chaaer Courant
Groep Veilingsvereenigingsn.
DERDE BLAD.
Nieuwe Abonné's
Zaterdag 22 December 1923.
66sle Jaargang. No. 7355.
van dit blad ontvangen de tot
1 Januari a.8. nog verschijnende
nummers
GRATIS.
Jaarvergadering van de afdeeling Noordholland
der Vereeniging Groep Veilingsvereenigingen uit den
Nederlandschen Tuinbouwraad, op Donderdag 20 De
cember, namiddags 2 uur, in de Unie te Alkmaar.
De voorzitter, de heer P. Slot van Broek op Lan-
gendijk, opent de vergadering, in ongeveer de vol
gende bewoordingen:
Meer dan eens heb ik bier gesproken over de moei
lijkheden in ons bedrijfsleven, waarop ik nu niet in
den breede zal ingaan, hoewel er stof te over voor
zou zijn.
Ik zal het meer over de organisatie hebben.
Onze organisatie is nog van zeer jongen datum. Wel
werd er reeds voor 30 40 jaar een enkele tuin-
bouwvereeniging opgericht, doch het is pas voor
enkele jaren terug, dat daarin eenige organisatie ge
bracht is.
Voor 15 jaar terug was het aantal vereenigingen
nog slechts enkelen, doch de oprichting van den Ne
derlandschen Tuinbouwraad heeft daarin een groote
verbetering gebracht.
De verdere ontplooiing kwam pas in latere jaren.
Dat de organisatie in betere banen geleid is, dateert
pas van de jaren 1916 en 1917, toen elke organisatie
verplicht werd lid te worden.
De gecentraliseerde inkoop in het buitenland
maakte ook hier algeheele centralisatie noodig.
Hoewel we met tegenzin en huivering aan dien tijd
terugdenken, hebben we er toch een goede en sterke
vooruitgang der organisatie aan te danken. Er is nu
centralisatie in alle organisaties en uiterlijk ziet deze
er heel aardig uit.
Er hapert echter inwendig nog o zooveel aan.
De aaneengesloten saamhoorigheid schijnt een duw
tje te kunnen hebben, doch we hespeuren meer een
wil om terug te gaan naar vroegere tijden van vrij
heid en misschien bandeloosheid.
Dat er veilingen moeten zijn, wil men nog wel toe
geven, ook nog wel dat daarbij eenige leiding noodig
is. Van verplicht veilen schijnen sommigen zelfs niet
eens doordrongen te zijn. Bepalingen omtrent keu
ring, sorteering enz. hebben weinig waardeering.
Steeds wordt gepoogd door te nemen maatregelen de
hoogste prijzen te kunnen bedingen en soms wordt
dit nog beschouwd als een onnoodige drukte.
Als we vragen hoe het staat met het meeleven der
leden, wordt het er niet beter op. Het orgaan van
voorlichting en inlichtingen moet, wil dit tot zijn
recht komen, door eiken tuinder gelezen worden. Van
d« 12000 leden der organisatie zijn er echter slechts
1200 abonné op „de Tuinderij". Toch voldoet de Tuin
derij aan redelijk te stellen eischen.
Moeten we daaruit de conclusie trekken, dat aan
voorlichting geen behoefte bestaat?
Als we vragen wat men voor de organisatie over
heeft, is het antwoord eveneens niet zeer bemoedi
gend. Veel klachten van finantieelen aard worden
in deze geuit. De arbeiders geven hier wel een be
schamend voorbeeld, als men weet wat door hen aan
hunne organisaties wordt bijgedragen. Het is droevig,
doch er schijnt nog niet het rechte besef te bestaan,
dat de organisatie noodzakelijk is en niet zonder fi-
nantiën kan leven.
Dat de NederL Tuinbouwraad steeds loopt op de
subsidiekrukken der regeering, daar moesten we ons
allen voor schamen. Nu de helft dre Rijkssubsidie ia
ingetrokken, zullen andere maatregelen noodig zijn.
De vraag dient gesteld: Kunnen we niet anders wor
den? Is hier voor ons ook een taak?
De vragen stellen is ze tegelijk beantwoorden. Van
een vergadering als deze behoort nieuwe actie uit te
gaan. De lauwen moeten worden opgewekt en naar
de vergadering gebracht. De vooraanstaanden in de
organisatie kunnen in deze zeer veel doen.
De leiding wordt meermalen aan critiek blootge
stelde. Gezonde critiek willen we niet smoren, doch
eendrachtige samenwerking is noodzakelijk. Voor al
les moeten we practisch zijn en vragen of de leiding
niet wat meer op prijs moet worden gesteld. De lei
ding is moeilijk, het is daarom practisch] haar te ateu
nen. We moeten ons inspannen het orgaan meer ge
lezen te krijgen. Dat moet zijn onze voorlichting.
Die meeleeft kan weten hoe men in de meeste lan
den pogingen aanwend voor eigen proudcten en hoe
daardoor de invoer in die landen belemmerd wordt.
Een reeks van onderwerpen moet onze belangstel
ling hebben. We moeten paraat zijn om de gevaren
af te wenden. Er moet dan echter op gerekend kun
nen worden dat de leiding de organisatie achter zich
heeft. We mogen niet verslappen. Wel zijn de tijden
zwaar, doch juist dit moet een spoorslag zijn om zoo
veel mogelijk mede te werken.
Dat zijn de levensvoorwaarden eener organisatie
en het strekt tot ons eigen voordeel in stoffelijke en
zedelijke beteekenis.
In de hoop, dat de zegen van aller medewerking
ons niet mag worden onthouden, open ik deze ver
gadering.
In 't bijzonder heet de voorzitter welkom den heer
Vfclstar en den heer Niemandsen, respectievelijk voor"
zitter en secretaris van de landelijke organisatie, den
Haaeloop, Rijkstuinbouwconsulent en den oud
administrateur van de landelijke organisatie.
De notulen worden daarna gelezen en onveran
derd vastgesteld.
Daarna brengt de secretaris verslag uit van de han
delingen der Provinciale Commissie uit de Veilingen
in Noordholland gedurende het zevende boekjaar,
over het jaar 1 Juli 1922—1923, dat we belangrijk ge
noeg achten om in hoofdzaken in zijn geheel te ver
melden.
Mijne Hoeren,
De verplichting, welke mij als secretaris onder
meer is opgelegd, U aan het einde van ons diens:
jaar een verslag te geven betreffende den stand van
zanen onzer organisatie, welke als het ware den ge-
hooien tuinbouw in Noord-Holland omvat, is weder
om geen aangename taak, daardoor een moeilijke en
zware taak.
Het zal zeker wel overbodig zijn, Uwe aandacht te
vragen voor wat do oorzaak is geweest van den ont
redderden toestand, waarin wij, en vooral de afne
mers van onze tuinbouwproducten, heden nog vei^
keeren.
De malaise drukt vrijwel den geheelen tuinbouw,
al waren soms enkele teelten, vooral glasproducten,
wel eens .conend te noemen.
\an eenige opgewektheid in ons anders zoo mooi
tuinbouwieven is dan ook geen sprake meer: men is
gedrukt, ongerust, zonder ^hoop, omdat de horizont
nog steeds is bezwangerd met donkere, dreigende
wolken, men ziet nog geen lichtpunt, geen licht
straal, die aankondigt een nieuwen dageraad, een
nieuw beter tijdperk: alles is nog onzeker en de toe
komst baart zorg.
Te betreuren is, dat als gevolg van alle misère in
het bedrijfsleven, dit ook invloed heeft op het ver-
oenigingsleven, in grooten, zoowel als in kleinen
kring. Men is zoo gaarne geneigd, vooral bij aan
houdenden tegenslag als nu, naar iets schuldigs te
zoeken. Men hoopt, neen verwacht, directe en daad
werkelijke hulp en bijstand van de voormannen zijner
organisatie of vereeniging en waar dezen, tengevol
ge van de buitengewone benarde tijdsomstandighe
den, niettegenstaande hun onvermoeid voortwerken
ora betere toestanden te scheppen, er nog maar niet
in hebben kunnen slagen iets directs te bereiken, daar
wil men in zoo'n toestand' dit wel eens wijten aan
mogelijke slapheid, mindere activiteit en het toonen
van te weinig belangstelling in het wel en wee van
den tuinbouw.
Daarom stel ik er juist prijs op hier te verklaren,
dat wij er steeds op uit zijn, met al onze kracht de
belangen van den tuinbouw te behartigen. Bedenk
eens wat een heerlijk iets het zou zijn, indien wij
allen de huidige crisis konden doen beëindigen. U
voelt in de bedrijven den tegenslag: bedenk ook eens,
wat het voor uwe voormannen moet zijn den toe
stand nog niet te kunnen veranderen, verbeteren.
Onrechtvaardig is reeds de gedachte iets te wijten
aan uwe leiders, laat staan het uitspreken daarvan.
Denkt men dan werkelijk, dat de voormannen hun
individueele leden in de misère zouden willen laten
zitten, en met welk doel dan?
Toch moeten velen op hunne jaarvergaderingen
ter plaatse ervaren en gedoogen, dat leiding geven
aan critiek is blootgesteld. Is zulks dan in op bou
wenden geest, dan ware het zeer te waarde eren,
omdat daarmede iets goeds, iets beters kan worden
bereikt; doch men ziet het veelal gebeuren, dat
s ymwijlen een critiek wordt gevoerd, die doet den
ken aan slooperswerk; maar al te vaak weet men
geen zaken van personen te onderscheiden en dit
valt des te meer te betreuren.
Vooral in dezen tijd is organisatie zulk een eerste
vereischte en vooral een hechte band daarin zal in
de toekomst blijken te zijn de eerste voorwaarde tot
het bekomen van een beter bedrijfsleven. Alleen door
eendrachtig samen te werken, kunnen wij1 wat berei
ken in het belang van den geheelen tuinbouw.
Heeft onze organisatie volgens sommige zwartgal
lige critici te weinig, ja haast niets bereikt; het ligt
niet in mijn voornemen hiertegen te ageeren. In do
toekomst zal men echter moeten ervaren, dat elke
veroordeeling van het een of ander zeer voorbarig ie
en op zwakke, veelal kortzichtige gronden was op
gebouwd. Het lust mij daarom niet hot tegendeel
verder te verdedigen, het zou toch weinig baten.
Gelukkig is het een enkeling die meent beden
kingen tegen het een of ander te moeten koeeteren;
de massa is van andere gedachte, weet en beseft
welk een moeilijken, zwaren tijd ook wij in.het ver-
eenigingsleven mede maken, wat een inspanning en
zorg wij ons moeten getroosten zelfs maar iets te be
reiken. De tijden zijn zoo abnormaal, dat bijna ner
gens eenig peil op is te trekken. Doch genoeg hier
over, wij gaan onverpoosd verder, steeds met nieu
wen moed aan den slag.
Toch wil ik het wagen hier enkele resultaten te
vermelden, welke voor vereenigingen en dus ook
voor hare leden van veel belang zijn, hetzij direct,
hetzij in de toekomst.
In samenwerking met het Centraal Bureau is het
mogen gelukken voor wagonladingen, bestemd voor
het buitenland, weer eenige verlaging in de vracht
prijzen te verkrijgen, hoewel wij aanhoudend recla
me voeren om de spoorwegtarieven te verkrijgen, ge
lijk aan die van v6ór den oorlog; zoo ook weer spe
ciale tarieven voor het biimenland, voor het vervoer
van groenten en fruit.
Dat wij voor het voeren van deze actie, met veel
bewijs- en zuiver gedocumenteerd cijfer- en argumen
tenmateriaal voor den dag moeten komen, behoeft
dunkt mij wel geen nader betoog, temeer, omdat
ook de spoorwegen zeer hebben te worstelen met de
groote tekorten en dat verlaging aanleiding zou kun
nen geven tot een nog ongunstiger verlies, tenzij
meerder vervoer door die verlaging de toegestane
korting zou opheffen.
Hieruit volgt dan ook, dat juist aller steun en me
dewerking van noode is, om goed bewijsmateriaal
te verzamelen.
Verder zijn wij dan nu toch eindelijk verlost ge
worden van het zoo onrechtvaardige pet. registra
tierecht en gij allen kunt weten, welke aanhoudende
halsstarrige actie wij hebben moeten voeren, om
daarvan verlost te geraken. Het is ons echter niet
mogen gelukken dit onrechtvaardig, bruut geheven
recht van terugwerkende kracht te doen zijn, voor
het loopende dienstjaar.
Aan de verbetering van den afzet, door reclame
en verbeterde sorteering en verpakking, is steeds en
wordt nog voortdurend de noodige aandacht geschon
ken. Mede door bemiddeling van do Hoofdorganisa
tie, is van de door ons gestelde voorlichting voor ver
beterde verpakking voor bewaarkool, vooral naar
Amerika, door den handel gebruik gemaakt en gaf
aanleiding, tot, zij het dan ook tijdelijk, belangrijke
vraag van dit product daarheen.
Juist het zoeken naar nieuwe afzetgebieden voor
onze producten, is zulk een moeilijke taak. Om blij
vend van een eenmaal gevonden afzetgebied verze
kerd te zijn, is het zoo noodig, dat wij alle zong gaan
besteden aan de kwaliteit. Goede sorteering en dan
nog extra verpakking, opdat het product onbescha
digd kan worden aangevoerd, kost heel wat hoofd-
brekena Zien wij naar het buitenland, met name
Amerika en Engeland, dan blijkt, dat daar reeds di
verse maatregelen ten uitvoer zijn gebracht en met
bewondering moeten wij constateeren, de tot stand
brenging van eenheid.
Kan zulks dan ook niet in ons eigen land, zullen
velen zich afvragen. Bezien wij echter de zaak na-
er, dan moeten wij- vooralsnog toegeven, dat zij ons
ver vooruit zijn; doch allerminst niet vergeten, dat
hier de toestanden zoo geheel anders zijn als elders.
In ons land moeten nog zooveel moeilijkheden wor
den overwonnen, om eveneens aan een en ander een
vasten vorm te geven.
(Vk aan een betere sorteering en verpakking voor
kool en uien voor Engeland bestemd, zijn aanhou
dend de zorg gewijd en wij hopen er in het volgende
Jaarverslag ook daarvan gunstige resultaten te kun>-
nen vermelden.
Zoo ook heeft de sorteering en verpakking van
fruit onze volle belangstelling en is reeds een lande
lijke regeling ontworpen en getroffen, die in de toe
komst bevorderlijk moet zijn voor den afzet. Steeds
meer en meer blijkt, dat onze producten on de bui-
Skandinavië worden verdrongen, opzijde ga9tolddoo~
Skanüinavië worden vedrongen, opzijde gesteld door
de producten uit andere uitvoerende landen, die door
eendrachtig optreden de sorteering en verpakking
hunner voortbrengselen hadden vervolmaakt in dien
zin. dat onze zendingen daarbij in een beschamend
daglicht werden geplaatst, zich niet meer verheugen
konden in die belangstelling van koopers, hetwelk
voor een redelijken afzet wenschelijk was en eerlijk
gezegd hopeloos werd.
De regeling, welke nu is ontworpen, omvat ndet al
leen het houden van Provinciale fruittentoonstellin-
gen, welke ten doei hebben den teler en handelaar
te laten zien en aan te toonen, de wijze waarop het
fruit zal moeten worden gesorteerd en verpakt, maar
tevens ligt het in de bedoeling in het jaar 1924 ver
schillende proefzendingen naar het buitenland te
doen vervoeren, welke zendingen geheel in overeen
stemming zullen moeten zijn met de eischen, welke
de afnemers daar aan het product stelen. Daarmede
wordt oveneens verbetering van den afzet in ons
eigen land beoogd.
Aan den dikwijls uitgesproken wensch, of liever
gezegd', aan de groote noodzakelijkheid van te heb
ben een organisatiemerk voor den uitvoer van de
voornaamste, zoo niet alle te exporteeren tuinbouw
producten, is dit voor vroege aardappelen, welke in
hoofdzaak een Noordhollandsch product zijn «n
waarvan ik dit dan ook memoreer uitvoering gegeven
en mogelijk gemaakt door het moeten keuren op
ziekteverschijnselen.
Doordat Engeland, en zeer waarschijnlijk zullen
andere landen dit weldra wel navolgen, doordat En
geland dus de bepaling heeft gemaakt, alleen die
aardappelen te willen laten invoeren, welke voorzien
zijn van een certificaat van gezondheid, moeten dien
tengevolge alle aardappelen, bestemd voor dat land,
aan een keuring worden onderworpen. Hoewel deze
regeling reeds het vorige jaar in werking was getre
den, had in den beginne deze keuring aan de uit-
voerhavens plaats. Later bleek al spoedig, dat deze
regeling niet de doelmatigste was, waarbij nog kwam
dat ze kostbaar was en vooral voor den handel nogal
riskant. Daarom werd in overleg met het Departe
ment van den Landbouw en den Plantenziektekun-
digen dienst aan onze organisatie het recht verleend,
dit product op de Veilingen zelf te keuren door onze
eigen menschen.
Deze aangelegenheid werd tevens te baat genomen,
ook de keur op sorteering en dergelijke wat strenger
toe te passen en daarna te voorzien van het door de
Hoofdorganisatie ontworpen wettig gedeponeerd
merk, hetwelk tevens aanduiding gaf voor een bege
leidend certificaat van gezondheid. Zoodoende werd
het product, voor den uitvoer gekeurd, ook krapper
gecontroleerd naar de kwaliteit en de waarborg van
het certificaat plus merk, vergroot
Deze zaak was speciaal voor onze Provincie van
groot belang en de regeling heeft goed gewerkt, om
dat Engeland voor veel langer dan voorheen als koo-
per aan de markt is gebleven voor de vroege aard
appelen, wat zeer gelukkig is geweest, daar anders
de prijs zeer waarschijnlijk zou zijn gedaald tot die
van 1922 of mogelijk nog lager zou zijn gekomen.
De extra controle, ingesteld door het Centraal
Bureau, bleek evenwel nog noodig, hoewel meer als
voorlichting dan wel tot het keeren van nog voor
komend bedrog. Geleidelijk weg nam de medewer
king der aanvoerders toe, in de overtuiging van het
groote belang voor de toekomst, voor eiken kweeker.
De controle, ook voor een deel uitgevoerd door on-
dergeteekende heeft hem de overtuiging gegeven, dat
de voorgeschreven sorteering op maat, nog niet als
geheel volmaakt is te beschouwen. De grove soorten
geven maar al te vaak een beeld van slecht te zijn
gesorteerd en het is daarom, dat ik hier van de ge
legenheid gebruik maak uwe aandacht hierop te ves
tigen en de wenschelijkheid uit, dat van die soorten
de allergrootste nog afzonderlijk worden aangeboden
en dat ook in het volle der oogst, de maat der klei
nen iets dient te worden verhoogd.
Ten aanzien van het verbeteren van den afzet, heeft
de daarvoor in het leven geroepen commissie, in den
nazomer van 1922 feitelijk niets kunnen doen, omdat
de producten, waarmede proeven zouden worden ge
nomen, feitelijk waardeloos waren en zoodoende de
verhoogde kosten van sorteeren en verpakking dan
niet zouden kunnen dragen en waardoor zeer waar
schijnlijk de te nemen proeven dan zonder eenig ef
fect zouden geraken, wat zeer zeker op de animo van
een herhaling in betere tijden remmend zou werken.
Daarom werd besloten het onderzoek met de even
tueel daaraan verbonden proefnemingen uit te stellen,
tot een volgend seizoen.
In het door de commissie uitgebrachte rapport
werd er dan ook op gewezen, dat mede de handel van
gevoelen was, dat er iets in die richting moest wor
den gedaan. Wel moeten wij meerdere reclame maken
voor een goeden afzet van onze producten, waar dan
ook tevens voor vele artikelen een betere sorteering
dient te worden ingevoerd, andere, betere verpakking
noodig zal blijken te zijn, zoowel voor binnen- als wel
voor het buitenland.
De commissie was eveneens van oordeel, dat waar
heden, vooral te Londen, waarheen de kool in balen
werd verzonden, daar wordt gebruikt voor snijkool
om in te leggen, doch dat het zenden van goede kool,
verpakt in kisten of manden met gelijktijdig doeltref
fende reclame daarbij, het gebruik als groenten zeer
zeker zal moeten verhoogen.
Verder, dat de uien veel verbetering behoeft, voor
al wat betreft de sorteering. Onze uien is, wat de
smaak aangaat, zeer gewild, maar dat ze tot heden
onmogelijk kan concurreeren met de Spaansche en
andere uien, die zeer nauwkeurig zijn gesorteerd en
daarbij verpakt, zoodat ze tijdens het verkeer niet
heeft te lijden en daardoor ook langer houdbaar zijn.
Men achtte het zeer gewenscht hiermede goed opge
zette proeven te nemen, met gewaarmerkte verpak
king, opdat de handel direct kan zien met welk pro
duct hij te doen heeft.
Ook uit de gevoerde correspondentie met den te
Londen gestationneerden buitenlandschen Tuinbouw-
consulent bleek, dat het plan om reclame voor onze
producten aldaar te maken, door middel van kook
demonstraties, en dergelijke, zeer waarschijnlijk geen
gemakkelijke, vermoedelijk wel een kostbare zaak zou
zijn, maar dat dit in de toekomst wel resultaat zou
moeten opleveren.
Naar aanleiding van dit rapport en ook vooral door
een voorstel van de Langendijker Veilingen, hetwelk
gedaan werd op de j.1. gehouden voorjaarsvergade
ring, werd toen besloten voor het doen voeren van
doeltreffende reclame voor den afzet en te beginnen
in Engeland, f 10.000.van het reservefonds te vo-
teeren om de kosten, voortvloeiende uit de te voeren
reclame aldaar, mede te kunnen bestrijden. Zeer ze
ker een grootsch, gewichtig besluit en wij hopen, dat
de resultaten veelvoudig en evenredig aan de gestelde
verwachtingen mogen zijn.
Bereids werd daarna een overeenkomst met den
heer C. Wagenaar uit Zuidscharwoude gesloten, die
als propagandist voor onze organisatie naar Londen
zal gaan, om aldaar, tevens met den bijstand van
den meer genoemden Rijkstuinbouwconsulent, Mr. B.
Gerritsen, de zaak in kwestie krachtig zal aanvat
ten.
Verwacht mag worden, en die verwachting is zeer
billijk, dat het Centraal Bureau van Veilingen voor
dit doel ook haren steun zal verleenen, opdat dit niet
alleen een Noord-Holl&ndsch belang is, maar een van
die voor geheel ons land.
Ook op andere wijze heeft onze organisatie, door
het geven van verschillende inlichtingen, nuttig werk
verricht.
Van den ingestelden inlichtingendienst, ter voorko
ming van wanbetaling, is in dit dienstjaar door twee
Veilingen gebruik gemaakt. In het eene geval was een
oplossing spoedig mogelijk geworden; in het andere
geval was het ons niet mogelijk hierin daadwerkelijk
op te treden, omdat het verloop daarvan in een
eigenaardig stadium verkeerde. Wel werd onze be
middeling gegeven, doch dit gaf weinig resultaat.
Dat er van dezen dienst zoo weinig gebruik ia ge
maakt geworden, mag zeker wel de conclusie wor
den getrokken, dat de betalingen aan de Veilingen
goed zijn verloopen en de contante betaling dus wel
gunstig werkt.
De inventarisatie van de stapelproducten, welke
in December 1922 werd gehouden, gaf ons weer zeer
waardevolle cijfers en waarvan in sommige gevallen
een nuttig gebruik kon worden gemaakt. De mede
werking der onderscheidene teelders was in dit ge
val gunstiger dan die met de vroege aardappelen.
Het verkrijgen van een zuiver overzicht van gewas
van vroege aardappelen is bijna onuitvoerbaar, om
dat vele van die aardappelen ook door anderen, niet
leden onzer organisatie, worden geteeld, èn opper
vlakte en opbrengst moeten worden geschat. Uw be
stuur besloot dan ook, gezien deze moeilijkheid, in
het voorjaar van 1923 van dat product geen inven
tarisatie te houden.
Hoewel ik het overbodig acht eeropsomming te
goven, al die werkzaamheden te vermelden, welke,
niettegenstaande herhaalde en ernstige pogingen,
toch vooralsnog geen resultaat hebben gegeven, wil
ik toch nog even aanstippen onze gevoerde actie te
gen den zomertijd. In -".menwerking mot de lan
delijke organisatie is alles in het werk gesteld, deze
onnatuurlijke, onbillijke, lastveroorzakende en vaak
schade berokkenende tijdsverdeeling ongedaan te ma
ken. Voor een oogenblik bestond de hoop, dat deze
niet meer zou worden ingevoerd; later bleek deze
hoop ijdel te zijn, wat zeker alom ontstemming op
het platteland heeft verwekt, omdat inplaats van
een kortoren duur als voorheen, het herstel van den
zomertijd, integendeel, deze werd verlengd.
Ook hiertegen zal men, in samenwerking met de
landelijke organisaties, met kracht blijven pro
testeeren.
In het bestuur kwam geen verandering, doordat de
aftredende heeren Th. Roosje te Grootebroek, \V. Gnt-
ker te Warmenhuizen, en D. Koolhaas te Twisk, war
den herkozen.
In dit verslagjaar vergaderde uw bestuur 14 maal
en werden bovendien nog eenige bijeenkomsten ge
houden met vertegenwoordigers van den handel en
van enkele Veilingen, ter bespreking van eventueele
aangelegenheden.
Dat het aantal vergaderingen van uw bestuur groo-
ter is dan van in afgeloopen jaren, vindt zijn oor
zaak in de behandeling van het Provinciaal Tuin
de rscrodiet, waarvan ik straks nadere mededeelingen
zal geven.
Verder zijn gehouden twee Algemeene Vergaderin
gen. ril. de Jaarvergadering op 9 November 1922 en
de Voorjaarsvergadering op 19 Juni 1923.
Ons kantoor is wederom in hetzelfde gebouw ge
bleven en hoewel uw secretaris ook op andere dager
aldaar vaak aanwezig is, is dit kantoor officieel
opengesteld op Dinsdag en Zaterdag, telkens van
's morgens 10—12 en des namiddags van 24 uur.
In spoedeischende gevallen kan men den Secretaris
ook aan zijne woning, Stationsweg 29, opzoeken, of
hem per telefoon bereiken onder No. 654 x (x is 2 x
Lellenj.
Waar ik in den aanvang van dit verslag ook. mel
ding maakte, den tuinbouwtoestand nader te om
schrijven. blijf ik steeds met mijn schrijfstift steken,
word suf en moedeloos, omdat de juiste woordenkeus
maar niet wil vlotten. Waar het dienstjaar loopt
van 1 Juli tot 30 Juni, is een eigenlijk oogstoverzicht
moeilijk weer te geven.
Over den toestand dus: maar hoe? Ik acht mij niet
in staat uitvoerig de juiste toedracht van den toe
stand weer te geven, uit te beelden overeenkomstig
de werkelijkheid: ja harde werkelijkheid. Daarom
wil ik dit met een enkel woord trachten weer te
geven: n.1. ze was slecht: zoo slecht zelfs, dat wij
het woord noodtoestand aan het papier mogen toe
vertrouwen, want dit is de harde werkelijkheid.
Tijdens het ontstaan van die malaise in den tuin
bouw, hebben vele publiekrechtelijke lichamen, di
verse Vereenigingen, alsook vele personen in actie
gebracht en hen doen zoeken naar middelen om aan
dien noodtoestand een einde te maken, op verschillen
de wijze.
Met recht mocht onze voorzitter op de laatste jaar
vergadering onder meer het volgende in zijne ope
ningsrede zeggen:
„Was voorheen onze tuinbouw haast niet bekend bij
„het groote publiek, heden hebben wij over belang
stelling niet te klagen, doch waren liever van een
cvsdanige belangstelling verschoond gebleven, om-
.dat de oorzaak daarvan niet in ons voordeel is. Van
verschillende kanten maakt men zich op voorstellen
..te doen, middelen aan te geven, tot verbetering van
den toestand: doch of deze belangstelling ons veel
..zal baten, of wel dat de vele recepten, heden voor
beschreven. de juiste middelen zijn voor de kwaal,
„meen ik te moeten betwijfelen. De vrees is niet on
gegrond, dat deze overvloed van belangstelling het
„juiste middel zal doen verwateren".
En, mijne heeren, zoo is het ook. Op velerlei wijze
heeft men middelen aan de hand gedaau, regelingen
voorgesteld, welke hoe goed men een en ander
dan ook bedoelde niet uitvoerbaar bleken te zijn,
of wel aanleiding zouden kunnen geven tot onbillijk
heden, welke juist dezen steun zoo van noode waren.
Eene credietregeling, als het verleenen van een
grooter of kleiner voorschot aan hen, wier bedrijf (Je)
daarmede in stand kon worden gehouden, aan diege
nen te verleenen, welke op andere wijze niet kon
den worden geholpen, werd over het algemeen be
schouwd nog als de beste wijze van hulpverleening
te zijn, hoewel men overtuigd was en dat nog steeds
is, dat de tuinbouw als zoodanig niet geholpen werd
in zyn geheelen omvang, maar alleen de zwaksten,
in afwachting op betere tijden.
Waar echter door verschillende omstandigheden
eene landelijke steunregeling met Regeenngscrediet
niet tot uitvoering kon komen, daar was het voor
Noordholland wel zeer verblijdend te mogen ervaren,
dat het Provinciaal Bestuur bereid was en werd ge
vonden zijnen steun te verleenen.
Het moge dan waar zijn, dat met deze crediet
regeling niet de tuinbouw zelve wordt geholpen,
alsook dat de wüze van uitvoering van aezo cro-
dieten moeilijkheden schiep, en dus niet als vol
maakt mag worden beschouwd, 'heeft de Com
missie van uitvoering bij haren arbeid ten deze toch
de overtuiging gekregen en behouden^ dat hiermede
een goed werk is gedaan en dat hiermede velen
gebaat zijn geweest.
De door Gedeputeerde Staten toegestane cre-
dieten vonden in hare uitvoering en afwerking
eenige vertraging, omdat men nog steeds hoopte op
eene landelijke regeling en waar dit niet tot uitvoe
ring kon worden gebracht, daar noodigde het Pro
vinciaal Bestuur onze Commissie uit on stolde ons
voor de uitvoering voor haar wel ter hand te willen
nemen, hetwelk door ons gaarne werd aanvaard
en waarvoor de definitieve vaststelling van do
algeheele regeling op 29 Januari 1923 haar beklag
kreeg. De heeren A. W. Michels, lid van Gedepu
teerde Staten en Mr. van Asch van Wijk, Referen
daris der Griffie, werden als vertegenwoordigers
van Gedeputeerde Staten, aan de Commissie toe
gevoegd.
Toen is met spoed de arbeid aangevangen on
waar de te verleenen voorschotten zouden worden
verstrekt door do diverse plaatselij ko Boerenleen
banken, waarvoor reeds vooraf met Gedeputeerde
Staten overleg gepleegd was met de Centrales,
daar was haar eerste werk op elke plaats, waar
tuinbouw van eenige beteokenis was, eene commis
sie te benoemen, bestaande uit 5 personen, waar
van 3 bestuursleden van oen tuinbouwvereeniging
en 2 idem van de Boerenbank, en tot taak nad,
ons bij den zeer omvangrijken arbeid ter zijde te
staan door het afgeven van do daarvoor be
stemde aanvraagformulieren, door het geven van
adviezen, alsmede door het verstrekken van alle
mogelijke inlichtingen, welke noodig zou
den zijn voor een juiste beoordeeling van de aan
gevraagde voorschotten.
Er werden daartoe in den aanvang 85 plaatselijke
commissies gevormd, waarvan er 64 ook nog in den
vervolge ons behulpzaam zullen zijn; bij ae overi
gen waren geen aanvragen om steun ingekomen
of door het geringe aantal aanvragen samenge
voegd by anderen.
Het is echter wel van zelf sprekend, dat dit om
vangrijke werk geldelijke offers van ons heeft ge
vergd. door de geweldige administratie, die spoe
dig afgedaan moest worden om de steunbehoevende
tuinders niet langer te laten wachten, dan strikt
noodzakelijk was. Het is daarom, dat ik in dit ver
slag darover meer uitvoerig een en ander heb
uiteengezet, om U een klein overzicht te geven van
wat in deze door ons is gedaan en dat deze meer
dere uitgaven geen bezwaar zullen ontmoeten bij
de aangesloten vereenigingen, waaraan wij dan ook
geenszins willen twijelen.
Bii de bovengenoemde plaatselijke commissie»
zijn in totaal ingekomen 682 aanvragen om een
voorschot vormende een totaal-bedrag van f 471.600.
Om verschillende wettige en geldige redenen
moesten hiervan een 70 aanvragen, met een totaal
bedrag van f47750, worden afgewezen en van 188