llltiiii Kiens- URCENS' VOOR ALLE STANDEN s OP HET BROOD VOOR BAKKEN EN BRADEN SCHUIMT IN DE PAN Woensdag 7 November 1923. 66ste Jaargang. No. 7329. Ingezonden Stukken. SCHA6ER EODRAiyT, VAN RUSWUK'S Schoenhandel Schoenmakerij. WINTERMUILEN en PANTOFFELS. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- HlfflPVPrS NV üh TRAPlWAN flï KpllftftPn Pr^s per maanden f 1.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- UliyGVGïöl UliVj V«8!» lulirinAli Of hu j ublSOyl.li TIëN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bowij9no. tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEP no. 20 inbegrepen). Gtroote letters worden naar plaatsruimte berekend. mtfonen op open terrein te moeten blijven, eni geven we inzage door de courant, aan elk die bet intoree- soert; opdat het hoor en wederhoor een iedor Ixv reike en moge bijdragen tot het vriendschappelijk bij elkander brengen (is dit niet <>6k het doel der confe renties) van die door geloof zoolang reeds en zoo ver van elkander werden gehouden. Geachte Redactie, Mag ik nog eenmaal uw gastvrijheid: inroepen om te antwoorden op de aan mij gerichte repliek van den heer „Astor" in het no. van 3 Nov.? Het zal wel de laatste maal zijn dat ik hiertoe behoef over te gaan aangezien de heer A. en ik het in den grond hartroe rend met elkaar eens zijn en wij alleen in onze ziens wijze omtrent de praktische uitvoering van de doof ons beiden gehuldigde beginselen van meening ver schillen. Wat is nl. het geval? De heer A. wil één onverbid- delijken eisch stellen bij de toetreding tot een kerke lijke gemeenschap. De aanstaande leden moeten de waarde van het geestelijke en religieuse leven ten volle erkennen. Maar hoe stelt de heer A. zich hier de praktische toepassing voor? Is het voldoende dat de toetreden- den eenvoudig met den mond deze erkenning uit spreken? Maar don heeft men geen enkelen waarborg dat zij ook maar in de verste verte begrijpen wat hun erkenning inhoudt Bovendien komt het niot op het zeggen, maar. op het doen aan en gewoonlijk schie ten juist zij, die het gemakkelijkst beloften afleggen» ook al mee rum zij het op dat oogenbiik wel, later het eerst tekort, wanneer hert op de uitvoering aankomt. Daar komt nog bij dat godsdienstige gevoelens, dia bij gevoelens blijven en niet in de daad worden om gezet, mi bitter weinig beteekenea, Door gevoelens hoog aan te alaan, werkt men de huichelarij in hand. Wil <le heer A. dan misschien een proeftijd (novi- tiaat) instellen, waarin de aanstaande leden- oerst daadwerkelijk hun ijver en itrouw moeten tooneü? Daargelaten het bedenkelijke, dat de eene mensch zich op deze wijze gezag en oordeel over den ande ren aanmatigt, waaruit zoo licht allerlei eigengerech tigheid ontstaat, vergeet men zoodoende ook dat het luis» de eigenaardigheid van een koork is om niet al leen een roeping te hebben tegenover do buitenwe reld, maar ook tegenover haar eigen leden, aan wie men dus niet reeds terstond do hoogste oischen mag stellen. Wil men eenmaal dezen bodenkel ijken weg inslaan dan acht ik in dit opzicht de Calvinistische praktijk nog zuiverder, waarbij angstvallig werd toegezien, dat geen onwaardiger* tot het Avondmaal zouden woTden toegelaten, zonder dat aan de toe treding tc.t het kerkgenootschap ernstige bezwaren in den weg werden gelegd. Neen, ik meen dat de geheele kerkgeschiedenis one leert: het eenige weermiddel tegen ongunstige in vloeden bestaa* hierin, dat in de kerk zelf een rter- ke drang tot offervaardigen, zichzelf vergetenden» onbaatzuchtigen arbeid leeft en dat de kerk ter stond klaar staal om aan de toegetreden leden een welomschreven taak en praktischen, zedelijken ar beid op te dragen, die opofferingen en zeflverlooche ning vereischt, inaar waarbij de aldus aan het werk gezette jonge leden tegelijk toch weer dankbaar heid jegens hun genootschap zullen gevoelen wegens de voldoening die dat werken met en voor anderen met zich meebrengt. In een dergelijke arbeidskerk zullen zij. die niet van goeden wille zijn, zich zoo Geachte Redactie, Zoudt U zoo welwillend; willen zijn het onder staande zoo spoedig mogefijk in Uw blad' te plaat sen als antwoord' op den open brief door Ds. Schermerhorn aan mijn adres gericht. Hoogachtend, P. fr. DEODATUS VERGEER, O. F. M. Aaa den Wedeorw. Heer Da N. J. Schermerhorn, Tegenwerking in zake onze Conferenties hadden wij Uwerzijds niet verwacht; Uw krachtige aan sporing (waarvoor wij U dankbaar zijn) om te gaan luisteren, verwondert ons niet Uw handelwijze is geheel logisch en zeer rationeel, beoordeeld naar het standpunt waarop U staat omtrent „vrij onder zoek" in geloofszaken. „Vrij onderzoek", wel te ver staan volgens Uwe opvatting. Den Katholiek staat 't vrij te onderzoeken op welke gronden de geloofswaarheden steunen. Met recht en reden mag dan ook beweerd worden, dat „de Roomsche Kerk '<t vrije onderzoek niet ver smoort." De Kathilieke Kerk huldigt echter niet bet Deginsel: Menscken, zoekt vrij en gelooft, wat U goeddunkt. Het Katholieke Kerkelijk leergezag dat in dezen onfeilbaar is maakt uit, wat als geloofswaarheid is aan te nemen. Hier gaat l-.et er tbans niet om, uit -ie maken, welk- standpunt bet Uwe of het onze het juiste is. We hebben sjechts even de antwoorden te motivee- ren, welke wij gaan geven op de door U gestelde vragen, begrijpt reeds, dat waar wij een verschil lend standpunt innemen, ook de consequenties ver schillend zijn. Waar wij U toegeven dat U vanuit Uw standpunt logisch en rationeel handelt, meenen wij dit evengoed te mogen zeggen van de gevolg trekkingen, die uit ons standpunt voortvloeien. lo. U vraagt: „hebt U er ook bezwaar tegen-, da/t do Roomsche gemeenteleden eens kennis komen ne men van de prctestantische denkbeelden en mee ningen?" Hei antwoord luidt: a. Indien do Katholieken daarheen gaan, omdat zij de mogelijkheid niet uitgesloten achten aldus de waarheid te achterhalen moet hun de gang naar die conferentie's worden verboden krachtens 't zoo even besproken katholiek standpunt, nl/ het Kerke lijk Leergezag alleen maakt uit, wat te geloovan is. b. Indien de Katholieken daarheen zouden gaan slechts uit nieuwsgierigheid, dan zou den gang naar die' Conferentie's nog moeten ontzegd worden, vanwege de gevaarlijke gelegenheid tot verzwakking van geloofsovertuiging- Wie het gevaar bemint, zal er in vergaan. 2o. U vraagt: „zou het niet gewenscht zijn, dat wij tezamen gingen optreden voor 'Roomschen en Protestanten tegelijk en in 't openhaar met elkander van gedachten wisselden?" Antwoord: Dan zouden wij do Roomschen langs een omweg naar Uw conferentie's brengen, hen dwingen te luisteren naar leeriDgen, die niet zijn van de Roomsch-Katholieke kerk, die naar onze vaste over tuiging alléén is aangesteld, om Christus* leer te verkondigen. Maar Domineel is 'i u wel ernst? Dordt Geneve Rome en Wittenborg met Ko ningsberg incluis ik wil zeggen, heel geloovig en' ongeloovig Nederland zou dë buik vasthouden van 't lachen, indien Dominee Schermerhorn met 'n Roomschen Pater op stap ging! Wat, nut hebben openbare debatten en dan nog wel godsdienstige debatten, ach, laten we daarop niet verder Ingaan l Veroorloof mij, Weleerw. Heer, nog even de op merking, dat onze conferentie's niot gericht zijn tot het Protestantisme, maar tot alle niet-Katholieken, £r is geen sprake van aanval op t Protestantisme. Het gaat alleen over de uiteenzetting der Katholieke Geloofa- en Zedenleer. In dezen cursus wellicht minder specifiek Roomsch, dan in een mogelijk vol gende serie. We bedoelen een uiteenzetting der Ka» /holieke leer, met vermijding van alles, wat anders denkenden kan kwetsen. Openbare polemiek is zoo weinig ons doel, dat wij daartoe in de Kerk in t ge heel geen gelegenheid geven en niet? dan in uiterste gevallen daartoe zullen overgaan in de publieke pers. P. fr. DEODATUS VERGEER, O. F. M. Nieuwe Niedorp, Nov. 1923. DE EERSTE NIET-KATHOLIEKEN CONFERENTIE TE N. NIEDORP. Inderdaad, Pater Vergeer had succes met zijn vriendelijke oproep tot de niet-katholieken, om te komen luisteren naar wat de Kathblieke Kerk als hare geloofsstellingen wenschte me© te doelens. Eene groote schare was, ondanks hert slechte weer, opge komen. En teen vrijwel op het vastgestelde uur, zij ne weleerwaarde, bij wijze van opening dezer confe rentie de menigte hartelijk, en naar hij zedde, met vreugde toesprak, was het vriendelijk uitziend kerk gebouw (protestanten, lees in dit verband toch voor- Al, wat „Astor" in zijn laatsten „Geestelijk Leven"- bnef schreef) zelfs zóó gevuld,-dat extra banken moesten worden bijgezet Van beteekenis was, naar onze meening, wat Pa ter in dit openingswoord opmerkte, terzake het doel der bijeenkomst: „Men wenschte niet de anders denkenden over te halen (tot de Katholieke Kerk, neen, men verlangde eenvoudig aan niet-Katholie ken eens te laten weten op welke leerstellingen hare Kerk berustte; en dat men tot dien opzet kwam, was eenvoudig ean gevolg van de omstandigheid, dat enkele bezoeken door paters van het Klooster alhier bij andersdenkenden afgalogd, zich ken merkten door eene opvallende hartelijkheid, meer malen met de opmerking: „Pater, komt U weer eens terug1' En bet was ingevolge deze kennismaking met de andersdenkende gemeentenaren, dat men al dus-overwoog. en besloot de conferenties uit te èchrijven." Nog werd in het openingswoord toege licht, dat voor 't stellen van vragen, het verzoeken om naderen uitleg, opheldering, of ook het stellen van meening tegenover meening, men rijn schrifte lijk gestelde en verplicht onderteekende vragen, (on- geteekende briefjes worden niet beantwoord) in een daarvoor speciaal in de Kerk aangebrachte bus kan werpen. Ook voor persoonlijk bezoek stelt men zich te dier zake elk uur van den dag van het Klooster beschikbaar. En, na de schare over doel en strek king der uitgeschreven bijeenkomsten aldus te heb ben toegelicht, werd het woord gegeven aan Pater Wijnandus Sluijs, ter behandeling van zijn onder werp: „Begin en einde van alles. Over het bestaan van God." Een doorwrochte, helder uitgesproken rede, in derdaad: in goed gekozen woorden, in keurig ge- vormden zinsbouw, mot luiden klankvollen stem uit gesproken, te verstaan tot in de uiterste hoeken van het gebouw, sprak Zijne Weleerwaarde van rijno diepgewortelde overtuiging in het bestaan, in het eeuwig bestaan van den persoonlijken, buiten den sfeer ace werelds levenden God. Neen, stelliger nog, oen vijf-of zestal b ew ijzen (niet stellingen), als ware het wiskunst, leverde spreker voor do onom- j sbootelijke waarheid en Juistheid zijner conclusiöEL En het is als gevolg dier niet te weerleggen juistheid, dat Pater het recht aanvaardde over die ongeloovi- gen zoo niet smalend, dan toch minderwaardig te spreken. Men begrijpt, dat het niet doenlijk zou -zijn elk dier zoo geheeten bewijzen uitvoerig weer te geven, noch zelfs te noemen; maar dit moet ons toch even van het hart: Als paters bewijzen, inderdaad niet te weerleggen wiskundige b e w ij z e n zou zijn, wat zou den we dan praten van geloof; dan was geloof im mers weten geworden; en dan behoefde over ge loofsverschil niet meer gepraat, minder nog, getwist te worden. Wat zou dat eeni schitterende uitkomst j zijn: geen geloofsverschil meer; alle brooderen en zusteren één! Wij zeiden daareven, dat over die on geloovigen min of meer smalend werd gesproken: Sohopenhouwer, Buohmer, Danvin, Göthe, Voltaire, ea„ om maar bij de ongeloovigen van naam te blij ven, zij kwamen niet bepaald gelouterd naar voren. Maar, in trouwe, geachte Heer Sluijs, meent u inder daad, dat, om bij gemelde ongeloovigen te blijven, dat deze uit begeerte naar spot, uit verlangen naar wat naar uw opvatting ongeloof moet heeten, zich al dus uitspraken? Uw toorn of wee>-geroep kan ons voorbijgaan, zonder nochtans ergernis op te wekken, maar ons wil het nog altijd als een fout voorkomen, in deze star te spreken van geloovigen en ongeloovi gen. Wilt u toornen, plaats dan tegenover elkaar de denkers of de zoekers en de onverschilligen, en toornt over onverschilligheid, maar huldigt, dio over deze dingen denken, veeil denken en diep den ken, ook al komen ze met het verwerken van al de door u genoemde factoren niet tot uwe conclusie; immers, hun smart over het niet vinden ia stellig niet minder intens, als uwe vreugde over het wel ge wonden hebben En, zult gij daji over hen toornen, omdat zij uwe bewijzen{?) als aanvechtbaar meenen to moeten afwijzen? En dan, wat die onverschillig heid betreft, u weet tocb, dat die onverschillgheid ook onder uwe volgelingen voorkomt, zij het door aan vaarding zender nadenken of onderzoekon. In dit verband js de door u aangehaalde kruidenier of ma- nufa<-tuner minderwaardig of achtenswaardig al naarmate hij onder de ongeloovigen of geloovigen zich schaart Wij weten niet of deze meeningen het Klooster, zul len bereiken, maar geschiedt dit wel, dan zal allicht gezegd worden: „Waarom deze vragen niet in de bus, of aan bet Klooster in persoon besproken." Zie, geachte lezers dezen regelen: voor alleni zet het Klooster zijne deuren voor het bijwonen der confe renties open; een ieder komt hooren, die hooren wil. Zullen wij dan onzen twijfel of meernngsverschil ver scholen of in engen kring behandelen? Neen, ook wij PL A NTA n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1