r t JURGENS' PLANTA AAN DE VERBRUIKERS VAN TWEEDE BLAD, Tsjecho Slowakije. FEUILLETON. Eon Levenswet] Raad SI. Pancras. DE FIJNSTE PLANTENBOTER PRIJS 6O CENTS PER POND Zaterdag 6 October 1923. 66ste Jaargang. No. 7311. Vervolg. Het hoofddoel van onze reis was de bezichtiging van een der meest belangrijke industrieën van dit land, een aardappelmeelfabriek, In Duitsch Brod zetelt een onderneming die haar vertakkingen over den geheel en omtrek heeft; dus zouden we die be zoeken. Eerst het hoofdkantoor, een gewpon ge bouw. We traden binnen, werden aangediend en daarna werd ik voorgesteld. De professor was er al heel goed bekend. Daarna vertelde de professor dat ik de ondorneming in oogenschouw wilde nemen en haar inrichting bestudeeren. Mijn geleider bleef bij den beheerder praten en ik ging met een an deren beambte. Een goedkartige, oude heer, die vrij goed Duitsch sprak, naar een andere" kamer, om inzage van de boeken te nemen. Hier kon ik beter uit wijs worden. De onderneming bestond uit 25 fabrieken en 2 boerderijen. De fabrieken verwerkten aardappelen tot aardappelmeel, dextrine, cristalsuiker en drui- vensuiker, terwijl ook de afvalproducten weder verhandeld werden. Het vorig jaar, dus de cam- Èagne 1922'23 werden 9000 wagons, dus 90 mil- oen kilogram aardappelen verwerkt. Ook waren er nog fabrieken bij die uit suikerbieten suiker fabriceerden. Dat aantal van 9000 wagóns was ech ter beduidend minder dan voorgaande jaren; dit kwam ook al door de ongunstige markt. 1000 Wa gons waren gedroogd, omdat er voor de andere producten geen afzet was. Volgens hun opgave zijn er in dit land 101 aardappelmeel- en aanverwante artikelen-fabrieken, terwijl maar 1/4 deel der pro ductie in eigen land wordt gebruikt. Het overige moet uitgevoerd worden. De grootste afnemer was nog altijd Duitschland. Verder betrokken Oosten rijk, Frankrijk, Jugo-Slavië en Roemenië ook een voornaam deel; een klein deel ging in den regel als proefzending naar andere landen. Echter werden ae afnemers hoe langer hoe minder koopkrachtig, dus wasf het vooruitzicht voor deze campagne slecht. Terwijl bovendien Jugo-Slavië en Roemenië zich de laatste jaren ook sterk op de aardappel- meel-fabricatie hadden toegelegd, zoodat, naar mijn zegsman zeide, over twee jaar die rijken als afzetgebied hebben afgedaan. De vooruitzichten zijn in alle opzichten slecht. De fabrieken te samen hadden van die 9000 wagons 7 millioen Kg aard appelmeel gemaakt. Dit zijn alleen de 25 fabrieken dezer onderneming, dus kanomen de productie van dit land berekenen. Voor de laatste oampagne was aan de verbou wers uitbetaald 14 kronen per 100 Kg. aardappelen, een luttelen prijs dus. Toch vormden deze 14 kronen voor de totale hoeveelheid een bedrag van 12.600.000 kronen, dat aan de vprbouwers was uit betaald geworden. De campagne 1921'22 was voor 100 Kg. aardappelen 110 kronen uitbetaald, terwijl de productie toen veel grooter was. Alle^ prijzen gemiddeld opgegeven, daar naar kwaliteit werd uitbetaald; levering door de verbouwers franco op wagon. De prijs van het aardappelmeel isy op heden supra 200 Kr. per 100 Kg., andere soorten naar verhouding. In Duitschland moest de onderneming concurreeren tegen het Hollandsche aardappel-; meel; ze konden die concurrentie gemakkelijk vol houden, daar ze goedkooper konden leveren dan Holland. Hier zullen de loonen wel een groote rol spelen. Die 101 aardappelmeelfabrieken waren allen in een organisatie vereenigd, die de productie en den verkoop regelde. Bij overproductie moest elke onderneming zooveel procent van haar voorraad drogen. Deze totaal-organisatie gaf een eigen ge ïllustreerd vakblad uit; daarin stonden de fabrie ken dezer onderneming ook uitgebeeld, allen mooie gebouwen. Die twee boerderijen de één was 250 II.A., de ander 225 H.A. dienden voor het kweeken van nieuwe soorten aardappelen, het ver gelijken van bestaande soorten en leveren van poot- goed aan de verbouwers. In totaal, als de cam pagne was aangebroken, had deze onderneming 10.000 arbeiders; nu echter veel miunder. Professor Qanjer had zich met een schrijven tot hun gewend, over verschaffing van ziektevrije aardappelen, meen ik wel; dit deelde de directeur me bij het verlaten van het gebouw mede; die sprak echter slecht Duitsch. Ongeveer 1860 was deze onderne ming op bescheiden voet opgericht. Er werd mij oen fotografie getoond van ae fabriek, gehomen in 1868. Het was niet veel meer dan een Boerenhuis. Na 1900 breidde de zaak zich goed uit, tot de oorlog kwam en de fabricatie zoo goed als onmov gelijk maakte. Na den oorlog was de zaak met sprongen in de hoogte gegaan, met gevolg boven vermeld resultaat. Ik vroegs, hoe de onderneming werkte, particulier eigendom of een naaimlooze vennootschap, en hoe veel kapitaal ze had1. En toen kreeg ik het typische antwoord: „Wij durven geen. geldj hebben". Meen nu niet, dat ze bang van geld waren, 0 neen. Ik wilde toen ik dat hoorde, natuurlijk meer weten en stelde een verder vraagonderzoek in. Toen bleek, dat deze onderneming het meest met de Duitsche Aktienge- sellschaften overeenkwam. Er werden mij eenige aandeelen getoond en voor mij vertaald:, daar ze na tuurlijk in 't Tjechisch gesteld waren. Een waarde vermeldden zijl niet, bij verkoop had -de onderneming koopvoorrecht, ze waren gesteld op naam van den cetittei. maar moesten op het kantoor der onderne ming gedeponeerd blijven, enz. Toen bleek mij, dat de hoofdopzet was te ontkomen aan do zware belas tingen die op bedrijfs- en reservekapitaal gelegd worden. Zegelbelasting wordt hier niet geheven, de aandeelen waren ongeregeld, kwitanties zijn ook niet gezegeld. Daarna gingen we de fabriek bezichtigen, een van de fabrieken stond in deze stad. Ik zal kort zijn, daar de fabriek niet ih werking was, was het ruim» maar niet zoo leerrijk als in 't tegenovergestelde geval. De fabriek was grootendeels van beton gebouwd, trapr pen, zolders, een mooi gebouw. Ik zal even de fabri catie van aardappelmeel uitteekenen. Beneden, hij den fabrieksingang een groote machine, hier wor den de aardappelen ingegooid en gewasschen, waar na ze in een tweede machine gemalen worden. Dan wordt het product naar boven gepompt, nog, 2 keer gemalen en 2 keer gewasschen, waarna in een soort centrifug» het meel, de pulp en het water wordlen gescheiden. Na nog meer bewerkingen worden- meel en pulp gedroogd en het laatste als veevoeder ver kocht De fabricatie van dextrine gaat heel anders, dit wordt meerdere malen ingedampt en natuurlijk niet gedroogd, In het ketel-huis waren de reusachtige stoomketels, de machine had maar 40 PK., daar er natuurlijk veel meer stoom d'an kracht noodig is. Het kantoor der fabriek was prachtig en luxieus ingericht, het was veel mooier dan het hoofdkan toor der onderneming. Het hoofdkantoor was nl. in een oud gebouw, terwijl de fabriek nog betrekkelijk nieuw waa Het laboratorium was prachtig inge richt, hier werden mij de dextrine, kristalsuiker, druivensuiker en pulp in al hun soorten en kwali teiten getoond. Nadat ik in *t magazijn het hoofdproduct, aardap- naar het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON door W. J. A. ROLDANUS Jr. 32. De waarheid was, dat Jerningham, die eenmaal liefhad, nog steeds liefhad. Zijn vrienden hadden hem niet zonder reden den bijnaam „verstokt vrijge- zel" gegeven. Een harde korrel van waarheid ligt aan lederen bijnaam ten grondslag. Jerningham zou zijn geheele leven door vrijgezel gebleven zijn, als Nan no hem die dag niet knielend met een geweer naast zich achter de haag op John Troy's veld gevonden «ad. Maar nu zij hem gevonden en in zijn natuur die passie gewekt had, waarvan hij en zijn vrien- Roofden, dat zij niet bestond, kon niets ter we- n weer geheel uitblusschen. Hij had haar hn^ Ry mocht nog zoo gekwetst worden door aar tegenwoordige levenswijzes hij- mocht haar rovf ?eV.w^ verlaten en buiten zijn gedachtenwe- v« k 110011 zou 111 hem ^et geheime vuur blij- Tinn,-( u n' eigen bestaan uitmaakte en 01 gebluscht worden kon. Hij slaagde erin er geen notitie van te nemen. Hij trapte het neer met de hofi xt reciepeeringen en de grootste gereserveerd- t ,1 V .°P Xan tijd zou het ongetwijfeld ver- sTik&cn door zijn eigen rook, maar terwijl het brand- ao en zoolang het brandde, deed hij alsof hij de aanwezigheid ervan niet opmerkte. Uit kracht der gewoonte draaide zij het electrische iicot op. In zijn angstige verwachting, dat hij aller lei vuile en gemeene vulgariteit om zich heen en aan i*Pu^ei1 Zlcn zou> w°r-d hij genadiglijk- teleuige- steld. Voor zoover dat betrof, was de Nanno, die hij vroeger gekend had, niet veranderd. De muren radden hun eenvoudig, zich niet opdringend be- pelmeel, had gezien, was ook dit bezoek afgeloopen. Vervolgens een ketelfabriek, tevens ^an kleinere landbouwwerktuigen bezichtigd Deze was ln volle werking, inet flinke machines werd ijzer geboord, geizaagd, geschaafd, kortom, bewerkt alsof het hout was. De werklieden waren druk aan 't ketels klin ken en- nu lezer, weet ik tevens wat het Hollandsche woord ketelmuziek eigenlijk in heeft, hoop maar er nooit op onthaald te worden. Daarna naar een groote stoomhoutzagerij,, een mooie, zoo goed als nieuwe fabriek. Eerst bezichtig den wij de machineafdeeling. De groote stoomketels van 10 atmosfeeren druk werden enkel gestookt met het afval der zagerij, nl. schillen en zaagsel, niets anders. De ketels werden automatisch gevoed, waar door er dus geen warmteverlies door de vuurdeuren plaats had Onnoodig te zeggen, dat er reusachtige hoeveelheden van die licht verteerbare brandstof doorging. Een prachtige machine van 80 P.K. ge bruikte de stoom en bezorgde kracht voor die fa briek. De machine -dreef een gro-ote dynamo, die de electrische kracht verwekte, de verschillende h'out- bewerkingsmachiines werden alle electiisch gedre ven. Daarna de zagerij in oogenschouw genomen, Reuzenboomen werden er door stampzagen in een keer aan planken gezaagd, groote schaafmachines vormden balken eni gladhout. Verder cirkelzagen, ploegmachines, enz., alleen lintzagen waren er niet in gebruik. Buiten natuurlijk opslagplaatsen met hout en nog eens hout. Al die geweldige hoeveelheden hout moe ten per as en per spoor aan- en afgevoerd' worden, vaarwater is hier niet, De Sasava is een flinke ri vier, maar door haar rotsachtige bedding en grillige loop niet bevaarbaar^ zelfs niet voor houtvlotten. Met al onze excursies was het echter al later ge worden en we hadden na 's morgens niets meer ge geten, dus in een hotel een diner besteld. Vijl minu ten later zaten we aan knedlike, vleesch en kool, niet zoo heel sterk gekruid, en- van elk' jeem flinke portie, plus een- schotel dunne soep ala voorgerecht en een glas bier. Ik heb alles weggemaakt, mijn metgezel het grootste deel, terwijl zoo*n diner maar 9 kr. 60 kostte de man, bier inbegrepen. Dus de somma van 70 centen. Na dat werd het tijd te vertrekken, en in een overvolle markttrein ving de terugtocht aan. In Svétla moest ik overstappen naar Zruc, d'e professor bleef daar nog een- week en ging dan verder op reia Natuurlijk bedankte ik mijn geleider, aan wien ik het te danken had dat ik in een paar dagen zooveel had gezien en' boemelde huiswaarts. Toen ik in Zruc uitstapte, ging het spoortje verder en zag ik dat er half steenkolen, half hout gestookt werd, gevolgen van de staking. Daarna onder een malschen regen per autobus naar Dalmi Kralovice getoerd en daar beleefde ik nog het volgende. Ik had/ dorst gekregen en stapte beregend en wel, geheel in reiscostuum, met handvalies, een hotel binnen. Niet onze gewone uitspanning, die lag niet in- mijn weg. Ik bestelde een glas bier, de hotelhouder vroeg; of ik ook wenschte te soupe-eren en een kamer wou hebben, waarvoor ik bedankte. Ek dronk het bier op en wenkte den man, vroeg hoeveel geld! en betaalde. Die geheele toer volbracht ik in de Tsjechische taal, totdat de man een praatje tegen me begon te maken. Toen zei ik in 't Tsjechisch dat ik; hem niet verstond en vervolgde in 't Duitsch. Ik' zei' dat ik Hollander was en naar BoroVska moest. Ge hadl die man moe ten zien kijken. Ik toog, nog steedia onder imalsche regen, naar mijn heimat, en als er een lezer is die wel eens een bergbestijging op leemgrond onder re gen heeft uitgevoerd, die zal' weten dat dit meer dan sport is, twee stappen- met veel moeite in de hoogte en telkens een zonder bezwaar vanzelf naar beneden Tamelijk moe, verregend en toch tevreden over de reis kwam ik aan en werd weer met zoo goed als Hollandsche gastvrijheid ontvangen. Eindelijk 't einde. Vergadering van den Raad dezer gemeente op Woensdag 3 October 1923, 's namiddags 3 uur. Alle leden zijn aanwezig. De voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering, waarna de notulen worden gele zen en onveranderd vastgesteld. Bij gedane kasopname bij! den gemeenteontvan- Ten einde net verbruik van JurgefW* Plant», wrarmfl de prijs thans la verlaagd op SO cents per pond, In het huishouden een te moedigen waartoe overigens do hoog- fjjne~ kwaliteit ene aanleiding geeft - «tellen w(J de volgende prqxen disponibel voor hen, die gedurende de maanden OCTOBER en NOVEMBER van dit Jaar blijk' geven de gruotste verbruiker» van Jurgens* PLANTA Plantenboter te sfln geweest Als bewijs hiervoor kunnen alle verbruikers tn Kal geheele land uileriqk t DECEMBER u hunne ledige Ptantaeartons Inzenden aan ANT. JURGENS' MARQARINEFABRIEKBN TE OSS (Redame-afdeellng). Aan de verbruikers, die hel grootste aantal ledige Ptantaeartons Inzenden, zulten de volgende ni qznmwmrrtnn uitgereikt i 1 prijs 2 prijzen van 5 prijzen van ÏO prijzen van ÏO prijzen ven 20 prijzen van JOO prijzen van ÏOQO prijzen van IIOOO I JOOr- ZOOr- tOOs— JOr- KXr— Indien eenige prljswlnnors een even groot aantal ledige Ptanta eartons hebben Ingezonden, zal hun verzocht worden een eenvoudig gedichtje te maken van niet meer dan vier regels, betrekking hebbende op Jurgens' Planta. Het mooiste gedichtje ter beoordeellng van een onpartijdig persoon bepaalt'dan de onderlinge rangorde. Het eigendom.- en publicatierecht dier gedichtjes komt dan aan Ant. Jurgens' Margarlnefabrieken. leder verbruiker van Jurgens' Planta verklaart stilzwijgend, door Inzending der ledige cartona, zich te onderwerpen aan en accoord te gaan met bovenstaande regeling. ANT.*JURGENS' MARGARINEFABRiJKEN (222) bang, de grond zijn karpet, het meubilair zijn gewo ne stcelen en tafel. De eerste indruk, die zich aan hem opdrong was, dat zij het arm had en zijn hart in hem \roeg hoe zij met haar zacht gemoed fei'p- lijk in staat was ooit zich te verkoopen. Iiij ver waardigde zich niet een antwoord op die vraag te geven. Toch sprong het feit in het oog. Zij had niet \eel succes. Er was geen spoor van te zien, dar naar ook maar de kleinste attentie tewezen was. Hij kon dat alles zien zijn hart hielp hem erbij. Zij behandelde de mannen koud. Zij haatio zo één voor één natuurlijk haate zij z© -- en .zij kon haar haat niet verbergen. En het resultaat? Zij gingen weg en kwamen niet meer terug. Een benauwend gevoel van medelijden voor het ver schrikkelijke van zoo'n leven rees in hem op. Weer drong hij het terug. Zij had met hem kunnen trou wen. Hij zou haar een nieuw, rein, levenswaardig lpven gegeven hebben. In plaat® daarvan had zij dit gekozen. Waarom zou hij medelijden met haar hebben? Ilij sloot zijn hart zooals de poortwachter 's avonds de poorten van een stad sluit en liet haar huiverend buiten staan een paria. Den geheelen dag waren -de poorten open geweest, van zonsop- tot zonsondergang. Als zij eerder gekomen was zou het anders hebben kunnen zijn. Welke veront schuldiging was er voor hen, die 's avonds buiten rondzwerven en dan, denkend binnen een betere be scherming t© vinden, smeekend aan het ijzeren tra liewerk kloppen. Zijn hart herinnerde er hem aan, dat zij nog niet geklopt had. Zij had hem gesmeekt niet met haar mede te gaan. Hij liep naar den haard en keerde zich dan om, nrn haar met haar hoofd in haar handen aan d© ta fel te zien zitten. „Nanno", zeide hij, „je begrijpt de bedoeling van mijn meegaan met jou niet, wel?" Zij keek met droge, moede oogen op. „Neen, ik begrijp het niet" „Je dacht eerst, dat ik net als de anderen geko men was, om de groote lijst nog grooter te maken?" .Ik wist het niet. Ik zij aarzelde, „ik geloof, dat ik niets dacht Maar ik zou niets met u te ma ken gehad willen hebben, als dat het geval geweest was De mannen, die ik hier ontvang, zijn niet waard je schoenriemen te ontbinden. Ik verafschuw ze. De eenige hoop, die zij kunnen hebben, is dat zij zichzelf gaan verafschuwen en mij verafschuwen, zooals ik mezelf verafschuw." „Maar, lieve God, hoe ben je dan hiertoe geko men?" En in die woorden, welke hem ondanks zichzelf ontsnapten, voelde zij, dat de sympathie in hem dood was. Heel in den beginne, toen hij zich bij den haard omgekeerd had, dacht zij een schim van zijn' oude belangstelling, van zijn bezorgdheid voor haar wel zijn gezien te hebben. Was die toon in zijn stem ge bleven, dan zou zij hem alles verteld hebben, hem het jammerlijk beeld van haar val hebben laten zien. Onder het vertellen zou zij het medelijden van zijn liefde uit hem getrokken hebben. Hij zou het haar niet hebben kunnen onthouden Maar deze vraag en de toon, waarop zij gedaan was, deden haar in haar schelp terugkruipen. Zij wist, dat zij hem niets vertellen kon. Als hij het vitriool van zijn minachting gooide op het pijnlijk hart, dat haar polsen zoo lusteloos deed kloppen, dan wist zij, dat zij hem tot het einde toe onwetend laten moest „Ik vraag het niet uit nieuwsgierigheid", ging hij voort, gemarteld door het strenge van zijn eigen bit terheid. „God weet hoeveel mannen niet de spade in de modder gegraven hebben om dat van Je te weten te komen. Ik vraag het om wat ik weet dat je vroe ger geweest bent Waarom? Lieve God, staat or niet genoeg voor vrouwen open zonder dat het zoo ver komen moet? Waarom heb je het gedaan, Nan no? Waarom heb je het gedaan?" „Een mensch moet toch leven", zeide zij. kalm. „Een mensch moet leven! Dacht je nou, dal ik zoo idioot was, dat ik dat niet wist? Maar leefde je dan niet in vrij goede omstandigheden, toen ik je het laatst gesproken heb? Waarom ben je daar niet ge bleven? Niet tevreden zeker?" „Ik ben ontslagen." Hij keek haar vlug aan, liet zijn oogen in de hare branden. Zoo kijkt een havik naar een voorbijvlie gende zwaluw. „Waarom?" Zij antwoordde niet. „Vaarom ben je ontslagen?" herhaalde hij argwa nend Zij wilde, niet antwoorden. Zij zag weer voor zich hoe Nancy Foley uit Rathmoro weggejaagd werd. Thans begreep zij wat menschel ij ke genade was. „Ik len bang, dat ik mijn eigen conclusies moet trekken", zeide hij. „En dat is niet zoo mpeilijk als jij misschien denkt. De havik had je te pakken. Wat p>n makkelijke prooi was je! Goede GodI Lc wereld is vol havikken. En jij o, ik zie het zoo duidelijk mogelijk! jij vloog te zachtjes om te ontkomen. Ik heb mij dikwijls afgevraagd of jij bij 'n snelle ver volging, minder hard dan de mijne, ontkomen zou!" Zij kon niet volgen wat hij zeide. Zij wist niet wat hij bedoelde. In zulk een toestand gebruikt de man het beste van zijn intellect, om hoog boven de vrouw te staan. „Waarom ben je niet bij mij gekomen?" vroeg hij. „Dat kon ik niet. Zij begreep hem nu. „In mijn laatsten brief heb ik je geschreven, dat alles wat ik had het jouwe was." „Ik wilde niets van u nemen wat ik niet terug zou kunnen betalen." En daarom heb Je dit gekozen?" Zij bedekte weer haar gezicht met haar handen. En daarom heb je dit gekozen?" herhaalde hij meedoogenloos. „Je vondt dit verkieslijker dan een huwelijk met mij? Je vondt dit beter dan een paar oudeiwetsche onzindenkbeelden ónder de oog te zien lerwijl je mij hadt om op te steunen? En ik zou je

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5