BUITENGEWOON RIJWIELHANDEL LDET E 62, vl W. PRINS. i Club-.Privaatlessen H DE 9PGAAK0E ZON, Kermis te Callantsoag JUBILEUMFEESTEN Schoolschriften vl TRAPMAN 4 Co. voordeelig koop! men in den van ouds bekende 1 NIEUWE RIJWIELEN, prima, vanal 135.00. H. Douwsma-Brui Muziek voor den Dans STOPPEN VAN ZAKKEN Scheren en Haarsnijden. Beste GEBRUIKTE DAMES- en HEERENRIJWIELEN Yoor enorme lage prijzen, hhbbhbb in hef knippen, naaien, nuttige en fraaie handwerken. Slaapkamer-Meubelen Hette Juffroow gevraagd, Zondag 2, 3,4 September, Lokaal Prins Maurils. Na afloop Kermis. eGjcaeiacacicaEaeacaea: 2, 3 en 4 September. Gelegenheid lol Dansen en Biljarten en Prijs-ton- knuppelen op Zondag. S. KOS, Dorpskoffiehuis. te Oudesluis, op Zondag 2 Sept. a.s. Vanaf Zaterdge a s. fl. VEEJGER, Caié, Julianadorp. Boekhandel Prima BATTERIJEN 15 CENT PEH STUK. Prima BATTERIJEN 15 CENT PER STUK. M Assen (voor) M v (achter) 0 (trap) 50 55 v (pendaal) 25 W Buitenbanden vanaf 150 Ah Binnen v v 30 Bagagedrager v 40 v Transport 160 v Stoeltje 80 Branders vanaf 6 Bellen 25 p Broekveeren per stel 6 k Expanders 15 Freewheels 90 Handvatten rubber 30 15 et 20 W H Jasbeschermer 125 ct. Kettingen vanaf 60 Kettingkasten prima 250 schermen 70 Kinderstoeltjes 125 Kinderwagenband per kilo 125 Koordnet.ten 45 Lampen Carbid 200 ii model Solar 350 v Electr. 125 Oliekannen 10 Opsteps 7 Pendalen vanaf 70 Pompslang 10 j» Propellers 20 Remmen vanaf 60 Reparatie-vorken 160 Riemen 9 Rokvlinders p. paar 40 Sliklappen 20 Solutie 5 Spatborden per stel 75 Stuuren 130 Voetpompen 70 Vlaggetjes 10 Zadels vanaf 125 Zadeldek jes 45 enz. enz. ct. H w SS *9 N.V. Kennemer Sportclub te Alkmaar. te ALKMAAR op Zondag 2 Sept. 1323, op de baan a.d.Nieuwpoorlslaan □ODöOÖDDQODODQOOQODÖQÖÖDDDDDDDQÖDOÖDQDÖÖDÖOQac cr J E Gedipl. Leerares - Schagen. E| OnöDDQÖQÖQÖDÖÖÖQDDÖÖOQOQDöODGQÖÖÜDOÖQQQQüDQöË Ch. H. Th. SCHMALZ, Schagen. 2>|é H.A. LAND met NIEUWE BURGERWONING. mee, die de reus erg Jekker vond. kleine volk?" „Ze koken kpffie". „Koffie- Is dat een soort pap?" „Machtige Reus, koffie is een soort bruine soep, die de menschen vroolijk maakt." „Laten we de bruine soep gaan proeven", zei de reus en nam een stap naar voren. Maar hij vergat dat hij op die manier zeven mijl van den koffiepot af was. Het is af en toe ongemakkelijk op zevenmijls laarzen te loopen. „Wat zeg je van het hutje dat daar van me wegspringt!" zei de reus geërgerd. Daar lag een zwart voorwerp in de sneeuw. De reus nam het op, wendde het naar alle kanten, stak het in den mond en begon er op te zuigen. „Dat is een taai stuk rendiervleesch", merkte hij op; „dat moet lang gelegen hebben en uitgedroogd zijn in de zon". „Waarschijnlijk", zei de zwairtelf. „Anders hebben de menschen de gewoonte dat een overschoen te noemen. Een of andere reiziger zal hem in de sneeuw verloren hebben." „Wat doen ze met overschoenen?" „Die dragen ze op vuile wegen om geen natte voe ten te krijgen". „Vuile wegen! Natte voeten! Wat zijn dat voor weekelingen, die nu in Jotunheim wonen? Ik zal ze leerer natte voeten krijgen!" zei de reus, waarop hij den overschoen uitspuwde, den mond vol winter lucht nam en die door de neusgaten uitblies. Dade lijk daarna kwam een sneeuwstorm opzetten, die binnen kortenj tijd de streek met manshooge sneeuw lagen bedekte. „Waar is de koffiepot?" 'vroeg de reus. De zwartelf wees naar het noorden; de reus dacht in do lucht den reuk van de koffie te speuren, nam een paar flinke stappen, maar vergiste zich in den sneeuw storm en stapte pardoes in de Botnische Golf De zee was dichtgevroren, maar welk ijs zou zoo'n zwaar wezen als de reus kunnen dragen! Ja, de reus plonsde er in; wat zouden overschoenen hem nu van pas zijn gekomen. „Kijk dat gesmolten ijs eens, wat me over de laar zen heen loopt", riep do reus uit, toen hij midden in de zee stond. Het ergste was, dat zijn voeten begon nen te smelten in de zevenmijlslaarzen. Er zat niets anders op, dan naar het vaste land te waden. Het ijs kraakte, toen hij' er door heen ging. Nu stond hij hij een woning in Finland. Hier dooi de het, de zon scheen en de kinderen gleden langs ,Wat kookt betde berghellingen naar beneden in de slee. „Zijn dat kikkers?" vroeg de reus, I „Machtige Reus, laten we vluchten, het is hier ge vaarlijk om te blijven", waarschuwde de zwartelf. Het zijn geen kikkers, die gij ziet, op de heuvels, maar kinderen." „Zoo, zoo", zei de reus; rik heb zoo lang geslapen, dat ik vergeten ben hoe kinderen er uitzien. Het zou grappig zijn te zien wat voor domme streken die kleine wurmen uithalen". Dit zeggende strekte hij zijn langen arm uit, greep één van de kinderen in het haar en lichtte het voorzichtig op. De overigen sprongen, bij het aanschouwen van den reus, gil lend uiteen. Nieuwsgierig hekeek de reus zijn buit. Dit was was een jonden van tien jaar, die Thijs Flink heette en die zijn naam eer aam deed. Het hart klopte hem in de keel, maar hij slikte zijn tranen in eni keek den kolossalen reus recht in de oogen. „Zoo", zei de reus, „ben jij één van hen die zes mijl per uur rijden en die met elkaar praten door vossenvallen? Wat een stumperig, klein kereltje ben jel Denk je soms, dat je knap bent? Weet je wie ik ben? Ik ben de knapste man in de heele we reld!" „Dat moet je bewijzen voordat ik het geloof", ant woordde Thijs Flink. De pocherij van den reus er gerde hem. „Bewijzen? Wat bedoel je daarmee?" „Jij moet me drie raadsels opgeven en ik zal er joh drie opgeven. Raad je de mijne „Dan eet ik je op", viel de reus in* „Goed", zei Thijs, „en raad ik de jouwe, dam eet ik jou op". De reus vond dit buitengewoon grappig. Hij vond den dapperen kleinen grootspreker leuk en zette hem op zijn hoofd in de sneeuw. Thijs stónd dade lijk weer op zijn voeten en commandeerde: „Be gin". „Nee, machtige Reus," fluisterde de zwartelf, „laat U niet beetnemen! Wel bent U de knapste man in de heele wereld, maar ook de knapste kan door do domme kinderen voor den gek gehouden worden". „Hou je mond", zei de reus geërgerd. „Je zult zien, dat ik het lekkere hapje opeet. Ik heb een geduchten honger. O, ja, drie raadsels! Nu, wat ben jij en wat ben ik niet?" „Tien jaar oud", antwoordde Thijs Flink. „Ja, daar kan ik niets tegen zeggen. Wat ben ik dan wel en jij niet?" Thijs had veel zin om te zeggen: dom. Maar hij was verstandig genoeg om te antwoorden: „Duizend jaar oud". „Zoo, zoo. Ja, daar kan ik ook niets tegen zeggen, Maar luister nu", zei de reus, zeker van zijn over winning: „Wat zijn we allebei niet?" „Een krokodil", zei Thijs. „Krokodil.... wat beteekent dat?" „Nu, een rat, als je dat beter verstaat". „Een rat? Ja, daar kan lk ook niets tegen zeggen", zei de reus bekommerd. „Nu is het jou beurt om te vragen." „Wie is gelijk met de wereld geboren en sterft niet voor het einde der wereld en is toch nog geen vijf weken oud?" „O, dat weet niemand en jij ook niet", antwoord de de reus onzeker. „Na tuurlijk weet ik het. Het ia de maan. Wie grijnst ons altijd aan?" De reus dacht dat hij1 dat zelf tva». „Nee, dat is een scheur in den muur. Raa'dl nu wat dit is: Er vloog een vogel zonder vleugels, Hij zétte zich zonder pooten in een boom, Hij werd) geschoten door een jonkvrouw zonder mond. Gebraden zonder pan, gegeten zonder zout!" De reus kreeg het zoo warm, dat hij begon te smelten. „Eet hem op! Eet hem op!" fluisterde de zwartelf. Maar de reus wou zijn woord houden en dacht nog eens goed. na. Hoe een vogel zonder-vleugels kon zijn cn een Jonkvrouw zonder mond, was hem vol komen onbegrijpelijk. „Hoor nu eens, Thijs", zei hij, „wie van ons is dom, jij of ik7" „Dat weet ik niet.", antwoordde Thijs voorzichtig „Maar een vogel zonder vleugels is een sneeuwvlok en een jonkvrouw zonder mond is de zon." „Zoo, zoo", zei de reus „dan ben jij toch misschien de domme wel niet. Maar wat beteekent dat in ver gelijking met mijn kracht? Weet je dat men zegt, dat ik de sterkste man in de heele wereld ben?" „Dat moet je ook bewijzen, voordat ik het geloof", zei Thijs. „Probeer eens dien berg drie duizend mijl te verzetten en te zorgen dat bij morgen weer op de zelfde plaats staat." De reus bekeek den berg en vond hem wel wat te zwaar. „Onzin", verklaarde hij'. „Die steenklomp- kan niemand van zijh plaats krijgen" „Maar ik k ik op school1 blijf tot morgen zitten. De berg een kring van drie duizend mijl rond in vier twintig uur en morgen om dezen tijd zijn de berg en ik weer hier." „Machtige Reus, hij' houdt U voor den gek," fluisterde de Zwartelf. „Nee. luister nu eens, Thjj's," bracht de reus er tegen in, „dat 'zijn nou maar geleerde kunststukjes. Laat mij mijn kracht bewijzen op een manier^ di® iedereen begrijpt." „Dat 'is goed," zei Thijs. „Hier staat ons drooghoz. Probeer eens je hoofd dwars door den muur 'te Steken." Dat was iets voor den reus Keer op keer rende hij merc zijn ijshoofd tegen den muur, zoodat de ijspegels er af vloden, maar door den muur kwam hij niet. Hijgende verklaarde hij, dat niemand dat kon. „Ja toch wel; ik kan het," zei Thijs. Daarop sprong hij in het drooghok, stak zijn hoofd door een raampje en riep: „Goeden dag, machtige reus. Nu zal1 ik je opeten." Dat vond de reus zoo onweerstaanbaar komiek, dat hiji begon te lachen. Het was wel een paar duizend jaar geleden, sedert hij het laatst lachte, toen Thor met zijii wagen onderste boven in de wolken reed. Zoo mateloos lachte de reus, dat hiji heelemaal zijn oude, gebarsten en breekbare lichaam van ijs vergat. De ooren waren ge smolten, het hoofd had erg geleden door den harden muur, het iishart was ontdooi a en de voeten werden tot water. Het lachen en de zonneschijf maakten heelemaal een eind aan hem. Rrt, roetsch, krak, krak, hoorde men, toen de heele ijsmassa naar beneden stortte in de modder. Dat was het vaarwel Van den reus aan de wereld. De Zwartelf schrok zoo, dat hiji de beenen nam, zoo vlug hij' kon en naar het bosch toe- sprong^ waar hij in een hazenkl'em liep. en zijn zwarte léven iö do witte sneeuw eindigde. Thijs Flink was trotsch op zijn overwinning, maar hij vond het toch zonde, dat zoo'n geduchte reus ellendig weg moest smelten m de vuile modder. De kinderen in net dorp verzamelden zich verbaasd en nieuwsgierig op den heuvel; waar de reus gevallen was èn vroege^ zich af of hij1 veel1 kinderen opgegeten had. Maar een klein meisje kwam op schaatsen naar den heuvel en zei„Neen, de reus is lief, hij heeft geen kinderen opgegeten, wij zullen zijn grafschrift schrijven. En zij schreef met haar schaats in ae sneeuw j „Hier rust de laatste ijsreus. Hij was groot en dom, maar hij: deed geen kwaad in de wereld. Het is mooi om knap te zijn, maar het is beter dom' en goed te Zij'n, dan knap en slecht." En het kléine meisje huilde in den Zonneschijn op het graf van den ijsreus. En Zijn, grafschrift was, gelijk dat van vele anderen, geschreven m sneeuw. A dvertenli'én. Getrouwd: J. H. BRONKHORST, Tandarts. en A. M. E. ZIJP. Schagen, A bbekerk, 29 Aug. 1923. GEDURENDE DE KERMIS. MAANDAGAVOND OPVOE RING VAN: van HEIJERMANS, door de Dilellanlenclub v. Beraen. Aanvang half acht. Entrée f 1. Den 4en September a.s. ho- pen onze geliefde Ouders 0 Jan Mosk en u Grietje Oudendijk U hunne 25-jarige Echtvereeni- U Q ging te herdenken. Q 'Hunne dankbare Kinderen. Q n Wieringerwaard, Aug. 1923 p □aaaaaaaaaaan Aanbevelend, PROGRAMMA: 9Va uur, Kinderoptocht, 10l/2-12 uur in de N.H. Kerk Koraalmu ziek door de Harmonie, Feestrede door Ds. Buiskool en Zang door 2 of 3 zangkoren. Van 1.30tot4 uur: Voetbalmatch en Athletiekwedstrijden. 4-6 uur: Volksspelen voor Dames en Heeren. 7 uur: Gecostumeerde Optocht, en daarna Gondelvaart en Wed strijd Gevelversiering. Alles opgeluisterd door de „Harmonie". Gelegenheid lol dansen in de Café's Aangifte tot deelname voor de wedstrijden bij de Commissie. De Feestcommissie. De ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor het en bel SCHERPEN van alle soorten MAALSTEBNEN. Ph. DOMMEKHOLT, ST. MAARTENSBRUG. Beleefd aanbevelend, n i-q BELEEFD AANBEVELEND, Klaas Middelbeek. waaronder Sweepstakes voor Hengsten, 's namiddags half twee. x Totaal aan prijzen f 3175.—. Toegangsprijs: Isfo terrein aan de Nieuwpoorfslaan I 2.50. 2de terrein aan de Zanderslool I 1. Begin der KNIPCURSUS 24 Seplember a.s. CD CT tr ALLE SOORTEN BIJ Te koop of te huur: Te bevragen bij M. H. HEILI GENBERG, Stoomweg, Breezand. omstreeks 40 jaar, om zelfstandig de huishouding waar te nemen, van zwakke, bejaarde dame alleen, in Schagen. Br. o. L A, no. 80, bur. Schager Crt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 4