Schap Courant TWEEDE BLAD. Raad töarsingerhorn. DE KUNST Raad Heer Hugowaard. Woensdag 5 September 1923. 66sle Jaargang. No. 7293. Vergadering op Dinsdag 4 September 1923, des middags te half drie uur. Voorzitter de heer K. Breebaajrfc Da., burgemeester, secretaris de heer P. Bronder. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering leggen alla heeren de vereischte beloften af en feliciteert de voorzitter de heeren, hopend in aangename samenwerking de be langen der gemeente met zijn allen te mogen behar tigen. De notulen worden onveranderd goedgekeurd. Volgt wethoudersverkiezing. Gekozen in de vaca ture-Smit de heer C. Smit met 6 stemmen, 1 op den heer S. Spaans. Gekozen in de vacature-Engel de heer J, J. Engel met 6 stemmen, 1 stem blanco. De heer Smit verklaart de benoeming aan te ne men, onder dankzegging dat hem opnieuw de ver vulling van dit ambt is toevertrouwd. De heer Engel neemt eveneens de benoeming aan. Spr. wijst er op hoe door zijn fractie vier jaar geleden is goedgevonden dat spr. het ambt van wethouder aanvaardde, onder voorwaarde dat eenige onzer wen- schen in de praktijk in toepassing zouden worden gebracht. In de afgeloopen 4 jaar is met groote be reidwilligheid door den Raad gepoogd dat te herei ken wat mogelijk was en daarom is er voor spr. geen enkele reden om dit ambt niet te aanvaarden, in het vertrouwen dat ook thans goed samengewerkt zal kunnen worden. Voorzitter wenscht heide heeren hartelijk geluk en hoopt dat de samenwerking in de a.s. 4 jaar mag blijven zooals ze is geweest tot dusver en verzoekt de beide heeren hun wethouderszetels in te nemen. Volgt de beslissing over het advies wat aan GecL Staten zai worden gegeven inzake de salarieering van den gemeenteontvanger. Vorig maal hebben hierover de stemmen gestaakt. Het is geen gewoonte daarover dan weer te debat- teeren, maar waar de beer Kistemaker nieuw lid is, wil deze zijn stem motiveeren. De beer Kistemaker releveert wat vorig maal is gezegd. De een wenschte f500 en achtte dat bedrag voor bet tegenwoordige werk voldoende. Een ander wenschte f700 uit een gevoel van piëteit tegenover den tegenwoordigen titularis te behouden. Spr. vindt dit standpunt niet juist. Volgend jaar kan men wel weer voor een dergelijk feit staan en spr. acht het onjuist in deze te luisteren naar een gevoel van piëteit. De vraag moet zijn is het salaris juist en als dus het salaris van ontvanger-secretaris te laag is, laat men dan komeü met het voorstel het salaris van secretaris te verhoogen. Spr. zal daarom....... Voorzitter zegt, voor u zich uitspreekt wil ik nog even wat zeggen. De heer Kistemaker vervolgt: en daarom ben ik voor f500. Voorzitter zegt dat zijn mededeeling nu geen zin meer beeft. Spr. had willen zeggen, dat de Raad het salaris van den secretaris niet kan bepalen. De Raad beslist dus met 4 tegen 3 stemmen het salaris te adviseeren op f500.Daartegen waren de heeren Smit, Blaauboer en Kooijman. Voorzitter deelt mee dat a.s. Donderdag de scholen vacantie hebben. Ook het personeel van het raadhuis hoeft vrij. De inspecteur van onderwijs, de heer Van Buijsen had geschreven a.s. Donderdac de scholen vacantie te geven. Volgt de bespreking over de maximum-snelheid voor motorrijtuigen. Dieze zaak was ook reeds in vorige zitting besloten en B. en W. zouden aan den Algem. Ned. Wielrijdersbond advies vragen. Dit ad vies is ingekomen en verklaard wordt de voorkeur te geven aan borden met verzoek om langzaam te rijden, boven snelheidsbepaling. Art. 15 Motor- en Rijwielwet geeft toch alle recht tot bekeuring. B. en W. zijn nog van betzelfde gevoelen en stel len voor borden met verzoek om langzaam te rijden te plaatsen, meer effect als dit zal hebben. De heer Burger wijst op het schandelijk wilde rij den en wil maximum-snelheid van 20 K.M. Als er geen wettelijke straf op staat, verwacht spr. niets van een verzoek. Als er een ongeluk gebeurd, heeft als er maximumsnelbeid-voorschrift is, de Riaad alles ge daan wat kon. De heer Blaauboer uit zich in denzelfden zin. Spr. wil eigenlijk nog lager dan 20 K.M. Spr. verwacht van borden met vriendelijk verzoek om langzaam te rij den niets, gezien het feit, dat vooral motorrijders als dollen de boeken en bochten omvliegen. Spr. vraagt om ook die maximumsnelheid te bepalen voor deelen buiten de kom en vraagt naar de mogelijkheid daar van, want juist buiten de kom zijn in ons dorp de scherpste bochten. De heer Kooijman wil het met de borden: lang zaam rijden, probeer en. De gemeente toch is zeer uit gebreid, er is 1 politieagent, dus spr. verwacht van het hekeuren al heel weinig. De heer Spaans denkt eveneens en spr. meent dat een autorijder wel aan het verzoek om langzaam te rijden zal gehoor geven. Voorzitter wijst eveneens op het uiterst moeilijke om procesverbaal op te maken. De heer Engel deelt mee, dat als er maximum- snelheidbepaling komt, eerst de wijken der gemeente moeten worden gewijzigd, omdat juist verschillende stukken huiten de kom liggen waar het noodig is dat langzaam wordt gereden. Dat zal nog heel wat voeten in de aarde hebben of die stukken wel bij de kom behooren. Spr. wijst ook op art. 15 der Motor en Rijwielwet en meent dat de bekenden, hier juist de overtreders zijn. Welnu, die zijn te achterhalen en kan burgemeester het verzoek tot den Commissaris der Koningin richten om hem het rijbewijs te ont nemen. Voorzitter zegt dat eenmaal zulk een waarschu wing reeds een zeer goed resultaat heeft gehad. Ook zullen borden geplaatst worden met de woor den: gevaarlijke bocht. Met den heer Burger tegen wordt het voorstel om borden met langzaam rijden en geen maximum-snel- heidbepaling te plaatsen, aangenomen. Aan de orde is nu de heffing der kaaigelden. De heer Blaauboer heeft daarover in de vorige zitting cijfers gevraagd- Voorzitter deelt mee, dat besloten is door den Raad alles in 20 jaar af te lossen. Spr. heeft een annuiteits- berekening opgezet en komt tot de conclusie dat in 20 ja,ar afgelost jaarlijks f871 en 30 jaar afgelost jaarlijks f 726 moet worden betaald door de gemeente. Een annuiteitsleening wordt in dit geval zeer lastig geoordeeld en de voorkeur gegeven zooals thans ge schiedt, waarbij in 1923 f1040 moet betaald, in 1940 nog f530 aan rente en aflossing. Thans is nog f8500 schuld op den walmuur. Het is noodig dat als er een heel goed jaar komt, de schuld wat te verminderen. En met een annuiteit is het heel moeilijk het rente type van 6 te verlagen, terwijl dit nu wel kan gebeuren. Voorzitter deelt nog mee dat het le 3aan niets is afgelost en f928 is ontvangen. De heer Kistemaker herinnert er aan hoe inder tijd bij request van den Raad is voorgesteld door de belanghebbenden om f 10 per H.A. bij te dragen, maar toen is nooit door ben gedacht kunnen worden wat nu het geval is, n.1. dat 8 9 bietenverbouwers zou den moeten opbrengen de kosten van de halve rente en aflossing van dezen kaaimuur. Het was zee» ver regaand dat de Raad toen dart besluit nam. De Waard en Groet was zoo welwillend om f 10.000 te geven en toen had de gemeente de helft van het overschieten de dus een vierde deel voor zijn rekening behooren te nemen. Het is naar spr.'s oordeel een uitgemaakte zaak, dat deze walmuur is een algemeen belang en geeft het geen pas enkel bietenverbouwers zulk een bedrag te laten opbrengen. De discussie die toentertijd plaats heeft gehad in den Raad, is ingeleid door den heer Burger en ge vraagd den toestand met 't oog ophetgebeurde on geluk te veranderen. Dat is de aanleiding geweest waarom die muur is gemaakt en nu gaat het niet op dat 9 ingezetenen, waarvan maar 5 groote bieten- verbouwers zijn, dat te laten betalen. Het verbeteren van dien walmuur was eveneens van groote beteeke- nis voor de arbeiders. En het zou toch al te dwaas zijn als die arbeiders daar aan moesten mee betalen, maar even djyaas is het dat enkels personen bet be drag geheel moeten betalen. Het is de gemeente die tot plicht heeft, haar deel bij te dragen, een alge meen belang als deze kaaimuur is. Het is niet te handhaven de bewering dat deze kade alleen is voor de bietenverbouwers. Spr. wijst op den steiger van H. Wagemaker, waar allerlei goederen worden gelost, men krijgt het toch niet in zijn hoofd om daarvoor een bijdrage te vragen. Spr. wil met het verlagen der kaaigelden niet te vreden zijn en spr. zal een nieuw voorstel indienen om dat in een volgende vergadering te behandelen in den geest zooals hij nu reeds heeft aangegeven. Voorzitter zegt dat de uitgaven van den steiger ge dekt moeten worden. En als de bietencultuur minder wordt, loopt de gemeente toch reeds de risico dat de gemeente zelf moet betalen. Op de vastgestelde rege ling is het besluit van den Raad indertijd gebaseerd. En nu kan de heer Kistemaker met een nieuw voor stel komen, dat kan spr. niet verbieden, maar het kan niet door den beugel dat het vroeger genomen raadsbesluit maar zou worden veranderd en andere condities zouden worden gemaakt. De heer Blaauboer heeft in de vorige vergadering gevraagd of er geen reden was om de kaaigelden te verlagen. Spr. acht een heffing van 35 cent te hoog en spr. wil als de regeling niets anders toelaat, dan maar langer over de aflossing doen. Het bedrag van 35 cent is in den tegenwoordigen tijd te hoog. De ma laise komt van alle kanten en daarmee moet ook in dit geval rekening worden gehouden. Spr. waar schuwt voor te hooge eischen van den kant van het gemeentebestuur. Want als er nu eens geen bieten meer worden gelost wat dan? Voorzitter zegt, dat is juist de risico die de ge meente loopt. U zelf hebt indertijd dat besluit mee genomen en zelf berekend dat 35 cent kon. Spr. is niet bang, dat er geen bieten meer aan de kade zullen worden gelost. De heer Kistemaker zegt dat het hierover niet gaat, het is alleen een kwestie van recht of onrecht. Spr. herhaalt, dat geen der adressanten heeft kunnen be vroeden dat geëischt zou worden de geheele helft der onkosten aan rente en aflossing. De gemeente bad haar deel behooreni te dragen. «De bietencultuur kan hier niet verminderen, omdat de verbouwers aan de FrieschGroningsche Maatschappij contractueel' vast zitten. Zij mogen niet minder verbouwen. Spr. her haalt dat het niet te pas komt dat 5 6 menschen dit bedrag moeten betalen, het is een kwestie voor alle ingezetenen, omdat het een zaak is van alge meen belang. Als een kunstmestschlp lost of een ander schip, wordt er niet betaald, een laadplaats daarvoor is nu weer een algemeen belang. Waarom dan niet hier? Spr. herhaalt dat de zaak niet goed voor elkaar staat en dat wil spr. verbeteren. De heer Smit verklaart met nadruk dat de stei ger is gemaakt alleen voor de bietencultuur en voor niemand anders en spr. heeft de overtuiging dat de zaak zoo recht staat als maar kan. De heer Kooijman is dat met den heer Smit eens, en spr. meent dat het nog maar moet uitkomen of het aantal H.A. bieten zoo groot blijft. Dat kan met eenige jaren wel dalen en dan loopt de gemeente de risico. De heer Burger herinnert aan de omstandigheden waaronder dit besluit door den Raad is genomen en dat de Raad! het geld heeft toegestaan onder de thans bestaande bepalingen en dat is mede gebeurd, omdat de bietenverbouwers door dien walmuur min der personeel voor het laden noodig hadden. Eerst 4 man, toen maar 2 man. Dat was een belangrijke besparing. De heer Spaans informeert of die bepaling van het contract met de Friescb-Groningsche rust op de eigenaren of op den grond. Als het rust op de eige naren, dan bestaat de mogelijkheid dat als de heeren vertrekken, de bietencultuur zeer vermindert. De heer Engel wil het voorstel-Kistemaker voor de volgende vergadering nog eens rustig nagaan. Er is vroeger heel wat gebeurd voor dezen kaaimuur voor elkaar was. Meerdere leden van den Raad hebben toen gezegd dat de gemeente finantiëel geen meerdere ri sico mocht loopen als thans is vastgelegd. Alleen als de cultuur zich zelf niet meer kon bedruipen, zoover achteruit ging, dan mocht de gemeente eerst finan cieel risico beloopen. Anders moest de cultuur alles zelf betalen. Dat is het idéé van den Raad geweest en daaraan heeft de heer Blaauboer meegeholpen. Het verminderde arbeidsloon voor de /bietenverbou wers was een voordeel daaraan verbonden. Ik heb zelf toen nog gewezen op het bezwaar, dat, als men de bijdrage later te hoog vond, men elders zou gaan lossen. Ik achtte het daarom beter dat de polder de heffing deed. Burgemeester achtte dit niet noodig en voor den polder was het moeilijk te heffen, de gemeente kon dat gemakkelijker. In zekeren zin is het algemeen belang bij deze zaak gemoeid geweest, om deze of gene cultuur wat omhoog te voeren. De Raad heeft toen gemeend niet verder te gaan, alleen als de cultuur hulpbehoevend werd, dan kon men verder zien.. De heer Blaauboer zegt dat hij meegeholpen heeft aan dit besluit, dat is waar. Maar spr. beeft toen een berekening opgezet dat 1 man arbeidsloon werd uitgewonnen en niet twee man. Maar ook het belang der arbeiders is met deze zaak gediend, het was niet een speciaal belang voor de bietenverbouwers alleen. En spr. waarschuwt, dat als die bdetenverbouw in Kolhorn gaat kwijnen, dat dit een groot nadeel voor de arbeiders van Kolhorn zal zijn, niet weinig ala er door hen aan den bietenverbouw wordt verdiend. De heer Kooijman geeft in overweging nog een paar jaar met deze verordening te wachten, als er. meer van den kaaimuur is afgelost. De heer Kistemaker, toen geen lid van den Raad, heeft zich toen verbaasd over de houding van den Raad, die alleen de bieten verbouwers aansprakelijk stelde. De besparing aan arbeid was slechts 1 man. En die vermindering aan wat arbeidsloon staat toch in geen verhouding tot de f 10 per H.A. die er voor wordt betaald! en daardoor bewezen de bietenverbou wers toch hun goeden wil. De aandeelen van ons contract zijn zoo, dat deze overgaan op onzen opvol ger. Wil deze niet overnemen, dan eerst kan de fa briek ze voor 1 jaar overnemen als ze wil. Wij zitten er dus ons geheele leven aan vast. De havengelden worden door de gemeente geïnd, dus ook van de schepen -die de bietenverbouwers volladen en geelt de gemeente dus ook zijn voor deelen. Spr. herhaalt, deze zaak te zien als een van algemeen belang, die verkeerd is opgezet. Voorzitter zegt, dat dè havengelden de kosten van de lichten niet kunnen bestrijden. De heer Blaauboer stelt voor, 1 jaar dan de haven gelden te brengen van. 35 op 25 cent per vaartuig. De heer Kistemaker heeft in de notulen gelezen, dat de raadsleden spréken van geringe bietencultuur. Spr. zegt, dat deze cultuur niet gunstig is, ongeveer f 15 per 1000 Kg. Het eene jaar f 10, het andere f 20, is gemiddeld f 15. Als de bieten niet hadden 18 pet., dan was de prijs nog heel wat lager. Voorzitter zegt, dat vorig jaar f20 werd gevangen. En dé heer Kistemaker is zelf isoo optimistisch dat het dit jaar i 24 a f 25 zijn zal. De heer Engel vindt het voorstel van den heer Blaauboer verkeerd. Deze heeft vorige zitting bere keningen gevraagd en thans gekregen en nu blijkt, dat de gemeente geen voordeelige exploitatie maakt. Nu bad de heer Blaauboer zich daarmee tevreden moeten stellen. De heer Kistemaker wil wat anders, nl. de haven veranderen, daarover is te praten. De heer Blaauboer heeft B. en W. alles voor niks laten uitrekenen. De heer Blaauboer erkent dat de gemeente geen winst maakt, maar spr. baseert zijn voorstel niet. daarop, maar op bet feit, dat de tijd zoo is dat 35 cent te hoog is. Dat kan bet bedrijf niet dragen. De heer Engel zegt, dat de heer Blaauboer meende dat de gemeente een potje maakte ten koste van de bietenverbouwers. Waar dat nu blijkt niet juist te zijn, had de heer Blaauboer tevreden moeten zijn. De heer Blaauboer zegt nogmaals, 35 cent te hoog te vinden. Als het 25 ct, wordt zal de aflossing lan ger moeten duren. De heer Smit herinnert den heer Blaauboer aan zijn beweren, dat als er geen winst werd gemaakt, f 0.35 moest worden gehandhaafd. Na nog eenige discussie wordt het voorstel-Blaau- boer verworpen met den voorsteller en den heer Kis temaker voor. Voorzitter zegt, dat B. en W. voor een terrein daar het onderhoud op zich hebben genomen, wat f 10 per jaar zal eischen. De grond is noodig om de bieten op te stapelen. Allen voor. Met algemeene stemmen wordt de regeling met Zijpe aangaande de leerlingen die de openbare scho len daar bezoek goedgekeurd. Het kasgeldleeningsbesluit van het Armbestuur, f 5000 maximum a 6 pet. wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. De betaling uit den post voor onvoorziene uitga ven van f25 voor gratificatie voor den bode bij zijn 25-jarig jubileum wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Voorzitter deelt mee, dat de molen in de Deel een wiek heeft verloren. Deze molen eischt elk jaar aan onderhoud f 80 a f90, soms meer, met f25 voor bediening. De koffiemolen te Kolhorn is afgekeurd, omdat het malen niet hoog genoegt kon worden opgevoerd. En nu vragen B. en W. wat de Raad' er van denkt de koffiemolen voor de Deel te verplaatsen. De firma Scholten en Pijper heeft, nu is gebleken dat haar berekening niet juist was voor den opvoer van het water aan den koffiemolen, zonder eenige reserve verklaard dezen molen terug te nemen. Met deze firma is er nog niet over gesproken dezen mo len naar de Deel te verplaatsen. De Raad voelt in principe niet voor dit plan en B. en W. zullen nadéT met Scholten en Pijper onderhan delen. Ofschoon deze molen niet goedkooper zal wor den, acht men deze oplossing toch beter. Meegedeeld wordt, dat voor Kolhorn gedacht werd aan electrische bemaling. De berekening wordt ge maakt. Van de Deel kan dat niet, omdat aanleg enz. te duur en te bezwarend is. B. en W. krijgen opdracht de zaak nader te onder zoeken. Van den heer P. Swart is een adres ingekomen met het verzoek het hoogspanningsnet over den ge- heelen Waardpolder uit te breiden. B. en W. willen afwachten, tot er meer aanvragen uit Waardpolder komen. De huisjes, 4 a 5 aan de Nieuwesluis, waar deze Swart ook woont, kunnen beter aangesloten worden aan het net van Wierin gerwaard. Dit geschiedt door Barsingerhorn met in woners van Wieringerwaard aan Kreil en Poolland. Algemeen goedgevonden. De heer Dubbelman krijgt op verzoek wegens leef tijd en gezondheidsredenen op die meest eervolle wij ze ontslag tegen 1 Januari a.s. als gemeenteopzichter. B. en W. hadden Dubbelman op zijn verzoek ook eervol ontslagen als bode. Het spijt voorzitter dat de heer Dubbelman genoodzaakt is heen te gaan. Dub belman heeft steeds zijn plicht getrouw vervuld en zijn houding is steeds zeer correct geweest. Met algemeene stemmen wordt het ontslag eervol verleend. Aan mej. Aafjes wordt wegens vertrek eervol ontslag verleend als lid der schoolcommissie. Met algemeene stemmen wordt in haar plaats be noemd mej. Plooi te Kolhorn. Mede op de voordracht stond mej. Kant te Barsingerhorn. De voorkeur werd gegeven om een lid te Kolhorn te hebben omdat de heer Dé Groot reeds voorzitter is en te Barsingerhorn woont. De 'begrooting wordt aangeboden in ontvangst en uitgaaf op f68855, met f1700 onvoorziene uitgaven en f 15000 inkomstenbelasting, is f 2000 lager dan vo rig jaar. De krankzinnigenverpleging eischt een uit gaaf van f 8000. Hierna sluiting. om goed en goedkoop een le klas Rijwiel te koo- pen, wordt U thans geboden. Heerenrijwielen f60. Damesrijwielen f62.50. Vrije keuze. 1 Jaar garantie. Ontvangen een groote partij Electrische- en Carbid- Iantaarns tegen de bekende lage prijzen. Prima Zaklantaarnhulzen en Batterijen. 6. ANNEVELDT, Dorpen (Laan), Schapen. Vergadering van den Raad van Heerhugowaard, gehouden op' Dinsdag 4 September 1923, 's nam. 4 uur. Voorzitter Burgemeester Van Slooten. Aanwezig allen, waaronder ook de nieuwbenoem de raadsleden, d eheeren A. Mienis, C. Zuurbier en P. Tromp. Voorzitter heet allen welkom, waarna de raadsle den in handen van voorzitter de vereischte eeden of beloften afleggen. Voorzitter zegt daarna tot de raadsleden: Gij zijt uitverkoren om de belangen der gemeente te dienen en te bevorderen en hebt daarvoor den gewichtigen eed gedaan. Ik hoop, dat de beraadslagingen in het belang der gemeente en dat de besprekingen genoe- gelijk mogen zijn, zooals steeds en dat ieder uwer de belangen der gemeente-voorstaat. Dan kan aan 't einde der 4-jarige periode gezegd! worden dat goed is samengewerkt tot bloei der gemeente. Ik hoop van harte, dat wij allen In dien geest zullen samenwer ken. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. Volgt benoeming wethouders. Bij stemming ver krijgt de heer G. Krom 6 stemmen, de heeren Poland en Borst elk 1 en blanco 3. De heer Krom is benoemd. Voorzitter vraagt of hij de benoeming aanneemt. De heer Krom zegt: Met genoegen en ik dank de meerderheid van den Raad voor het_vertrouwen, mij geschonken. Volgt stemming tot benoeming van den tweeden wethouder. Uitslag: de heer D. Wijnker 6 stemmen, de heer Borst 2 en de heer Polandl 1 stem en blanco 2. Voorz. vraagt den heer Wijnker of deze de benoe ming accepteert. De heer Wijnker zegt, de benoeming te aanvaar den en hoopt de belangen der gemeente naar beste krachten te behartigen en dankt ook de heeren voor het in hem gestelde vertrouwen. Voorzitter zegt, dat de heeren Krbm en Wijnker al- zoo weer zijn herkozen als wethouders en hoopt, als tot dusver plezierig met hen samen te werken en fe liciteert beiden. t Ingekomen: een verzoek van H. ter Hoeve, die het perceel B 171 aan den Middenweg bewoont, om te mogen oprichten een centrale slachtplaats in dat perceel. In een schrijven door ruim 50 inwoners on derteekend, wordt dit verzoek gesteund. Voorzitter zegt, dat B. en W. het hebben overwo gen, Er is reeds een zoodanige slachtplaats. Wat zij in hun verzoek bedoelen is trouwens geen centrale slachtplaats, doch een' noodslachtplaats, zegt voorzit ter. De bestaande noodslachtplaats is bij den heer Ap pel aan den Draai. Met dezen is overeenkomst aan gegaan, dat hij iederen slager gelegenheid geeft, om daar beesten te slachten. Is het slachten afgeloopen, en is de goedkeuring verkregen, dan kunnen zij met het vleesch gaan, waar zij willen. Ér is nog al een ander verzoek ook ingekomen om een noodslachtplaats, dat echter aan B. en W. is ge richt. Voor de betrekkelijk niet talrijke noodslach- tingen achten B. en W. echter een noodslachtplaats, al is dan onze gemeente uitgestrekt, wel voldoende. B. en W. zouden afwijzend op het verzoek willen be schikken. De heer Van Lange acht toch een tweede nooct- slachtplaats wei goed, maar dan nog meer in 't Noor delijk gedeelte als 't perceel van ter Hoeve. De heer Krom wil 't verzoek aanhouden tot de vol gende vergadering, om eerst de zaak nog eens goed onder oogen te zien. 't Is nu nog zoo onvoorbereid. Spr. zou gaarne willen, dat we er eerst het contract met den heer Appel ook eens op nazagen. De heer Met vindt een noodslachtplaats voor on ze gemeente ook wel wat weinig. Hij zou. een tweede er bij wel goed vinden, maar liever Noordelijker dan het huis, bewoond door aanvrager. Spr. vindt goed, de zaak tot een volgende vergadering aan te houden. Voorz. denkt, dat van Februari tot beden hoogstens 25 noodslachtingen plaatsvonden. De heer Kostelijk denkt, dat als er meer nood- slachtplaatsen waren er wel meer noodslachtingen gebeurd waren als dié 25. Voorz. is van meening dat als het zoo zou zijn er dan nu gesluikt zou worden. Algemeen goedgevonden, het verzoek tot de vol gende zitting aan te houden. Mededeeling, dat een beroep door Wieringerwaard ingesteld1 tegen de bijdrage Warenwet, ongegrond is verklaard. Voor kennisgeving aangenomen. De Tuinbouwvereeniging Nieuw Leven heeft schrij ven ingezonden, dat bij genoegzame deelname tuin- bouwwintercursus zal worden gehouden. Waarvoor zij een verlicht en verwarmd schoollokaal vragen ten gebruike. Voorz. zegt, dat B. en W. 't verzoek nog niet heb ben behandeld. Een idee van den heer Krom om een lokaal ba- schikbaar te stellen, doch kosten van licht en ver warming door aanvrager te doen dragen, vindt geen bijval. Meer algemeen gevoelen de andere heeren er voor om een schoollokaal beschikbaar te stellen voor dién cursus en licht- en verwarmingskosten voor rekening dér gemeente te nemen, waartoe dan ook met op een na algemeene stemmen (de heer Krom tegen) wordt besloten. Schrijven is ingekomen, ^iat de gemeente nog f264.08 zal ontvangen ingevolge de afrekening bij drage Lager Onderwijs. Een schrijven van den gem.-ontvanger den heer K. Ploeger, dat hij tegen 1 Januari 1924 eervol ontslag uit die betrekking verzoekt. Met allen voor wordt be sloten, aanvrager bet gevraagde eervol ontslag te verleenen tegen 1 Januari 1924. Voorz. zegt, zooals dè heeren weten, zal de heer Ploeger op dien datum het ambt van gemeente-ont vanger 30 jaren hebben waargenomen. De wethou ders en ik hebben, herhaaldelijk kennis gemaakt met zijn steeds keurig werk, terwijl (zijn kas altijdJ sluit. Nooit hadden we aanmerking/ Wij raken een ge meente-ontvanger kwijt, die zijn taak uitstekend ver vulde. Nu zullen we weldra een nieuwen ontvanger behoeven. Wordt het goedgevonden oproeping te doen? Het salaris is op f 1000 gesteld» Maar het thans nog geldende salaris is f 1800—f 2200, behoudens wij ziging door Ged. Staten. Dat bezwaar is er aan ver bonden. B. en W. hebben besproken om bijv. een tij- delijken gem.-ontvanger aan te stellen, waarbij we dan later geen eventueele op wachtgeldstelling zou den krijgen. B. en W. hadden daarbij bet oog op ko mende verandering in de wet. De heer Met kan zich met het idee van benoeming van een tijdelijken gem.-ontvanger wel vereenigen. Voorz. dacht van voor een jaar tijdelijk en dan la ter verlengen. De zekerheidsstelling, thans f 3000, zal verhoogd moeten worden. Die moet eigenlijk onge veer 10 procent der ontvangsten van het afgeloopen jaar betogen en zou dan tenminste f 10.000 moeten zijn. De heer Krom zou iets lager willen gaan en dan met bepaling dat geen hooger bedrag dan de borg stelling in kas mag blijven. Voorz. zou f 8000 voldoende vinden» De heer Kostelijk vindt dat het f 10.000 zou moeten zijn, wat door anderen wordt gesteund. De heer Poland wil het niet zoo hoog opdrijven om de ndet-financieel krachtige sollicitanten niet af te schrikken en noemt f6000 als zekerheidsstelling. Het idee-Kostelijk, zekerheidsstelling van f 10.000, wordt met 7 tegen 4 stemmen verworpen, waarna met op een na algemeen stemmen het idéé van voor zitter, een zekerheidsstelling van f8000, wordt aan genomen. Tegen was de heer Poland. Hierbij is dan de beperkonde bepaling, dat niet bo ven een te 'bepalen bedrag in kas zal blijven. Schrijven van de jubileumfeestcommissie, dat zij haar feestprogramma wat zal inkrimpen en de door den Raad1 toegezegde bijdrage niet in haar geheel, maar voor zoover 't noodig is, zal aanvaarden, Voor kennisgeving aangenomen. Voorzitter verzoekt de commissie voor het nazien der rekeningen, om rapport uit te brengen. Die com missie bestaat uit de heeen Blom, Kostelijk en Borat. De heer Blom rapporteert en zegt dat de rekenin gen met bescheiden in de beste orde zijn bevonden en dat tot goedkeuring wordt geadviseerd. De gemeenterekening over 't dienstjaar 1922, wordt met algemeene instemming nu goedgekeurd. Ten op zichte van die gemeenterekening wordt alsnog goedgevonden om f 3525 van het totaal batig slot (dat f 32436.73 bedraagt) beschikbaar te stellen voor den dienst 1923. De commissie voor het nazien der Armbestuursre kening en rekening G.E.B., beide dienst 1922, bestond uit de heeren Poland, Met en van Lange. De heer Met rapporteert, dat beide rekeningen met bescheiden in orde zijn bevonden en tot goedkeuring geadviseerd wordt. Voorz. stelt nu voor, ook deze beid'e rekeningen goed te keuren, waartoe met allen voor wordt be sloten. Voorz. dankt de commissiën voor hare werkzaam heden en dankt degenen, die de administraties voer den voor hun gehouden richtig beheer, de instellin gen weer in de belangstelling aanbevelend. De heer Met vindt nu het G.E.B. een flink winst saldo heeft, f 5688.14H, zou op de volgende vergade ring mogelijk een voorstel kunnen worden gedaan, hoe er mee te handelen. Eventueel zou de prijs van de electriciteit verlaagd kunnen worden. De heer Wijnker: Door den heer Met wordt zeker bedoeld verlaging voor licht en kracht niet van vas te kosten. Ik vind, we moesten dan de vaste kosten verlagen. Voorzitter zegt, dat de winst van ons bedrijf nog niet eens zoo heel groot is. En een zoodanig bedrijf mag wel eenigen winst afwerpen. Wil de heer Met een voorstel in overweging nemen om de kosten van 't licht eenigszins te verlagen, dat is mij goed. Met wethouders en lichtcommissie is het idee van prijs verlaging van licht al overwogen. De heer Krom zegt, nog het oog op de maximale belasting te hebben. Die zaak is nog niet heelemaal opgelost. Verlagen we dit jaar, dan moeten we vol gend jaar misschien weer meer maximale belasting betalen en zouden we den lichtprijs met eenige cen ten per K.W.U. moeten verhoogen. Wat kracht be treft, zouden we misschien eenigszins kunnen verla gen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5