ROMMELKRUID. DE JONGENS VAN DEN MOLEN 86. tót, nio forma, van do Hooggemelde Heeren Sta&= Ende daar tegens weder do voorschreve Erf- Ofte dat anderzinte het zelve Legaat zoude ten heeft geoptineert. renten en Loa^renten tcxt laste van de Landen,crimineeren aan Jonker Frans, en den voor- ten profyte van den voornoemden' Heer van noemden Ernst van Nieuwroode, haar Neva. Ende dat eindolyken de Ambagta Heerlyk- Schagen, ofte desselfs Nazaten. j 105. heid; van *t Dorp te Leen gehouden wordende, 97. Da* van de zelve contra ventie, te- van den Huize Van Waasenaar. Dat nog den voornoemden Heer Johan van 8^113 de voornoemde Jonkvrouw Johanna voor Schagen, op den 13 Juny 1594 zyn Ingezetenen den Hove Provinciaal hadde proces gesustineert van Sc hagen geconsenteert heeft, die bedykinge 106. van zeekere meere in de banne van Sc hagen j Ende op den 24 Maart 1568 getriu mpheert. gebleven. j 107. 98. Ende dat oog den gemelden Johan van Scha- Alleenlyk daar aan hebbende gereservoert de niet de voornoemde zyne Vrouwe Gema- Tbienden, als van andere Landen in Sc hagen, linne uit krngt van den voorschreven Octeoi, 0g op den 16 Juny 1607 van allo hare goederen. Dat ook -den ze] ven Heeor Johan. van Schagen leen on on3r'en> hebben gedisponeert. 1AQ met Burgemeesteren, Scheepenen en Kerk mees tenen van Schagen, op den 12 Maait van denEndo sp«talyk ook van de Hoerfykhcden, zeiven jaa.ro 1594 voor hem en zyne Nakomelin gen verdragen is, over het regt van allurie, ofte de aanwassche in Schagen vallende. 100. Dat den voornoemden Heeren Staaten den zalven Heer Johan van Schagen, en desselfs Gemalinne Vrouwe Anna van Assendelft, op den 17 December 1602 verleent hebben Brieven van Octrcrf in Communie forme, om van alle haar Leen-goederen te mogen disponeeren. 101. Dat nog den zei ven Heer Johan van Schagen op den 1 December 1603 Vrouwe Geertruy van welkers al ie natie in deeze is in quostia 109. Zoo verre dat de voornoemde zyo© Vrouwe Gemalinne, uit kragte van dien, als een Doua rie gehouden heeft, alle het Inkomen van. de zelve Hoerlyk beden, haar leven lang geduurer de. 110. Dat Heer Aal bert van Schagen; Zoette van den voornoemden Heer Johan van .Schagen, en de Broeder van den Heer Ged: midsgadere VadeT van den heer Willem, jegenwoordig Heer van Schagen, van de Hoog Mogende Heeren Staaten op den 24 July 1618, insgelyka heeft NieuwroodB, Weduwe vim Soesvelt, als «enige geoptincart, Ortroi, om van alle zyne Goederen Dogfar en. Erfgenaam van Ernst van Nieuw. |!eeii en oaloeni te mogen ateponeeixu Com- muni forma. 111. Ende dat hy ook uit kragte van dien, zyne Hu is vrouwe, nu Weduwe Vrouwe, mot een no tabel Douarie uit de voorschreve Hooriykheden te beuren, heeft voorzien. 112. De welke haar ook by de Senienü* alhier in questie is geadjudiceert. 113. 116. De welke den Heer Ged: wel sust in ee ren mee de stipiti sanguine, te weezen geeffecteert. 117. Ende zulks daar buiten niet aliënabel. 118. In den jaare 1568 is getransporteert, van Ma ria van Herkensloot, met Dameo van Nerven, haar geëchte Man au, Voogt. op Jonker! Arent van Dorp. 119- Ende van de zelve Aient van Dorp, op Jonk vrouw Maria van ïhtmkhorst, Weduwe wylen Comelis van Dorp. 1». De welke nlot en is geweest van de Geslagto ofte Stam me prinrt adquirentia 121. PreseDteercnde alle de voorschreve Feiten des noods, endo daar toe gea-c* initieert weiden de den regten. genoo zyne te verefiören. EINDR PLANTEN tot ILAXm EN ÏHWl TL (Vragen, dase ruhr-.'k batrefïendé, In te ren den aan den heer EL van Keulen, Veenen!aan 38, Hoorn. Postrogtf voor antwoord insluiten,) rood©, dio een Neef van 's Moeder?» zyde is ge weest van de voornoemde Vrouwe Josina van Schagen, verleid heeft met de helft' van 200 gelden, te betalen uit de Heerlykheld van 8chag<en. 102. In Voldoening© van de helft van zeeker Le gaat van 200 gulden voornoemt, by de voor noemde Vrouwe Josina van Schagen, uit de voorschreven haare Heerlykheid, Jonkvrouw© Johanna van Schagen gemaakt. 103. Ouder conditie dat zy Jonkvrouw Johanna 1638. ten die uitgereikt worden: Begonia, Colena, b«t zelve Testament nogte het Transport Tan! 114. 'Fuchsia, Varentjes, Asparagus (vrouwenhaar) de HeerlykheJd van Schagen, van de voor-1 Ende daar na gezamentlyk met wylen zyne soms zomerevpres (Kochia) of Salvia enz. Ik noemde Vrouwe Josina niet en zoude impugne- eerste Gemalinne, Vrouwe Anna vra Matsnes, geloof echter niet dat er veel aandacht tot op ren ofte contra vertieren. up don 17 July 1645, gelyk Octroy tn Commu- heden aan besteed is om ook eens een Floralia Iet» voor rre.^aa-vmrcKjndpinp^^ai. Dat de liefhebberij in Noord Hollands Noor derkwartier op hoog oeil ste&t blijkt wel hier uit, dat bijna elk dor,> zijr, „Flora Jïa-vereerïl- ging* heeft. In den \u*>rzomer worden planten uitgegeven, aan de liefhebbers en alle mogelij- ke zorg worüt er aan besteed om een prijs te Dat ook den Heer Willem, jegenwoordig Heer wir.nen op dbe tentoonstelling die in het najaar van Schagen, eerst alleen op den, 8 April, Anno gehouden wordt. Moiartai zijn het dezelfde plan- Dï DE VACANTIE. In de vacantie ben ik uit geweest. Met de trein ging ik naar Amsterdam. Daar heb ik veel gezien. Amsterdam is een groote stad. Heit wemelde op alle straten van menschen. Ook waren er veePauto's en trams. Ik was wel eens bang, dat ik er onder zou raken, maar er stond bij allo drukke straten een agent met een witte manchet en die hief af en toe zijn arm op. Dan stonden alle rijtuigen stil en ik kon veilig de straat over gaan. Ik ben in de dierentuin ge weest en in het Rijksmuseum. Daar zijn veel schilderijen. Ik heb het Paleis van de Konin gin gezien. Drie dagen ben ik in Amsterdam geweest en ik heb er erg veel plezier gehad. Nu ga ik ween naar school: Dat is ook wel prettig. (N. B. H.) (Vervolg.) Nu duurde het niet lang, of de meeste kinde ren hadden schoenen en kousen uitgetrokken en holden het zilte zeewater in. „Niet te ver", waarschuwde meester. Enkele meisjes bouwden met schopjes, die ze hadden meegenomen, een kasteel en daarom heen groeven ze een gracht. Henk en Willem t«bonden vervolgens de gracht met de zee, en toen was het kasteel door een prachtig kanaal omringd. Toosje Mooij zette op de hoogste to ren een vlaggetje. Alle kinderen stonden het keurige bouwwerk te bewonderen. Hst waa dan ook een prachtig gezicht. Wim van Loon begon te zingen: „Daar staat een vlag te wapp'wn....® „Dat komt niet uit Wimpie", zei David Meijer, „dit is een zandkasteel en geen aneenw- kasteol". Wim holde David achterna de zee in maar struikelde en viel languit in het water. Natuur lijk was hij in eens doornat. Gelukkig scheen het zonnetje, zoodat Wim na een poosje weer zoo goed als droog was. Eb dat was maar gelukkig ook, want anders zou het badreisje nog wel eens onaangename ga- volgen voor hem gehad kunnen hebben. „Maar nu moeten we terug, jongens**, zei meester, „t Is meer dan tijd «n.do tmm wacht niet! Vooruit, vlug kousen eo sckoenon aan, en dan op stap." Na tien minuten waren allen klaar. Maar David Meijer ontdekte, toen hij zijn schoenen wou aantrekken, dat de veten ««n elkaar waren gebonden. Wie had dat'gedaan? Wim van Loon, die nu als een kurk zoo droog was, zat op een afstand te lachen in zijn vuistje. .Meester" zei David, „mijn schoenen „Wat is er met je schoenen?* „Ze zijn aan elkaar vastgebonden." „Geef maar hier", zet meester. „Ik zal wel probeeren, om ze uü elkaar te krijgen. Wie 1 gedaan heeft doet er niet toe. Aardig is niet, maar omdat we uit zijn, zal ik er maar veider niets van zeggen. Maar ik vind het een flauwe streek." Wim van Loon, die dé woorden van meester hoorde, schaamde idrh en kreeg een kleur. Meester zag bM, en rond toen, dat Wim genoeg gestraft was. Toen ging dé stoet vrooïijk zingend door de duinen en een klein boechje terug naar de halte van de tram. De tram kwam spoedig aan. Allen klauter den er in, de conducteur verkocht de kaartjes; allen hadden hun tramgeld trouw bewaardL Na twintig minuten waren ze terug, waar ze wezen moesten. Vaders en moeders stonden de reizi gers op te wachten. „Wel bedankt voor den prettigen dag, mees ter", zeiden allen. „Ik ga meteen haar bed", zei Henk. ,Jk ben zoo moe, dat ik dadelijk in slaap val", geloof ik." „Heb je pret gehad?" vroeg moeder, toen Henk in zijn bed' lag. „Jampeder*, zei Henk nog en toen sliep hij al vaat En zoo ging het met allemaal! Wordt vervolgd. Tentoonstelling te houden van getrokken bol gewassen, die in September in potten gezet, ons in den winter hun bloemen geven. De cultuur van bolgewassen, hyacinthen, narcissen, tul pen en crocus is te gemakkelijk, om dit niet eens te probeeren. Welke vereeniging schaft zich eens een partijtje tulpen enz. aan en pro beer het eens. Goede „broeri-soorten" zijn er ge noeg. Mag ik het dan ook eens vernomen of er op dit voorstel in gegaan wordt, dan kunnen in deze rubriek misschien de inlichtingen omtrent de kweek wijze gegeven worden. Asperges SprengerL Deze ongemeen fraaie hangplant leent ricb er uitstekend toe om op een hoog tafeltje ge plaatst te worden, zoodat zij vrij kar, groeien. Keurig gekweekte planten ziet men er mm9 va 11, ik zag ze in mijn omgeving wel met rrn- ken van 1Meter. Ze is bestand tegen alle ka morinvloeden. Zij houdt echter ban een krach tig samengestelde grondsoort, die echter goed doorlatend moet zijn. Bladgrond met goeden compost of verteerde koemest, waardoor flink wat grof zand is gemengd, is een ideale grond soort Bovenal ook goed zorgen voor drainage, dus zórgen voor scherven in de potten. Zij wil niet *n paar jaar aaneen in den zelfden pot blij ven staan, daar ze dan door uitput-lag achter- "ii gaai Men bespeurt dit óoorcU. de naald- vormige blaadjes geel gaan worden. Bovendien houden de planten er van om eenige keer en in 1 voorjaar en den zomer vloeimeat te owvan gen, Verdunde beer of koe-ier is t meesi aan te bevelen; echter ook wat opgeloste thfliaal- peter of rootwater is zeer nuttig. Gezonde plan ten me! een sterken groei behoeven veel water. De Asparagus wil geen plaats in de kamer, waar ze te veel door uitdrogen lijdt. Verder houdt de plant van een vochtige atmospheer. K. VAN KEULEN. WARE WOORDEN. Een verraderlijke nachtvorst ontbladert meer toornen dan een stevige storm. De broeder van den slaap is de dood. Hij heeft echter ook een zuster en die heet lui heid. Iedereen kan zijn eigen geluk vinden als Fortuna den blaasbalg hanteert De ernstigste en edelste gemoederen zijn h«t rijkst aan vreugde, aan liefde, aan hoop en vertrouwen. Men weet nooit goed wat men wil, maar wel weet men goed, wat men niet wil. Doop niet met een te mooien naam de plaat sen, waar gij het geluk vindt; want het geluk vliedt en de naam blijft,. HET GEBHUH: TA* HAGEDISSEN VOOR DE VERNIETIGING VAN MUGGEN. Bij de bestudeering in Savoije van de broed plaatsen der malarimuggen, die er zeer veelvul dig zijn en wemelen van larVen, hebben R. Sergent, en mej. K. Fooi af en toe een merk waardig feit waargenomen: Sommige moeras sen, die alle eigenschappen bezaten om een geschikte verblijfplaats voor anopheleemuggen te vormen (helder water, dat langzaam ver- verscht wordt, zonder sterke stroomingen, wei- big diep, tamelijk; duister en spaarzaam be-1 plant met bepaalde wieren) waren volkomen vrij van muggenlarven. Bjj nadar onderzoek bleek, dat de afwezigheid van larven steeds ge paard ging met de aanwezigheid van tal- van hagedissen en dat omgekeerd da aanwezigheid van muggenlarven steeds beduidde afwezigheid van hagedissen. Er is echter één uitzondering; wanneer de plantengroei teer overvloedig ia, dan kan deze blijkbaar de muggenlarven tegen de hagedissen beschermen, zooals zij ze ook een schuilplaats biedt tegen de visschen. Sargent, en Foot hebben belangrijke proeven verricht om te weten te komen op welke wijze de hagedissen de muggenlarven vangen' en hoe veel larven één hagedis in staat is per dag te vernietigen. Een hagedissenlarvs van. 26 m.M. lengte wordt in een kristalliseerschaaltje van 6 bij 4 C.M. ge plaatst, dat gevuld is met water. Men voegt hier een muggenlarve bij. Men bemerkt al heel gauw, dat dezo laatste slechts de aandacht trekt van de hagedlssenlarve, wanneer zij zich verplaatst en dus het water in beweging brengt. Het gezichtsvermogen van de hagedlssenlarve blijkt van weinig of geen belang te zijn. Als de muggenlarve onbeweeglijk aan de oppervlakte van het water drijft, gebeurt het soms dat de hagedlssenlarve tot vlak bij baar komt, zonder dat deze haar bemerkt, maar zoodra de mug- genlarve zich maar even beweegt, reageert de ander onmiddellijk, maakt jacht op baar en inoostal weet de hagediaeerdarve haar prooi te bemachtigen. Een nadere proef met de punt van een naald wees uit, dat het uitsluitend de beweging in het water is waardoor de van de hagedlssenlarve wordt gewekt; haar gezichtvermogen schijnt heel siecht; xij hapt met evenveel vuur naar de punt van oon naald als naar een muggenlarve. Soms is de muggen larve te groot dan dat de hagediseenlarve ze kan inslikken; dan ziet xij vaak zich weer les te rukken, doch de kop blijft meest gevan gen. Een hagedlssenlarve van 28 m.M. lengte kon in 24 uur 54 muggenlarven vernietigen en in dien tijd 2 m.M. groeien. De dag daarop ver slond dezelfde hagedisBenlarve 38 nieuwe mug genlarven, dus 92 in 48 uur. Voorkeu^, voor een bepaalde soort muggenlarven schijnt zij niet te hebben. De muggen jacht heeft voornainel ijk in den ochtend plaats; later op den dag span den de hagedissenlarven zich minder in. Deze proefnemingen kunnen tot belangrijke prakti sche toepassingen leiden In tegenstelling met de larven van kikvorochen, die planten-eters zijn, zijn de hagedissenlarven gevaarlijke vijan den voor de muggenlarven. Evenals sommige risschen kunnen dus ook hagedissenlarven ge bruikt worden om muggenlarven te vernieti gen. Alleen moet men zorgen, dat er niet te veel plantengroei in het water is; de moerassen en slooten moeten geregeld schoon gemaakt wor den. Op de visschen hebben de hagedissen vóór dat zij ook op het land kunnen leven en dus by indroging der moerassen in den zomer niet sterven. Zelfs kunnen zij zich van het eene moeras naar het andere begeven. De mensehen behoeven dan ook niet steeds weer iedere plas of moeras van hagedissen te voorzien, zoodat de toepassing van hagedissen ter verdelging van muggen een weinig kostbare maatregel ia sronnaf. Spinnen kan men tegenwoordig overal vin den in de natuur. Zij komen in zeer groeten ge- talo voor, speciaal in *t laatst van Augustus en September. Wie oen tutn heeft v«-n eiken dag weer aan de kunstig gevormde webben beschou wen. Juist doordat we zoo vaak in de gelegen heid zijn spirmewebben te zien en ook het ver-1 vaardigen zelf van die kunstige webben kun nen nagaan, ontgaat het aan de aandacht van velen. Maar indien het spinnen van <öe ragfijne webben b.v. alleen in dierentuinen te bezichti gen j viel, dan zouden talloos vele menschep, die er nu niet of nauwelijks tmar omzien, er een reisje naar de diergaarde voor over hebben, Maar het gewone, het alledaagsche is oorzaak dat de belangstelling voor werkelijk bewon derenswaardige dingen niet meer gewekt wordt Vele menschen hebben een afkeer van spin nen, waarschijnlijk doordat het volksgeloof ze nog steeds als giftig beschouwt En toch is de spin op enkele soorten na een geheel onscha delijk en zelfs zeer nuttig diertje. Tot de gif tige behoort een soort, die in Italiö leeft, de Apulische Larantel. De beet van deze soort is giftig en is van de vroegste tijden af als oor zaak van eigenaardige ziekteverschijnselen gezien. Men geloofde en gelooft hier en daar nog, dat iemand, die door haar gebeten wordt, allerlei dwaze gebaren gaat maken, gaat zingen, lachen, weenen of dansen, waarbij rillingen en hartkloppingen optreden. Vroeger ging men, om de zieken te genezen, dansmelodieën spelen op een of ander muziekinstrument Hierdoor begonnen de patiënten dan te dansen, tot zy ten slotte geheel uitgeput en bezweet ineenzakten en genazen. Er is evenwel gebleken, dat dit al les onjuist is. De beet van deze spin veroor zaakt alleen een zwelling en jeuk. Er leeft wel een soort, wier beet soms doode- ïyk ia. De MaJmignaUe bv., die in Italië^Spaa- je. Rusland en Egypte voorkomt Zy is ruim een c.M. lang, zwart van kleur en met 13 bloed rood© vlekken op het achterlijf. Het merkwaardigste aan een «pin zijn d» spinklieren, die zich aan het achterlijf bevin den, en waarin een vloeistof bereid wordt, die tot een «taaien draad verhardt, zoodra se 'met do lucht in aanraking komt, Door een zesta) spintepels aan de buikzijde van het achterlijf komt de vloeistof naar buiten, door wei eenige honderdtallen fijne spinbuisjea. Die uiterst fy ne spinstof van honderden draadjes, die in de lucht verharden, kleven aan elkaar en vormden dan een vrij sterken draad, waarvan het kun stige web geweven wordt. In dat web vliegen de argelooze mugjes en vliegjes, die daarmee een gemakkelijke prooi voor de spin worden. Som mige soorten maken geen webben, maar be springen hun prooi. Het zijn bijna zonder uit zondering echte roovers, die zich met allerlei insecten voeden. Enkele groote soorten azen zelfs op kleine vogeltjes. M er stal zijn de wijfjes grooter dan de man- netjes, die na de paring spoedig sterven en in sommige gevallen selis door hot wijfje opgege- ten worden. Merkwaardig is de voortplanting van spin nen. Van een gedaanteverwisseling, zooals bi} de Insecten in 'i algemeen, is geen spreke. De wijfjes lggen eieren waaruit de jongen als vol maakt gevormde spinnen te voorschijn komen, die na eenige verveningen ook af spoedig de groette van moederepin bereiken. Het vronwtje spint om de massa eieren, die zo legt, een, cocon, bestaande nlt vele lagen zij den draden. Van buiten lijkt dit omhulsel wal op perkament en het wordt vastgehecht aan een takje of een blad. Het groote aant&J kleine spinnen, dat nit die eieren komt leeft eerst nog een poosje in het omhulsel. Gedurende dien tijd is het daar soms een ware oorlog. Een deel wordt door de sterksten opgegeten. De overijl if- venden zouden op de plaats waar zij geboren worden, niet voldoende voedsel vinden, en daarom beschikken zij over een middel om de wereld in te gaan. Uit hun spinragkileren weven zij zich een draad, die hen met den wind meevoert, honderden meters ver. Waar zij dan terecht komen, weven zij hun webben om vlieg jee en mugjes in te vangen. Er zijn ook spinnen, die den eierzaje achter htm lichaam maken. Ais de jongen nit de eitjes komen, klimmen zij langs de pooten der moe der op haar mg en blijven, daar soms maanden iang, door de moeder verzorgd, tot zij sterk go-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 6