nng
Binnenland sch Nieuws.
SPAANDER Co.,
als „broeders en zustors" zün op den weg naar don wellicht weer de machtigate par_j worden, cu
hemel, enz. Zeker, eris „sympathieke aandacht'' dan hebben de Protestanten het verdiaud!
geweest! Maar „wij" vragen: wat nu? Wii zijn dankbaar voor de conferenties, ons geshon-
De onbekende schrijver uit N. Niedorp eindigt ken, waardoor wij hebben kunnen leeren over aller-
met het ^onoverkomelijk bezwaar, dat alle vrij-on- lei. Alleen zouden wij wonschen dat men generzijdr
derzoek in uitgeeloten", en de eigen consciëntie ook ^eter ingelicht wilde worden over het waar
yan elk mmisch. achtig Bijbelsche Christendom, en Christus, den
Wij zoudeen willen antwoorden: die vrijheids- eenigen volmaakten Hoogepriestor, Heiland
drang alleen, zal niet voldoende zijn, om stand te Zaligmaker!
houden als Protestanten tegenover het R.-Katho- S. D. E. B.
Voor elke plek
huid
van
uw
het beste
en 30 ct. Bij apoth, en dro-
cisme! Immers, dat is het verzwakte „protesteereri
slechts' 't. welk oorspronkelijke een positief go-
tuigen was van eigen welgcfundoerd geloofsbezit.
Maar als men ni^t anders heeft dan zijn o n-wjl-
ligheid om zich te buigen voor gezag, op zichzelf,
zijn eigenzinnigheid, dan zal men allicht welke ruw is of schrijnt gebruikt men
in een zekere vermoeidheid op den duur zich aan PuroL In. doozen 90,
de leiding_ van een priester toevertrouwen, gelijk j tgis'en.
meerdere levensmoeden, op de vriendelijke roep- i
stem van de ..zalig-makenae moedor-kerk!"
En. ik vind dat zoo erg niet! Een Engelscho
dichter spreekt orgens van „dumb-driven-eattle"
a.i. dom gedreven vee welnu, wii denken vaak, hot
zou voor velen wewllicht gelukkiger wezen, zich
meer te voegen onder do leiding van de biecht,
bij den priester, dan in hun rusteloos zweiwen in
eigenwilligheid
Maar ik gevoel toch ook iets van modelijden.
PROV. STATEN VAN NOORD-HOLLAND.
I Het wegenvxaaastuk.
Aan de Memorie van Antwoord op het Alg.
I 1 ju, ,a,. UU„„. Vcrslae- der afdeelingen van de Prov. Staten van
ala ik denk aan zulken, die aan den Heiland Zelf ;Vooïd^/°'ian j jOT2T Tde .vMrfracht van G«Iepu-
hun hart en leven niet willen geven prat gaande Stat®n dd- 20 Juni 1923, no. 52, betreffende
- - de overneming van' den Zaanlandschen Commum-
catieweg ontleenen wij
Ged. Staten stellen op den voorgrond dat vol
op hun vrh zinnigheid, waar men zien door het
Woord Gods niet wil laten gezeggen; en door
kudde> onder menschen-heerschappij van paus
en priester zich laat vervoeren!
Want dat staat voor ons vast, en#is hier in
Schagen ook telkens, na elk onderwerp, in een uur
apart uiteengezet de geestelijke betoekénis van
elk leer stuk, zoo wolsprekend betoogd, heeft een
keerzijde, die verzwegen wordt, en eerst later, wan
neer men in de kerk beter thuis zou zijn, zich
zoude ontpoppen!
Wij kunnen hier onmogelijk ingaan op datgene,
waar uren over gehandeld is, tmet uitvoerige toe
lichting pit do kerkgeschiedenis.
Toch enkele kleine voorbeelden.
L Over het Roomsch Leergezag, wordt verzwe
gen, dat de Roomsche kerk na een strijd van
eeuwen over de andere „moeder-gemeen ten" dé
overwinning heeft behaald, door verschillende fac
toren. Zij kan door ons niet erkend als de C h r i s-
telflkekerk.
II. Het Bijbellezen wordt nuttig genoemd, hoe
wel niet noodzakelijk, mits maar in uitgaven, door
do R.-K. goedgekeurd. Dat klinkt mooi, maar de
werkelijkheid is, dat wij in verschillende plaatsen,
ook in onze omgeving, in R.-Kath. boekwinkels
waar wel misboeken enz. „te kust en te keur"
waren, geen Evangelie-uitgave verkrijgbaar von
den, Iaat staan van den Bijbel in zhn geheel, die
nog altijd, niet in het Hollanasoh vertaald
verkrijgbaar is, in voor R. Kath. goedgekeurde
uitgave!
III. Over do Roomsche gebruiken, formulier
gebeden, offer en altaar, kaarsen, priestergewaden,
beelden-vereering, wierook, Latijnsche taal on tee-
ken des kruis es, mocht een Pater mooie gedachten
ontwikkelen, er zijn voel materieel© keerzijden van
dat alles, ons daar niet bij verteld, die in de
p r a c t ii k dat alles volstrekt omkeeren. Op zulk
een avond wordt bijv. niet een catalogus, een prijs
courant, van zielmissen genoemd, waartoe al zulke
veruitwendiging 'der Roomsche kerk is vervallen.
IV. Over de onfeilbaarheid van den Paus wordt
het voorgesteld, alsof dat leerstuk van den beginne
is geweest en erkend. Verzwegen worden alle bijbel-
8oha argnimenten, welke dat weerspreken, on do
kleine historische bijzondorheid, dat eerst sedert
1870 (het Vaticaansche oaucilio)) dit leerstuk is
voltooid, na eeuwenlangen strijd met allerleii mid
delen over die opper-heorschappü
V. Over de biecht is veel liefelijks en begrijpelijks
ons verteld, en gezegd, dat nooit ook zelfs door
sec ten' daartegen verzot ingobraoht is. Vo'rzwegen
werd, hoe allengs die leer ontwikkeld en op 't 4de
Latoraansch oaucilio in 1215 do zgn. „oorbiecht"
aan den priester is vastgesteld door paus Innosera-
tius III, die met recht ae slimste en grootste heer-
scher der Middeleeuwen is genoemd, die deze
geheime macht: de dienstbaarheid der gewetens,
onder den priester heeft gevestigd! En ^mer
kelijk is ook. dat van de 40 vragen over de Biecht
in do Katechismus van het Bisdom Haarlem slechts
sommige leden der Staten aangeprezen stelsel van
wegbeheer, waarbij het onderhoud van het wegen
net geheel door ae Provincie met steun van het
Rijk bekostigd zou worden, niet voldoende reke
ning houdt met de plaatselijke belangen, welke,
naast die van het interlocale vorkeer, ongetwij
feld ook bij de primaire wegen betrokken zijn.
De eischen, welke naar het oordeel van den
hoofdingenieur-directeur aan het primaire wegen
net moeten worden gesteld, komen in hoofdzaak
neeer op een kruinsbreedte van 12 a 13 M., een vér-
hardingsbreedte van 4.50 5 M.. met rijwielpaden
en een behoorlijk gefundeerde stofvrije beharding,
terwijl het draagvermogen der kunstwerken be
rekend moet zijn op het zwaarste in de Provincie
toegelaten verkeer en voorts aandacht zal moeten
worden gewijd aan een doelmatige beplanting.
Met deze eischen rekening houdende, raamt ge
noemde hoofdambtenaar de totale kosten van in
richting dier wegen op f 18.600.000. terwijl hij de
jaarlijksche kosten van onderhoud en bediening
der over te nemen wegen met daarin gelegen
kunstwerken, 'welke na aftrek der bijdragen van
naastbelanghebbenden en voormalige onderhouds
plichtigen ten laste der Provincie zullen blijven,
op f150.000 meent te moeten stellen.
Ged. Staten, die zich van den aanvang af bewust
zijn geweest," dat hot ter hand nemen van het be
heer van een primair wegennet zeer belangrijke
bedragen vergen zou, woraen door de resultaten
dezer meer nauwkeurige raming dier bedragen ver
sterkt in hunne opvatting, dat een ingrijpen der
Provincie met betrekking tot het wegonbeneer on
vermijdelijk is te achten.
Bii de verbetering zullen in het algemeen de door
den hoofdingenieur-directeur genoemde eischen als j
richtsnoer moeten worden aangenomen. Wel zou-
den een beperking der voorgestelde breedte, of j
een vermindering der aan de,Behardipg te stellen
eischen do kosten doen verminderen, aoch nu het
de bedoeling is de wegen in een zoodanigen toe
stand te brengen, dat zij gedurende een lange reeks
van jaren voor het te verwachten verkeer berekend
zullen zijn, mag do verbetering niet op te be
krompen-voet worden aangebracht.
Aan de uitgaven, welke de Provincie zich jaar
lijks ten behoeve van het wegenboheer zal hebben
te getroosten, zal de opbrengst der to zijner tijd in
te voeren weggcldbelasting ten goede kunnen ko
men. Hoewel daaromtrent geen vaststaande voor
spellingen kunnen worden gedaan, raamt de hoofd
ingenieur-directeur deze opbrengst, indien de hef
fing overeenkomstig zijn denkbeelden daaromtrent
zal geschieden, reeds vrij spoedig op f500.000
's jaars.
In verband daarmede is bn Ged. Staten het denk
beeld in overweging om te Beginnen met het jaar
1925 uit de gewone inkomsten een bedrag van bij
voorbeeld f500.000, af te zonderen in een fonds,
waaruit later de kosten van verbetering en wel-
ALKMAAR.
ton goede zal komen aan het doel, waarvoor zij zou
worden geheven, zullen kunnen worden tegemoet
gezien, zoodra Gedep. Staten hunne plannen daar
omtrent zullen hebben kunnen uitwerken.
Waar voorts de te verwachten kosten voor een
belangrijk deel gevorderd zullen worden voor aan
koop van terreinen en gebouwen, het verstrekken
van schadeloosstellingen en hot uitvoeren van
grondwerken, terwijl het overige gedeelte bestaat
uit de kosten van net aanbrengen der verharding
en het verbeteren en vernieuwen yan in de we
gen gelegen kunstwerken, zullen zij, voor zooveel
■noodig of gewenscht, ook uit de opbrengst van
geldleoningen kunnen worden bestreden.
Tot het verkrijgen eener bijdrage van het Rijk
ten behoeve van deze ongetwijfeld ook in het alge
meen Rijksbelang uit te voeren werken zullen ern
stige pogingen worden aangewend.
Omtrent ae vraag, of, en zoo ja, welke bijdragen
van de naast-belanghebbenden zullen moeten wor
den verlangd in de kosten van aanleg of verbe
tering van primaire wegen kunnen moeilijk alge
meen© regels worden gesteld.
Van het overleg, dat in de daarvoor in aanmer
king komende gevallen met de belanghebbende be-
besturen zal worden gevoerd, hebben Ged. Staten
goede verwachtingen en de dientengevolge te ver
krijgen vrijwillige bijdragen zullen ongetwijfeld
op de volgorde, waarin den spoed, waarmede de
verbeteringen ter hand genomen worden, van in
vloed kunnen zijn.
Wat daarentegen de onderhoudskosten betreft,
daarin zullen althans de voormalige onderhouds
plichtigen als regel wel hebben bij ce dragen.
Indien de Nederlandsche Spoorwegen net ver
keer met autobussen tot zich mochten trekken, zul
len Ged. Staten niet nalaten te overwegen, op
welke wijze ook van hen eene aan hun belang ge-
evenredigde bijdrage in de kosten van het wegen
net zal kunnen worden verkregen.
Wat de in te voeren weggeldbelasting betreft,
zouden Ged. Staten voorshands de voorkeur geven
aan een regeling, gelijk deze sedert 1920 voor de
provincie Groningen is vastgesteld. Het Groning-
sche stelsel in zeer eenvoudig' gehouden. De be
lasting wordt voldaan tegen uitreiking van een be-
lastingkaart, welke de bestuurder bij zich moet
dragen. De belastingplichtige koopt, dus als het
ware een- toegangsbiljet tot de provinciale wegen
en kan, wanneer hij zonder een dergelijk biljet
op den weg wordt aangetroffen, worden beboet en
gestraft. De invorderingskosten worden op deze
manier tot een minimum teruggebracht, de werk
zaamheden, daaraan verbonden, loopen grooten-
deels af in een 'tijdvak van 6 tot 8 weken bij den
aanvang van elk belastingjaar. De geheele belas.-
ting draagt terecht het karakter van eene gebruiks-
niet# van een luxe-belasting, zoodat geen onder
scheid wordt gemaakt naar net doel', waarvoor en
de personen, door wie de voorwerpen worden ge
bezigd.
Het tarief, in Groningen geheven, is in de mees
te gevallen belangrijk lager dan dat van Noord-
Brabant en voor Noord-Holland wellioht oók te
verkiezen. Slechts zal de vraag nader onder de
•gen moeten worden gozien, of rijwielen, die in
•a(
JSisdom Maaxiem siocn ra Uch(. ook yan onderhoud zullen worden Bestreden.
2 handelen (432-438) over de „voldoening door. den men aan jjt fonds ook de opbrengst der weg-
biechtvader opgelegd! En daar mt juist veel „^belasting ten goede komen, dan .zou de jaar-
achtorl - Hjkscho storting geleidelijk kunnen stijgen tot een
VI. 'En ten Slotte, de Maria-veroenng moge met van f 1.000.000, hetgeen in zooverre gowenscht zou
grooteliefde en warmte zyn aanbevolen, alsof „God omdftt men dan de uitvoering der verbetering
a" Hi i i Z ^1' niet over oen te lang tijdsverloop zou behoeven te
stuk, m 1854 eerst voltooid dwr do M,,Inetta- verdeeien> Met het oog daarop zou zelfs overwogen
bilis Deus over het zgn. „Goddelijk geopenbaarde kunIleu worden 0m in de eerste jaren, zoolang
dogma .der „onbevlekte ontvangemte heeft nog. op een eenigszins belangrijke opbrengst
vele stadia doorgemaakt, die zooveel beidensche ele- ^er weggelc[belasting zal kunnen worden gerekend,
menten aan. zich, dat het voor een zuiver rrotes-don bijdragen uit de overige gewone inkomsten der
e totaal onaannemelijk is!
uit ae overige gewone inKomsten aer
*uibö-geiuoviKu wwiai o. provincie aan het fonds hoogor te stellen en zoo
Op een belangwekkende vergadering werd on- ^ogplijk op byv. fi.000.000 uit te trekken. Nadere
langs betoogd, dat in Noord-Holland de Protestan- <rc(fota}neerde voorstellen betreffende eén zooda-
fcen percentsgewijze hard achteruitgaan, voorname- 0 regebllg waarin tevens oen waarborg gele-
lijk door het Neo-Malthusianisme, het matcriahs- zjj dat de opbrengst der weggeldbelasting
me. onkunde en ongeloof. Zoo zal Rome allengs 6
tHJibigunoemd gewest onbelast worden gelaten, té
zijner tijd ook in deze provincie vrijdom zullen
moeten genieten, nu niet ontkend kan worden, dat
zii do eischen, waaraan de wegen, zoo wat hunne
breedte-afmetingen als hunne afwatering en be
harding beetreft, moeten voldoen, sterk verhoogen.
Invoering eener benzine- of bandenbelasting
achten Ged. Staten, zoo al wettelijk mogelijk, uit
een practisch oogpunt geen aanbeveling te verdie
nen. Zelfs voor eeneRijksbelasting schijnt zij tech
nisch te groote moeilijkheden op te leveren. Naar
men meent te weten, heeft in Engeland een ban
den- en benzinebelasting bestaan, aoch zij is daar
afgeschaft, terwijl in ons land een vanwege hot
Ministerie van Financiën ondernomen studie van
dat onderwerp reeds eenige jaren geleden een nega
tief resultaat schijnt te hebben opgeleverd.
Ged. Staten ontraden het denkbeeld, in de afdee-
deelingen geopperd om het Hoogheemraadschap
Noord-hollands Noorderkwartier met het verbeteren
der wegen te belasten. Het wordt bestreden, dat dit
hoogheemraadschap het wegenbeheer economischer
dan do provincie zou kunnen uitvoeren.
Overigens mag niet worden voorbijgezien, dat
opdracht van dat beheer aan het Hoogheemraad
schap de mogelijkheid zou afsnijden, om de kos
ten ten deele door heffing eener weggeld-bélas-
fcing op de gebruikers der wegen te verhalen. De
„Wie bent u dan en wat doet u in mijn huis in die
vermomming?" was <le trotsche vraag.
„Ik ben, voor het oogenblik, uw koetsier. Ik ben
dit alles heel toevallig te weten gekomen. Gisteren
'was ik even hier om een boekje over veeartsenij te
zoeken, toen ik toevallig* een van die ontwerpen zag.
Ik ben ook in het leger geweest en ik wist, dat die
teekening niet in dit huis behoorde te zijnToen
ik over liet grasveld liep, keek ik door het raam naar
binnenHet staat niet aan mij, u te veroordeelen,
mijnheer. Maar het was mijn plicht, dio ontwerpen
te vernietigen, vóór er onheil mee kon worden aan
gericht"
„Neen, het staat niet aan u mjj te veroordeelen",
zeide de kolonel. „Ik heb het fortuin van mijn doch
ter verspeeld; om het voor haar verborgen té kun
nen houden en het geld weer terug te geven, heb ik
er in toegestemd aan Rusland onze plannen voor
kustverdediging te verkoopen, voor zoovor ik. me die
kon herinneren. Neen, u behoeft rao niet te oordeelen,
alleen God heeft daartoe het recht".
„Ik ben tmaar een knecht", zeide Warburton een
voudig. „Wat ik gehoord heb zal ik weer vergeten".
O, als hij toen het meisje maar eens had aangeke
ken!
Er kwam verandering in Karloffs gelaatsuitdruk
king. Met een berustend gebaar naderde hij de tafel
en nam het 'briefje op, waarop Annesley zijn hand-
teekening had gekrabbeld.
Warburton, altijd bij de pinken, schoot er op af. Hij
zag den naam van een bank en een getal van vijf
cijfers.
;,Wat is dit?" vroeg hij.
„Het is van mij", antwoordde de graaf, uit de
hoogte.
„Het is waar", zeide de kolonel. ..dat is van hem".
„Het uur van dwaasheid is voorbij", begon de Rus,
langzaam en peinzend. Hij scheen geheel vergeten,
dat drie paar oogen hem nieuwsgierig aanstaarden.
Hij bestudeerde het papiertje en streek het glad met
liefkoozende vingers. „Twee honderdduizend dol-
!ars! Hij nam het pakje bankbiljetten op en ba
lanceerde dit op zijn hand. „Nu, die som is dan ook
groot genoeg om iemand te verleiden.Mademoi-
selle, u zult nooit weten, wat dit oogenblik van
schande me gekost heeft noch, hoe lief ik u heb.
Ik stam af van een menschenras, dat aan het ver
langen van zijn hart tracht te voldoen,, al moest
hij ervoor door water en vuur loopen. Hinderpalen
beteekenen niets, het eind maakt alles goed. In Eu
ropa zou ik het gedaan gekregen hehfbep, met eer of
met oneer. Maar die Amerikanen, die schijn ik nog
niet goed te kennen en daarom heb ik de rol van
schavuit gespeeld, zonder resultaat"
Hij zweeg en een droevige, bittere glimlach gleed
over zijn trekken.
„Mademoiselle", vervolgde hij. „Voortaan zullen,
waar ik ook heenga, uw gelaat en de klank van uw
stem me steeds achtervolgen. Ik vraag u niet om
te vergeten wat er tusschen onh is voorgevallen, maar
ik verzoek u wel, het te vergeven".
Zij antwoordde niet.
„Nu, men vergeet of vergeeft zulke dingen ook
maar niet zoo dadelijk. En uw vader had evenvéél
schuld. Het Noodlot heeft onze paden doen krui
sen".
Tot Warburton zeide hij: „Dat een knecht, een
koetsier, zoo den boel in do war komt sturen! Ik weet
niet, wie u bent, jnijnheer, en "begreep niet hoé u
het hebt klaargespeeld, hier zoo juist op tijd tus-
sohonbeid© te komen. Had ik u maar pens beter aan
gekeken, dan zou alles anders geloopen zijn. Maar, dit
zij ii nuttelooze overdenkingen 1"
Tot Annesley sprak hij: „Mijnheer, wij hebben
evenveel schuld. Hier is die rekening van u. Ik zou
haar in het vuur kunnen gooien als een kleine ver
goeding voor het verdriet dat u door mijn toedoen
gehad heeft. Maar volgens overeenkomst zou dat niet
gaan en u zoudt dat ook van mij niet willen aan
nemen, wat ik zeer goed begrijpen kan".
„Wat u daar zegt is volkomen juist". De kolonel
trok zijn dochter dichter naar zich toe.
,',Dus", vervolgde de graaf, de rekening in zijn zak
stekend, „morgen krijg is mijn dukaten terug".
„Mijn bank zal ze u uitbetalen",' zeide de kolonel
met een trotschen blik, „het geheele bedrag van mijn
schuld zal u ter hand gesteld worden".
De graaf stak de bankbiljetten achteloos in zijn zak
en liep langzaam naar de deur. Op den drempel
stond hij%stil en keek nog eens om. De oogen van het
meisje werden getrokken door zijn donkere oogen.
..Als ik maar mocht heengaan met de zekerheid,
dat u mü eens vergeven zult", zeide hij.
„Ik vergeef u".
„Dank u". Toen ging Karloff vastbesloten de deur
uit, eenige oogenblikken later hoorde men een rij
tuig wegrollen, daarna werd alles stil.
De kolonel zat nog steeds met het hoofd in de
hand. Snel viel het meisje naast hem op de knieën,
verborg het hoofd aan zijn borst en, de aanwezigheid
van den knecht niet achtend, begon zij stil te schreien.
„Mijn arm kind", stamelde de kolonel. „Dat je nu
ook zoo'n rampzaligen vader gekrepen hebt! Armoe
de en onteering staan je te wachten en ik, die je zoo
liefheb ben er.de schuld van!"
Warburton, zich op de trillende lippen bijtend,
sloop zacht naar de openstaande deuren en naar
huiten. Hij hief zijn gloeiend gelaat dankbaar op
naar den hemel, waaruit een ijskoude regen viel. Hij
had een grootsch en nobel plan.
HOOFDSTUK XXIII.
E enedel minnaar.
Karloff hield zich wat op den achtergrond tot den
volgenden Donderdag; daarna werd hij niet meer te
Washington'gezien. Van tijd tot tijd hoort men in de
diplomatieke kringen te Washington echter nog wel
eens iets van hem. Het laatste wat ik van hem ver-
nomon heb, is, dat hij in Port Arthur was. Blijkbaar,
waardeert Rusland zijn capaciteiten te veel om hem
te verbannen, na de mislukking van zijn opdracht te
Washington.
En op deze wijze verdwijnt de knappe barbaar van
het tooneel.
Den volgenden morgen, toen ik even uit geweest
was en juist weer mijn woning wilde binnengaan,
stond ik plotseling tegenover James.
Hij zag er bleek en zorgelijk uit, maar ik bemerk
te dadelijk aan den vastberaden trek om zijn mond,
dat hij een gewichtig besluit genomen had.
„Ha!" zeide ik schertsend. Hij droeg een eenvoudig
klaargekocht pak. „Heb je je betrekking verloren en
kom je nu bij mii om getuigen?"
„Ik moefc jo spreken, Chuck, alstj'eblieffc geen mal
ligheid. Zeg nu maar niet dat je geen tijd hebt, dan
maak je maar tijd."
„Met wien moet ik spreken, met James, den koet
sier, of met den heer Warburton?"
„Je moot spreken met den man wiens zuster Ja
binnenkort gaat trouwen."
Ik werd natuurlijkerwijs nieuwsgierig. „Geen po-
liiiczaak?"
„Neen, de pblitie is er niet bij betrokken. Ik zou
wel naar een advokaat kunnen gaan, maar ik' ver
lang de zaak volkomen geheim te houden. Laten we
maar gauw naar je kamer gaan".
Ik ging hem voor. Ik brandde van verlangen te
weten te komen wat dit alles moest beteekenen.
„Heeft iemand Je herkend?" vroeg ik, terwijl wij
beteeken ia daarvan is niet ge.ing, indien men be
denkt, dat deze belasting in 1922 in Groningen on
geveer f250.000 en in Noord-Brabant ruim f750.000
beeft opgebracht, terwijl voor Noord-Holland, ge
lijk boven bleek, oene opbrengst van f500.000 's
jaars mag worden verwacht
Ged. Staten zijn met bereid tot het prijsgeven
eener dergelijke bijdrage van de weggebruikers
zonder moer hunne medewerking te verleenén.
Ged.- Staten beantwoorden breodvoerig de opmer
kingen in de afdeelingen gemaakt over het voorstel
inzake den Zaanlandschen communicatieweg.
Do bijdrage der naast-belanghebbenden' zal vol
gens het voorstel, den zijtak door Westzaan, die
in bijzondere omstandigheden verkeert, daargela
ten, f 13.520 's jaars bedragen. Deze som wordt, ge
lijk is uiteengezet in de nota van toelichting, welk
te bij de voordracht van 20 Juni 1923 was gevoegd,
noodig geacht om den weg, gelijk zij thans is, aus
piot als primaire weg, op behoorlijke wiize te on
derhouden. Dat deze raming niet overdreven is,
blijkt nit het feit, dat niettegenstaande hel
hoogst onvoldoende onderhoud, dat in de laatste
jaren aan den weg is besteed, daaraan in 1920, 1921
en 1922 nog achtereenvolgens bijna f 10.000, ruim
f 11.000 en ruim f19.000 is ten koete gelegd.
Aan Bet rapport van den hoofdingenieur-direc
teur ontleenen wij nog, dat hij de volgende pri
maire verbindingen in Kaart bracht:
.1. SchagenHet WadVan Ewijcksluis Gang
circa 14.8 K.M.) in aansluiting met den weg op
den toekomstigen afsluitdijk van de Zuiderzee naar
Wieringen en de Friesche kust;
II. SchagenDe Stolpen Gang circa 4.5 K.M.)
in aansluiting met> den Rijksweg Alkaar-Helder.
IH. SchagenNiedorper VerlaatHeerhugo-
waardAlkmaar, Gang circa 24.3 K.M.)
IV. V eenliuizenLambertschaagMedemblik
Gang circa 19.6 K.M.), aansluitende aan den sub
III genoemden weg en te Medemblik in de
toekomst aan de wegen in den droog te leggen
Wieringermeerpolder
V. MedemblikHoorn Gang circa 18.2 K.M.)
over Oostwoud, Hauwert en den Zwaagdijk;
VI. ZwaagdijkEnkhuizen (lang circa 12.7 K.
M.) vormende met een deel van den sub V ge
noemden weg de doorgaande verbinding van Hoorn
naar Enkhuizen, aangezien de weg door de Streek
daartoe niet geschikt is en in verband met de
dichte bebouwing daarlangs, ook niet geschikt is
te maken;
VU. Hoorn—Alkmaar, Gang circa 22.6 K.M.);
VIU. AlkmaarKnollendamWestzaan( lang
circa 19.9 K.M.), loopende bezuiden Moltjesveer
langs de Nauemasche Vaart en aansluitende op den
Zaanlandschen Communicatieweg;
IX. HoornDe HulkOosthuizenPurmerend
Amsterdam Gang circa 28.6 K.M.);
X. PurmerenderwegSchermerhornsche weg
(lang circa 6 K.M.), vormende de verbinding tus
schen de sub VII en de sub IX genoemde wegen;
XI. PurmerendWijde Worm erZaandijk (lang
circa 10.3 K.M.) loopende in de richting Oost
West, aansluitende ©enerzijds aan den sub IX ge
noemden weg en anderzijds aan het eindpunt van
den Zaanlandschen Communicatieweg
XII. De Zaanlandsche Communicatieweg Gang
circa 13.1 K.M.);
XIII. WestzaanNaueraaBuitenhuizenHaar
lem (lang circa 13.8 K.M.) vormende een directe
verbinding van de Zaanstreek met Haarlem;
XIV. HaarlemSchipholOuderkerkDiemer-
brug Gang circa 24.3 K.M.), vormende een directe
verbinding buiten Amsterdam om, tusschen Haar
lem (Rijksstraatweg) eenerzijds en 'de Rijksstraat
wegen AmsterdamUtrecht en Amsterdam
Amersfoort anderzijds:
XV. HeemstedeAalsmeerUithoorn Gangr oirca
9.1 K.M.) in laatstgenoemde plaats aansluitende
aan den in de Provincie Utrecht voor doorgaand
verkeer aangewezen weg UithoornMijdrecht,
Nieuwersluis, Loosdrecht en verder over Hilver
sum, Baarn naar Nijkerk:
XVT. Amsterdam—HoofddorpPoellaan Gang
oirca 26.3 K.M.) (SassenheimLisse), vormende
een directe verbinding van Amsterdam door den
Haarlemmormeerpolder met den Rijksstraatweg na
bij Leiden;
XVII. AmsterdamBovenkerkVrouwenakker
Gang ciroa 12.3 K.M.), in aansluiting met den sub
XV genoemden weg in de provincie Utrecht en met
het wegennet op het gebied van Zuid-Holland;
XV ITT. Diemerbrug's GravenlandHilversum
Provinciale grens richting Baarn (lang oirca 20.7
K.M.), in hoofdzaak omvattende het Zandpad Am
sterdamWeesp en voor het laatste stuk deel uit
makende van den sub XV beeohreven doorgaanden
weg-
XIX. Naar denBussumHilversumMaartens
dijk (lang circa 4.7 K.M.), vormende een verbin
ding van den Rijksstraatweg bij Naarden met den
op t Utrechtsch gebied voor doorgaand verkeer
aangewezen weg naar de stad Utrecht;
XX. HilversumLaren Gang circa 4.5 K.M..), als
voedingsader van den Rijksstraatweg Amsterdam
Amersfoort;
XXI. HilversumProvinciale grens richting Loos
drecht (lang circa 1.9 K.M..), zunde een onderdeel
van den doorgaanden weg op het gebied van de
provincie Utrecht sub XV genoemd.
mijn kamer binnentraden.
„Neen, maar dat zou me Diet het geringste kunnen
schelen".
„Oho!"
Warburton wierp zich in een stoel en stak een
sigaar aan. Hij rookte snel, terwijl ik mijn toiletgerei
bijeenzocht, want ik was van plan voor een paar
dagen dé stad uit te gaan.
„Nu spreek op", zeide ik.
„Chuck, toen mijn vader stierf liet hij ons bijna een
kwart millioen na, d.w.z. dat Nancy, Jack en ik elk
een inkomen hebben van ongeveer 4500 dollar. Nu ben
ik de laatste jaren buitengewoon zuinig geweest, ik
heb heelemaal geleefd op mijn officierstraktement.
Ik heb dus op de Bank zoowat 25.000 staan, de Bank
van New York. Aanstaanden Maandag, tusschen twee
en drie uur, zai kolonel Annesley doodarm zhn, om
zoo te zeggen, geen d«.k meer boven zijn hoofd heb
ben".
„Wat!" Mijn scheerspiegeltje gleed me uit de hand
en viel op den grond, waar het in duizend stukken
brak.
„Ja. Hij en zijn dochter zijn letterlijk alles kwijt.
Je moet me geen vragen stellen, maar ik hoop dat je
zult willen doen wat ik je vraag". Hij haalde zijn
chèqiieboek voor den dag en vulde twee blanco pa^-
piertjes in. Deze reikte hij mh over. „Dit eene moet
je voor me plaatsen op de union-bak, ten behoeve
van kolonel Annesley".
Ik keek naar de chèque. „Twintig duizend dol
lar!" hijgde ik.
„De Union-bank disconteert vandaag den witsel van
den kolonel. Die vervalt Maandag. Daarom cal hij
zijn mooie paarden moeten verkoopen en wat er nog
van de landgoederen in Virginia over is. De interest
is onbelangrijk."
„Wat" begon ik, maar hij viel me in de rede:
„Ik beantwoord geen enkele vraag. De chèque voor
drieduizend dollar moet je gebruiken voor den aan
koop van den paarden, die Zaterdag geveild zullen
worden. Ze zijn de som ten volle waard. Het kan
me niet schelen door wiens tusschenkomst ik de paar
den in mijn bezit krijg, als mijn naam maar niet
genoemd wordt. En wat dien wissel aangaat, incasseer
mijn chèque eerst en doe 'dan die zaak van den
wissel af. Dan komt niemand er iets van te weten
en kan men niet nagaan waar het geld vandaan
komt".
Wordt vervolgd.