ilitncii Nieuws-
REGENJASSEN - REGENMANTELS,
DE KONINGIN IE AMSTERDAM.
Ilitiievurs i N.V, v.Iï. 1MMAN Ce., Scüiagei)
EERSTE BLAD.
Brieven uit Engeland.
01
Echte Loden Jassen.
SPAANDER Co. ALKMAAR.
Zaterdag 8 September 1923.
SCHAEER
66ste Jaargang. No. 7295.
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog. zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 8 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van l' tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worde» naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN.
Heemstede, 1 Sept. 1923.
Een eeuwenoude industrie is bezig in Engeland uit te
sterven. Feitelijk kunnen we wel zeggen, dat ze uitge
storven is. Het is de vervaardiging van veeren pennen.
De schrijfkunst is al oud, al is het schrijve» zelf in
de verschillende eeuwen op heefl.' verschilléndé wijzén
verricht. De oude Egyptenaren deden het met eén
penseel. De Romeinen en Grieken gebruiktén dé schérpé
punt van den stilus. waarmee zij de letters in was
krasten. Het breede uiteinde van dit schrijfinstrumentkon
dienst doen om fouten „uit te vegen".
Langen tijd daarna, ongeveer in het midden van de
14e eeuw, kwam- de veeren pen in gebruik. De pénnen
van kalkoenen werden het meest gebruikt, maar op die
van zwanen werd hooge prijs gesteld/ terwill kraaien-
pennen dienst deden bij het trekken van fijne lijmen.
Ook in ons land rijn nog monschen genoeg im le
ven. die rich de veeren pen herinneren. Feiténjk mag
ik zeggen, dat ik zelf tot hen behoor. Immers, voor
degenen, die komen studeeren in de leeszaal van hét
Britsch Museum, ligt, behalve de gewone stalen pen, ook
een veeren pen gereed. Zelfe neb ik gprobéérd ér
mee te schrijven, met heel weinig succes evenwél1. Wat
misschien aan mij, misschien aan de pen lag.
Want dit weten wij1 allen nog wel van de veeren (pen
er moet herhaaldelijk aan gesneden worden. We hebben
niet voor niets het woord pennemes. Het versnijden van
de veeren pennen was een niet onbelangrijk' gedéélté vajn
het werk van den vroegeren schoolmeester. Zooals nu
in de lagere klassen doorloopend punten aan de pot-
loodeh moeten worden geslepen. Warmee ik zeggen wil,
dat de veeren pen, waarmee ik in het Museum' pro
beerde te schrijven, mogelijk ook wel1 een kleine opératié
moest ondergaan, alvorens bruikbaar te wezen.
een of andere goede klnta gestorven was en dat rijm
zoon de stalen pen inplaats van de veeren gebruikte.
Voor wie het betalen ko», vervaardigde de firma een
speciale pen. Pennen weraen gesneden en gésmédên,s
tot er eindelijk een verkregen werd, die precis pasté
Ivoor de hand van den gebruiker. Van die pen konfiem'
dan geregeld geleverd worden. Maar de prijs zal wet
ongeveer overeengekomen rijn met, laten we zéggén,
een nieuwe vulpen per maand.
D<
niet
af. En zouden wij het betreuren?
Toch misschien wel. Zooalb er in onS leven telkens
een stuk voor goed heengaat, onze schooljaren., veel'
later de tijd waarin we schoolgaande kinderen 'hebben,
zoo zien we met de veeren pen ook weer eén £tuk Van
het groote ïnenschenleven gaan. Shakespeare heeft al
rijn werken er mee geschreven. Ook Vondel. Doch
Couperus heeft ze waarschijnlijk nooit gebruikt.
De tegenwoorige schrijver gebruikt in 't geheel geen
pen nieer. Hij staat, of zit, of loopt hoen en Kveer cn
dicteert, terwijl een typist op een ratelende schrijfma
chine elk woord in keurige drukletters op papier doet
verschijnen. Zou dit den stijl van de hedehdaagsche
schrijvers ook niet beïnvloeden? De pen werkte toch
steeds als een rem' eonig9zins.
Laat het een voldoening rijn voor de veeren pen, dat
haar mededingster al weer zoo ernstig bedreigd wordt.
Over honderd jaar schrijft niemand meer, en zitten de
zes-jarigen op school ónder leiding van cLe juffrouw
te tikken op Hoogeveen's schrijfmachine.
VAN R IJ S W IJ K'S
Schoenhandel Schoenmakerij.
„HEVEA" Rubber Zolen en Volhakken
merk ECONOMIE.
weldige
om bet o
trachtte de punten duurzaam te maken door ze te
vergulden. Twee andere fabrikanten, Hawkins en Mor-
dan. bevestigden er kleine stukjes noorn_ of schildpad
aan. Evenwel zonder veel' succes.
Toen kwam de stalen pen, in 1803. Natuurlijk had zij
eenige jaren noodig om m te burgeren. Even natuurlijk
wera haar komst met leede oogen aangezien door cle
fabrikanten der veeren pennen en weigerden vélétn dié
stijve stalen dingen te gebruiken. Doch elke strijd
tegen het nieuwe, wanneer dat nieuwe een vérbétéring
beteekent, eindigt in nederlaag, na langen of na korten
tijd. Omstreeks 1830» toen Perry, Mason en GilTott in
Birmingham de stalen pen machinaal' vervaardigden was
de strijd feitelijk al' beslecht: de veeren pen werd nog
vervaardigd, werd nog gebruikt, maar zag met elk
uitstervend geslacht haar aanhangers verminderen.
Wij' zijn nu bijna honderd jaar later. Als er ergens
hoop mocht bestaan voor de veeren pen, was het zeker
wel in het conservatieve Engeland. Conservatief Zeg ik
omdat het zoo noode afstand doet van oude gewoónten.
In 1915 lag op elke plaats in de leeszaat van (iet iBritsch
Museum nog een veeren pen. Ook thans? Ik lees juist
dezer dagen, dat niet langer veeren pennen verschalt
zullen worden aan de Southwark Rechtbank'. Van andere
rechtbanken, van regeeringsbureaux en dergelijke, was
ze reeds verdwenen. Southwark scheen er langer op
gesteld geweest te rijn. Doch ook daar heeft ze plaats
gemaakt voor de stalen pen, de vulpen en de schrijf
machine.
De groote Londensche firma Cooper Demson en
Walhden, wier voorgangers een honderd jaar geleden
hofleveranciers waren op het gebied van veeren pennên
en hoeveelheden van twee of drie mil'tioen tegélijk naar
het Indische Gouvernement verzonden, heeft juist be
sloten de vervaardiging der pennen geheeli te staken.
Omdat er geen vraag is? Natuurlijk, maar ook, omdat
de firma geen enkelen werkman meer heeft, dié dé
pennen kan vervaardigen.
Het maken va» veeren pennén is een' k'unst. Het is niet
iets. dat men in een paar maanden leert. Het snijden (is
het ergste niet. Daar komt men betrekkelijk spoedig
genoeg achter. De groote moeilijkheid is het „dutchen
waarvoor ik geen vertaling weet.
Dutchen is net wegnemen van de taaie buitenste huid
van de pen, de doorschijnende oppervlakte over te latei
en de pit ut het ibinnenste van de pen weg (te (neme».!
Het wordt gedaan, door de pen in een vuurtje te
houden, dat de werkman naast zich heeft en ze dun
over een soort van mes te halen. Van te voren is de
pen voor dit proces geschikt gemaakt door haar een
tijdlang in een vochtigen kelder te bewaren.. Elke soort
moet een kortere» of tongeren tijd in het vuur gehouden
Worden. All'een een ondervinding van jaren maakt een
werkman tot een bekwaam „dutcher".
Het snijden is het tweede werk, maar dat is in^eenige
maanden te leeren. Ten slotte blijft nog het binden tot
bundeltjes van vijf en twintig stuks. Zelfs dat is niet
zoo gemakkelijk, als het lijkt. De firma Cooper, Denison
en Walhden placht bezoekers van hun fabriek te vragen,
eens een bundeltje pennen bij eilkaar te binden. Dé po
gingen mislukten steeds. Maar. wat niet direct gaat, zal'
misschien na eenige oefening gelukken. Voor het binden
van vier bundeltjes in een heelen dag natuurlijk zonder
eenige hulp of aanwijzing van de werklieden der fabriek,
placht de firma een bankbiljet van 60 gulden uit te loven.
Al wist wel, dat ze het veilig doen kon.
De penneschachten werden ingevoerd uit Rusland.
Kort vóór den oorlog kwamen ze ook' uit Duitschland en
een heel bijzondere soort kwam1 van de Hudson Baai.
Volgens de kenners levert de laatste het fijnst denkbare
schrijfinstrument op. Ze is harder dan de gewone pen,
en heeft een zwarte veer.
,,.L9I!<i Beaconsfield,. een van Engeliand's vroegere Eerste
Ministers, schreef altijd met dezen Hudson Baai-pennen.
Koningin Victoria'gebruik te de gewone ganzenpen. Doch
verscheidene aristocratische families in haar tijd deden
het met met minder dan de zwanenpennen, die in deh
groothandel tusschen de vijf en twintig en dertg gulden
de honderd kostten. Een heel verschil dus met een doosje
P®11*1611 Yan voor een paar kwartjes.
Het is !nog niet zoo Keel lang geleden, een dertig jaren
ongeveer, dat de reiziger van de firma Cooper die het
wiesten van (Londen bereisde, één of tweemaal per maand
terugkwam met orders voor tien tot twintig duizend
pennen. Langzamerhand zag de Tirma die orders steeds
kleiner worden. En dan bleek bij onderzoek steeds, (lat
Donderdag begon £le eigenlijke herdenking van het
25-jarig Jubileum van H. M. de Koningin te Amsterdam
met een godsdienstoefening in de Nieuwe Kerk.
Een half uur tevoren reeds was het groote gebouw
tot in alle hoeken gevuld door een m!et oranje getooid
publiek; op alle plaatsen feg een programma in die
kleur. De exemplaren voor de Koninklijke familie waren
gebonden in perkament mét goud; de tekst was gedrukt
m nassau-blauw op oranje.
Van de aaniwezige autoriteiten zagen wij' de ministers
Ruvs Öe Beerenbrouck, Aalberse, Van Karnebeek, Van
Dijk, De Graaft, Van Swaay, Colijn, Heemskëik en
Westerveld. Minister De Visser trad, zooals bekend is,
,als feestredenaar op. Voorts merkten wij o.m. op:
mr. Gort van der Linden, minister van staat; jhr. Röell,
commissaris van tie Koningin de provincie Nootrd-
Holland; mr. van Leeuwen, vice-president van den
Raad van State; generaal Van Rappard, gouverneur
van Amsterdam; de Indische prinsen en den sultan van
Boeloengan- De prinsen zaten direct rechts van de
Koningsbank dat was de ronde bank! om| den (pilaar
tegenover den kansel de sultan van Boenloengan. zat
rechts van den kansel, en de beide bankie» links «van
de Koningsbank waren gereserveerd voor de ministers,
evenals een bank bij den kansel.'In de eerste tniinistérs-
bank was ook de plaats, bestemd voor den burgemeester
van Amsterdam, die met de Koningin meekwam. Voor
het gevolg van de Koningin waren de rechte banken
voor de Koningsbank gereserveerd.
In het algemeen kan gezegd worden, dat tot bijwoning
van de gedachtenisviering waren uitgenoodigd de te Am
sterdam' woonachtige leden tier Staten-Generaal, de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland, de leden van den
kerkeraad der Nederl. Hervormde Gemeéntó, bénévéns
de leden der sub-commissie voor de gedachtenisviering
uit de huldigingscomimisse.
Een schitterenden aanblik wat betreft ambtskleedij of
uniformen bood de kerk niet. De ministers waren in
ambtskostuum en verschillende militairen natuurlijk
in uniform. Een paar Indische prinsen droegen den uni
form van officier bij 'het Nederl.-Indische leger; anderen
waren eenvoudig in politiek. En zoo was het mfeUJhet
grootste gedeelte van net publiek.
Tegen 10 uur, juist toen de zon door het groote,
gebrand-geschilderde gedenkraam begon te schijnen, allé
kleuren aangloeiden en het machtige kérkinteriéur géhéél
in lichtschijn werd bezet, betrad minister De Visser den
kansel, .gekleed in rok met witten das, en spoedig daarna
kwam de Koninklijke familie, die zich te voet over'den
Dam naar de kerk had begeven, het gebouw binnen.
Aan den ingang Damziide werd de Koningin ontvangeh
door den voorzitter van de sub-commissie, mr. dr. C. F.
Schoch, Terwijl zij zicih, in gezelschap van de Koningin-
Moeder Prinses Juliana en Prins Hendrik naar haar
plaats begaf, bespeelde de organist van de kerk, de
blinde A. W". de Rijp, het orgel. Zacht ruischten de
tonen uil het instrument omlaag.
De Koningin droeg een lila japond mét witten vos
en witten hoed; de Koningin-Moeder was in het zwart
het Prinsesje geheel in het wit, en Prins Hendrik Iwas
weer in admiraals-uniform. In deze volgorde namen de
Vorstelijke personen ook in de Koningsbank plaats,
en de dienst begon.
De dienst was in hoofdzaak gelijk aan oie gewone
godsdienstoefeningen maar in verband met het bijzon
dere tioeL. de gedachtenisviering, waaraan de genééfó
natie, mannen en vrouwen va» alle religie, ko» deel
nemen. gewijzigd.
Na het votum1, uitgesproken dioor den leider van de
samenkomst, minister De Visser, hieven de aanwezigen
gezamenlijk Gez^ 2 1 panDen hoogen God (alleen
rij eer i Vervolgens nam1 de minister van onderwijs kun
sten en Wetenschappen het woord tot het uitspreken
van rijn rede.
De rede maakte grooten indruk. Daartoe werkte ook
mee, dat dr. De Visser haar geheel bleek té hébbén
gememoriseerd, zoodat hij" haar als het ware voor de
vuist kon uitspreken, zonder den voor hem' liggenden
tekst te raadplegen een merkwaardig voorbeeld van
een stalen geheugen.
Onmiddellijk nadat -tir. De Visser zijn rede beëin
digd had, Verhief zich de stem van mevrouw Noordewier
die van een plaats op het orgel den jubileuntózang laW
hief, gedicht en gecomponeerd door den organist van
de kerk. Uit de diepe stilte die op de toespraak van de»
minister volgde, maakte zich die heerlijke» stetn los om als
,n groote,blan ke vogel op te stijgen naar de gewleven van
het kerkgebouw en jubelend en juichend, kristal-heldér,
de vreugde yan de natie uit te zingen.
Tot slot van de plechtigheid zongen alle aanwezigen
twee coupletten van het oude Wilhelmus, n.1. het eérsté
couplet en het couplet: Mijn schild ende betrouwen.
Indrukwekkend dreunde het oude lied van Neer-
Ia nd's vrijheidsstrijd door de kerk'.
Dr. De Visser beslopt de gedachtenisviering met het
aitspreken van den zegen.
Daarna verliet de Koninklijke familie het klerkgebouw,
uitgeleide gedaan door mr. Schoch ©n de andere ledén
der sub-commissie, doch niet dan nadat zij eerst bezich
tigd 'had den gedenksteen, welke ter eéré van haar
zilveren regeeringsjubileum in de Nieuwe Kérk Is
geplaatst.
Te 12 uur zou de aubade op den Dam' «piaats heboen,
en om 9 uur 's morgens begon daarvoor al reeds de
groote drukte en trokken de zangers naar de plaats van
samenkomst, de Beurs. i,
Do Dam wns intusschen stopvol geloopen en toen
eindelijk het oogenblik was aangebroken, om de zangers
op den Dam op te stellen, moest deze eerst wordén Ont
ruimd. Met bet noodige overleg werd het publiek op j(jj
gedrongen en begon de opstelling van de zangers.
Toen werd ook het geschenk van de zangers/ aan -de
Koningin aangereden: een groot bloemstuk van witte
rozen in den vorm' van een lier, rustende op een
voet van paars-getinté bloemen. Linten in de nationale
kleuren voltooiden het geheel en eén uur lang mar
cheerden zangers en zangeressen in dichte rijen
den Dam op, om haar plaats te krijgen. Het gaP heel
wat gedoe om alles goed te regelen. Maar eindelfik
is alles gereed, klaar om te beginnen.
Daar gaat plotseling door die geweldig groote en
toch volkomen ordelijke menschenschaar, opgesteld on
der de statig aan de decoratieve masten waaiende oranje
vlaggen, één oogenblik slechts, een ontroerende stilte.
De balcondeuren onder het grijs-velours baldakijn op de
eerste verdieping va» het paleis 'gaan open, en achtéréén-
volgens treden naar buiten de Koningin en de Koinihgib-
Moeder, gevolgd voor Prins Hendrik en Prinses Juliana.
Slechts heel even duurde de spanning van die stilte; (dan
gingen plotseling duizenden hoeden en petten én zak
doeken en tekstboekjes, wuivend de lucht in, en barstté
een oorverdoovend gejuich los, dat minutenlang aan
hield en toen de toejuichingen van de zangers' op den
Dam wat begonnen te verzwakken, hoorde men als een
stormwind aanloeien van uit al de omliggende straten
de jubel van de menschenmassa, die daar geplaatst wós.
Daar zette de muziek, eerst nauw hoorbaar, maar
de eerste maten krachtiger aanzwellend, de éérsté matén
den admiraalssteek; Je officieren op de kleine stééntjés
brachten eveneens het.militair saluut aan het Volkslied,
en op de tribunes verhieven rich allen van hun zit
plaatsen. Nauw zijn de laatste tonen van het Wilhelmus
verstorven, of het mannen- en vrouwenkoor heft het
eerste lied van de cantate aan, dat machtig opklinkt iuit
duizenden kelen tot de Vorstin, die deze hulde géldt
en haar Huis. Afwisselend ringen de gemengde koren
van volwassenen en kinderen, de vrouwen- en man
nenkoren of de jongens- en meisjeskoren afzonderlijk, dé
Koningin de door den heer H. J. den Hertogh op
tekst van den heer Ed. Brom gedichte jubelklanken toe.
De cantate werd besloten met een -Wilhelmus van alle
koren gezamenlijk op de oude toonzetting, met volle
orkestbegeleiding, en daarna volgde een geestdriftigé,
bijna een kwartier aanhoudende ovatie; aan het juichen
en wuiven scheen geen einde te zullen kamén, stééds
machtiger klonk het op tot de Koningin, haar Moeder,
gemaal en dochter, die het vriendelijk wuivend en
lachend beantwoordden.
De dirigent, de heer H. J. den Hertogh, de dichter <ven
den tekst, de heer Ed. Brom', de leden van bet «aubade-
comité en een deputatie van de zangeressen en zangérs,
bestaande uit drie weesmeisjes, zijn na afloop ten paleize
ontboden, waar de Koningin, de Koningin-Moeder, de
Prins en de Prinses hun in de hartelijkste bewoordingen
hun dank en hun waardeering betuigden en verzochten
die over te brengen aan allen, die aan' deze öchoone
huldebetooging hadde» deelgenomen.
Te twee uur had ten Paleize plaats de overhandiging
van het Nationaal Huldeblijk, bij monde van den heer
Dr. C. J. K. v. Aalst. Zooals mén Weet, bestaat dit hulde
blijk hoofdzakelijk in het herstellen van het Koor van
de Nieuwe Kerk te Delft. Daarnaast werd aangeboden
een verzameling aquarellen van de mooiste en méést
karakteristieke plaatsen en plekjes van ons land, uitge
voerd door 200 Nederlandsche meesters..
De Koningin bedankte in een rede hartelijk! voor "dit
geschenk en sprak de beste wenschen uit voor de toe
komst van óns land.
De gezamenlijke ministers zijn Donderdagochtend om
half twaalf ontvangen door de Koningin, ten einde
Hare Majesteit hun hulde te brengen. Dit geschiedde
bjj monde van den tijdelijken voorzitter van den mi
nisterraad, jhr. Ruys de Beerenbrouck.
Vervolgens werd alles in gereedheid gebracht voor de
T** - grachten, de N.P
deelnemers rich op.
Gelderland, ginas
__T J. Met extra-treineL.
waren ze uit hun woonplaatsen, soms reeds zeer vroeg
in den ochtend, naar de hoofdstad vertrokken. Zij! die
niet woonden aan de lijn waarlangs de speciale trein liep,
hadden voor dag en dauw zich reeds opgemaakt. En
overal langs den weg waren nieuwe groepen in de
versierde treinen gestapt, totdat eindelijk tegen twaalf
uur al die treinen hun vracht van meer dan 11.000 (per
sonen te Amsterdam konden afzetten.
Even na twaalf uur begon de opmarsch. Tusschen een
steeds dikker wordende, dubbele naag van toeschouwers,
marcheerden de deelnemers aan net hoofd van elke
provincie een muziekkorps naar den Dam.
Zoo waren er dan wel eenige uren verloopen met
de opstelling van de meer dan 1500 vaandels en banieren
van al die deputaties van vereenigingen uit alle streken
van het land. Eindelijk staan deze menschen met hun
banieren, vlaggen en vaandels, tot voor de kleine steen
tjes op aen Dam opgesteld.
Een kleurig beeld; schitterender, levendiger, en daar
Nationale Huldebetooging. Op de grachten, de N.Z.
Voorburgwal en elders stelden de dee'
Hier de Zuidelijke provinciën, elders
weer Groningen, Friesland en Limburg. Met extra-treinen
door wellicht ook grootscher dan dat van de aubade,
dmzelfden morgen.
Alle deelnemers zijn in groepen, een geheélé provincié
omvattend, ingedeeld; de verschillende vakken worden
aangegeven door wapenschilden, gedragen door padvin
ders. Nog is het niet geheel stil in de 'groote 'toenschen-
menigte, als de hoornblazers van de artillerie uit den
Haag, die bij het kranige muzieikkorps van de grenadiers
en jagers zijn ondergebracht, de hoorns steken, en het
militaire Wilhelmus doen weerklinken.
De huldigers, die deze eigenaardige hoornjnélodie niet
yerstaan, voelen dat er iets komen gaat: doch Wat
weten zij' niet.
En nogmaals laat de bevelvoerende luitenant de trom
petten schalie» over de hoofden der menigte. Als de
laatste galm' tusschen de huizen is weggeschaterd, openen
zich de balcondeuren van het paleisTNog is de Konin
klijke familie niet buiten verschenen of reeds begint
het gejuich, en te midden daarvan, als het ware erdoor
omvangen, treden achtereenvolgens naar buiten Konin
gin ilhelmina, de Koningin-Moeder, de Prins en
Prinses Juliana.
Kor Kuiler, de componist van het huldigingelied,
verheft den dirigeerstok en het uit ruim 1000 per
eoner- bestaande dameskoor, zet het „Wilhelmus" in,
en onmiddellijk daarna het „Heil Koningin der Ne
derlanden.
Stilte heerscht dan alom. Als de zangeressen geko
men zijn aan den regel: „Bii 't wapperen der oranje-
vanen", wuiven allen metl kleine oranje-vlaggetjes.
iSpoedig ia men genaderd! tot de strofe:
„Herauten voor! Gij zult verkonden
Met jubel en klaroengeschal,
Wat Neerlands volk uit duizendi monden,
Maar één van riu bezweren aal."
Dan zwijgt plots de muziek* Alleen het trompet
geschal, waarmee de herauten den ban openen, klinkt
over de menigte. Men voelt onder de korte fanfare de
spanning grooter worden, Men speurt het komen van
een historisch moment. Een seconde stilte, en dan
klinkt plechtig uit tienduizend kelen, op de statige
gedragen melodie van de oude Wilhelmus en do
toeschouwera verheffen zich van hun zetels, en al
kennen zij de woorden niet, dan zingen zij toch de
melodie mede de eed van trouw aati ons Konings
huis:
„Wilhelma van Nassoue,
Vorstin van Nederland,
U zweer ik eeuw'ge trouwe,
U en/ het Vaderland',
In goede en kwade stonden
Geleid door 's Heeren hand,
Blijv1 vast en trouw verbonden,
Oranje en Nederland."
Diit is wel het hoogtepunt van alle jubileumfeesten;
dit is geen festiviteit; het is een plechtigheid.
Dan een nieuw nummer, het vaandeldefilé.
Klaroengeschal kondigt het begin hiervan aan. En
in een schier eindeloozen optocht beginnen de vaan-
deldeputaties langs het 'balkon van het paleis heen
te trekken, voorafgegaan door het hoofdcomüé.
Het is een kleurige en fleurige optocht en de natio
nale costuums der verschillende provinciën zijn van
groote variëteit.
Aan het slot van de feestelijkheden hebben 15 deel
nemers op het paleis aan de Koningin de oorkonde
aangebodeh, die het feit van de huldiging boekstaaft,
Gistermiddag om kwart voor vijf heeft de Konin
gin een aantal deputaties ontvangen, die geschen
ken kwamen aanbieden. Allereerst boden Amster
damse ho dames een kamer-scherm aan.
Daarna verschenen Arbeid Adelt en Tesselschade
die ieder een handwerk als cadeau hadden meege
bracht; en de commissie voor het Gedenkboek 1898
1923 (redactie Kapt. de Bas). Ook het geschenk van
de Amsterdamsche Huldigingscommissie bestond uit
een gedenkboek, benevens uit een gedenkpenning.
Vervolgens verscheen de Kamer van Koophandel
en bood f 10.000 aan voor een fonds, waarvan de
vruchten, volgens nader vast te stellen regelen, zul
len worden besteed) op het gebied van handel, scheep
vaart en industrie, meer in het bijzonder ter bevor
dering van daartoe behoorende onderwerpen, voor
welke, hoezeer zij ook geldel ijken steun verdienen,
(geen andere fondsen meer bepaaldelijk aangewezen
of beschikbaar zijn.
Het te Amsterdam gevestigde corps consulaire deed
zijn gelukwenschen van een bloemenhulde vergezeld
gaan.
De oud-gouverneur van Cura^ao, mr. Nuyens,
kwam de gevoelens der kolonie vertolken, en bood
namens de bevolking bloemen aan. Een deputatie uit
de Nederlandsch-Indische Officierenvereendging over
handigde der vorstin een teekening van een gobelin,
hetwelk voor haar zal worden vervaardigd.
De Bond van Christelijke Granje-Vereenigingen,
de Nationale Landstormcommissie, en de Christelijke
Nationale Werkmansbond hadden de gelukwenschen
der leden in een huideadres vervat.
Mannen en vrouwen uit Zeeland in het costuuin
hunner provincie, brachten de Koningin een album
•met foto's uit alle gedeelten van hun gewest.
De vereenigmg Koninklijke Kunstzaal Kleykamp,
die de vriendelijke gedachte had gehad den schilder
Toorop op te dragen een portret van de Koningin-
Moeder te vervaardigen, waarvoor de vorstin welwil
lend heeft geposeerd deed dit huldeblijk door de de
putatie aanbieden.
Afgevaardigden van de Rijkspolitievereeniging
brachten bloemen, vertegenwoordigers der Maat
schappij Rembrandt een album met teekendngen
door de werkende leden vervaardigd.
De heer L. Canrinus, tijdelijk hier vertoevende,
overhandigde de vorstin een huideadres van het „Sel
skip Fryslan" te Petroria.
Namens de vereeniging „De Joodsche Invalide"
werd een kussen aangeboden, geborduurd door een
der verpleegden.
Afgevaardigden van den bijzonderen vrijwilligen
landstorm kwamen de gelukwenschen van het
corps uitspreken, en ten slotte hebben in België ge
vestigde Nederlanders hunne felicitaties door een de
putatie overgebracht, vergezeld doen gaan van een
bedrag in geld, bestemd voor een weldadig doel ten
bate der Nederlanders in België.