor voldoende zal ziin, zal er hog
wel een 80 of 90 gulden bijkomen voor de portret ten
en de noodige lijstèn. Een blanco crediet, dat tusschen
de 150 en 200 gulden zal loopen, is toch werkelijk
in dezen tijd nog wel de overdenking waard, a: is dit
niet alleen de reden, dat ik er tegen ben.
Met 43 stemmen wordt hierna het voorstel van B.
en W. aangenomen.
Voorzitter belooft, zoo min mogelijk gelden uit te
geven ëft de versiering zoo goedkoop mogelijk aan te
brengen.
Daarna gaat de Voorzitter tot stuiting over.
Als men, aldus Voorzitter de afgeloopen periode
nagaat en dan ziet wat er in dien tijd gebeurd is,
is dit niet weinig. Ik noem alleen slechts de waterleiding,
doch er is zooveel meer. Zeer zéker zijn er in het afge-
pen tijdperk vergaderingen geweest, die minder aange
naam waren; men heeft dagen, die men niet tepug-
wenscht, doch er waren ook veel' aangename momenten»
Ook gebeurt, het meermalen, dat men iets zegt, waarvan
men later voelt dat het niet gezegd had moeten zïjin.
Dat zullen we allen zeker gehad hebben.
Als we 4 September weer vergaderen, zullen er 4
nieuwelingen zijm. Vier van de raadsleden van heden
zullen dan niet terugkeeren.
Ik geloof' namens de geheele gemeente té kunnen spré-
Ken, wanneer ik allen dank zeg, voor hetgeen ze in het
belang van de gemeente gedaan hebben. Inzonderheid
de wethouders, waarvan de oudste 7 jaar en de jongste
4 jaar als zoodanig zitting heeft. Ook de andere drie
raadsleden, die weer zitting nemen, zeg ik dank voor
hetgeen ze tot heden deden en voor de médéwérking
die ze betoonden. Ik hoop, dat ook in de komende
periode de samenwerking weer van dien aard zal' zijn,
dat eventueele geschillen zakelijk tot uitslag komen.
In hel algeemen aan allen mijn hartelijken dank.
De heer De Groot wenscht de Voorzitter heil en zegen
in de komende jaren.
Wethouder Exter dankt de Voorzitter voor de vele
malen verleende medewerking en wijst er op, dat
hij nooit tevergeefs die zoo noodige vóórlichting ge
vraagd heeft. Ik heb aldus de heer Van Exter u
altijd ten volle vertrouwd en ik .vertrouw dat u van mij
hetzelfde zult kunnen zeggen. Nu ik 70 jaar ben, meen
ik dat het voor mij tijd wordt, uit het politieke leven Ie
gaan en het werk aan jongeren te kunnen overlaten.
Ik dank u allen voor de genoegelijke samenwerking,
waarbij altijd zooveel mogelijk het zakelijke bewaard is.
i Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter»
gesloten.