Brieven uit Engeland. CO Reclames. Men moet eerbied voor zijne gezondheid hökhau. 9$ ÖP Pi op „I Smnte zegt vorder dat inen in het luidden kan bijv. in de buurt van Dortmundl In den stellen oever de spoorwegmaatschappij was bang voor haar brug- .A TV 1 van den Emscher zijn kolenlagen ontdekt Wel on- gen en dergelijke wegens het ontzaglijke gewicht. WÊtm Sindsdien is daarin voorzien. belangrijke, hoofdzakelijk gruis bevattend, doch het zwarte goud bevindt zicih n M. onder de oppervlakte T&lloozo mannen en vrouwen graven daar naar ko lengruis. Kinderen met jfekken en wagentjes staan klaar de vondst thuis te brengen. Werklooze mijn werkers bouwen schachten en vinden soms een ader met vaste steenkool. Uit een naburig bosch kappen ze de jonge stammen, waarmee ze het „hangende" steunen en ze ploeteren om in him primitieve mijn gang genoeg kolen voor den winter te verzamelen. De eigenaar van dat bosch, baron v. R., heeft dit oogluikend toegelaten. Echter blijkt, nu, dat andere houtliefhebbers op zijn bezitting mooie, oude eiken geveld hebben. Niet minder dan 50 "acacia's met prachtige stammen zijn verdwenen, en aan hout firma's verkocht. Ook op andere plaatsen werden bosschen geplunderd en niet om aan brandstof te komen. Het gaat met hot hout als met de aardappelen. De aardappeloogst is 1/4 kleiner dan die van het vorige jaar, die allesbehalve overvloedig was. Een resul taat, dat te verwachten was. De akkers, in en na don oorlog uitgeput, zijn deels uitgemergeld. De voestapel is te gering om overvloedig mest te leveren. Kunstmest, al komen slakkenmeel, kali, ammoniak, enz. uit het eigen land, is onbetaalbaar en moeilijk te krijgen. En wat de hoofdzaak is, met de poters is het slecht gesteld. Het meerendeel der boeren heeft al jaren achtereen poters van de eigen aardappelen genomen en ,dat wreekt zich door ziekte en mindere opbrengst ieder jaar meer. De vracht per spoor wordt te duur om de aardap pelen uit het Oosten te laten komen en 80 pet. der gozinnen begint den winter zonder voorraad. Geen j kelen, geen aardappelen, en do beructe koolrapen zijn ditmaal schaarsch. i Evenals in de bosschen gaan vele op gerooide aardappelvelden nalezen. Op een grooten akker in mijn buurt zag ik laatst een 60, 70 mannen, vrou wen en kinderen in den grond wroeten, met krab- brengen dat Frankrijk buiten en afzonderlijk van zulk een conferentie veel van het werk van de conferentie te niet zou kunnen doen door een poli tiek te volgen die lijnrecht tegenover die staat, welke de conferentie aanbeveelt. Al moge hiervoor al eenig gevaar bestaan, toch moet men niet te licht denken, dat Frankrijk zich opzettelijk en voor langen tijd kan kanten tegen de politiek van oen Europeesche bevrediging, die zichzelf aanbeveelt in de goedkeuring dor andere naties. Eerder mag inen verwachten dat, indien do ar beid van de commissie wordt verricht met den goeden geest en met behoorlijke inachtneming van do belangen der overige bondgenooten, de Fransche meening zich ook eventueel bij haar zal aansluiten. Ik koester het vertrouwen, schrijft hij, dat indien het mogelijk ware een rechtvaardige regeling te treffen in zake het gcheele complex van vraag stukken, waarvan het herstelvraagstuk het mid delpunt vormt on indien de nachtmerrie van deze groote onrust kon worden weggenomen uit de ge dachten der menschheid, wij zullen zien dat déze ook met ingenomenheid zal worden begroet in krin gen, waar men dat niet verwacht. De bergafwaartsche beweging in Europa gaat zeer snel en de groeiende wanorde kan spoedig zulk een stadium bereiken dat zij, die ovenals de Fran- schon alles hebben te winnen van een stabilisee ring, elke redelijke regeling met vreugde zullen begroeten in plaats van te blijven staan op hun eigen standpunt. Laat derhalve de conferentie met haar werk zonder verwijl beginnen in het ver trouwen dat de resultaten zien zelf zullen aanbe velen tegenover het geweten der menschheid. ARMOEDE. Men schrijft uit Rijnland aan de N.R.Crt.: Op do bergen, die het Wupperdal omringen, zijn de eertijds verdwenen bosschen herlezen. In jaren van werkloosheid zijn <Ie jonge boompjes aange plant en nu na 25, 30 jaren vormen ze bosschen, die men bescheidenlek „Anlagen" noemt. De „Verschö- HVH nerungsverein" te Barmen en Elberfeld heeft met bers of schoppen werkend, om vergeten aardappels stedelijke subsidie er wakker voor gezorgd. Waar I te garen. mogelijk zijn nieuwe boschperceelen aangekocht of Elders, op het platteland, gaan bij lichte maan men heeft rijke eigenaars bewogen om hun, bosch- heelo benden naar buiten oin nog niet-gerooide bezit aan de vereeniging te schenken. akkers te plunderen. Deze bosschen krijgen nu een nooit gedachte be- Dat dit niet altijd op kleine schaal geschiedt, be- teekenis voor de bevolking. A 1 sinds maanden wijst 'n brief, dien de burgemeester van' Wetter van wordt er hout gesprokkeld. Vooral na stormweer de eigenares van het kasteel Mallinckrodt ontving, gaan velen de steile bergwegen op om brandstof te Zij meldt, dat ze niet meer in staat is om maande- verzamelen. Daaronder heel wat oude vrouwen, die lijks de aardappelen voor de volkskeuken te Wetter voetje vooj voetje naar boven gaan. Zijn er veel te schenken. Van haar velden en uit haar schuren liefhebbers, dan duurt het uren, voor ze 'n mandje zijn circa 400 mud gestolen. De helft van haar vol hebben. Dames, die betere dagen gekend hebben, boomgaard is geplunderd. Een kalf is gestolen en zoeken afgelegen hoeken op, rangschikken de vondst geslacht, een dragende koe eveneens. Haar koren is netjes in een langwerpige réticule of in een doek, voor een groot deel 's nachts gemaaid en de eige- opdat maar niemand den inhoud zal zien. Langzaam nares is gedwongen een eigen veiligheidsdienst op gaan zo naar beneden, blij met bet resultaat van' haar bezittingen in te richten. werk, datde kachel in 'n half uurtje zal versin- De aardappelnood, de tot zulke excessen aan- den. Poovor resultaat dus! 'leiding geeft, roept evenens weer 'beelden uit den Doch de luitjes zijn tegenwoordig gauw tevreden, hangen oorlogstijd te voorschijn. Evenals toen gaan Zoo'n sprokkelaarster antwoordde me eens op mijn talrijke hamsteraars den boer op. Hot hamsteren is opmerking, dat die dunne takjes toch dadelijk ver- echter nu veel lastiger dan toen. De boeren ver teerd waren, dat ze geen zwaarder kon dragen. En koopen niet tegen Duitsch papiergeld. Wel tegen daar koken op gas te duur is, was zoo'n bos hout deviezen en dan nog tegen hooge prijzen, omdat ze not genoog om 30, 40 minuten te branden. Ze kook- de waarde der vreemde munt soms niet kennen, te alleen 'e avonds het beetje eten en drinken,, Toen de gulden in bet Berlijnsche vrijverkeer reeds strooide telkens nsch over het dunnen hout en dan op 4 billioen stond, wou een slimme boer aan een had ze een heerlijk warm uurtje, voor ze naar bed mijner vrienden 600 pond voor tien gulden ver ging. koopen. De goeie man was echter verbaasd te De vrouwen uit het volk zijn er beter aan toe. hooren, dat tien gulden veertig billioen waard Natuurlijk geneeren ze zich niet, weten handig de waren. En daar de boer de aardappelen toch niet beste plekken te vinden en is er genoeg, dan sjou- ir. de stad bezorgen kon, is de koop afgesprongen, wen ze met een dikken takkebos naar de stad. Zelfs Deviezen heeft niet iedereen en dus komen de oude besjes spelen 't klaar met zoo'n vrachtje thuis stedelingen met schoenveters, pakken spijkers, te komen. doozen met schoensmeer, lappen stof en wat al met Waar moeders met Jongens zijn, wordt de oogst meer om ze voor aardappelen te ruilen, grooter. Do bengels klimmon in de boomen, slaan In het district Hattingen heeft de sociaal-demo kra- een touw om1 doode takken en een flinke ruk brengt tische landraad eenvoudig weg op den geheel en het dorre 'hout naar benoden. oogst beslag gelegd. Melk, koren, aardappelen, Ook oude boomstronken vinden liefhebbers. Krach- varkens, alles moet afgeleverd worden na aftrek tigo kerels en jongens bewerken ze met een bijl. Dat van het eigen gebruik van don boer. wortelhout is taai en hard. Menige bijlslag is er Onder de landbevolking heersebt daarover bittere noodig om den stronk in stukken te splijten. ontevredenheid. De boer, die meestal eigen grond Nu de winter in aantocht is, blijft het natuurlijk bezit, gaat gebukt onder de vele en hooge belas- niet bij dat onschuldig houtzoeken. Zoo nu en dan tingen. Hij moet 10, 12 uur per dag werken met een ziet men brutaalweg een berk vollen, die in stukken deel van zijn gezin en de werkman houdt bard- gezaagd on naar huis getransporteerd wordt. Dank- nekkig vast aan den 8 uurs-werkdag. De mijnwer- baarder werk dan het moeizaam stuk'hakken van kers hebben geweigerd om in het algemeen belang «tronken. Do houtvesters doen maar een oog toe en twee uur langer te arbeiden. En den boer neemt de Schupo-agenten in de stad zien zoo'n wagentje men klakkeloos een groot deel van zijn productie met gestolen hout niet. af. Ze weten, dat er geen kolen zijn en dusWel 't Is ook onder de moderne republiek het oude wonen we op een paar uur afstand van de kolen- refrein: Sijmen betaalt! mijnen, maar wat heb jo eraan? De kolenauto's, die de Franschen oogluikend'op bepaalde wegen door- SNEEUW. lieten, zijn sinds een paar maanden van de straat- In het Schwarzwald is reeds veel sneeuw gevallen, wegen vefrdwenén. De kolenmagazijnen in do steden EEN MONSTERKANON. zijn leeg, kou-lijden zal voor de mee9ten do bood- Tegen het eind van den oorlog is in de gieterij van schap zijn. Zelfs in het kolengebied is dat het geval. Ruene een monsterkanon gebouwd, dat de Duitsche In verschillende mijnen wordt nog niet gewerkt, om- Bertha's moest beantwoorden. Gisteren is het naar dat er geen geld voor looncn is. Het spoorwegver- buurt van Saint-Nazaire verhuisd, waar de daar- keer is totaal in de war cn de kolen, die hier en ^oe aangewezen commissie het beproeven zal. Hot ka- daar door mijnen geleverd worden, gaan naar Frank- nber 340, het is 21 meter lang en weegt ongerekend rijk den waggon en het onderstel, 88.832 K.G. De draag- Dat kolengebrek in het rijkste kolenland van kracht is 97 K.M. en de projectielen wegen 415 K.G. Europa kweekt eigenaardige verschijnselen. Zoo Het kanon had al lang verzonden moeten zijn, maar Heemstede, 10 Nov. 1923. Het kan zijn, dat ik het gemist heb in onze kran ten. Het is ook mogelijk, dat onze kranten er over gezwegen hebben. Een feit is bet, dat ik alleen in de Engelsche bladen', ongeveer een maand geleden ver meld heb gezien, dat de Grieksch-Katholieke lan den eindelijk en ten langen laatste hun tijdrekening hebben veranderd. Juliaansch en Gregoriaansch. Het kan mij spij ten, dat w ij zoo'n tijdrverandering nooit eens heb ben meegemaakt. Onze ervaringen, helaas, gaan niet verder dan verspringen van zomer- naar wintert ijd en vice versa. En velen hebben geweigerd zelfs daar aan mee te doen. Wij weten allen dat de tijdrekening, door Julius Caesar ingevoerd, in de middeleeuwen spaak ging loopen. Er waren te veel schrikkeljaren. De fout was klein, doch liet zich na een vijftiental eeuwen toch voelen. Men zag in, dat de kalender gewijzigd moest worden, of dat anders eenmaal Kerstmis in dén zomer terecht zou komen. Nu was die verandering op zich zelf zoo erg niet I Voor te schrijven, dat er drie schrikkeljaren minder zullen zijn voortaan in elke vierhonderd jaar is ge makkelijk genoeg. Geen mensch bovendien, die er zich iets van aantrekt. Wie interesseert er zich bui tengewoon voor, of dit of het volgende jaar een dag je meer of minder telt? Neen, het bezwaarlijke van de verandering, was, dat j de fout eerst hersteld moest worden, die in een klei- j ne zestienhonderd jaar geleidelijk was ontstaan. Een fout van elf dagen, bijna een halve maand'. Het was in het jaar 15B2, dat Paus Gregorius XIII last gaf tot verandering van de kalender. Dat betee- kende dus, dat elf dagen plotseling vervielen, eenvou dig werden overgeslagen. Aangezien het de Paus was, die de verandering instelde, werd zij, alleen door de katholieke landen ingevoerd. Evenwel, men bemerkte later, dat men daarmee alleen zichzelf plaagde. In 1700 volgde dus Protes-j tantsch Europa het katholieke voorbeeld. De tijdire-1 kening was overal weer in orde, behalve in de Grieksch-katholieke landen en Engeland. Enge land hield niet van die nieuwigheden,, en in geen go- val van nieuwigheden, die door een ander waren bedacht. Maar ook Engeland haalde bakzeil. Twee en vijftig jaren later, wat toen nog gepaard ging met groote onlusten. Het volk meende, dat hun elf dagen ont- j stolen werden. Het eischte die elf dagen van hun le- ven op. Iets begrijpelijks zat er toch wel in. Niemand, die tot een zekeren leeftijd gekomen is, ziet zich graag ouder worden. Nu zag men' plotseling zijn volgen den verjaardag elf dagen dichter bij komen. Wie nog elf dagen van zijn vijftigsten geboortedag af was, was onverwachts een halve eeuw oud. Honderden, of duizenden liever, zagen hun trouwdag, hun verjaar dag, of een andere feestelijkheid heel eenvoudig overslaan dat- jaar. Maar ook, wat een voordeelen! Vooreerst voor de schooljongens. Engeland voerde de nieuwe rgeeling in in de maand September. Elf schooldagen tusschen de groote vacantie en Kerstmis verdwenen als me*, een too verslag. Dan de menschen met een maandsalaris. Negen tien dagen nadat je je geld ontvangen bad, stond de gemeente al weer klaar met een nieuwe som."t Was voor de menschen om uit de zorgen te komen. En de gevangenen 1 Op de vijf en twintig jaar ma ken elf dagen geen noemenswaardig verschil, maar wie voor een paar maanden zat te brommen, tot 1 Oc- tober of 1 November bijvoorbeeld, zag de tijd in let terlijken zin voorbij vliegen. Na 1752 hielden alleen dus de Grieksch-katholie ke landen nog vol: Rusland, Griekenland en de meeste Ballcanstaten. Hoe meer de handelsbetrek kingen tusschen de verschillende landen zich ont wikkelden, hoe lastiger dit werd. Feitelijk waren ge noemde landen de laatste anderhalve eeuw genood zaakt in hup correspondentie met het overige ge deelte van Europa zich van twee datums te bedie nen. Doch men schijnt er dan toch ten laatste genoeg j van gekregen te hebben. Dit jaar is door een congres, bestaande uit vertegenwoordigers der verschillende, zooeven genoemde landen, besloten de Juliaansche 1 tijdrekening te laten vervallen en de Gregoriaansche fn te voeren. De verandering, als zij werkelijk ge- I schied is, want daarover heb ik niets gelezen, heeft I plaats gehad op den lsten October. De elf dagen waren ondertusschen dertien dagen geworden. Afgesproken werd dus op het congres, om den lsten October kort en goed den 14den te noemen -en daarna met de schrikkeljarenregeling door te gaan zooals in de overige landen. Een maand geleden dus hebben de bewoners van de Grieksch-katholieke landen de verschillende voor- en nadeelen ondervonden, waarover ik straks heb gesproken. Eén ding heb ik daarbij nog over het hoofd gezien, wat trouwens voor de protestajitsehe landen van' voel minder belang was dan voor de ka tholieke of Grieksch-katholieke. Dit zijn de feestda gen. Het congres overwoog, dat het onmogelijk aan- ging de kerkelijke feestdagen tusschen 1 en 14 Octo. ber eenvoudig over te slaan. Besloten werd daarop alle feestdagen, die tusschen beide datums vielen, te zamen te vieren op den veertienden. Aan die feestdagen zit trouwens nog wat meer vast Servië, één van de landen, die nu pas de nieuwe tijdrekening hebben ingevoerd, is bewonderen^, waardig rijk aan die dagen. M.en heeft wel eens uit gerekend, dat de Hollandsche onderwijzers het ge heel© jaar vacantie hebben op één dag na en» dat is de koninginnedag voor Servië, zou men zeggen, is daar wel iets van waar. Praktisch zijn twee der den van de dagen van het jaar feestdagen van een of ander soort. Meer dan honderd daarvan zijn groo te feestdagen, mot winkelsluiting en» alles, wat daar verder aan vast zit Bovendien heeft Servië nog af zonderlijke vrouwenfeestdagen, wat meer in het bij zonder een genot is voor do dienstmaagden. Dit lijkt al erg, of, als men wil, al heerlijk genoeg. Maar daarmee is de zaak niet uit Eon land als Ser vië is niet zuiver Grieksch-katholiek. Het is ge deeltelijk Roomach, gedeeltelijk Grieksch. Waaruit volgt ,dat tot het afgeloopen» jaar eerst voor de Roomschen het Kerstfeest en Nieuwjaar kwamen, met vacantie, en dan, ais Driekoningen precies ach ter derü rug was, nl. den 7den Januari, begon voor do Grieksche kerk het Kerstfeest, gevolgd door Nieuw jaar op den 14en. Schijnbaar alweer niet zoo erg. Dat zou het ook niet zijn, als de solidariteit van de Ser vische werklui niet zoo hartroerend groot was. Want de Grieksch-katholieke arbeider kan het eenvoudig niet over zijn hart krijgen, zijn Roomsch-katholieke broeder te laten feestvieren en wijn te laten» drinken, en hm daarbij zijn halve vreugde te vergallen, door voor zijn oogen te gaan werken. Wel neen, hij vierde met hem mee. Uit erkentelijkheid hield dan de Room" sche collega niet op met de festiviteiten van Drieko ningen», maar begon eenvoudig daags 'daarna op. nieuw aan bet Kerstfeest. Ik moet toch eens infor- meeren, hoe 't daar gesteld is met de scholen. ]Mnar dat is waar ook. Ik zou vergeten, dat aan al deze heerlijkheden juist met ruwe hand een eind is ge maakt. Zoo heeft dus feitelijk dé geheele beschaafde we reld thans de Gregoriaansche tijdrekening. Perzis niet. Perzië heeft zijn eigen tijdrekening, en zal daar misschien nog niet zoo heel gemakkelijk van afstap pen. Want, ze mag dan anders zijn dan de onze. algemeene, ze mag ook iets ingewikkelder zijn, ze f niet slechter, neen zelfs beter dan de Gregoria; sche. Met acht schrikkeljaren in de drie en dei jaar maakt de Perzische tijdrekening een fout één dag in de 5000 jaar. Daar is voorloopig nog over heen te komen. Perzië heeft die tijdrekening te danken aan d< beroemden dichter-sterrenkundige Omar Khayyéa die ze uitdacht omstreeks het jaar 1100. Dit is één. van de twee dingen' waardoor Omar Khayydm ziet wereldberoemd heeft gemaakt. Het andere is zijn gedicht de Rubaiyat, waarvan zulk ;n buitengewoon i mooie vertaling, of liever bewerking in het Engelsdi is geleverd door Edward Fitzgerald. Als. Omar I 00 Khayydm nooit geleefd had, of nooit zijn Rubaiyat had geschreven, was Edward Fitzgerald al9 een on»; bekend man ten grave gedaald. En 't had maar een^ M haartje gescheeld, of dat was evengoed; gebeurd. Maar daarover misschien eens een volgenden keer. het grasveld toe, waar hij op en neer begon te wandelen, met zenuwachtigen, snellen pas. Nu en dan, wanneer oen klagende toon van de .yl°ol hém doordrong, stond hij stil en hief zijn bleek gelaat naar den hemel op. Hij behoefde nu niet meer te glimlachen; hij zag or verdrietig uit Ten laatste sloop hn zacht tot onder het raam van de muziekkamer Neen. geen zorgelijke uitdrukking stond op dat fijne gezichtje te lezen, geen verdriet, alleen jeugd, heerlijke jeugd en aangename ge; dachten, door de muziek opgewekt. En wat leek zy op haar moeder. Precies haar moeder! Plotseling sloeg hij zich met do gebalde vuist tegen hot voorhoofd. Schurk!" Ellendeling, hoe heb je haar opdracht vervuld? En wat heeft dat kind je gewond! In haar onschuld je gepijnigd. Mnn land! Mijn eer!Mijn moed en standvas tigheid!Het is een bespotting!" Don volgonden morgen werd Warburton naar zijn kamer gebracht, oen klein vertrek ja, vlak naast de remise. Er stonden een bed, een wasch- tafcl met loopond water en oen# schoenpoetema chine. Aan de muren hingen eenige afbeeldingen van beroemde paarden, boKsers en ballet-danseres sen, welke. do Koetsier van den senator verzameld naa. Terwill© van den schijn had onze James een goedkoopen koffer gekocht. Al wat er in zat was ock nieuw, want hy had zijn zilvoren toiletgerei in een safe laten opbergen, waar al eenige fami lie juweel en rustten. De oenige voorwerpen, die Duiten zj[n kader vielen en die hij behouden had, waren zyn zegelring en zijn Zwitsersch horlogo. .Jlebt n al ontbeten, mijnheer?" vroeg William, de staljongen. „.Ta, ventje. Ep nu. de juffrouw heeft het ver geten: wil jij mo eens precies vertellen wat ik nier alzoo te doen heb?" I /tWel u spant de paarden in on bestuurt het rijtuig en moet voor hot metaal van net tuig zorgen. Ik houa het lederwerk schoon en do rijtui gen en verzorg de stallen. Als er iets nieuws ge kocht moet worden, moeten we eerst met u er over spreken. Houdt u veel van vloeken, mijnheer?' „Van vloeken?" herhaalde Warburton. „Ja. mijnheerDe juffrouw kan het niet velen Do vorige koetsier, mijnheer, kon prachtig vloeken en ik denK dat hij daarom weggestuurd is. Dat was tenminste één van do redenen." Warburton'a mond trilde verdacht. „Maak je maar niet bezorgd, William, het strookt niet met my'n godsdienst om onbehoorlijke taai uit te slaan.' William knipoogde, Jkrocg een knipoogje terug en zoo worden die twee vrienden. „U hebt dan ook zeker heëlemaal niets tegen. Vrijbuiter gezegd, toen hy zoo plotseling met u over dien hoogen muur sprong, hc?" „Och, ik geloof, dat ik er een paar opmerkingen over maakte tegen Vrijbuiter, die niet netjes zou den klinken in gezelschap, maar daar er toch nie mand iets van kon hooren, denk ik dat het nieit erg hinderde, William." „Neen, mijnheer, dat denk ik ook niet" „En vertol me nu eens, hoe is de kolonel voor ons ondergeschikten?" vroeg Warburton, terwijl hy zijn slobkousen aantrok. {,Ja, hoe moet ik dat noemen. Ziet u, ik ben $d by do familie van mijn zesde jaar af. En do kolo nel is altyd oen van jdo. aardigste menschen ge weest, die ik gekend heb. Vriendelijk en goed voof iedereen. Maar in de laatste paar jaren is hij veranderd." „Hoezoo?" *},Hij stelt geen belang meer in de dingen waar hij vroeger belang in stelde. Hij loopt maar rond, alsof hij iete heeft dat hem dwars zit, is erg afge trokken en is vandaag vergoten wat hü gisteren gezegd heeft. Maar hy trekt zijn gezicht dadelijk in eon anderen plooi als juffrouw Betty in de buurt komt." „Zoo.... Wat is mijn vrije avond?" (Deze vraag zou William ongetwijfeld in de ooren klinken als van iemand die al lang in betrekking geweest was!) „Waarschijnlijk Zondagavond; dat hangt van de juffrouw af. In Virginië konden wy bijna iederen avond uitgaan, maar hier is het wat anders." En William trok haastig zijn rubber schoenen en hand schoenen aan, greep de rijtuigsponsen en verdween. Warburton zat op den rand van zyn bed en lachte in allo stilte. Dat was ales hoogst vermake lijk. Was ooit een man in een toestand geweest ais den zijnen? Hij betwijfelde het. En bovendien zou hij ook nog als huisknecht moeten fungeeren. Dat zou iete zijn om zich tot op zyn ouden dag te herinneren. Toch kwelde hem zyn geweten nog. Hij behandeldo Nancy zoker niet aardig. Hy vond het alleronaangenaamst dat zy nu denken zou dat hy zoo weinig hartelijkheid voor haar gevoelde. Maar wat kon Hy doenr Hy had zich niet meer kunnen terugtrekken. Over één ding kon hy het nog maar niet met 1 zichzelf eens worden: waarom had zy hem in Het moge al goed zijn, niet al te veel op zich zelf acht te slaan, hot is zeker slecht heelemaal geen acht op zichzelf te slaan. De gezondheid verdient den eer bied, de oplettendheid en de zorg die men aan zijn dierbaarst goed verschuldigd is. Laat dus uwe gezondheid niet in gevaar brengen door allerlei kleine ongesteldheden, waaraan gij, als ieder mensch, somtijds onderhevig zijt. Neemt, zoodra gij u niet wel gevoelt, een paar doosjes Pink' Pirlen, en gij zult zien hoe goed die voor u zijn. De Pink Pillen zullen aan uw bloed zijn rijkdom, zijn zuiverheid en de voor den goeden staat van u» lichaam onmisbare kracht weergeven. Zij zullen uw zenuwstelsel versterken en in korten tijd zult gjj een volmaakte gezondheid hebben weergekregen. 1 De Pink Pillen doen de verzwakte gestellen eenti geheele gedaanteverwisseling ondergaan. Zij gew altijd uitmuntende resultaten tegen bloedarm gé i bleekzucht, neurasthenie, algemeene verzwak# en de storingen die uit den groei en den kritiiB s leePijd voortkomen. De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de 4» f9.do zes doozen. Zij worden verkocht in W Hoofddepot: Nassaukade 314 te Amsterdam. Eiscb adres en de Hollandsche gebruiksaanwijzing. Pt Pink Pillen zijn ook te verkrijgen bij allo goed» apothekers en drogisten. D R' Prij 1 Zaa P d- tele Dilt Opf Aai :dienst willen nemen, na alles wat; er tusschen hen was voorgevallen? Als zy het klaarspeelde die episode by het uitstappen van het rij tuig te vergeten., hy kon dat niet. Hy wist, dat iederen' keer dat hij haar zag. de herinnering aan die broe- 1 derlyke omhelzing weer bij hem boven zou komen 1 en hem van een gedeelte van zyn zelfbewustzijn be- rooven zou een eigenschap, die Robert in groote mate bezat, al had hij dit niet gaarne willen erkennen. Als zijn handelingen voor haar een mysterie vormden, de hare deden het voor hem zeker niet minder. Hy nam zich voor, zich buiten gewoon, in acht te nemen en niet door houding of blik zyn bizondere belangstelling voor haar te toonen. Dat hy op zekeren dag door de mand zou moeten vallen begreep hy best, maar hy was er niet rouwig om. Hy begon zich te scheren en terwijl hij zijn gezicht aan den handdoek afdroogde, verscheen Celesto in dö deuropening. Zn bekeek hem met het hoofd opzij, 7/Ooals oen vogel doet die een merk waardig insect ontdekt. „James, de juffrouw gaat rijden, vanmorgen. Ox jo je dadelyK gereed zult maken," en zy begon een Fransch minneliedje te galmen, terwijl do kok in de keuken met woedenden blik zijn ommelette soufflé bereidde en gemelden James niet veel goeds voorspelde, wanneer deze het wagen durfde. Celcste meer dan tweemaal per dag aan te kijken. „Goien morgen," zeide James, zijn handdoek opnangond. Zyn gezicht gloeide van het wrijven. „Bonjour!" Kreeg hy op bewonderenden toon ten antwoord. „Alsjeblieft geen „bonjours" togen mij^ juf frouw", vervolgde hij parmantig. „Voor my bestaat er maar één taal en dat is Engelsch." „Merci! Jullie koetsiers zijn toch allemaal even pedant. Maar als ik jo nu eens Fransch wilde feeren, zeg James?" „Niets voor mij, hoor," en hy schudde het hoofd... Zü was heel bekoorlijk en in gewone om standigheden.... (Hy maakte zyn gedachtenging niet af, maar ik wil het voor hora doen: in gewone omstandigheden zou James haar gekust hebben.) „Geen Fransch leeren? Non! Extraordininaire!" en zy trippelde weg, lachende, terwijl de kok met potten en pannen begon te smijten en James floot. „Verdraaid!" mompelde de nieuwe koetsier. „Het verbaast me dat juffrouw Annesley hier dat aar dige meisje laat rondloopen. Zy moet wel goed doordrongen zyn van haar eigen aantrekkelijkheid i Ik ben benieuwd of ik Karloff hier nog wel eeM tegen het lijf zal loopen? Karloff! Die gedachte ontmoedigde hem. Wat beteekende Karloff voor haar?t Had hij geweten, dat zy dezen winter ia Washington zou doorbrengen? Wat een ironie van het Lot zou het zyn, wanneer hy tot koetsier g» Sromoveerd zou worden op het trouwrijtuig van eze tweeAls Karloff haar het hof wilde ma ken, kon hij dat openlijk doen. En, wat hemzi'lf betrof, hoe zou hy het moeten klaarspelen? „Ohucl had gelyk, ik heb het vcrTseerd aangelegd en ik begin het den eersten morgen den besten al te be treuren." Hij knipte met zijn vingers en ging naar den rechtervleugel der villa, waar "de paar den waren. Tegen negen uur bracht hy Jane en Dick voor en wachtte. Lang duurde het niet, want zy kwam by'na dadelijk do deur uit, haar handschoenen aan trekkend. Zij droeg een zwarte amazone en j» Dir in c A afar lol tentleeren rylaarsjes. Zij droeg geen hoed op»' glanzende haar, wat bewijst dat zy een goeden ni* dos had en een minachting voor zomersproeten.ïflf. do natuur had haar een huid geschonken, wa# zon en wind weinig invloed hadden. ;,Wy zullen naar hot noordon intrekken, Jal* E: daar zijn de wegen beter en stiller. Jane moet van karren hebben." t i „Ja, juffrouw," zeide hy eerbiedig{ U wilt zeker wel wat wegwijs maken hier in do naast* omgeving." „Ik zal wel maken dat jc hier al heel gauvr overal den weg weet. Je Kent Washington «'-13 1 ulJ niet goed?" „Neon juffrouw. Zal ik u een eh -evWj helpen-opstügen?" Hy kreeg een kleur, hij «ad by'na gezega „een zetje geven.'" Zij knikte: hy plaatste zijn handpalm on<dw. haar laars en zy' sprong in het zadel. Daarna steef Qp hy op en wachtte op baar bevelen. „Als wo alleen ryden, James, heb ik er met tegen dat je naast me ry'dt. maar als er f.as^ G( zyn moet ie altijd een meter of vijf achterblijven- „Ja. juffrouw." Als hy toch maar do gedaenre aan dien Karloff en de mogelijkheden daaraan veel jn bonden kwijt had kunnen raken, zou hij dit aliw buitengewoon grappig hebbon gevonden. ,..ntntr „Vooruit maar!" ën zy raakte Jane's flank even met haar karwats aan. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 6