Gemengd Nieuws.
De dingen om ons heen.
FEUILLETON.
De Man op den Dok
Marktberichten
Uit en Voor de Pers.
onbehaaglijk gevoelen, dot zij óf niet willen toetra
den, óf in elk geval zich niet op den voorgrond drin
gen. Een ander aldoend weermiddel bestaat er m.i.
niet en^mag ook niet beproefd worden Zoolang het
vanzelf sprekend geacht wordt, dat de leden onzer
kerken luisteren en zwijgen en het zwaartepunt van
het kerkelijke leven ln de Zondagsche prediking ge
legd wordt, bezit men geen middel om ongewenschte
elementen te weren en heeft men, wat nog erger is,
er m.i. nipt eens het recht toe. Ik heb deze denkbeel
den uitvoerig uiteen gezet in een boek van mijn
hand, dat juist deze week onder den titel: „Kerk-Cul-
tuur-Arbeid" verschijnen zal, terwijl ik hier natuur
lijk slechts enkele losse opmerkingen plaatsen kon.
De heer ^Aetor" zal dit schrijven wel willen be
schouwen als een nadere bevestiging en niet als een
bestrijding van zijn zeer behartigenswaard artikel.
U dankend voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
J, L. SNETHLAGE
P.9. Mocht de heer A. nog bedenkingen blijven
koesteren, dan zou ik hem hetzelfde voorstel willen
doen wat de bekende Ds. Schermerhom onlangs in
dit blad aan zijn katholieken collega deed en. ik zou
hem willen vragen persoonlijk op onzen eersten ge-
meente-avond te Eenigenburg (16 Nov.) tegenwoordig
to zijn, waar ik deze gedachtemvisseling aan de orde
wil stellen en wij ons geschil mondeling ten alge-
meenen nutte kunnen afhandelen.
DE DUITSCHE HEL.
Een der correspondenten der NJR.Ct. schrijft <3LdL 2
November:
Weet men eigenlijk in het buitenland wel, hoe hot
er hier in werkolijkheid uitziet? Weet men, dat dui
zenden, ja millloenen families reddeloos verloren zijn
en dat de hongersnood nu reeds overal offers/ vraagt?
Weet men wel, dat kinderen nu nog met bloote voeten
over straat loopen, dat andere stumpers schoenen
dragon, die door 10 jaar ouderen, afgedragen zijn en
den naam schoenen niet meer verdienen, maar veel
eer uit gaten bestaan, door lederresten omzoomd?
Kent men de uitgeteerde gezichtjes dezer verhonge
rende kinderen en de wanhoop hunner uitgemergelde
ouders? Dat de ouderen van dagen er ellendig aan
toe zijn is wel algemeen bekend. Maar wat te zeggen
van het verhaal, dat mij dezer dagen één van deze
ongelukkigen deedMefc 65 j aren w as do rn an in 1910
als boekhouder tengevolge van eon oogziekte, die hem
zoo goed als blind maakte ontslagen, zonder pensieon
en loofde nu van een inkomen van eenigo oenten pér
week in Nederlondsche munt gerekend. De vrouw
was ziekelijk, de eenige zoon in den oorlog gesneu
veld. Brood konden de oude luitjes moeilijk koopen,
ze leefden hoofdzakelijk van erwten en boonen. Ze
wisten heel goed, dat ze een dergelijk leven niet lang
meer zouden kunnen uithouden. „De.vorige week"
zoo vertelde do oude man berustend, „ben ik op straat
in elkaar gezakt". Gisteren vertelde mij een kennis,
dat hij 's avonds een oud man op een grasperk bozig
gezien had om wormen te zoeken, die hij op at! Ik
heb het niet willen gelooven en kan het nu nog niet,
maar ik heb geen enkele reden om aan de waar
heidsliefde van mijn zegsman te twijfelen. Hij ver
telde mij, dat het ook hem zoo verschrikkelijk en
ongeloofelijk toegeschenen had, dat hij van ach
ter een boom nog eens terdege toegekeken had
voordat hij don ouden man had meegenomen om
hem menschelijker voedsel voor te zotten.
Dat zijn twee gevallen uit duizenden. En we staan
hier eerst aan hot begin van de ellende. De steeds
maar dalende mark verergert don toestand van dag
tot dag. Nu is de dollar, die. gisteren nog 70 milliard
mark noteerde, weer tot 140 gestegen, 't geen een
nieuwe vloedgolf van ellende beteekent. De winter
staat voor de deur, steenkolen en aardappelen zijn
voor zeer vele families groote weelde geworden,
schoenen en kleeren heeft men nauwelijks, de werk
loosheid neemt met den dag toedo vooruitzich
ten zijn wel ontzettend. Deze winter zal eon periode
van ellende en sterven in Duitschland zijn, erger dan
misschien velen in Duitschland zelf wel beseffen.
Do verminderde koopkracht van de mark beteekent
steeds woer eene grootere verarming van Duitsch
land, dat daardoor steeds mirider hot zoo broodnoo*-
dige vet, vleesch, graan etc. op de wereldmarkt kan
koopen. Nu reeds kan men in de couranten lezen,
dat tengevolge van de beperkte toewijzing der aan
gevraagde deviezen aan de Berlijnsche beurs, de im
porteurs van bevroren vleesch niet meer ln staat
zijn om dergelijk vleesch aan de markt te brengen.
En zoo ls het ook in werkelijkheid: eieren, vleesch
rn vele voedingsmiddelen worden ln de laatste we
ken steeds schaarschor en waan da navraag natuur
lijk stijgt ook steeds duurder. Waren tot.kort gele
den de prijzen van dergelijke artikelen nog veel goed-
kooper dan in Nederland, thans is het leven hier,
wat voedingsmiddelen aangaat veel duurder gewor
den dan in Nederland. Ook daardoor worden de
kleine luiden natuurlijk weer ten zeerste benadeeld,
ze kunnen voor hun marken bijna niets meer koo
pen. Men deinst er nu terug om de consekwenties
uit dezen toestand en de gevolgen daarvan in den
komenden winter te trekken. Ze zijn te erg en toch
blijkbaar niet te vermijden.
is het werkelijk niet te voorkomen, dat hier in
dit zoo hoog ontwikkelde land duizenden en duizen
den menschen en kinderen van honger moeten ster
ven en dat millioenen voor hun leven geknakt zullen
worden, dat wanhoop en ziekte het tegenwoordige
geslacht en het nageslacht zullen verminken? Men-
schen, die toch volkomen onschuldig zijn aan alles
wat er in de wereld der politiek gebeurt en gebeurd
is! In ieder geval is alles, wat er op het oogenblik
in Duitschland gebeurt, in Saksen. Beieren, het Rijn
land, het Roergebied enz. van geen beteekenis, ver
geleken bij het reusachtige gevaar, dat met den dag
sneller en sneller naderkoont en waaraan velen in
en buiten Duitschland nog niet gelooven...... de bijna
niet meer af te wenden hongersnood en rijn ontzet,
tende gevolgen.
SUU BEDACHT.
Fanny Robert, zich noemende gravin de Tessan-
court, bekend uit het proces tegen den gentleman-
dief Serge de Lenz, is dezer dogen het slachtoffer ge
worden van een avontuur dat „gewone menschen"
niet licht overkomen zal. Zij ontving het bezoek van
een heer, die verklaarde de zaakwaarnemer te zijn
van de dame, wie Serge de Lenz destijds een: réticule
met 3500 frcs. en twee armbanden had ontroofd, om
deze aan zijn vriendin, Fanny Robert, aan te bie
den. De onthutste Fanny had inderdaad de heide
armbanden in haar bezit en stond ze aanstonds af.
Doch de man eischte ook nog de 3500 flrancs, die in
het taschje zaten, welke de toch reeds door de prak
tijken van haar vriend Serge de Lenz zoo gecompro
mitteerde vrouw na lang aarzelen uitbetaalde.
Drie dagen daarna vervoegden zich drie heeren bij
de „gravin", die zich uitgaven als inspecteurs van
politie. Zij brachten oen vierden,geboeiden man
met zich mede, welke een dief heette te zijn en met
de gravin zou worden geconfronteerd. Hoewel dez«
verklaarde dat zij al hetgeen zij van Serge de Lenz
had gekregen, teruggeven had, verklaarden de hee
ren een huiszoeking to moeten instellen. Zij door
zochten alle kamers en namen alle sieraden van
Fanny Robert mede ter waarde van eenigo honderd
duizenden francs, als „bewijsstukken".
Toen zij vertrokken waren belde Fanny de politie
op, die van het geheele geval niets af wist. Zij slaag
de er echter in drie van de pseudo-beambten in
hechtenis te nemen, maar het ongeluk wil dat de
vierde, die juist de byoux bij zich had, nog niet kon
worden gevonden
MET Z N EIGEN MACHINE.
Het is een bekend feit dat a de luchtvaart nog
met in een zoodanig stadium is gekomen, dat er
een vrij algemeen gebruik wordt gemaakt van
vliegmachines door particuliere personen. Noch-
thans komt dat hier en daar voor.
Zoo melden de Engelsobe bladen thans, dat mei
do „Maurctania", te Southampton is aangekomen
een Amerikaan, mr. Sperry, dio by zijn bagage een
groote kist haa, bevattende een babv-vliegmachim
waarmede hij gedurende de drie weken, die hij in
Engeland vertoeft, van stad tot stad wil vliegaij
Hü hoopte al van Southampton te kunnen starten
maar werd daar onaangenaam verrast door de
mede deeling, dat Seder vliegtuig een vergunning
noodig had van het Engelsche Luchtvaart-mini
sterie.
„Ik maak mijn zakonreizen in 'Amerika altijd met
m'n eigen vliegtuig," zeide Sperry in een vraag
gesprek, „en Ik wel dat in Europa ook doen. Ik
heb erg voel zaken te doen en geen tüd om met
de gewone vervoermiddelen te reizen.
„Een paar weken geleden maakte ik nog een reis
van ca. 2000 mijlen. Den eersten dag ging ik om
O.10 n.m. van huis en arriveerde te Washington 25o
mijlen verder, Om 3.15. Des morgens deed ik daar
eenige zaken af on vloog toen naar St. Louis, 870
mylen vor; kwam daar tegen den avond aan."
„Ik heb altijd voedsel bij mij in de machine en
boeken om den tijd te dooden. Want vliegen is,
wanneer het over lange afstanden gaat, oen saai,
vervelend iets.**
Wel een modern zakenman, deze mr. Sperry.
HEVIGE AARDBEVING IN CALIFORNI3,
Uit Caliexioo, (Californië), 6 November. De
hevigste aardbeving sinds jaren had gistermiddag
plaata in de Imperial Valley. Er zijn geen slacht
offers, maar verscheidene gebouwen zyn verzakt.
Gaarne zou ik de medewerking willen inroepen van Als dan ook Coolidge werkelijk heeft gezegd te
1. 1A/.n. mlt —.lixh^iniTAn «n 1 r.r.irnn r)o4 in rifl7r nmslftlY/ilo'haHah Tii.t nn/ic.n.r.,1.
alle land- en tuinbouwers, om mij inlichtingen te
verschaffen, omtrent den mollenstand in bun om
geving en mij zoo spoedig mogelijk, althans vóór 12
November te willen inlichten omtrent de volgende
vragen:
a. wordt de mol algemeen weggevangen, omdat
men acht met een schadelijk dier te doen te heb
ben?
b. Wordt het mollen vangen als beroep nog uitge
oefend?
c. Zijn er gevallen bekend, dat de afwezigheid van
de mol schadolijke gevolgen had voor de gewassen
(speciaal weiden) of is daarvan niets bekend?
d. Zijn er meer mollen dan verleden jaar?
e. 'Wordt verzocht alle van belang zijnde gegevens
mede te deelen.
„Bonte ziekte ln de boonen.
Den heer D. Regter te Beemster mijn dank voor
het toezenden van door genoemde ziekte aangetaste
boonen. Misschien kan iemand mij helpen aan zaai
bare boonen, die door deze ziekte zijn aangetast?
De Controleur bij den Plantenzlektenkundigen
dienst te Hoorn:
K. VAN KEULEN.
De vraag, hoe het zal afloopen met de commissie
van onderzoek naar het draagvermogen van Duitsch
land, wordt hoe langer hoe onbegrijpelijker.
Dit is niet te verwonderen, aangezien elk blad, dat
er over schrijft, conclusies trekt uit feiten, die naar
nieening der redactie vast staan, doch die veelal
slechts berichten zijn uit „welingelichte" of „semi-
oificieele" kanalen. Op zijn best: ontleend zijn aan
kcrte officieele communiqués.
Zoodoende is gewoonlijk de eerste conclusie niet
gehéél juist, de tweede nog niet geheel onjuist, ter
wijl de derde en vierde kant hoch wal raken. Dit is
do pers niet kwalijk te duiden, die zich immers moeite
genoeg geeft om goede en snelle inlichtingen te ver
krijgen, doch het niet kan helpen, dat die inlich
tingen steeds onvolledig en meestal tendentieus zijn.
Wil men zich een zuiver beeld maken van den toe
stand, dan moet men zich uitsluitend houden aan wat
officieel vaststaat.
Dat is in dit geval de correspondentie van Hughes
en Curzon en het schrijven van laatstgenoemde aan
de verschillende Ententeregeeringen.
Van die correspondentie kent men den letterlijken
tekst. Men weet wat primair en secondair is voor
gesteld en hoe het antwoord luidde.
Bij het tweede, den brief van Curzon, wordt het
reeds moeilijker. Daarvan toch kent men alleen de
strekking, terwijl men voorts nog weet, dat Poincaré
niets anders wil dan een adviseerende com
missie tot het onderzoeken van het tegenwoor-
d i g betaalvermogen. Wat hiji méér of overigens of
PLANTENZIEKTE NT.EER,
69.
(Vragen, deze rubriek betreffende, in te zenden aan
den heer K. VAN KEULEN, Veenenlaan 88, Hoorn.
Zoo noodig goed verpakt materiaal bij. te voegen.
Geen postzegel voor antwoord in sluiten. Spreektijd
Zaterdagsmorgens 9—12 uur.
MEDEDEELINGEN.
Nestkastjes.
Van den Edelachtbaren heer Roggeveen te Oppet-
does, mocht ik het volgend schrijven ontvangen:
Waar U verleden jaar zoo vriendelijk was, bij hel
plaatsen van de 3 nostkastjes in mijn tuin, mij met
Uw voorlichting van dienst te zijn, wil ik q gaarne
het resultaat van dit jaar modedeelen.
Nog maar kort na de plaatsing der kastjes, het was
half Maart, mocht ik het genoegen smaken, dat in
een daarvan een paar moesjes kwamen wonen, 'die
spoedig in het bezit waren van 5 kindertjes. Het was
een bizonder genoegen te zien het druk gedoe van
het ouderpaar, wat vanuit onze woonkamer kom wor
den waargenomen/. Het zien af-/ enl aanvliegen en het
voeren van de kleintjes was, afgezien nog van de
groote voordeelenl door het weghalen van de vele in
secten, een genot, wat ons ruimschoots de kosten van
aanschaffen der kastjes waard was.
Waren in het vorig jaar zeer weinig meesjes in
onzen tuin, thans, ik denk dat het de ouders en de
kinderen weer zijn, komen er af en toe meerdere,
terwijl blijkbaar de nestkastjes alweer, aan een gron
dig onderzoek door die gevleugelde vriendjes worden
onderworpen, waarom ik hoop heb, dat in het vol
gend jaar van de door mij aangebrachte woningen
een nog grooter gebruik zal worden gemaakt.
WIJ zijn zeer dankbaar voor dit schrijvon; moge het
een aansporing zijn, dat meerderen zich dezen winter
nestkastjes aanschaffen, wij hebben hier gehoord
hoeveel genot en voordeel ons dit verschaft. Do jonge
meesjes zullen zeker in de kastjes een huishouding
opzetten, daar ze nu beschouwd kunnen worden als
te behooren tot den inventaris van den tuin.
Mollenonderzoek.
(Medewerking ingeroepen van allen).
7.
vrij bewerkt naar het Engelsch van
HAROLD MAC GRATH
door TTITA EASTON.
Dua de boete was al betaald. Dan had hy hot
geld zeker toch nog bij zich., Op weg naar rij a
cel peinsde ik er over wat de deugniet toch uitge
haald kon hebben om gevangen gezet te worden.
Ik was heel boos op hem, maar*zoodra ik hem
zag kon ik niet nalaten in een Vihaterlach uit
te barsten.
„Ja, lach jij maar, ouwe schavuit Ik wou dat
jij daarnet eens in mijn schoenen gestaan had."
Ik lachte opnieuw.
„Heb jü de vijf en dertig bij je?" vroeg hij.
.„Wel, je boetegeld is al betaald," antwoordde
ik een beetje verbaasd.
„En had jy het dan niet gedaan?"
„Welneenl Toen ik aankwam vertelden ze me
dat het geld betaald was."
Warburton krulde zjjn lip. „Al betaald I Wie kan
dat gedaan hebben, wie wist er van?"
„Vertel me nu maar eerst wat je uitgehaald hebt
Terwijl hy zich verkloeddo, gaf hy me een ver
kort relaas van do gebeurtenissen on ik weet niet
wie van ons beiden het hardst lachte. Maar hy
zeide me geen woord van dien gestolen kus en daar
acht ik hom niet minder om.
„En wie waren die dames?" vroeg ik.
Hy keek me een oogenblik besluiteloos aan en
schudde toen het hoofd.
„Weet je dat niet?" vroeg ik ongeloovig.
Hy haalde de schouders op, lachte en trok zijn
schoenen aan.
„Ik ben erg benieuwd,, wie dat geld voor me
betaald heeft, Chuoh.... Neen dat is toch onmo
gelijk!"
jlVat?"
„Niets, niets"ti En hy begon weer te lachen.
Maar ik kon zien dat hy weer heel wat vrooiijker
was dan zooeven.
„Het lieele verhaal zal vanavond Wel in alle
couranten staan," zeide ik. Hij verdiende wel een
beetje geplaagd te worden en ik kende zyn af
schuw van alle publiciteit.
„De couranten. O. zeg, Chuck, kan je niet je best
doen dat te£en te houden? De meisjes zouden het
vreeselyk vinden."
„Ik zal mijn best voor je doen. En het verstan
digste zou zijn dat je de stad uitging tot
dat je baard weer aangegroeid is."
„Dat zal ik zeker doen, Chuck, met den eersten
treih den besten."
Hier werd ons gesprek gestoord door het bin
nentreden van een agent.
„Een brief voor Mijnheer Osborne", zeide hij
ironisch. Hij wierp Warburton een brief toe en
vertrok weer.
Mijnheer Osborne scheurde haastig de enveloppe
open een heel aristocratische enveloppe, zooals
ik dadelijk zag en begon den brief te lezen
de sloeg rijn gezichtsuitdrukking gade.
Eerst was deze belangstellend, daarna vr ooi ijk en
eindelijk zolfs opgewonden. Hij gaf een klap op
zijn dijbeen.
„Chuck I Bij den hemel, dat doe ik."
„Doe je het? Wat?"
„Luister maar." Warburton kuchte, snoof eens
loovon, dat in deze omstandigheden het onderzoek
nutteloos zou zijn, geeft 't niets meer of men zich
door optimistische berichten de overtuiging op.
dringt, dat het onderzoek het probleem wel verder
zal brengen en dat Amerika, zij het dan niet oflfi-
cieel, wel zal medewerken.
Want dit zal Amerika niet. Gegeven altoos, dat het
woord van Coolidge juist is aangehaald. Alles stond
of viel met de mogelijkheid van een gemeenschap
pelijk onderzoek, dat de regeling van het schaie-
vergoedingsprobleem zou kunnen doen slagen.
Bestaat die mogelijkheid niet, is er dus geen ge
meenschappelijk onderzoek mogelijk of is reeds
priori te voorspellen, dat het tot niets leidt, dan
kan op grond der nu reeds bekende feiten, wor
den gezegd, dat er van hot geheele plan niets komt.
In weerwil van alle optimistische berichten van
„gezaghebbende" en „welingelichte" zijden.
Het zou jammer zijn, doch dit is het oenige feit
waarmede rekening moet worden gehouden.
UITKIJK.
WARMENHü IZEN, 6 Novombor 1923.
Witte kool, per wagon f88. Witte kool f0.70
0.90. Gele kool f3.20 a 4. Roode kool f 1.60 a 3.30.
Idem, 2o soort f l a 1.50. Nep f 11.80. Drielingen,
f 10.80. Uien f 8.80. Peen f 1.50 a 2.10.
Aanvoer: 76550 Kg. witte kool, 8300 Kg. gele kool, 1
35705 Kg. roode kool, HO Kg. nep, *225 Kg. uien,
4000 Kg. peen.
NOORDERMARKTBOND, Noord-Scharwoude.
6 Nov. 1923. Grove uien f 9 a 10.10. Volgelingen j
f8.30 a 8.50. Drielingen £10.40 a 11.60. Nep f 11.30 a
12.D0. Peen fl.40 a 2.80. Roode kool fl.30 a 3.90.
Gele kool f 2.10 a 4.60. Witte kool f 0.60 a 1. Deeh-
sche witte fl.30 a 1.60.- alles per 100 Kg. Bloem
kool f 9.40 a 10.10, 2e soort f 1.30, per 1Ó0 st
Aanvoer: 3160 Kg. uien, 3350 Kg. peen, 33200 Kg.
roode kool, 5300 Kg. gele kool, 56200 Kg. witte kool,
5150 JCg. Deenscho witte, 20 Kg. slaboonen, 200 Kg.
kroten, 750 Kg. rapen, 2050 stuks bloemkool.
LangendTjker groentenveiling.
6 Nov. 1923. Bloemkool, le soort f2.90 a 11.90.
2e soort f0.50 a 0.90, per 100 st. Wortelen f2.60 a
3. Roode kool, le soort f 2.60 a 6.40, 2o soort f 1.30
a 2.50. Gele kool, le soort f 2.40 a 4.60, 2e soort f 1.5b
a 2.30. Witte kool, le soort f 0.90 a 1. 2e soort f 0.70
a 0.80. Uien f8 a 9.60. Drielingen f 10.60 a 10.80.
Nep f 12.30 a 12.70. Bieten f 1.80 a 4.40. Rammenas
f3.70 a 6.40, alles per 100 Kg.
Aanvoer: 6800 stuks bloemkool, 24800 Kg. wor-
telen, 60800 Kg. roode kool, 32300 Kg. gele kool,
49400 Kg. witte kool, 19580 Kg. uien, 5000 Kg. V
bieten. 550 Kg. rammenas.
PURMEREND, 6 Nov. 1923.
Op de heden gehouden veemarkt waren aange-1
voerd: 12 stapejs fabriekskaas f47 per 50 Kg, met 1
rijksmerk f48.50, 31 stapels Boerenkaas f49 per*
minder wenscht'weet men niet. Behalve vier of vijf 50 Kg., met rijksmerk f50, 1 Stapel Commissiekaas
menschen aan de Guai d'Orsay en in Downing umet rijksmerk f49.. 3 stapels Goudscho kaas met
Street, later een dergelijk groepje te Rome, Brussel en rijksmerk f56, 546 Kg. botorf 2.40—2.50, 630 Run-
Washington. Ook is alleen daar bekend welke wijzi- i deren w.o. 485 vette van f 1 tot 1.25 per Kg., handel
gingen van „formeelen" aard Rome en Brussel heb- matig. 139 molk- en geldekoeien f200—450. Handel
ben voorgesteld. matig. 6 Stieren. 43 paarden f 100—200. Handel
Vast staat dus: stug. 24 Vette kalyeren fl.401.65 per Kg., han-
a. Londen en Washington vinden een onderzoek dol vlug. 122 nuchtere kalveren, voor de slacht
noodig voor rust en orde en bevordering van wel- f 10 tot 40. Fokkalveren f 16 tot 32, Handel matig.
va^rt-„. #<*97 ve^ v*rken8, V0<V de slacht f0.760.82 i>or
b. Washington zal bereid zijn mee te werken, als Kg. Handel matig. 33 Fokvarkens f20 40. handel
er een eenstemmige uitnoodiging komt. matig. 224 biggen f 14—22. handel matig. 728 schar
c. Die eenstemmigheid kan alleen bereikt worden pen f 28—52. Handel matig, 65 bokken. 60 ganzhn
dcor het karakter in de opdracht, der sub a bedoel- f9—11, 0 zwanen f 16. Kipcieren f 12—14. 300 zak
de commissie zéér te beperken, volgens de aanwij- I appelen f3—4, 100 zak peren f3—4 per zak.
zingen van Poincaré.
Verdere gegevens zwart op wit en van werkelijk-
bevoegde zijde ontbreken ten eenenmale. Al wat men
verder weet of meent te weten zijn gissingen, dan.wel
Uitlatingen van menschen, die. met een bepaald doel,
precies zeggen wat zij kwijt willen, wezen. Die een
politieke opinie willen scheppen of versterken, ten
einde zoodoende hun eigen standpunt te versterken of
dat van den tegenstanders te verzwakken.
Wil men dus verder op de materie ingaan, dan is
De oplossing dia* orfjfct
In een „Nederlander"-artikel, bet
torisch blad, wordt vóór alles mr. Marchant aard
wezen als de verantwoordelijke man, dio zich met da
formatie van een nieuw kabinet heeft to belasten:
De ovoroinning in den grooten strijd togen het Ka-
het noodig met hypothesen te gaan werken en. zou i Wnetl-Ruijs werd door de oppositie behaald: Dit feit
men feitelijk bij elke conclusie, nogmaals met na- *s Ef*Sf're11. werd het
druk moeten constateoren, dat deze conclusie alleen
zoo kan luiden, mits dit t en dat en dat inderdaad
zoo is, als men per praemissie heeft aangenomen.
Het is duidelijk dat men zoo geen krant kan ma
ken. Dat lezer en schrijver het na een half kolom
metje al beu zouden zijn geworden.
Men laat bij het schrijven al dat voorbehoud weg,
krachtigst, het breedst en het eerlijkst gevoerd door
den heer Marchant. De heer Marchant hoeft het recht
to verwachten, dat hij met de vorming van 'n nieuw
Kabinet worde belast en op hem rust de plicht
aan deze verwachting te voldoend.
Niet de heer Troelstra dood de Vlootwet vallen, al
is daarvoor de schijn gewekt De sociaal-democrati-
J.TAV-I, 1(M.W OLlii ij Cii CU Uuli UV, 1/GUvUU li, v
gobruikt de praemissen als waren zij ax oma's cn sche beweging, krachtig gesteund door ambtenaren
dient de conclusies er .uit op als feiten. Terwijl zij 'in en onderwijzers, die slechts oog haddeni voor hun
het beste geval, bij een zéér scherpzinnig denken, salaris en door arbeiders, die vreesden voor in-
die zich in den gedachtengang der verschillende storting der werkloosheidsvoorziening, ging voor een
partijen weet te verplaatsen^ een gelukkige benade- i gToot deel langs de Vlootwet heen; en alleen de
ring der waarheid, misschien zelfs d e waarheid I Vlootwet was in het geding, Maar de heer Marchant,J
kunnen blijken. (die stad en land afreisde om persoonlijk' te getuige/
Zooals misschien een schaakmeester tien zetten tegen de Vlootwet, en die naar waarheid1 kon verkla
vooruit het mat na een bepaalde speelwijze kan aan- ren in de zitting van 10 October: „Ik ben voor mijl
kondigen in een party tusschen twee spelers mei geweten volkomen gerust. Ik heb mij schuldig ga
wier methode en kracht hy geheel op de hoogte is. maakt aan geenerlei onwaarheid, en aan geenerloi
Bovendien heeft men nu eenmaal de gewoonte den verzwijging van eenige waarheid en aan geenerlei
wensch voor de daad te nemen en uit de verschil- 1 scheeve voorstelling", de heer Marchant heeft bij
lende berichten liefst diegene uit te zoeken, die het
meest overeenkomen met het eigen inzicht en met de
bevordering der oplossing, die men zelf het beste
acht, terwijl ten slotte ook vooringenomenheid ten
aanzien van personen of naties een rol spelen.
Dit alles heeft tengevolge, dat het lezend zoowel
als het schrijvend publiek telkens voor onaange
name verrassingen komt te staan, als de uitslag van
onderhandelingen geheel anders blijkt te zijn, dan
men gedacht had. En dan is het verkeerde, dat men
de fout wil zoeken bij de onderhandelaars: ministers
of diplomaten, inplaats van bij de verkeerde of on
volledige inlichtingen, die men gebruikte als basis
voor het gebouw der „conclusies" die eigenlijk
„verwachtingen" waren, die, door hun verkeerde ba
sis, werkelijk ongegrond blijken.
vele Nederlanders den twijfel gewekt of de voorge
stelde maatregelen wel werkelijk noodig waren, voor
bet duurzaam behoud onzer koloniën. Het was deze
twijfel, die in en buitenJ do Kamer dó oppositie tegen
de Vlootwet on tegen hare urgentie in dagen van
financieels zorg, voeddei en sterkte, on ten slotte tot
hare verwerping leidde.
De heer Marchant, die verklaarde te gelooven aan
„de voortschrijding van het recht, als bepalende het
lot met name van kleine Mogendheden" en die op
dien grond den voorgestelden maatregel tot daadwer
kelijke handhaving onzer neutraliteit overbodig
achtte de heer Marchant die klaarlijk aanwees wel
ke drie fouten, naar zijne meening, een toekomstig
Kabinet en een toekomstige oppositie, -samen hadden
aan het flauwtjes geurende papier en kuohte op
nieuw. Hy keek me schalks aan.
„Nu?," zeide ik ongeduldig. Ik was zeer nieuws
gierig, want ik geloofde aan de oplossing van
een raadsel.
Aan den heer James Osborne.
Mijnheer, by nader inzien ben ik tot het besluit
gekomen, dat het zeer wel mogelijk is dat hier een
vergissing a heeft plaats gehad. Ongetwijfeld heeft
myn koetsier evenveel sohuld. Ik heb hem ontslagen
wegens plichtsverzuim. Ik herinner me# zeer goed
hoe u met de paarden handelde. Het is mogelijk
dat zij uit zichzelf op'hol sloegen. Uw tijdig in
grijpen heeft ons waarschijnlijk behoed voor een
ernstig ongeluk. In ieder geval heb ik dus op 't oogen
blik een koetsier noodig; als u wilt beloven geen ster
ken drank aan te raken, goede getuigen meebrengt
en op het oogenblik buiten betrekking bent, kom
dan tegen drie uur u aanmelden aan onderstaand
adres. Ik geef veertig dollar in de maand. U. zoudt
mij op myn ochtendritten moeten vergezellen.
„Zij moet dus de boete voor je betaald hebben",
zeide ik. ,Ik heb nog nooit zooiets mals gehoord.
Eerst laat ze je arresteeren en daarna wil ze je
in dienst nemen. Hoe heet ze ook, zei je?" vroeg
ik achteloos.
„Ik heb niet gezegd hoe ze heette, Lhuck, ouwe
jongen, en dat bon ik .ook heelomaal niet van
plan te doen."
„En waarom niet?
„Om de allereenvoudigste reden, dat Ik die be
trekking ga aannemen." Dit werd gezegd met een
koelbloedigheid, die me geheel van mijn stuk
bracht.
„Wat?" schreeuwde ik.
„Zoo zeker als wat", zooala die agent gisteravond
tegen me zei.
„Maar je bent niet wijs! Wil je je heele familie in
opspraak brengen?" Ik was nu in ernst boos.
„Noch poijn familie, noch iemand ander s zal er
van hoorén", beweerde hij onverstoorbaar.
„Maar je zult immers, dadelijk herkend worden
Je lijkt wol krankzinnig en dat na alles wat je nel
hebt doorgemaakt." A
„Ik beloof ernstig geen sterken drank te gebrui
ken."
„Bob, Je wilt me voor den gek houden!"
„Geen -haar op mijn hoofd dat er aan denkt,
Chuck. Ik hob twee jaar lang een baard gedragen
Niemand zal me herkennen. En bovendien, all
koetsier, zal niemand bijzonder op me letten. Snajl
je?"
„Maar wat ter wereld heb je er toch mee voor?
Er zit iets achter. Dit is niet eenvoudig een grafc
zooals dat van gisteravond."
„Je bent een schrander man"A kreeg ik ten anj
woord. „Je hebt missohion gelyk. Maar, Chuok,
moet weer eens wat gaan uitvoeren, stilzitten kan
ik niet. Verandering moet ik hebben, verandering
van lucht, van woonplaats, van bezigheden dit
is eten en drinken tegelijk voor me."
„Je hebt dat meisje zeker ai eerder ontmoet".
„Ik beken noch ontken het. Het zal iets hew
nieuws zijn. Ik zal het druk hebben van den mor
gen tot den avond. Denk eens hoe grappig het zyj
zal. menschen te ontmoeten, die je kent en die J°«
uiet kennen. Ik zou dit buitenkansje voor al het geld
tor wereld niet willen missen."
„Veertig dollar in d'e maand", smaalde ik.
„Net goed voor sigaren en tabak", antwoordde nu
kalm.
Wordt vervolgd»