Binnenlandsch Nieuws.
De beer Hollander vraagt of het doen vervallen van
de sperklokhuur geen finantieel bezwaar ia voor bet
bedrijf.
Voorzitter zegt van ©enigszins wel, want het bedrijf
heeft de sperklokken aan te schaffen en heeft dus
renteverlies, doch er staat tegenover dat hoe meer
gebruik wordt gemaakt van den dagstruuiii, hoe voor-
deeüger dit voor het bedrijf is. Juist het dagstroom-
verbruik brengt winst in het laadje. B. en W. ver
wachten dat het voordeel zoo groot is dat het zal
gaan boven het verlies van de sperklokhuur.
De heer Baken vraagt of die sperklokken niet heele-
maal kunnen vervallen.
Voorzitter zegt van niet, het verbruik door de mo
torun is van dien aard, dat het niet op woord vrij
gegeven kan worden.
Do heer Hollander meent, dat het miseen van de
sperklokhuur invloed zal hebben op de koeten der
lichtpunten.
Do heer Sleutel wijst er op, dat wanneer door het
vervallen van do sperklokhuur, eon 3 P.K. motor
gonomen wordt mplaaits van een 2 P.K. motor, dit
oen vormeerdering van verplicht verbruik geeft van
f21, want hoe zwaarder motor, hoe (hooger de ga
rantie van het maximum-gebruik. Op den duur zal
het dus voordeel geven wanneer de sperklokhuur
vervalt.
Do heer Kooger kan niet begrijpen, dat die f 12 zoo
veel verschil maakt bij hot nemen van een motor.
Voorzitter wijst er op, dat in de meeste gemeenten
de sperklokhuur is vervallen, omdat zij een absolute
belemmering veroorzaakt.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met
4 tegen 3 stemmen, tegen stemden de heeren Hol
lander, Mooij en Kooger.
Voorzitter zegt, dat wel zal blijken, dat het een be
sluit is, in het belang van het bedrijf.
Van de afdeeling der arbeiders in het Landbouw-,
Tuinbouw- en Zuivelbedrijf is een adres ingekomen,
waarin verzocht wordt om vergoeding door de ge
meente voor de z.g. wachtdagen.
Voorzitter zegt, dat B. en W. adviseeren afwijzend
op bet verzoek te beschikken. B. en W. zijn het niet
eens met de opvatting die in het adres tot uiting
komt. De arbeiders zijn in een werkloozenverzeke-
ring gegaan, opdat in geval van werkloosheid zij ge
dekt zouden zijn door die verzekering. Dit zou ech
ter niet mogelijk zijn wanneer de gemeente niet bij
past o oen zeer belangrijk bedrag van de contributie,
zoodat de gemeente en de arbeiders samen
de verzekering zijn aangegaan. Voor de verzekering
van de bouwvakarbeiders wordt 125 pet van de con
tributie bijgedragen, voor de verzekering van de ar
beiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbe
drijf woTdt door rijk en gemeente 175 pet. bijgedra
gen., tegenover de contributie van de arbeiders. Die
bijdrage draait om de f600 a f700. De gemeenteraad
heeft door het aangaan van deze verzekering dus
gezegd, dat daardoor getracht moet worden zich te-
gun werkloosheid te dekken en daarmee behoort
het dan ook afgeloopen te wezen. In tweede instan
tie kan de gemeente hulp verleenen door uit te zien
naar productief werk, Op grond daarvan meenen B.
en W. niet op het verzoek te moeten ingaan.
De heer Mooij vraagt hoe B. en W. zich dan den
ken da', de werkloozen rond moeten komen, want
als or geen inkomsten zijn, dan kunnen er ook geen
uitgaven zijn.'
Voorzitter: Ja, als ik wat ik deze week ontvang,
ook uitgeef, dan ben ik even hard als jij.
De heer Mooij vraagt, of voorzitter dan denkt, dat
de arbeiders kunnen overhouden. Onze gedachte,
zegt spr., is. dat dit niet kan.
Do heer Kooger zegt, dat het wear draait om *t
zelfde als vorig maal, 't is moeilijk en 't blijft moei
lijk. Spr. is het eens met den heer Mooij, dat er niet
overgehouden kan worden en in de eerste dagen van
workloosheid kan nog niet worden getrokken, en
dan mist men de inkomsten.
Voorzitter zegt, dat de arbeiders de verzekering
zelf zijn aangegaan.
Du heer Kooger: Die zijn we allemaal aangegaan.
Voorzitter: Juist, daarom.
De hoor Kooger: Maar er is geon bezwaar ver
goeding voor 'de wachtdagen te vragen.
Voorzitter: Gevraagd kan het altijd worden.
Do heer Mooij zegt, dat op hot dongres er op
aangedrongen is, de wachtdagen te laten vervallen,
maar dat is niet aangenomen. Maar een minder
heid kan heel klein wezen, velen kunnen toch het
inzicht hebben, dat het noodig is de wachtdagen te
laten vervallen. Spr. zegt dat er eerst moet wezen
oen week wachtdagen, dan gaan de lijsten naar
het hoofdbestuur en dus is men 3 weken werkloos
voor men centen krijgt- Daarom trachten we voor
de wachtdagen een vergoeding te krijgen. Het gaat
niet om één week.
Voorzitter zegt, dat daarvoor een oplossing te
vinden zou zijn. De heeren moeten goed begrij
pen, en spr. dacht, dat ze dat nu ook langzamer
hand wel wisten, dat wanneer het mogelijk is, spr.
iet de menschen best gunt. Naar spr.'e meening
was het standpunt van net congres iuist Als men
redeneert: ben ik werkloos, dan heb ik recht op
uitkeering, dan moet men trachten verandering in
do regeling te krijgen. Maar men moet niet het on
mogelijke eischen en willen dat een gemeente als
deze in de bres spangt. Verleden jaar "hadden we
50 h 60 werkloozen en wanneer we nu de vergoe
ding voor de wachtdagen stellen op fl per dag*
dan zou dat baloopen een kleine 1400 per week.
Dat is voor onze gemeente niet te doen.
De heer Mooij merkt op, dat Voorzitter spreekt
van per week, maar het gaat om één week.
De heer Kooger gelooft ook wel, dat als er ge
holpen kan worden, er geholpen zal worden, maar
daarom behoeft niet gezegd te worden, alsof de een
zich wei kan redden, ae ander niet. B. en W.
zullen het met spr. eens wezen, dat de menschen
absoluut niets kunnen overhouden en dus dadelijk
schulden moeten maken. Spr. zal niet zeggen dat
Voorzitter in sommige gevallen geen geluk heeft,
maar over 't algemeen wordt toen tekort verdiend
om over te houden. De loonen zijn zakkende, de
producten niet.
De heer Sleutel wijst erop, dat er zijn 2 cate-
goriën van arbeiders, vaste en losse arbeiders. De
vaste arbeiders hebben geen verzekering noodig en
over 't algemeen zullen de losse arbeiders meer
verdienen aan de vaste. Naar spr.'s meening, moe
ten de losse arbeiders in de zomermaanden er een
beetje aan denken, dat ze 's winters werkloos. kun
nen zijn. Spr. weet wel,*dat er zullen zijn, die het
>bbi
De eerste stap in de bedoelde richting is geweest
het organiseeren van een wedvlucht van Quiévrain,
in Frankrijk, even over de Belgische grens, naar
ons land; de deelneming daaraan stond open voor
alle Nederiandsche houders van postduiven. Die
vlucht is op 9 September van dit jaar gehouden en
het aantal duiven, dat erin meegevlogen heeft, is het
grootste geweest dat ooit in een wedvlucht heeft
medegedongen, nl. 50.000, afkomstig uit 425 verschil
lende plaatsen van ons land. Een van de bekendste
duivenfokkers van ons land ,de heer C. A. M.
Sprayt, heeft deze vlucht geheel op kosten van de
N. V.. georganiseerd; de Duif had er niet minder
dan 1200 prijzen in geld en medailles voor uitge
loofd.
Op den 8sten September, den dag vóór de vlucht,
zijn 39 wagons met duiven, verpakt in 2000 man
den van 25 stuks, elk via Roozendaal naar Quié
vrain verzonden. Tevoren waren alle duiven, over
eenkomstig het gebruik bij dergelijke wedstrijden,
van een merkteeken aan een poot voorzien, oen
werk, dat alleen een omvangrijke organisatie ver-
eischte. De voorbereiding omvatte echter nog heel
wat meer. Iedere deelnemer aan een wedvlucht
heeft een registreerapparaat, Zijn duiven, die van
een wedvlucht thuiskomen, ontdoet hij van het
merkteeken, een ringetje, aan hun poot, dat in een
gleuf van het controle-uurwerk wordt gedaan, waar
na dit op seconden en gedeelten van seconden nauw
keurig den tijd van aankomst registreert. De klok
ken worden vóór iedere vlucht verzegeld, moeten
echter voor het begin van de vlucht gelijk gezet wor
den, zoodat alle duivenhouders, wier vogels meevlie
gen, nauwkeurig denzelfden tijd op hun klok heb-!XreÜenVan dmi ïeeV''fa^^GinkTdireven^aaJ3ig
ben. Zonder dat is natuurlijk eerlijke_^ vaststellingbet penseel als de pen veort, en geven zoo getrouw
van den uitslag niet mogelijk. Bij de Plemes-vlucht mogelijk de kenmerken van de verschillende rassen
ging het om het gelijk zetten van duizenden klok- en poorten weer.
ken in 425 plaatsen van Nederland. De moederklok,! Qp bet programma staat verder: de stichting van
waarnaar de klokken geregeld moesten worden, een proefiokinrichting voor de duiventeelt, welke
stond in dit geval in het Algemeen Verkooplokaalzal bestaan uit een afdeeling voor zeldzame en ver
te Rotterdam. Qp een vooraf bepaald tijdstip werd dwijnende duivenrassen, in het bijzonder die van
noodig hebben, maar het is toch ook zóó, dat de
één meer kan doen met één kwartje, dan de ander
met 2 kwartjes, dat zien we dagelijks.
Voorzitter acht de zaak voldoende besproken; het
Voorste/van B. en W. om afwijzend op het verzoek
te beschikken, wordt aangenomen met 4 tegen 3
stemmen, tegen de heeren Hollander, Mooij en
Kooger.
Als lid van de Plaatselijke Schoolcommissie moet
aftreden de heer P. Vos. De aanbeveling luidt: 1.
;ide heer P. Vos, 2. de heer Jb. van Schfeijen. De
heer P. Vos wordt mét algemeene stemmen be
noemd.
Goedkeuring is ontvangen op het besluit tot het
doen van af- en overschrijving tot een bedrag van
f 500, subsidie Burgerlijk Armbestuur.
B. en W. stellen voor tot het maken van een
brandvrije kluis. De vergadering wordt een oog en-
blik geschorst. Na heropening wordt het voorstel van dit centrale punt uit vóór het begin van de Nederlandschen oorsprong: een afdeeling voor we-
J n n n r»nrtAn -n AAn ,.1|1aK4 AAn AAT> n n n+Q 1 trü 1 q'q 1 Q f r\.Tl i CA h i>av. a aU a aK.'I.a1 1
ment van het opvliegen heeft opgenomen. Ook van
de voorbereiding van do vlucht, voorzoover vatbaar
voor verfilming, heeft hij een reeks van momenten
vastgelegd, het losbreken van do 50.000 vogels teg*
lijk is wel het merkwaardigste fragment uit
opneming. Aan de film is een kort overzicht vaa
de ontwikkeling van een duif van ei tot volwassen
dier toegevoegd; de operateur heeft het geluk
gehad juist het uitkomen van een ei te kunnen
opnemen. Verder zijn in de film eenige kijkjes uit
het bedrijf van de zeepfabriek ingelascht
De wedvluoht was, zooals wij zeiden, een eerste
stap. Het is het plan van de Duif, met het hou,,
den van dergelijke wedvluchten door te gaan, en de
duivensport verdor te stounen door het zelfstandig
organiseeren van duivententoonstellingon of hot
subsidieeren van door anderen georganiseerde ten
toonstel:'n pen. tTer aanmoediging van de fokkerij
zal er voorts binnenkort een 14-aaagsoh tijdschrift,
getiteld de Duivenbode. verschijnen, waarin voor
jonge liefhebbers en beginners allerlei wenken
en raadgevingen zullen worden gepubliceerd mot
betrekking tot de fokkerij, hetzij voor nut, hotzij
voor sport.
Inmiddels is reeds het eerste van een serig
albums verschonen, die successievelijk afbeeldingen
en beschrijvingen van alle hier te lande bekende
soorten sier- en postduiven zullen brengen. De
tekst van deze albums wordt samengesteld door
den heer C. A. M. Spru.yt, hierboven genoemd*
en den heer C. S. Th. van Gink, eveneens oen bo>
ikende specialiteit op het gebied van de (weten
schappelijke) duivenfokkerjj en hoofdredacteur van
Aviacultura. De plaatjes zun uitgevoerd naar aqu-
zonder hoofdelijke stemming aangenomen en aan
het verzoek van den heer Hollanler, om het werk
onder de ingezetenen aan te besteden, zal worden
voldaan.
BÜ jle rondvraag zegt de heer Kooger, dat aoor
den voorzitter, toen hij het had. over ae kanalisatie,
gesproken is over een andere richting. Spr. vraagt
welke richting bedoeld wordt.
Voorzitter deelt mee, dat in afwijking met het
oude plan zal worden nagegaan het plan langs de
ringsloot, uitkomende in 't hart van den grooten
Kruisweg. Spr. kan wel Zegggen, dat de plannen
Verbazend veel geld kosten. Sluiting.
DUTVEN.
Velen onzer lezers zullen, naar wij veronderstel
len, geen denkbeeld hebben van den omvang, dien
de liefhebberij voor het houden van duiven en het
organiseeren van wedvluchten en tentoonstellingen
daarvan in ons land heeft, en zullen er allicht van
opzien, dat Rotterdam alleen meer dan tweehonderd
clubs telt, weke zich met die liefhebberij bezig hou
den. In andere plaatsen is het naar verhouding net
zoo; tot de kleinste plaatsjes hebben hun duiven
clubs, en het aantal der over het geheele land ver
spreide duivenliefhebbers is evenmin te schatten als
vlucht, aan een aantal ondercentrale's telefonisch tenschappelüke proefnemingen en onderzoek op
de tijd opgegeven; naar de klokken in de ondereen- het gebied der erfelijkheids- en ziekteloér, wéllöé
itrale's zetten de daar bijeengekomen liefhebbers zal worden opegestcld voor de openbare weten
hun klokken gelijk. Den volgenden dag werden alle schappelijke en practische proefnemingen inzake
klokken nog eens gecontroleerd en daarop verzegeld.
Behalve den julsten tijd heeft men voor het opma
ken van een uitslag ook den nauwkeurigen afstand
noodig, dien iedere duif moet afleggen, want de prij
zen worden toegekend voor de hoogste gemiddelde
snelheden. De berekening van de afstanden is een
al even precies werk, als het gelijk zetten van de
klokken. Men kan daarbij niet volstaan met voor A.
en B., die in dezelfde stad wonen, dezelfde hemels
breedte aan te nemen, want het verschil in ligging
van woningen kan vooral in uitgebreide groote ste
den soms niet onbelangrijken invloed oefenen op den
vliegtijd
Behalve dus dat de hemelsbreedte van Quiévrains
do vleeschduiventeeit, eveneens omvattende dé
bestudeering en practische beproeving van huisves
tingsmethoden, voedersystemen en stelselmatige pa
ring. Vleeschduivenrassen uit verschillende landen
nullen hiertoe worden ingevoerd. Na proefneming
zullen goede fokparen beschikbaar worden gestelci
aan personen, die zich op de vleeschduiventeeit
wenschen toe te leggen. Ter bestudeering van de
in het buitenland gebruikelijke methoden zal in
verband mét de stichting van het proefstation een
deskundige naar het buitenland worden gezonden.
Haar eigen belang,. het geven van bekendheid
aan haar producten dienende, stelt de Koninklü'kr
Zeepfabrieken de Duif zich voor de uitvoering van
bovengenoemd programma de duivensport te bo-
vorderen en bij te dragen tot de geestelijke vor-
tot alle plaatsen, uit welke duiven meevlogen, moest
woiden vastgesteld, moest ook de hemelsbreedte v
van Quiévrain tot de woningen van alle afzonderlij- '/an ne^ wuge geslacht, onder hetwelk door
ke deelnemers worden uitgecijferd! Dit gebeurt al- j het verzorgen van duiven verantwoordelijkheids-
tijd bij duivenvluchten en de duivenclubs zijn op gevoel en dierenliefde worden aangekweekt én
dit werk ingericht, doordat zij de beschikking heb-1 dat wordt afgehouden van vorkeerde vermaken,
ben over zg. coördinaatboeken, ware cijferbijbels.**EN ONVOLTALLIGE RAAD.
waaruit de eerstbedoelde globale afstanden dadelijk Wijl de C..-H raadsleden zich bij de wethouders-
zijn af te lezen voor een aantal plaatsen in het bui- keuze verbonden in plaats van met de R.-K. met eer
tenland. De correcties voor het onderlinge verschil JYJ;d-Kath. lid, hebben alle R.-K. raadsleden vst
het aantal van de duiven, dat zij houden; dit laatste iin ligging van de afzonderlijke woningen moeten Wulpskop, alsmede hun opvolgers bedankt, meld
loopt echter stellig in de millioenen. Deze toeneming echter Voor elk geval met behulp van het coórdi- het -Vad". Wijl alleen de C.-H. lijst nog een naam
van de belangstelling voor de duivensport is pas naaistelsel worden aangebracht, zelfs tot in meters bevatte, is deze benoemd verklaard, zoodat de raar
van de aatste twintig jaar, de duivensport zelf is nauwkeurig. Een rekenarij zonder eind, waarbij in dezp zittingsperiode zal bestaan uit 4 C.-H. leden en
honderdduizenden cijfers moeten verwerkt worden..vvdd-lid, in bet geheel dus slechts 5 leden.
Er zijn personen, die van dit werk hun beroep ma- eïSot«ïw
ken. Dit alles moest bij de Pleines-vlucht, vanwege POSTCHEQUE- EN GIRODIENST,
haar buitengewonen omvang, natuurlijk op veel Op een aanvraag van het Amstcrdamsche Comité
grootere, dan de gebruikelijke schaal gebeuren. 'f r Behartigingvan de Belangen van Rekeninghou-
Een probleem van meer practischen aard was de ders bu den Postchèque- on Girodienst, tot het bestuur
i -a aaa ii, jVIIT1 np7PT1 Hlpnat o-onpht mvnlra Ka! aawVi4 /1a4 y-ï<-
in ons land al van heel ouden datum.
Togenwoordig worden geregeld op tal van plaat
sen in ons land tentoonstellingen van duiven gehou
den, en het aantal wedvluchten is iedere week (wan
neer het weer tenminste niet tegenwerkt) zoo groot,
dat zoo de bladen over dit alles berichten zouden op
nemen, zij voor de duivensport op zijn minst even
veel plaats zouden moeten reserveeren als voor
voetbal. Op de tentoonstellingen nemen de sierdui-
ven de eerste plaats in, de mededinging heeft het
zoeken naar nieuwe soorten daarvan aangemoedigd,
en onder invloed van dezen prikkel is het aantal
soorten in de laatste jaren enorm uitgebreid, zoodat
een duivenhouder, die mee wil kunnen spreken, een
niet onbeteekenende mate van kennis op zijn ge
bied moet hebben. Alleen in ons land zijn er op het
oogenblik zeker een 150 verschillende soorten dui
ven bekend.
In het buitenland doet men ook veel aan het fok
ken van z.g. vleeschduiven voor de consumptie, van
den houder zelf, of (wanneer de fokkerij op grootere
schaal gebeurt) voor den verkoop. Op de spijskaar
ten van buitenlandsche restaurants is een duiven-
schotel een gewild en betx-ekkelijk goedkoop gerecht
Deze vorm van fokkerij is in ons land zeldzaam.
De algemeene verbreiding van de duivenliefheb-
berij heeft de directie van de Koninklijke Zeepfa
brieken De Duif v.h. Chr. Pleines, in Den Dolder, de
overtuiging gegeven, dat zij velen in hun zwak zou
voedering en drenking van'de 50.000 duiven tijdens <Jf,zen dienst gericht inzake hot gerucht, dat do
het vervoer naar Noord-Frankrijk. Ook in ons land i °stchèque- en Girodienst met 1 Januari a.s. zou wor-
ls het aantal wedvluchten zoo menigvuldig, dat er heropend, is, naar wij) vernemen, geantwoord, dat
personen zijn, wier beroep bestaat in het begeleiden van heropening nog mets met
en verzorgen van duivenconvooien en die in den tijd Z('kerheid kaai worden vastgesteld.
dat het weer gunstig is voor wedvluchten geregeld~7
eenige malen per week met een convooi 'de greus a r 1 3 ÏTt
overgaan. In België, waar de duivenliefhebberij nog
veel en veel grooter is dan bij ons, zijn er voor het5^T^EvTT~7TT7Tr^7\7Mrz
vervoer van duiven speciale spoorwegwagons, en het rb IjJc w L) t1> IxjuVJ ib i\.
station te Quiévrain, het beginpunt ook van vele
te weinig? Zijn uw leedmaten beverig en rheuma-
de 50.000 duiven van de Pleines-vluoht
B ifet S^oTZ« 50.000 vogels moet buitT ™g
1Hirtt u bijtijds; taat Fort* Mn Nieren Pil-
z:_ Jtti „AA rirv len een nierziekte voorkomen; spoedige behandeling
„Dat zullen wo nog eens zien. Ga me nu maar
voor, ik zal je volgen. En denk er aan, ik verwacht
niet dat je me een leugentje opdischt." De kolonel
sprak op ongeduldigen toon.
Warburton bracht hom naar zijn kamer en maak
te licht. De kolonel ging op den rand van het bed
zitten on stak zijn sigaar weer aan.
„Nu, jongmensch, vooruit er mee. Ik wacht."
Warburton liep verscheidene malen het vertrek
op on neer. „Ik weet waarachtig niet hoe ik be
ginnen moet, kolonel. Het begon met een grap,
clie verkeerd afliep."
„Zoo?" was het sarcastische antwoord. „Laat
me de grap eens hooren."
James aarzelde niet langer, maar wierp zich "koel
bloedig op zün verhaal. Soms keek de kolonel
hem aan, alsof hü vreesde, met een krankzinnige
te doen te hebben: soms begon hij even te lachen,
dan weer fronste nü de wenkbrauwen.
„Dat is alles," eindigde James en bleef zijn kolo
nel aankijken met angstige oogen.
„Wel, van alle stommiteiten die ik ooit gehoord
heb!
„Kolonel P"
Van alle ezelskoppenI"
Warburton beet zich verstoord op de lippen. De
kolonel zwaaide de roos heen en weer.
„Ja, jongeheer, je bent een ezelskop."
„Dat geloof ik zelf ook. Maar ik ben nu te ver
gegaan om me weer terug te trekken. Wilt u me
nu de roos teruggeven, kolonelP"
„Waarom tochP" vroeg de ander koeltjes.
„Omdat ik haar met mijn heele hart lief heb
en dio roos van haar was. Het kan me geen sik
kepit schelen, of _de mensohen het merken."
„Niet zoo luid, vriendlief, niet zoo luid."
„O, hot kan me ook geen sikkepit schelen of
iemand het hoort." was het ontmoedigde antwoord.
„Het is een bespottelijk, ongerijmde historie.
Is Beitv Annesley er nu een meisje naar om,
zooals jo dat wel een9 in de couranten leest, er
met een koetsier van door te gaan? Wat voor kan
sen heb je bü haar in deze vermomming?"
„Ik verlangde alleen, om en bij haar te zijn,
verder heb ik niet gedacht"
..Dat ziet er tenminste niet naar nit. Hoe lang
heb je dit spelletje nu al gespeeldP"
„Het lijkt me wel een jaar."
JEIomt er krankzinnigheid voor in je familie?"
Warburton schudde net hoofd, bleekjes glim
<een oogenblik, want zóó snel weten de duiven zich penic.p betrouwbare voorbehoedmiddel
te oriënteeren en den weg haar huis te vinden, dat ls_.n®J; eenige betrouwbare voorbenoeamiaaei.
het nauwelijks een hal7e minuut duurde, of de Verwaarlozing kweekt al te dikwhjs blaasomste-
wolk van vogels was reeds uit het gezicht verdwe- kin*. waterzucht, rheumatiek steenvoraiing en uri-
tasten, wanneer zij, haar eigen belang, nL de re-nen. £>e gemiddelde snelheid van een duif is zeer nezuur-yergiftigmg. Hoewel Fosters Pillen zelfs bij
clame voor haar producten behartigende, tegelijka-root, een 1200 meter in de minuut; de eerste deze latere verwikkelingen baten, is het verstandi-
ook de duivenliefhebberij bevorderde. Dat de keuze prijswinner echter had wel 1420 meter per minuut &er or9- dl.1 speciaal niergeneesmiddel tot voorkoming
juist op deze viel lag, in verband met den naam van afgelegd, d.i. 85 K.M. in het uur. va° nierziekte te gebruiken.
do ffthriek en haar fabrieksmerk een duif voor vmr d« o-elefirenheid een film-ouerateur i verkrijgbaar m apotheken en drogistzaken a f 1.75
'de fabriek en haar fabrieksmerk een duif voor Ër was voor de gelegenheid een filmoperateur j Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken i
de hand. van de Haghe-Filmfabnek meegegaan, die het mo j P6r doos.
lachend.
„Ik begrijp or niets van," verklaarde de kolo
nel. „Een officier van West Point. gezien bij al
zijn kameraden, de held van vele balzalen, die zich
als koetsier verkleedt en aan tafel bedient."
„Maar u moet de beweegredenen niet uit 't oog
verliezen, kolonel. U bent toch zelf ook jong ge
weest."
De kolonel dacht aan de moeder van het meisje.
Ja, hü was ook jong geweest, maar toch nooit zoo
jong als dit luitenantje.
„En donk je dat je het winnen zult van dien
knappen Rug?"
„Zij heeft hem afgewezen," antwoordde Warbur
ton gedachtenloos.
„Aha!" en de kolonel fronste de wenkbrauwen.
Heb je dus al luistervink gespeeld ookP"
„Watiht even, kolonel. U weet .dat ik dol ben op
muziek. Ik was naar de muziek komen luisteren en
toen die ophield hoorde ik stemmen op het bal
kon".
„Waarom ben Je toen niet weggeloopen?"
„Dan zouden ze me immers gezien hebben! Dat
durfde ik niet"
De kolonel kauwde zwijgend op het eind van zijn
sigaar.
„En wilt u me nu die roos geven?" vroeg War
burton kalm.
De kolonel sloeg hem met achterdochtige blik
ken gade. Hij kende die bedaarde stem. Dit betee-
kende dat hij, wanneer hij de roos weigerde te ge
ven, erom1 zou moeten vechten en dan waarschijnlijk
het onderspit zou moeten delven.
„Ik vermoed dat Je me haar wel met geweld zou
afhandig trachten te maken, als ik het niet deed".
,.Ik heb u de bloem anders gewillig genoeg gegeven
kolonel."
„Dat is zoo. Hier." De kolonel wierp hem de roos
toe.
„Ik zou wel graag willen weten, of u van plan
bent me aan de kaak te stellen. Het zou mijn ver
diende loon zijn."
De kolonel bestudeerde de platen aan den wand.
„Heb Jij die uitgezocht?"
„Neen, kolonel. Rent u van plan me te verraden?
Eigenlijk zou het een opluchting voor me zijn. Om
de waartieid te zeggen, ik krijg er genoeg van voort
durend met een masker te moeten rondoopen".
„Je deed het anders nogal geschikt".
„25ult u me verraden?,Y hield hij aan.
„Neen, jongen. Ik wil er niet de oorzaak van zijn,
dat je malle streken ruchtbaar worden. Je hebt op
het politiebureau een nacht doorgebracht, je hebt
paarden gemend en verzorgd en je hebt een kneoh-
tenpakje gedragen. Waarom, in 'shemelsnaam, heb
je niet geprobeerd op de normale manier met haar
in kennis te komen? Daar bad je toch genoeg ge
legenheid voor."
Warburton haalde de schouders op, de kolonel
deed hetzelfde en stond op.
„Blijft u lang in Washington, kolonel?" vroeg War
burton beleefd.
„Je wilt me graag gauw kwijt, hè?" antwoordde
deze met een grimmigen lach. „Neen, ik denk nog
maar een paar dagen. Goedenavond".
De kolonel bleef op den drempel stilstaan en er
kwam plotseling een warme, vroolijke glimlach op
zijn gelaat. Hij strekte zijn hand uit en Warburton
greep die dankbaar. Zijn kolonel had hem dus maar
een beetje willen plagen.
„Kom terug *in het leger, Jongen; het is hier geen
plaats voor iemand van jou soort. Het leven is groot-
scher in het westen. De menschen glimlachen hier te
veel en zij lachen niet dikwijls genoeg. Kom terug
bü ons, jongen, we hebben je noodig, de dienst en ik.
Toen ik je vanmorgen zag, herkende ik je dadelijk.
Ik kon alleen niet begrijpen wat je toch in je schild
voerde. Tracht dit meisje te veroveren als je kunt.
Zij is wel waard dat er een beetje om haar gevoch
ten wordt. Breng haar ook mee naar het westen".
Waiburton klemde de hand van den ouden man
in de zijne, totdat deze te kennen gaf dat hij hem
pijn begon te doen.
„Denkt u, dat zij er iets van vermoedt?" vroeg
Warburton.
„Neen. Maar zij verwondert zich wel over je. Ik
heb aan tafel gezien dat zij voortdurend naar je han
den keek. Zij heeft haar oogen niet voor niets en be
grijpt best, dat jouw handen geen knechtshanden
zijn. o, ik had zoo'n moeite mijn lachen in te hou
den. Ik verlangde er naar dat iemand iets dwaas
zou vertellen om het eens flink te kunnen uitbulde
ren. Os Ik vertel het vast en zeker aan de jongens,
daarginds. Kom, kijk maar niet zoo kwaad. Je hebt
een grapje uitgehaald, nu is 't mijn beurt. Pas op dat
die Rus geen spaak in je wiel komt steken. Ik mag
hem wel en toch mag ik hem soms weer niet en
met al je dwaasheden heb je veel goeds in Je en
kan je vrouw trotsch op je zijn. Nu, ze zullen naar
me zoeken. Goedenavond en het beste ermee. Als je
me soms noodig hebt stuur dan maar een briefje naar
de Club.
En de vroolijke oude krijgsman, nu en dan schud
dend van het lachen, ging naar het salon terug.
Waiburton bleef staan in het midden van het ver
trekje. Hij verzonk in droomen. Eensklaps drukte hij
de roos aan zijn lippen en kuste haar hartstochtelijk,
kuste haar ontelbare malen. Twee of drie blaadjes,
niet bestand tegen zulk een woeste behandeling,
fladderden op den vloer. Hij raapte ze op, op elk
van deze fluweelige blaadjes kon zij haar lippen ge
drukt hebben.
Ik weet niet hoe lang Warburton daar bleef
staan, maar het duurde zeker wel tien minuten,
toen plotseling zün deur opengeworpen werd en
Pierre de kamer binnen kwam rollen, zün gelaat
rood van woede.
„Zoo! Dacht je dat ik de tafel wel voor je af
zou nemen? Dat wou je wel, hè? Ik de tafel af
ruimen? Ik? Ik denk er niet aan. Ik kook, en
verder niets. Naar de eetzaal, gauw, of ik zal
maken dat je je ontslag krügt."
„Best hoor, Peter, ouwe jongqn," riep Warburj-
ton opgewekt. Die Piorre was'al een neel grap
pige kereld.
„Pétaire! Je bent zoo brutaal me Pétaire te dur
ven noemen? Wacht maar ik zal zorgen dat jc
morgen de deur uitgeschopt wordt, lakei!"
„Kok!" kreeg nü ten antwoord op spot-
tenden toon.
Pierre was letterlijk met stomheid geslagen. Zuil
een gebrek aan eerbied had hü nog nooit, ondci*
vonden. Het was ver schrikkelijk. Iiü opende dfi
mond om er een stortvloed van Fransche vloe*f!l
uit te laten vallen, toen James hem bü den »rn
greep.
„Kük eens hier. Peter, kook jü nu j© soep *naa
en braad je patrijzen, maar kom niet in de stallen
of anders zal ik. om het met je,, eigen woorrtet
weer te geven, jo er uitschoppen. Zeg
tweede-meisje dat zü de tafel moet afruimen, ik
heb vrü'af voor de rest van den avond. En nu:
en avant, marche."
En James pakte den woedenden Pmrre steyie
beet, zette hem zün deur uit en sloeg die voor znr
neus dicht
He zal maar niet herhalen wat Pierre zeide. nof
minder wat hü dacht
Wordt vervolgd.