ROMMELKRUID.
DE JONGENS VAN DEN MOLEN.
ma waar. De gewone handelwijze is: de bol
len op glazen weg te zetten, donker en koel, om
wortel te vormen. Het water mag niet tot aait
den bol reiken. Hebben de bollen soms in het
water gestaan? Is de wortelkrans rot of de
schubben. In het eerste geval zijn de bollen ze
ker weg, in het laatste geval zou ik de zieke
rokken verwijderen en het nog eeen aanzien.
CttvU.
Vraag 23 van S. te Twisk. Vrager had een
prachtige Clivia, die nu door de laatste vorst
aangetast is. De bladeren zijn voor een gedeelte
bevroren. Er zitten nog een paar stekken aan
de plant. Wat kan gedaan worden?
Antwoord: Bevroren planten moeten nooit
direct bevroren en wel in een warme kamer
goplaatst worden, maar kond ontdooien. Anders
is de heele plant direct weg. Het is wel Jammer
van uw mooie Cliviawant de doode gedeelten
groeien vanzelf niet meer aan. De plant zal
voorloopig wel leelijk blijven. Neem dit voor-
Jaar de stekken er af.
Aibumplaatjea.
Van den heer L. J. Brantjes, Villa „Houtheu-
vel" te Purmerend„ ontving ik reeds een groo-
te hoeveelheid albumplaatjes, waarvoor mijn
bartelijken dank.
K. VAN KEULEN.
STEENKOLEN.
Een der belangrijkste delfstoffen van den te-
genwoordigen tijd is de steenkool. De rijkdom
van een land wordt wel eens afgemeten naar de
hoeveelheid steenkool, die bet oplevert.
Het land met de grootste steenkoolproductie
ls tegenwoordig de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. In 1920 werd daar 580.000.000
ton uit den grond gedolven op een, wereldpro
ductie van 1255 millioen ton. Dan volgt Grcot-
Brittannië met 233 millioen ton. Dat wordt
dus voor de Vereenigde Staten 48.27 en voor
Vervolg.
Tante ging vader en de jongens voor naar
boven.
Daar was bun slaapkamertje, waar ze tot
Woensdag zouden slapen.
„Wat zijn we hier hoog,!" zei Jan, toen bij
uit het raam keek.
En dat was waar. Ze keken een heel eind
over de daken van de Haagsche hulzen.
„Daar in de verte heb Je de groote werk op
de Riviervischmarkt", zei tante. „Je kunt best
zien op de klok, hoe laat het la Tenminste als
hét licht ia Nu natuurlijk nfert!"
Tk wel, tante", zei Henk. „H Is nu zoowat
kwart voor vijroni"
^u, dan heb jij betere oogen dan ik", ant-
woorod* tante, „want ik zie niets dan een don
kere plek..-
In de slaapkai^-M. stonden twee ledikanten
en twee wasch tafels.
„Voor vader een ledikant en onB le_
dlkant", zei Henk, „en zoo is t ook de
waschtafela"
„Juist", zei tante, „dat heb Je goed geraden.
En wasschen jullie Je nou maar gauw, want
we gaan dadelijk eten, over een half uurtje'.'
Tante ging naar beneden, vader en de jon
gens bleven achter. Ze schonken de waschkoo
Groot-Britannië 19.19 percent van de wereld
productie».
Merkwaardig is, dat deae procentsgewljze ver
houding voor de beide landen in 1913 aldus
was: 40,81 en 23,06 en in 1870: 13,78 en 51,45. In
1913 was de wereldproductie iets grooter dan
in 1920, in 1870 slechts bet zesde deel.
Bovenstaande cijfers zeggen ons, dat het
Britsche rijk in den loop der jaren door Ame
rika verdrongen is en dat de gjroote opbloei
van de kolen-winning is gekomen na 1870, na
den Franscb-Duitscben oorlog, tegelijk met de
enorme uitbreiding van de groot-industrie.
De steenkool is uit overblijfselen van planten
cntsta&n. Millioenen jaren geleden bestonden
er onmetelijke wouden op de plaatsen, waar nu
steenkool wordt gedolven. Deze steenkoolwou-
den zijn door welke oorzaken dan ook maar
waarschijnlijk door geweldige uitbarstingen
van de vuurmassa, die hert inwendige gedeelte
van de aarde vulde en nog vult in de diep
te verzonken. En daar heeft onder den zeer
grooten druk van de bovenste aardlagen een
gedeeltelijke verkoling plaats gehad van de
planten, die wouden destijds vormden.
Door de periodieke hevige beroeringen van
den aardkorst hebben zich in den tijd van mil
lioenen jaren verschillende lagen steenkool ge
vormd, die nu langzamerhand ontgonnen wor
den. De geweldige massa's steenkool, die VCCT
industrieele doeleinden gevraagd worden, heb
ben de aardkundigen wel eens bevreesd ge
maakt, dat d© wereldvoorraad binnen afzlen-
baren tijd zou opraken.
Het tegenwoordige geslacht behoeft zich
evenwel niet ongerust te maken, want het kan
nog wel eenige eeuwen duren voor 't zoover ia
En wie weet, of tegen dien tijd niet weer nieu
we steenkolenlagen ontdekt zijn. En anders zal
het menschelijke vernuft, dat nimmer stil staat,
wel iets anders gevonden hebben, dat de steen
kool vervangt
Het schijnt dat de Chineezen en de bewoners
van Zuid-Limburg tot de oudsten behooren, die
voor t eerst steenkool als brandstof gebruik
ten. In het jaar 1100 werd in Zuid Llmbuig
reeds steenkool gewonnen, Maar het heeft nog
tot 1893 moeten duren, voordat door boringen
vastgesteld werd, dat dit gedeelte van ons land
rijk is aan steenkool. En da ontginning van bo
men vol en poetsten en wreven, tot ze zoo
schoon waren als spiegels, die pas gerwreven
zijn.
„Het water kunnen we op H gangetje weg
gooien", zei vader, „en meteen weer schoon
meebrengen I"
Jan keek zijn vader ongeloovig aan.
„Ja heusch, Janneman", zei vader, toen hj) *t
verwonderde gezicht van zijn jongste zoon zag,
„1 is waar, wat ik je zeg; ga maar meel"
Op den gang zagen ze een wit porseleinen
fonteintje. Vader gooide het water in de bak,
dat klokkend wegspoelde. In H fonteintje zat
een kraan. Vader draaide die kraan open en
pieteen kwam er een dikke straal halder war
ter voor den dag.
„Ja, dat hebben we bij ons in den molen niet,
bè?" zei vader.
„Maar in de groote steden, en nn ook al in
de dorpen hebben alle menschen waterleiding.
Met groote buizen wordt het water in de huizen
gevoerd, terwijl het gebruikte water weer naar
de riolen gaat".
„Waar kount het water vandaan, vadert"
vroeg Jan.
„Uit d» vergaarbakken van den watertoren",
zei vader. „Daar moet je op school maar eens
over praten met den meester, want Oc weet ook
niet zoo predoa, hoe dat allemaal gaat. Mamr
gemakkelijk en plezierig is het wel, vinden jul
lie dat ook niet?"
„En óf"zei Jan, „hadden wij *t ook maar!'
teekenis dateert pas van 1903. Vooral in oor
logstijd is gebleken, van hoe groot belang het
is voor een land, zelf steenkolen te bezitten.
Men onderscheidt gewoonlijk 5 soorten:
anthraciet met een gasgehalte van 2 tot 10 pro
cent, magere kolen met 1022 procent gas, vet-
kolen met 22 tot 30 pet, gaskolen met 30—37
pet, en gasvlamkolen met 87 tot 50 pet. gas.
Het spreekt vanzelf, dat de beide laatste
soorten bijzonder geschikt zijn voor gasfabrie
ken, terwijl de anthraciet de ideale huisbrand
ia.
In de gasfabrieken blijft na de ontgassing
nog een goede brandstof over, nl. cokes, terwijl
in de retorten eenige nevenproducten ontstaan,
als teer, ammoniak en benzol, die ook groote
waarde bezitten.
Het groote belang, dat een land1 beeft bij
eigen steenkolenmijnen, blijkt tegenwoordig
heel duidelijk vooral in Duitschland, dat me
de en voor een belangrijk deel in zoo'n
desolaten toestand) verkeert, doordat het de
belangrijke steenkolenbekkens van Eïzas-Lo-
t haringen, Opper-Silezië, bet Saargebied en in
het laatste jaar ook van bet Roergebied beeft
moeten missen. M.
EEN CHTNEE8CH DINER.
„Wat de een niet lust, uafir eet de ander zijn
genoegen S&ar, zegt bet spreekwoord- En zoo
is het, lekker is een zeer 'betrekkelijk begrip,
dat grootendeels door plaatselijke of landelijks
gewoonten bepaald wordt,
Een diner in China zal ons Westerlingen niet
licht bekoren, maar de Chinees zelf denkt daar
natuurlek weer heel anders over en zou niet
graag een Europeesch diner voor 't zijne nemen.
Allereerst is t al niet gemakkelijk voor een
Europeaan 't eetgerei te hanteeren. De Chinee
zen eten nl. niet met mes en vork of lepel,,
maar met een paar eetstokjes, waarvan zij het
eene onbeweeglijk tusschen wijs- en middel
vinger en bet andere los tusschen duim en
wijsvinger houden. Daarmede moet men dan
bet eten naar den mond manoeuvreeren, Die
eetstokjes zijn van bout, been, ivoor, of zilver.
Eenige bedrukte papiertjes liggen naast een
miniatuur-bordje en dienen om de eetstokjes
aan af te vegen. Na bet gebruik worden die
papiertjes onder tafel geworpen. Servetten kent
men niet.
Toen ze zich ook wat afgeborsteld hadden,
gingen ze weer naar beneden; Het eten stond
al op tafel.
„Jullie komen juist op tijd", zei oom Jan.
„Neem plaats. De jongens naast elkaar, vader
daar, tante daar en ik hier. Jonge jonge, wat
heb ik vandaag een groot huishouden. Dat is
wat bijzonders hoor! En nou zal ik eens zien,
of Henk en Jan goed kunnen eten. Hebben jul
lie trek gekregen in den trein?"
„Dat zal wel gaan, oom", zei Henk.
En 't bleek al spoedig, dat Henk waarheid
gesproken had. Want in ongelooflijk korten
tijd waren de schalen leeg.
„Hebben Jullie genoeg?" vroeg tante. „Ik heb
andere nog een groote schaal pannekoeken, in
de keuken staan."
„Pannekoeken, heerlijk", riep Jan. Tante be
greep, dat haar baksel heel welkom zou wezen
en haastte zich om de schaal te halen en bin
nen te brengen, waar ze met gejuich ontvan
gen werd.
En In een oogenblikje waren ook de ronds
pannekoeken verdwenen.
„Dat smaakte fijn", zei Jan, terwijl oom, tan
te en vader hem lachend aankeken.
„Thuis eet hij nooit zooveel", zei vader. „Hoe
komt dat, Jan?"
„Ik weet *t niet, vader. Misschien wel door de
reis".
„Dat zal wel zoo wezen", zei oom!
Wordt vervolgd
Met heel veel buigingen en ceremonieën ne
men de gasten aan tafel plaats. Als merkwaar
digheid vermelden we nog, datt aan een maal
tijd, waarbij vreemde heeren aanzitten, nooit
door de vrouwelijke hulsgenooten wordt deel
genomen, maar dat haar plaats dan wordt in
genomen door publieke zangeressen. Die zan
geressen en een aantal goochelaars moeten het
diner met muziek, zang en goochelspel opvroo-
1 ijken.
De eetzaal bevat behalve den disch, waaraan
de gasten plaats nemen, nog een aantal tafel
tjes, alle volgeladen met allerlei gerechten,
groote schotels met eenden, ganzen, ham,
groenten en vruchten. Over de schotels zijn
bloemen gestrooid en daartusscben staan pmch"
tige bloemenvazen met de welriekendste bloe
men gevuld. De groote bonte lampions, die
aan zijden koorden aan de zoldering zijn opge
hangen verboogen de schoonheid der eetzaal,
evenals de veelkleurige papierstrooken met
Chineesche spreuken, aan den wand. Op een
der kleine tafeltjes staan een paar ketels met
warmen wijn, in heete kolenasch.
Het diner zelf bestaat uit een groot aantel
gangen. In kleine schaaltjes worden de ver
schillende gerechten, in kleine situkjee gesne
den, uit de keuken aan de gasten voorgezel De
gerechten, die op de tafeltjes staan zijn slechte
pronkstukken.
De schaaltjes met kleine stukjes vleesch moe
ten dan met de eetstokjes geledigd worden,
<Lw.z. de stukjes vleesch moet men er uit op-
viaschen, want die drijven in een dikke veel
kleurige saus. Het is daarom ook moeilijk uit
te maken, wat voor vleesch bet is. Zoo volgen
ettelijke schaaltjes elkander op., alle weer ge
vuld met brokjes vleesch in saus met knoflook.
Daarbij wordt steeds wijn gedronken uit por-
celeinen schaaltjes, die telkens half leeg reeds
weggehaald worden en door nieuwe gevulde
vervangen. Dit gaat ook weer heellaten
we zeggen Chineesch. De restjes wijn worden
steeds in een der ketels, die op een tafeltje In
heeten asch staan, geledigd en uit heit andere
vat gevuldL Is dit leeg, dan wordt het weer aan
gevuld met de restjes uit heit andere vat, die
ondertusschen weer wat opgewarmd zijn. Als
er zoo met de noodige wijn een twaalftal ge
rechten verorberd zijn, begint de Chinees zich
lekker te gevoelen, wat blijkt uit voortdurende
krachtige oprispingen. Dan wordt er een poos
je gepauzeerd om naar bet gezang der jonge
dames te luisteren, en een paar pijpen tabak
te rooken uit' de eigenaardige Chineesche wa
terpijpen. Er wordt daarbij thee gedronken uit
kopjes zonder oor, waar de schoteltjes opge
legd zijn. De thee wordt nl. in de kopjes gezet,
waardoor de theeblaadjes er in blijven. Wil
men nu drinken, dan wordt bet schoteltje wat
teruggeschoven, zoodat bij het theeslurpen de
blaadjes worden teruggehouden.
Na de pauze komen er nog minstens een do
zijn gerechten: eendentongen, varkenskop, gar
nalen met knoflook en suiker, kleine viscbjes
met ingemaakte dënneknopjes, geroosterde le
liewortels, vischhersenen, haaienvinnen, eet
bare zwaluwnesten, eierdooiers, enz. Vooral die
eierdooiers zijn lekkerl Ze zijn van zeer oude
eieren en ruiken sterk naar brei van hout-
asch, kalk, zout, water en aromatische krui
den gelegd. Na 40 dagen zijn ze reeds tel gebrui
ken, maar boe ouder boe lekkerder. Als ze
eenige Jaren oud zijn en dus totaal bedorven,
dan eerst vindt de Chinees ze heerlijk. En dat
wij er onzen neus ophalen, vindt hij onbegrij
pelijk, omdat men in Europa wei zeer oude
kaas nuttigt, die soms geheel schimmelig ge
worden is en nog sterker lucht afgeeft dan de
eieren.
Nog zijn er een paar Chineesche gerechten,
die wij verafschuwen,: in wonderolie gebakken
visch en levende Jonge kreeften. En bet slot
van het diner is meestal een schotel znelt ge
kookte rijst
Dit laatste gaat nog al, maar de meeste ge
rechten van de zonen van het Hemelsohe rijk
zijn voor onze tongen niet geschikt Maar om
op ons uitgangspunt terug te komen: Wat de
een niet lust, vindt een ander lekker. Andere
landen, andere zeden! De een houdt van de
moeder, de ander van de dochter! M.
i
MODERNE POTLOODT ABRICAGE,
Het gewone potlood, bestaande uit de eigen
lijke stift, geplakt in een houten omhulsel van
cederhout, krijgt voor, de niet-technische ge
bruikers in de laatste jaren een scherpen
concurrent in de mechanische modellen, die
toelaten een behoorlijk scherpe punt te behou
den, doordat een vrij bard potloodstiftje op de
Juiste lengte uit een houder gebracht kan wor
den. Dergelijke potlooden van allerlei maak-
eel bestaan reeds lang, maar ze zijn pas alge
meen geworden, toen de Amerikaansche fa
brieken ze in grooten getale gingen aanma
ken en ze met een geweldige reclame bij het
publiek er in wisten te werken.
De grootste dier Amerikaansche fabrieken
lijken eerder op een metaalfabriek dan op een
potloodfabriek, omdat de hoofdzaak zit in het
maken van een mooi omhulsel en het gestan
daardiseerde binnenwerk. Er worden groote
aantallen „doublé" gouden en zilveren potloo-
uSU gemaakt (en ook vulpenhouders) door in
de fabrieken het ruwe göüu Or zilver te gieten
tot platte staven, die gesoldeerd worden op
staven geelkoper (na zorgvuldige reiniging),
waarna de verkregen dubbele staaf door mid
del van sterke walswerken uitgerold wordt tot
platen van de Juiste dikte. Ook de edele me
talen zelf worden met walsen tot platen van
de verlangde dikte gemaakt. Dergelijke dunne
platen dienen voor het uitstansen van de
„clip", die het potlood of de pen in den r-nk
moet vasthouden en ook voor het persen van
de bovenkanten van de afsluiters der potloo
den.
Om de buisjes voor potlooden en vulpenhou
ders te maken, wordt uit zulke platen een
aantal schijfjes geperst en elk dier schijfjes
komt weer in een speciale pers, waardoor in
drie tempi een buis wordt gevormd, doordat
het schijfje met groote kracht over oen vorm
wordt geduwd. Tusschen opeenvolgende be
handelingen worden de stukken telkens ge
gloeid, omdat het metaal anders te bard zou
worden. Heeft ten slotte de buis, die op deze
wijs ontstaat, de Juiste afmetingen verkregen,
dan gaat bet voorwerp naar de trekbank, die
de buis met groote kracht trekt door een nau
we opening, waardoor de diameter der dwars
doorsnede telkens kleiner; öu de lengte van de
buis grooter wordt. Dit trekken gebeurt in tel
kens opeenvolgende banken met steeds klei
ner wordende trekgaten en telkens wordt de
buis weer gegloeid, terwijl ze bedekt is met
een pasta van oker en boorzuur, waardoor alle
oxydatie aan de oppervlakte voorkomen wor
den.
Voor het maken van een potlood zijn een
aantal buizen noodig van verschillende door
snede, lengte en materiaal. Zoo is een mooie
buis noodig voor den buitenkant, waarin een
binnenhuis komt, vastgehouden met soldeer,
dien ten eerste de „clip" stevig vasthoudt, zoo-
dat deze niet gesoldeerd behoeft te worden en
ten tweede voorzien kan worden met een
schroefdraad, die weer noodig is voor den
„plunjer", welke de stift draagt, die weer het
potlood in den juiaten stand houdt De plunjer
is van geelkoper en de stift van fosforbrons.
Verder is weer een speciaal soort buis noodig
voor de beide magazijntjee voor de losse pot
looden; deze stukken worden door speciale
automatische machines op lengte gezaagd en
aan de einden zoo geperst, dat ze den juisten
vorm hebben.
Voor het versieren der potlooden aan den
buitenkant zijn speciale graveerm&chines ge
construeerd, die een drietal potlooden tegelijk
bewerken, zoodat de figuren door, ronddraaien
der potlooden over de geheele oppervlakte loo-
pen en steeds onderling volkomen gelijk kun-
pen zijn.
Zelfs het vullen van de magazijnen met zee
potloodjes gaat automatisch, waarvoor een
buitengewoon interessante machine is samen
gesteld, die aan den eenen kant de nog open
zijnde magazijnen aanvoert en dan, juist als ze
in den goeden stand passeeren, in elk dier twee
buisjes bet juiste aantal potlooden duwt; dit
aantal wordt door de machine zelf geregeld en
uit de voorraadbakken wordt telkens via tel-
eylinders met gleuven het Juiste aantal op de
transportstukken toegelaten.
Ook heit vullen der kleine buisjes voor reser
ve-potloodjes gebeurt automatisch, wanneer
door een meisje de leege busjes in het toestel
gezet woerden. Ook het sluiten dier busjes ge
beurt door de machine, terwijl later een vast
aantal dier gevulde buisjes in een karton ge
pakt worden (ook geheel machinaal).
Terwijl de bewerking der onderdeel en voor
een groot deel automatisch gebeurt, is er toch
heel wat personeel in die fabrieken noodig; voor
het ©ontroleersn óf u« maten steeds gelijk blij
ven. Zoo is b.v. het uitboren van de punt van
bet potlood zeer secuur werk, dat gebeurt op
een pens, die met de hand gevoerd wordt Ook
heit slijpen van de gouden pennèll lê 3SIÏ ^eer
secuur werkje; die punten moeten zóó vlak
zijn, dat een productie per man van 125 stuks
per dag reeds hoog genoemd wordt.
De kleine potloodjes, worden in de groote fa
brieken ook zelf gemaakt volgens zeer zorgvul
dig uitgewerkte en geheim gehouden reepten,
daar het maken van een goed potloodje lang
niet gemakkelijk ia Ook de Eurepeesche fabri
kanten hst •rehedm ervan zeer zorg
vuldig en menigmaal mengen zij zélf do be-
standdeelen in de Juiste verhoudingen. De
grondstoffen zijn grafiet van goede qualiteit en
zuivere klei, die zoo fijn mogelijk verdeeld zijn
en daarna tot een homogeen mengsel gemaakt
worden, dat tot draden geperst wordt (mot bet
hulp van een hydraulische pers), die op maat
gesneden, recht gelegd en gebakken worden.
Voor de gewone qualiteit potlooden bestaat
een geregelde vraag, maar do mode in da luxe
modellen varieert zoo sterk, dat het maken er
van voor bet voldoen aan de vraag togen
Kerstmis en Nieuwjaar een sterke sedzoendruk-
te veroorzaakt
De grootste fabriek van deze soort in Ame
rika geeft in bet najaar ongeveer 1500 personen
werk. Deze staan onder scherpe controle, we
gens de groote hoeveelheid edele metalen. Al
les wordt in den nacht opgeborgen in groote
kluizen. Merkwaardig is het, dat de werklieden,
die de potlooden uit edele metalen monteeren,
altijd met handschoenen moeten werken, om
dat de onvermijdelijke zweetaf schelding andera
vlekken zou veroorzaken, die later weer geld
zouden kosten voor het wegmaken ervan.
Handelsblad.
MOND- EN KLAUWZEER EN VOGELTREK.
In het „Journal of the Minlstey of Agrj cul
ture" vestigt Marjory Garnett de aandacht op
des vogeltrek els eenseïr v*>in
zeer, naar aanleiding van het feit, dat in En
geland telken Jare de ziekte uitbreekt op afge
legen boerderijen, waar geen ander geval op
bonderden kilometers afstand voorkomt en
menscb noch vee of eenig voorwerp of voeder
de smetstof kan hebben overgebracht Speciaal
de vogeltrek, die elk jaar van Oost- en Cen
traal-Europa uitgaat in het begin van den
herfst schijnt haar van beteekenls voor het pro
bleem der besmetting.
Deze trek begint meestal eind Augustus, gaat
gedurende SeptemberOctober regelmatig door
en daarna onregelmatig, d wx ze neemt af en
toe al naar de koude op het continent streng