chaaer Courant Groep Veilingsvereenigingsn. DERDE BLAD. Nieuwe Abonné's Zaterdag 22 December 1923. 66sle Jaargang. No. 7355. van dit blad ontvangen de tot 1 Januari a.8. nog verschijnende nummers GRATIS. Jaarvergadering van de afdeeling Noordholland der Vereeniging Groep Veilingsvereenigingen uit den Nederlandschen Tuinbouwraad, op Donderdag 20 De cember, namiddags 2 uur, in de Unie te Alkmaar. De voorzitter, de heer P. Slot van Broek op Lan- gendijk, opent de vergadering, in ongeveer de vol gende bewoordingen: Meer dan eens heb ik bier gesproken over de moei lijkheden in ons bedrijfsleven, waarop ik nu niet in den breede zal ingaan, hoewel er stof te over voor zou zijn. Ik zal het meer over de organisatie hebben. Onze organisatie is nog van zeer jongen datum. Wel werd er reeds voor 30 40 jaar een enkele tuin- bouwvereeniging opgericht, doch het is pas voor enkele jaren terug, dat daarin eenige organisatie ge bracht is. Voor 15 jaar terug was het aantal vereenigingen nog slechts enkelen, doch de oprichting van den Ne derlandschen Tuinbouwraad heeft daarin een groote verbetering gebracht. De verdere ontplooiing kwam pas in latere jaren. Dat de organisatie in betere banen geleid is, dateert pas van de jaren 1916 en 1917, toen elke organisatie verplicht werd lid te worden. De gecentraliseerde inkoop in het buitenland maakte ook hier algeheele centralisatie noodig. Hoewel we met tegenzin en huivering aan dien tijd terugdenken, hebben we er toch een goede en sterke vooruitgang der organisatie aan te danken. Er is nu centralisatie in alle organisaties en uiterlijk ziet deze er heel aardig uit. Er hapert echter inwendig nog o zooveel aan. De aaneengesloten saamhoorigheid schijnt een duw tje te kunnen hebben, doch we hespeuren meer een wil om terug te gaan naar vroegere tijden van vrij heid en misschien bandeloosheid. Dat er veilingen moeten zijn, wil men nog wel toe geven, ook nog wel dat daarbij eenige leiding noodig is. Van verplicht veilen schijnen sommigen zelfs niet eens doordrongen te zijn. Bepalingen omtrent keu ring, sorteering enz. hebben weinig waardeering. Steeds wordt gepoogd door te nemen maatregelen de hoogste prijzen te kunnen bedingen en soms wordt dit nog beschouwd als een onnoodige drukte. Als we vragen hoe het staat met het meeleven der leden, wordt het er niet beter op. Het orgaan van voorlichting en inlichtingen moet, wil dit tot zijn recht komen, door eiken tuinder gelezen worden. Van d« 12000 leden der organisatie zijn er echter slechts 1200 abonné op „de Tuinderij". Toch voldoet de Tuin derij aan redelijk te stellen eischen. Moeten we daaruit de conclusie trekken, dat aan voorlichting geen behoefte bestaat? Als we vragen wat men voor de organisatie over heeft, is het antwoord eveneens niet zeer bemoedi gend. Veel klachten van finantieelen aard worden in deze geuit. De arbeiders geven hier wel een be schamend voorbeeld, als men weet wat door hen aan hunne organisaties wordt bijgedragen. Het is droevig, doch er schijnt nog niet het rechte besef te bestaan, dat de organisatie noodzakelijk is en niet zonder fi- nantiën kan leven. Dat de NederL Tuinbouwraad steeds loopt op de subsidiekrukken der regeering, daar moesten we ons allen voor schamen. Nu de helft dre Rijkssubsidie ia ingetrokken, zullen andere maatregelen noodig zijn. De vraag dient gesteld: Kunnen we niet anders wor den? Is hier voor ons ook een taak? De vragen stellen is ze tegelijk beantwoorden. Van een vergadering als deze behoort nieuwe actie uit te gaan. De lauwen moeten worden opgewekt en naar de vergadering gebracht. De vooraanstaanden in de organisatie kunnen in deze zeer veel doen. De leiding wordt meermalen aan critiek blootge stelde. Gezonde critiek willen we niet smoren, doch eendrachtige samenwerking is noodzakelijk. Voor al les moeten we practisch zijn en vragen of de leiding niet wat meer op prijs moet worden gesteld. De lei ding is moeilijk, het is daarom practisch] haar te ateu nen. We moeten ons inspannen het orgaan meer ge lezen te krijgen. Dat moet zijn onze voorlichting. Die meeleeft kan weten hoe men in de meeste lan den pogingen aanwend voor eigen proudcten en hoe daardoor de invoer in die landen belemmerd wordt. Een reeks van onderwerpen moet onze belangstel ling hebben. We moeten paraat zijn om de gevaren af te wenden. Er moet dan echter op gerekend kun nen worden dat de leiding de organisatie achter zich heeft. We mogen niet verslappen. Wel zijn de tijden zwaar, doch juist dit moet een spoorslag zijn om zoo veel mogelijk mede te werken. Dat zijn de levensvoorwaarden eener organisatie en het strekt tot ons eigen voordeel in stoffelijke en zedelijke beteekenis. In de hoop, dat de zegen van aller medewerking ons niet mag worden onthouden, open ik deze ver gadering. In 't bijzonder heet de voorzitter welkom den heer Vfclstar en den heer Niemandsen, respectievelijk voor" zitter en secretaris van de landelijke organisatie, den Haaeloop, Rijkstuinbouwconsulent en den oud administrateur van de landelijke organisatie. De notulen worden daarna gelezen en onveran derd vastgesteld. Daarna brengt de secretaris verslag uit van de han delingen der Provinciale Commissie uit de Veilingen in Noordholland gedurende het zevende boekjaar, over het jaar 1 Juli 1922—1923, dat we belangrijk ge noeg achten om in hoofdzaken in zijn geheel te ver melden. Mijne Hoeren, De verplichting, welke mij als secretaris onder meer is opgelegd, U aan het einde van ons diens: jaar een verslag te geven betreffende den stand van zanen onzer organisatie, welke als het ware den ge- hooien tuinbouw in Noord-Holland omvat, is weder om geen aangename taak, daardoor een moeilijke en zware taak. Het zal zeker wel overbodig zijn, Uwe aandacht te vragen voor wat do oorzaak is geweest van den ont redderden toestand, waarin wij, en vooral de afne mers van onze tuinbouwproducten, heden nog vei^ keeren. De malaise drukt vrijwel den geheelen tuinbouw, al waren soms enkele teelten, vooral glasproducten, wel eens .conend te noemen. \an eenige opgewektheid in ons anders zoo mooi tuinbouwieven is dan ook geen sprake meer: men is gedrukt, ongerust, zonder ^hoop, omdat de horizont nog steeds is bezwangerd met donkere, dreigende wolken, men ziet nog geen lichtpunt, geen licht straal, die aankondigt een nieuwen dageraad, een nieuw beter tijdperk: alles is nog onzeker en de toe komst baart zorg. Te betreuren is, dat als gevolg van alle misère in het bedrijfsleven, dit ook invloed heeft op het ver- oenigingsleven, in grooten, zoowel als in kleinen kring. Men is zoo gaarne geneigd, vooral bij aan houdenden tegenslag als nu, naar iets schuldigs te zoeken. Men hoopt, neen verwacht, directe en daad werkelijke hulp en bijstand van de voormannen zijner organisatie of vereeniging en waar dezen, tengevol ge van de buitengewone benarde tijdsomstandighe den, niettegenstaande hun onvermoeid voortwerken ora betere toestanden te scheppen, er nog maar niet in hebben kunnen slagen iets directs te bereiken, daar wil men in zoo'n toestand' dit wel eens wijten aan mogelijke slapheid, mindere activiteit en het toonen van te weinig belangstelling in het wel en wee van den tuinbouw. Daarom stel ik er juist prijs op hier te verklaren, dat wij er steeds op uit zijn, met al onze kracht de belangen van den tuinbouw te behartigen. Bedenk eens wat een heerlijk iets het zou zijn, indien wij allen de huidige crisis konden doen beëindigen. U voelt in de bedrijven den tegenslag: bedenk ook eens, wat het voor uwe voormannen moet zijn den toe stand nog niet te kunnen veranderen, verbeteren. Onrechtvaardig is reeds de gedachte iets te wijten aan uwe leiders, laat staan het uitspreken daarvan. Denkt men dan werkelijk, dat de voormannen hun individueele leden in de misère zouden willen laten zitten, en met welk doel dan? Toch moeten velen op hunne jaarvergaderingen ter plaatse ervaren en gedoogen, dat leiding geven aan critiek is blootgesteld. Is zulks dan in op bou wenden geest, dan ware het zeer te waarde eren, omdat daarmede iets goeds, iets beters kan worden bereikt; doch men ziet het veelal gebeuren, dat s ymwijlen een critiek wordt gevoerd, die doet den ken aan slooperswerk; maar al te vaak weet men geen zaken van personen te onderscheiden en dit valt des te meer te betreuren. Vooral in dezen tijd is organisatie zulk een eerste vereischte en vooral een hechte band daarin zal in de toekomst blijken te zijn de eerste voorwaarde tot het bekomen van een beter bedrijfsleven. Alleen door eendrachtig samen te werken, kunnen wij1 wat berei ken in het belang van den geheelen tuinbouw. Heeft onze organisatie volgens sommige zwartgal lige critici te weinig, ja haast niets bereikt; het ligt niet in mijn voornemen hiertegen te ageeren. In do toekomst zal men echter moeten ervaren, dat elke veroordeeling van het een of ander zeer voorbarig ie en op zwakke, veelal kortzichtige gronden was op gebouwd. Het lust mij daarom niet hot tegendeel verder te verdedigen, het zou toch weinig baten. Gelukkig is het een enkeling die meent beden kingen tegen het een of ander te moeten koeeteren; de massa is van andere gedachte, weet en beseft welk een moeilijken, zwaren tijd ook wij in.het ver- eenigingsleven mede maken, wat een inspanning en zorg wij ons moeten getroosten zelfs maar iets te be reiken. De tijden zijn zoo abnormaal, dat bijna ner gens eenig peil op is te trekken. Doch genoeg hier over, wij gaan onverpoosd verder, steeds met nieu wen moed aan den slag. Toch wil ik het wagen hier enkele resultaten te vermelden, welke voor vereenigingen en dus ook voor hare leden van veel belang zijn, hetzij direct, hetzij in de toekomst. In samenwerking met het Centraal Bureau is het mogen gelukken voor wagonladingen, bestemd voor het buitenland, weer eenige verlaging in de vracht prijzen te verkrijgen, hoewel wij aanhoudend recla me voeren om de spoorwegtarieven te verkrijgen, ge lijk aan die van v6ór den oorlog; zoo ook weer spe ciale tarieven voor het biimenland, voor het vervoer van groenten en fruit. Dat wij voor het voeren van deze actie, met veel bewijs- en zuiver gedocumenteerd cijfer- en argumen tenmateriaal voor den dag moeten komen, behoeft dunkt mij wel geen nader betoog, temeer, omdat ook de spoorwegen zeer hebben te worstelen met de groote tekorten en dat verlaging aanleiding zou kun nen geven tot een nog ongunstiger verlies, tenzij meerder vervoer door die verlaging de toegestane korting zou opheffen. Hieruit volgt dan ook, dat juist aller steun en me dewerking van noode is, om goed bewijsmateriaal te verzamelen. Verder zijn wij dan nu toch eindelijk verlost ge worden van het zoo onrechtvaardige pet. registra tierecht en gij allen kunt weten, welke aanhoudende halsstarrige actie wij hebben moeten voeren, om daarvan verlost te geraken. Het is ons echter niet mogen gelukken dit onrechtvaardig, bruut geheven recht van terugwerkende kracht te doen zijn, voor het loopende dienstjaar. Aan de verbetering van den afzet, door reclame en verbeterde sorteering en verpakking, is steeds en wordt nog voortdurend de noodige aandacht geschon ken. Mede door bemiddeling van do Hoofdorganisa tie, is van de door ons gestelde voorlichting voor ver beterde verpakking voor bewaarkool, vooral naar Amerika, door den handel gebruik gemaakt en gaf aanleiding, tot, zij het dan ook tijdelijk, belangrijke vraag van dit product daarheen. Juist het zoeken naar nieuwe afzetgebieden voor onze producten, is zulk een moeilijke taak. Om blij vend van een eenmaal gevonden afzetgebied verze kerd te zijn, is het zoo noodig, dat wij alle zong gaan besteden aan de kwaliteit. Goede sorteering en dan nog extra verpakking, opdat het product onbescha digd kan worden aangevoerd, kost heel wat hoofd- brekena Zien wij naar het buitenland, met name Amerika en Engeland, dan blijkt, dat daar reeds di verse maatregelen ten uitvoer zijn gebracht en met bewondering moeten wij constateeren, de tot stand brenging van eenheid. Kan zulks dan ook niet in ons eigen land, zullen velen zich afvragen. Bezien wij echter de zaak na- er, dan moeten wij- vooralsnog toegeven, dat zij ons ver vooruit zijn; doch allerminst niet vergeten, dat hier de toestanden zoo geheel anders zijn als elders. In ons land moeten nog zooveel moeilijkheden wor den overwonnen, om eveneens aan een en ander een vasten vorm te geven. (Vk aan een betere sorteering en verpakking voor kool en uien voor Engeland bestemd, zijn aanhou dend de zorg gewijd en wij hopen er in het volgende Jaarverslag ook daarvan gunstige resultaten te kun>- nen vermelden. Zoo ook heeft de sorteering en verpakking van fruit onze volle belangstelling en is reeds een lande lijke regeling ontworpen en getroffen, die in de toe komst bevorderlijk moet zijn voor den afzet. Steeds meer en meer blijkt, dat onze producten on de bui- Skandinavië worden verdrongen, opzijde ga9tolddoo~ Skanüinavië worden vedrongen, opzijde gesteld door de producten uit andere uitvoerende landen, die door eendrachtig optreden de sorteering en verpakking hunner voortbrengselen hadden vervolmaakt in dien zin. dat onze zendingen daarbij in een beschamend daglicht werden geplaatst, zich niet meer verheugen konden in die belangstelling van koopers, hetwelk voor een redelijken afzet wenschelijk was en eerlijk gezegd hopeloos werd. De regeling, welke nu is ontworpen, omvat ndet al leen het houden van Provinciale fruittentoonstellin- gen, welke ten doei hebben den teler en handelaar te laten zien en aan te toonen, de wijze waarop het fruit zal moeten worden gesorteerd en verpakt, maar tevens ligt het in de bedoeling in het jaar 1924 ver schillende proefzendingen naar het buitenland te doen vervoeren, welke zendingen geheel in overeen stemming zullen moeten zijn met de eischen, welke de afnemers daar aan het product stelen. Daarmede wordt oveneens verbetering van den afzet in ons eigen land beoogd. Aan den dikwijls uitgesproken wensch, of liever gezegd', aan de groote noodzakelijkheid van te heb ben een organisatiemerk voor den uitvoer van de voornaamste, zoo niet alle te exporteeren tuinbouw producten, is dit voor vroege aardappelen, welke in hoofdzaak een Noordhollandsch product zijn «n waarvan ik dit dan ook memoreer uitvoering gegeven en mogelijk gemaakt door het moeten keuren op ziekteverschijnselen. Doordat Engeland, en zeer waarschijnlijk zullen andere landen dit weldra wel navolgen, doordat En geland dus de bepaling heeft gemaakt, alleen die aardappelen te willen laten invoeren, welke voorzien zijn van een certificaat van gezondheid, moeten dien tengevolge alle aardappelen, bestemd voor dat land, aan een keuring worden onderworpen. Hoewel deze regeling reeds het vorige jaar in werking was getre den, had in den beginne deze keuring aan de uit- voerhavens plaats. Later bleek al spoedig, dat deze regeling niet de doelmatigste was, waarbij nog kwam dat ze kostbaar was en vooral voor den handel nogal riskant. Daarom werd in overleg met het Departe ment van den Landbouw en den Plantenziektekun- digen dienst aan onze organisatie het recht verleend, dit product op de Veilingen zelf te keuren door onze eigen menschen. Deze aangelegenheid werd tevens te baat genomen, ook de keur op sorteering en dergelijke wat strenger toe te passen en daarna te voorzien van het door de Hoofdorganisatie ontworpen wettig gedeponeerd merk, hetwelk tevens aanduiding gaf voor een bege leidend certificaat van gezondheid. Zoodoende werd het product, voor den uitvoer gekeurd, ook krapper gecontroleerd naar de kwaliteit en de waarborg van het certificaat plus merk, vergroot Deze zaak was speciaal voor onze Provincie van groot belang en de regeling heeft goed gewerkt, om dat Engeland voor veel langer dan voorheen als koo- per aan de markt is gebleven voor de vroege aard appelen, wat zeer gelukkig is geweest, daar anders de prijs zeer waarschijnlijk zou zijn gedaald tot die van 1922 of mogelijk nog lager zou zijn gekomen. De extra controle, ingesteld door het Centraal Bureau, bleek evenwel nog noodig, hoewel meer als voorlichting dan wel tot het keeren van nog voor komend bedrog. Geleidelijk weg nam de medewer king der aanvoerders toe, in de overtuiging van het groote belang voor de toekomst, voor eiken kweeker. De controle, ook voor een deel uitgevoerd door on- dergeteekende heeft hem de overtuiging gegeven, dat de voorgeschreven sorteering op maat, nog niet als geheel volmaakt is te beschouwen. De grove soorten geven maar al te vaak een beeld van slecht te zijn gesorteerd en het is daarom, dat ik hier van de ge legenheid gebruik maak uwe aandacht hierop te ves tigen en de wenschelijkheid uit, dat van die soorten de allergrootste nog afzonderlijk worden aangeboden en dat ook in het volle der oogst, de maat der klei nen iets dient te worden verhoogd. Ten aanzien van het verbeteren van den afzet, heeft de daarvoor in het leven geroepen commissie, in den nazomer van 1922 feitelijk niets kunnen doen, omdat de producten, waarmede proeven zouden worden ge nomen, feitelijk waardeloos waren en zoodoende de verhoogde kosten van sorteeren en verpakking dan niet zouden kunnen dragen en waardoor zeer waar schijnlijk de te nemen proeven dan zonder eenig ef fect zouden geraken, wat zeer zeker op de animo van een herhaling in betere tijden remmend zou werken. Daarom werd besloten het onderzoek met de even tueel daaraan verbonden proefnemingen uit te stellen, tot een volgend seizoen. In het door de commissie uitgebrachte rapport werd er dan ook op gewezen, dat mede de handel van gevoelen was, dat er iets in die richting moest wor den gedaan. Wel moeten wij meerdere reclame maken voor een goeden afzet van onze producten, waar dan ook tevens voor vele artikelen een betere sorteering dient te worden ingevoerd, andere, betere verpakking noodig zal blijken te zijn, zoowel voor binnen- als wel voor het buitenland. De commissie was eveneens van oordeel, dat waar heden, vooral te Londen, waarheen de kool in balen werd verzonden, daar wordt gebruikt voor snijkool om in te leggen, doch dat het zenden van goede kool, verpakt in kisten of manden met gelijktijdig doeltref fende reclame daarbij, het gebruik als groenten zeer zeker zal moeten verhoogen. Verder, dat de uien veel verbetering behoeft, voor al wat betreft de sorteering. Onze uien is, wat de smaak aangaat, zeer gewild, maar dat ze tot heden onmogelijk kan concurreeren met de Spaansche en andere uien, die zeer nauwkeurig zijn gesorteerd en daarbij verpakt, zoodat ze tijdens het verkeer niet heeft te lijden en daardoor ook langer houdbaar zijn. Men achtte het zeer gewenscht hiermede goed opge zette proeven te nemen, met gewaarmerkte verpak king, opdat de handel direct kan zien met welk pro duct hij te doen heeft. Ook uit de gevoerde correspondentie met den te Londen gestationneerden buitenlandschen Tuinbouw- consulent bleek, dat het plan om reclame voor onze producten aldaar te maken, door middel van kook demonstraties, en dergelijke, zeer waarschijnlijk geen gemakkelijke, vermoedelijk wel een kostbare zaak zou zijn, maar dat dit in de toekomst wel resultaat zou moeten opleveren. Naar aanleiding van dit rapport en ook vooral door een voorstel van de Langendijker Veilingen, hetwelk gedaan werd op de j.1. gehouden voorjaarsvergade ring, werd toen besloten voor het doen voeren van doeltreffende reclame voor den afzet en te beginnen in Engeland, f 10.000.van het reservefonds te vo- teeren om de kosten, voortvloeiende uit de te voeren reclame aldaar, mede te kunnen bestrijden. Zeer ze ker een grootsch, gewichtig besluit en wij hopen, dat de resultaten veelvoudig en evenredig aan de gestelde verwachtingen mogen zijn. Bereids werd daarna een overeenkomst met den heer C. Wagenaar uit Zuidscharwoude gesloten, die als propagandist voor onze organisatie naar Londen zal gaan, om aldaar, tevens met den bijstand van den meer genoemden Rijkstuinbouwconsulent, Mr. B. Gerritsen, de zaak in kwestie krachtig zal aanvat ten. Verwacht mag worden, en die verwachting is zeer billijk, dat het Centraal Bureau van Veilingen voor dit doel ook haren steun zal verleenen, opdat dit niet alleen een Noord-Holl&ndsch belang is, maar een van die voor geheel ons land. Ook op andere wijze heeft onze organisatie, door het geven van verschillende inlichtingen, nuttig werk verricht. Van den ingestelden inlichtingendienst, ter voorko ming van wanbetaling, is in dit dienstjaar door twee Veilingen gebruik gemaakt. In het eene geval was een oplossing spoedig mogelijk geworden; in het andere geval was het ons niet mogelijk hierin daadwerkelijk op te treden, omdat het verloop daarvan in een eigenaardig stadium verkeerde. Wel werd onze be middeling gegeven, doch dit gaf weinig resultaat. Dat er van dezen dienst zoo weinig gebruik ia ge maakt geworden, mag zeker wel de conclusie wor den getrokken, dat de betalingen aan de Veilingen goed zijn verloopen en de contante betaling dus wel gunstig werkt. De inventarisatie van de stapelproducten, welke in December 1922 werd gehouden, gaf ons weer zeer waardevolle cijfers en waarvan in sommige gevallen een nuttig gebruik kon worden gemaakt. De mede werking der onderscheidene teelders was in dit ge val gunstiger dan die met de vroege aardappelen. Het verkrijgen van een zuiver overzicht van gewas van vroege aardappelen is bijna onuitvoerbaar, om dat vele van die aardappelen ook door anderen, niet leden onzer organisatie, worden geteeld, èn opper vlakte en opbrengst moeten worden geschat. Uw be stuur besloot dan ook, gezien deze moeilijkheid, in het voorjaar van 1923 van dat product geen inven tarisatie te houden. Hoewel ik het overbodig acht eeropsomming te goven, al die werkzaamheden te vermelden, welke, niettegenstaande herhaalde en ernstige pogingen, toch vooralsnog geen resultaat hebben gegeven, wil ik toch nog even aanstippen onze gevoerde actie te gen den zomertijd. In -".menwerking mot de lan delijke organisatie is alles in het werk gesteld, deze onnatuurlijke, onbillijke, lastveroorzakende en vaak schade berokkenende tijdsverdeeling ongedaan te ma ken. Voor een oogenblik bestond de hoop, dat deze niet meer zou worden ingevoerd; later bleek deze hoop ijdel te zijn, wat zeker alom ontstemming op het platteland heeft verwekt, omdat inplaats van een kortoren duur als voorheen, het herstel van den zomertijd, integendeel, deze werd verlengd. Ook hiertegen zal men, in samenwerking met de landelijke organisaties, met kracht blijven pro testeeren. In het bestuur kwam geen verandering, doordat de aftredende heeren Th. Roosje te Grootebroek, \V. Gnt- ker te Warmenhuizen, en D. Koolhaas te Twisk, war den herkozen. In dit verslagjaar vergaderde uw bestuur 14 maal en werden bovendien nog eenige bijeenkomsten ge houden met vertegenwoordigers van den handel en van enkele Veilingen, ter bespreking van eventueele aangelegenheden. Dat het aantal vergaderingen van uw bestuur groo- ter is dan van in afgeloopen jaren, vindt zijn oor zaak in de behandeling van het Provinciaal Tuin de rscrodiet, waarvan ik straks nadere mededeelingen zal geven. Verder zijn gehouden twee Algemeene Vergaderin gen. ril. de Jaarvergadering op 9 November 1922 en de Voorjaarsvergadering op 19 Juni 1923. Ons kantoor is wederom in hetzelfde gebouw ge bleven en hoewel uw secretaris ook op andere dager aldaar vaak aanwezig is, is dit kantoor officieel opengesteld op Dinsdag en Zaterdag, telkens van 's morgens 10—12 en des namiddags van 24 uur. In spoedeischende gevallen kan men den Secretaris ook aan zijne woning, Stationsweg 29, opzoeken, of hem per telefoon bereiken onder No. 654 x (x is 2 x Lellenj. Waar ik in den aanvang van dit verslag ook. mel ding maakte, den tuinbouwtoestand nader te om schrijven. blijf ik steeds met mijn schrijfstift steken, word suf en moedeloos, omdat de juiste woordenkeus maar niet wil vlotten. Waar het dienstjaar loopt van 1 Juli tot 30 Juni, is een eigenlijk oogstoverzicht moeilijk weer te geven. Over den toestand dus: maar hoe? Ik acht mij niet in staat uitvoerig de juiste toedracht van den toe stand weer te geven, uit te beelden overeenkomstig de werkelijkheid: ja harde werkelijkheid. Daarom wil ik dit met een enkel woord trachten weer te geven: n.1. ze was slecht: zoo slecht zelfs, dat wij het woord noodtoestand aan het papier mogen toe vertrouwen, want dit is de harde werkelijkheid. Tijdens het ontstaan van die malaise in den tuin bouw, hebben vele publiekrechtelijke lichamen, di verse Vereenigingen, alsook vele personen in actie gebracht en hen doen zoeken naar middelen om aan dien noodtoestand een einde te maken, op verschillen de wijze. Met recht mocht onze voorzitter op de laatste jaar vergadering onder meer het volgende in zijne ope ningsrede zeggen: „Was voorheen onze tuinbouw haast niet bekend bij „het groote publiek, heden hebben wij over belang stelling niet te klagen, doch waren liever van een cvsdanige belangstelling verschoond gebleven, om- .dat de oorzaak daarvan niet in ons voordeel is. Van verschillende kanten maakt men zich op voorstellen ..te doen, middelen aan te geven, tot verbetering van den toestand: doch of deze belangstelling ons veel ..zal baten, of wel dat de vele recepten, heden voor beschreven. de juiste middelen zijn voor de kwaal, „meen ik te moeten betwijfelen. De vrees is niet on gegrond, dat deze overvloed van belangstelling het „juiste middel zal doen verwateren". En, mijne heeren, zoo is het ook. Op velerlei wijze heeft men middelen aan de hand gedaau, regelingen voorgesteld, welke hoe goed men een en ander dan ook bedoelde niet uitvoerbaar bleken te zijn, of wel aanleiding zouden kunnen geven tot onbillijk heden, welke juist dezen steun zoo van noode waren. Eene credietregeling, als het verleenen van een grooter of kleiner voorschot aan hen, wier bedrijf (Je) daarmede in stand kon worden gehouden, aan diege nen te verleenen, welke op andere wijze niet kon den worden geholpen, werd over het algemeen be schouwd nog als de beste wijze van hulpverleening te zijn, hoewel men overtuigd was en dat nog steeds is, dat de tuinbouw als zoodanig niet geholpen werd in zyn geheelen omvang, maar alleen de zwaksten, in afwachting op betere tijden. Waar echter door verschillende omstandigheden eene landelijke steunregeling met Regeenngscrediet niet tot uitvoering kon komen, daar was het voor Noordholland wel zeer verblijdend te mogen ervaren, dat het Provinciaal Bestuur bereid was en werd ge vonden zijnen steun te verleenen. Het moge dan waar zijn, dat met deze crediet regeling niet de tuinbouw zelve wordt geholpen, alsook dat de wüze van uitvoering van aezo cro- dieten moeilijkheden schiep, en dus niet als vol maakt mag worden beschouwd, 'heeft de Com missie van uitvoering bij haren arbeid ten deze toch de overtuiging gekregen en behouden^ dat hiermede een goed werk is gedaan en dat hiermede velen gebaat zijn geweest. De door Gedeputeerde Staten toegestane cre- dieten vonden in hare uitvoering en afwerking eenige vertraging, omdat men nog steeds hoopte op eene landelijke regeling en waar dit niet tot uitvoe ring kon worden gebracht, daar noodigde het Pro vinciaal Bestuur onze Commissie uit on stolde ons voor de uitvoering voor haar wel ter hand te willen nemen, hetwelk door ons gaarne werd aanvaard en waarvoor de definitieve vaststelling van do algeheele regeling op 29 Januari 1923 haar beklag kreeg. De heeren A. W. Michels, lid van Gedepu teerde Staten en Mr. van Asch van Wijk, Referen daris der Griffie, werden als vertegenwoordigers van Gedeputeerde Staten, aan de Commissie toe gevoegd. Toen is met spoed de arbeid aangevangen on waar de te verleenen voorschotten zouden worden verstrekt door do diverse plaatselij ko Boerenleen banken, waarvoor reeds vooraf met Gedeputeerde Staten overleg gepleegd was met de Centrales, daar was haar eerste werk op elke plaats, waar tuinbouw van eenige beteokenis was, eene commis sie te benoemen, bestaande uit 5 personen, waar van 3 bestuursleden van oen tuinbouwvereeniging en 2 idem van de Boerenbank, en tot taak nad, ons bij den zeer omvangrijken arbeid ter zijde te staan door het afgeven van do daarvoor be stemde aanvraagformulieren, door het geven van adviezen, alsmede door het verstrekken van alle mogelijke inlichtingen, welke noodig zou den zijn voor een juiste beoordeeling van de aan gevraagde voorschotten. Er werden daartoe in den aanvang 85 plaatselijke commissies gevormd, waarvan er 64 ook nog in den vervolge ons behulpzaam zullen zijn; bij ae overi gen waren geen aanvragen om steun ingekomen of door het geringe aantal aanvragen samenge voegd by anderen. Het is echter wel van zelf sprekend, dat dit om vangrijke werk geldelijke offers van ons heeft ge vergd. door de geweldige administratie, die spoe dig afgedaan moest worden om de steunbehoevende tuinders niet langer te laten wachten, dan strikt noodzakelijk was. Het is daarom, dat ik in dit ver slag darover meer uitvoerig een en ander heb uiteengezet, om U een klein overzicht te geven van wat in deze door ons is gedaan en dat deze meer dere uitgaven geen bezwaar zullen ontmoeten bij de aangesloten vereenigingen, waaraan wij dan ook geenszins willen twijelen. Bii de bovengenoemde plaatselijke commissie» zijn in totaal ingekomen 682 aanvragen om een voorschot vormende een totaal-bedrag van f 471.600. Om verschillende wettige en geldige redenen moesten hiervan een 70 aanvragen, met een totaal bedrag van f47750, worden afgewezen en van 188

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 9