Sctaer Courant
Raad Sin! Maarten.
Maandag 31 December 1923.
66ste Jaargang. No. 7359.
Vergadering van den Raad der gemeente Sint
Maarten, gehouden op Zaterdag 29 December 1923,
voormiddags 10 uur.
Voorzitter Burgemeester Klerk.
Aanwezig allen.
De voorzitter opent de vergadering, waarna de no
tulen worden gelezen, die worden goedgekeurd.
Voorzitter doet daarna mededeeling, dat de ge
wijzigde verordening voor de vleeschkeuring goedge
keurd van Ged. Staten is terug gekomen.
De kasverificatie bij den gemeenteontvanger gaf
overeenkomstig boeken en bescheiden f8827.97 lA
kasgeld aan.
De kasverificatie bij het G.E.B. gaf overeenkomstig
boeken en bescheiden een bedrag van f 538.64 kas
geld aan.
Overeenkomstig het besluit, in de vorige raadsver
gadering genomen, is het hekje aan den Lutjeweg
verlengd geworden.
Voorts volgt mededeeling, dat aan den Stroeterdijk
een lantaarn zal worden aangebracht en dat de
netsombouwing van 't G.E.B. te Groenveld, waartoe
vorige vergadering is besloten, is gemaakt.
De kosten voor den keuringsdienst voor waren over
1923 bedragen voor onze gemeente f251.74.
Vastgesteld wordt een aanvulling van de instruc
tie van den administrateur van het G.E.B., dat door
hem geen gelden voor het reservefonds, dat uit
staat bij de Boerenleenbank in ontvangst kunnen
worden genomen, tenzij met toestemming van B. en
W.
Ingekomen een schrijven van de commissie van
toezicht op het Lager Onderwijs aan B. en W., dat
het geven van voortgezet onderwijs ter vervanging
van het vervolgonderwijs nog geen punt van bespre
king bij B. en W. had uitgemaakt. En aan B. en W.
wordt in overweging gegeven, een onderzoek in te
stellen naar de mogelijkheid om een cursus in voort
gezet onderwijs op te richten..
Voorzitter zegt dat het in de oudercommissie is be
handeld en zou onderzocht worden of er animo voor
bestond. Maar bij onderzoek is gebleken, dat de
animo zeer, gering is. Daarom besloot de oudercom
missie, om nu nog geen stappen te doen, maar er
nader op terug te komen in de voorjaarsvergadering.
B. en W. voelen wel voor zoo'n cursus, indien de
resultaten echter opwegen tegen de vele oksten, daar
voor te maken.
De heer Limmen geeft het idéé aan de hand of het
niet mogelijk is, dat twee schoolwijken hiervoor ver-
eenigd werden tot één. Als Eenigenburg en Valk loog
b.v. samengevoegd werden hiervoor, dan zal 't toch
lichter dragen, dan dat het overal is. Spr. vindt dat
het wel bij elkaar zou kunnen.
Voorzitter zegt, de oudercommissie komt er in de
voorjaarsvergadering op terug. En wat de heer Lim
men naar voren; brengt, kan dan overwogen wor
den, of dat kan.
De heer Blok vindt het 't beste de zaak thans uit
te stellen, gezien de weinige resultaten die de po
gingen der oudercommissie hebben opgeleverd. Ze
hebben enkele leerlingen bereid gevonden, maar te
weinig, om er werk van te maken.
Voorzitter; Er waren 5 leerlingen.
De heer Blok vindt dat de verschillende oudercom-
missiën er over zouden kunnen vergaderen, desnoods
met de commissie van toezicht op het onderwijs.
Voorzitter meent dat dit overwogen kan worden.
Van het Hoofdbestuur van het Witte Kruis is in
gekomen eene aanvrage om krachtdadigen finaa.v-
eelen steun voor de ontsmettingsinrichtingon *e Alk
maar, Hilversum en Haarlemmermeer, die financieel
in zeer ongunstigen toestand verkeeren. Gevraagd
wordt, jaarijksche subsidie te verleenen. Toeiic.iting
gaat hierbij.
Voorzitter zegt dat B. en W. voorstellen, het tot de
volgende vergadering aan te houden.
Algemeen goedgevonden.
Ingekomen een schrijven van den heer Teensma,
hoofd der school te Eenigenburg, waarin deze er op
wijst, thans 66 jaren oud te zijn, waarvan hij 42 jaren
bij het Lager Onderwijs werkzaam is. En nu meen
ik aldus het schrijven dat het tijd is mijn taak
neer te leggen en aan jongere krachten over te dra
gen. Ik vraag tegen 1 Januari 1924 eervol ontslag aan
als hoofd der school te Eenigenburg en ook ais lid
der commissie van toezicht op het lager onderwijs te
Sint Maarten, en verzoek ik, mij na raadsbesluit af
schrift daarvan te zenden, om dat aan den Pensioen
raad te sturen .Ruim 20 jaren heb ik mijn betrok
king te Eenigenburg vervuld en altijd daarbij de sa
menwerking van gemeente en van burgerij gehad. En
ik hoop dat die eensgezindhid zal mogen voortbe
staan.
B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag uit de
beide functiën op de meest eervolle wijze, met in
gang van 1 Januari a.s. te verleenen, met dankbe
tuiging voor de bewezen diensten.
Met allen voor aldus besloten.
Voorzitter zegt. de heer Teensma is 42 iaar bij het
onderwijs geweest, waarvan 20 jaar in onze gemeente.
Hij heeft altijd getoond een uitstekend onderwijzer
te zijn. Zijn onderwijs kan wel den toets van verge
lijking doorstaan met onderwijs aan andere scln-len.
Het spijt Eenigenburg dat hij weggaat en mii oi»k,
hoewel ik kan aannemen, dat de heer Teensma op
66-jarigen leeftijd meent dat de tijd voor hem is aan
gebroken om de school te verlaten. Wij kunaen Jen
heer Teensma waardeeren voor zijn jarenlange dien
sten, aan het onderwijs te Eenigenburg bewezen. Ik
betuig hem hartelijker dank voor wat hij vi zijn
betrekking heeft gepresteerd en ik hoop dat hij nog
lang van een welverdiende rust mag genieten.
En in verband met dit aangevraagd eervol ontslag
is door B. en W. oproeping van sollicitanten gedaan.
Er hebben zich 4 sollicitanten aangemeld. De stuk
ken zijn door B. en W. naar den inspecteur gezon
den en daarover is bericht ingekomen. Daarin wordt
gezegd, dat in verband met de kans, die bestaat, dat
de school te Eenigenburg opgeheven wordt, de in
specteur geen medewerking toezegt voor benoeming
van een Hoofd der school; maar misschien wil de
heer Teensma wel tijdelijk Hoofd der school zijn en
zoo niet, dan wordt in overweging gegeven oproeping
van sollicitanten voor tijdelijk Hoofd te doen.
Voorz. zegt, dat B. en W. met den heer Teensma
hebben gesproken, die bereid was als tijdelijk Hoofd
te fungeeren en B. en W. hebben hem als zoodanig
benoemd, ingaande 1 Januari a.s.
Ingekomen een schrijven van Ged. Staten, met be
trekking tot opheffing der O. L. school te Eenigen
burg, en hoopt het college spoedig het gevoelen van
den Raad te vernemen De Hoofdinspecteur heeft me
degedeeld, aan Ged. Staten, dat hij na onderzoek kan
berichten dat opgeheven kan worden de O. L. school
te Eenigenburg ,gem. St. Maarten, tellende 19 leer
lingen, waaronder een dochter van het H. der school.
Geen der leerlingen dezer school is meer dan 2 K.
M. verwijderd van de school te Burgerbrug, gem. Zij-
pe, waar voldoende plaats is voor de leerlingen uit
Eenigenburg. Nu het hoofd der school met pensioen
gaat, is de tijd gunstig en wordt in overweging ge
geven om opheffing te bevorderen.
Ingekomen is een adres, onderteekend door 67
meerderjarige ingezetenen, mannen en vrouwen uit
Eenigenburg, om alle pogignen aan te wenden om
te verhinderen, dat de school te Eenigenburg wordt
opgeheven.
Voorz. leest nu een schrijven, opgemaakt door B.
en W., om, als het de goedkeuring van den Raad
wegdraagt, dat te verzenden aan Ged. Staten. In dat
schrijven wordt gezgd, dat met verwondering en te
leurstelling door B. en W. is kennis genomen van het
idee tot opheffing der school te Eenigenburg en vin
den B. en W. die opheffing niet gewenscht. Eenigen
burg heeft 54 gezinnen. Er gaan 19 leerlingen op de
school, die allen dicht daarbij wonen. Opheffing der
school vinden wij onbillijk en zouden wij niet in het
financieel belang der gemeente achten. Als we de be
volking van Eenigenburg nagaan is voor vermeerde
ring van leerlingen der O. L. school aldaar de kans
over eenige jaren eerder gunstig als ongunstig. Een
adres van 67 ingezetenen, te dezer zake ingekomen,
cm de school te behouden, geeft blijk dat men er
prijs op stelt, die school te mogen behouden. Als de
school moet verdwijnen- zullen zij niets onbeproefd
laten om weer te krijgen hun school, waaraan zij
zoo gehecht zijn. De ouders voelen de bezwaren voor
hunne kinderen, die nu dicht bij de school wonen en
die, als ze naar de school te Burgerbrug moeten gaan,
die op ruim Yi uur afstand staat, lange afstanden
moeten afleggen langs den zeedijk en den onbe
schut ten Burgerweg. JDit levert -nadeel op voor de ge
zondheid dier kinderen en moeten zij dan ook 's mid
dags hun middagmaal missen. Ook zal door het loo-
pen van die afstanden meer schoeisel noodig zijn. De
kosten die onze gemeente voor de leerlingen te Eeni
genburg betaalt, worden deels weer vergoed door de
belasting, die inkomt,, van het II. der school. Wij
zouden gaarne aan hét verlangen van de ingezetenen
van Eenigenburg tegemoet komen. Al meent de In
specteur, dat de tijd voor opheffing gunstig is. nu het
Hoofd met pensioen gaa't, wij meenen het tegendeel
en wij ^dviseeren om niet tot opheffing der school
over te gaan.
De heeren- Schermerhorn en Limmen kunnen zich
best met dit schrijven vereenigen en vinden goed dat
de school bestaan blijft.
De heer Blok zou in opheffing weinig voordeel zien
voor de gemeente en kan zich ook met het schrijven
vereenigen.
Voorzitter zegt. dat men te Burgerbrug verwacht,
dat daar een R.-Katholieke school zal verrijzen., dan
komt er een leerkracht overcompleet., die op wacht
geld gesteld moet worden, dat moet het riik betalen.
De heer Blok dacht, dat het meer drijven is van de
Zijpe om drie leerkrachten te houden aan de school
te Burgerbrug.
De heer Wit: Ik geloof niet, dat dat de reden is.
Voorz. zegt, dat de Hoofdinspecteur van meening is
dat nu het II. der School met pensioen is, de tijd
gunstig is voor opheffing der school. In de wet wordt
aangegeven, dat als er nog 12 leerlingen op de school
zijn, en dat aantal niet is teruggeloopen tot. 8, «Je
school moet blijven bestaan. Maar de Minister zegt,
dat dit slaat op gevallen, als er maar een O. L.
school in de gemeente is. En in deze gemeente zijn
twee O. L. scholen, dus is het hier niet van toepas
sing.
De heer Blok; Als de leerlingen nu overgingen
naar een andere O. L. school in de gemeente, maar
de Inspecteur geeft aan om hen naar eene O. L.
school buiten onze gemeente te laten overgaan, nl.
naar Burgerbuig, gem. Zijpe.
De heer Limmen vindt, je kan de school toch niet
heelemaal opdoeken, als er weer meer leerlingen ko
men, moet. ie de school weer hebben.
De heer Gootjes zou niet veel financieel voordeel
zien in het opdoeken der school.
Voorzitter is dit met spr. eens.
Voorzitt er zegt., aan den algemeenen geest in de ver
gadering wel te merken, dat niemnad bezwaar heeft
teeen het schrijven, dat B. en W. aan Ged. Staten
willen zenden.
De heer Limmen; Ik ben er erg voor om de school
te behouden.
Alle heeren kunnen zich met het schrijven van B.
en W. verecnigen.
Voorzitter dankt voor de beslissing, die zoo eenpa
rig genomen is.
Tot lid van de commissie van toezicht op het Lager
Onderwijs wordt het aftredend lid, de heer T. Rens
Az. met algemeene stemmen herbenoemd.
Voorz. brengt in bespreking werkverschaffing aan
werkloozen. Vorige vergadering is voorgelezen een
adres van werklieden voor werkverschaffing, als zij
werkloos zijn. Er zijn reeds een paar werkloozen.
Vooz. heeft met de wethouders bespreking gehad
met het bestuur van den polder Valkkoog, of men
ons daar kon helpen voor eventueel werk.
Het was echter voor dat polderbestuur moeilijk,
omdat er daar geen werkzaamheden waren, dio
aan de orde kunnen zijn. En dan, de belasting
wordt ook door den kleinen man opgebracht en is
het moeilijk, om die belasting te verzwaren.
Voorzitter zegt, ik heb met den Voorzitter van de
Banno gesproken, doch ook daar was geen werk
voor werkverschaffing. Wel een paar kleine kaï^
weitjes, maar niet van beteekenis. 't Is voor mij
als Burgemeester een moeilijk geval als zich geval
len van werkloosheid voordoen.
De heer Brommer zegt, dat er aan den rietschoot
langs de begraafplaats nog ocnig werk zou zijn.
De heer Wit vindt dat ook van weinig beteekenis
voor werkverschaffing. Spr. weet ook geen bepaal
de oplossing te geven, 't Eenige zou wezen, dat in
gezetenen die nog werk hebben, dat laten doen.
Do hee:1 Gootjes noemt een voorbeeld van diop-
spitten van gronden in den Haarlemmermeer, waar
men vorig jaar met subsidie van de gemeente toe
overging Maar hier zijn misschien zulke gronden
niet. Modderen zou hier wel iets zijn, als de finan
ciën van de landbouwers het toelieten en zou dair-
voor mogelijk gemeente-subsidie gegeven kunnen
worden Dat zou kunnen mot open weer.
De hee? Limmen: De meeste werkeloosheid
heerscht bij vriezend weer.
De heer Brommer zou het heel nuttig vinden, als
eens onder handen genomen werd de Sluissloot, van
de sluis af tot het Stroeterdijkje, dat is wel zeer
noodig. Dat zou productief werk zijn, waarbij
velen belang hebben. Er is veel doorvaart daar en
Aet vaarwater laat te wenschen over. Het zou oei»
heele verbetering zijn, wanneer die sloot uitgediept
werd. Als eigenaars of huurders van aangelegen
land wat bijdragen en de gemeente gaf er sub
sidie aan, en ook de polder gaf er steun aan, dan
zou dat mogelijk wel gaan. 't Is nu haast geen
doen om in de sloot te varen. Veler belang is er
aan verbonden.
De heer Glas vindt het wel moeilijk als een ar
beider, die zonder werk is, komt, en je moet hom
afwijzen, dan zou hij naar het Armbestuur gaan
en dat- is ook niet gewenscht.
De .heer Limmen vindt, wanneer de gemeente
subsidie gaf aan landbouwers, om werkloozen te
laten modderen, daar zou dan moeten worden op
gelet. dat. er aanleiding was om een aanvrager
subsidie te geven.
De heer Gootjes zegt, dat bij inschrijving voor
slootwerk de beroepssïooters die zelf hóut hebben,
lager kunnen inschrijven dan anderen.
De heer Wit zegt, wel werkgevers te
weten, die een arbeider een paar weken zouden
kunnen werk geven.
De heer Limmen acht het werkloosheidsvraag
stuk een moeilijk geval.
De heer Brommer noemt verbetering van de
Sluissloot wel een algemeen belang.
De heer Wit zegt, het daarmee niet eens te zijn.
De heer Brommer zegt: Het slootwerk kan ook
gebeuren als het vriest.
De heer Limmen: Ja het mag dan langer duren,
maar het kan gebeuren.
De heer Brommer: Het slooten is in de Sluis
sloot noodig. Als er samenwerking met de ver
schillende lichamen te vinden is, om die sloot te
verbeteren, "dan is het te doen. Het is ga?** polder
sloot. Het zou vtel' een gemak zijn, als de Polder
die sloot overnam.
De Voorzitter zegt, dat op de poldervergadering
het is afgestemd om die sloot te verbeteren.
De heer Brommer wijst er op, dat dat veel
grooter plan omvatte.
Do heer Limmen zou bij de werkloozen reke
ning willen houden met de grootte van een gezin
en bij groote gezinnen meer willen geven dan bij
kleine.
_e heer Brommer: Een arbeider met groot gezin
zou wel minder capaciteiten kunnen hebben dan
een klein gezin.
De heer Limmen vindt, dat men met werkver
schaffing toch over het algemeen niet de beste
werkkrachten heeft.
Goedgevonden wordt, dat een conferentie met
den polder Valkoog zal wórden aangevraagd, inza
ke het slootwerk in de Sluissloót.
Voorzitter vraagt of we een commissie zullen
benoemen inzake werkloosheid.
Do heer Schermerhorn vindt, dat we B. en W.
daarvoor kunnen benoemen, daar hóört het thuis.
Aldus besloten.
De heer Blok wijst op de vervuiling van de
sloot bij de school.
Voorzitter zal er aandacht aan schenken.
Voorzitter zegt, wanneer in de conferentie, over
het werk in de Sluissloot overeenkomst verkregen
wordt, hoe stelt de raad zich dan voor, dat
de gemeente zal bijdragen.
De heer Schermerhorn wil do gemeente daar
voor vrij .mandaat geven. We moesten niet te
karig zijn met de subsidie, vindt spr.
Aldus wordt besloten.
Algemeen wordt goedgevonden, te pogen, de
werkloozen aan 't werk te stellen.
Rondvraag. De heer Schermerhorn vraagt of er
geen Armvoogd herbenoemd moet worden.
Voorzitter licht in, dat er geen aanbeveling is in
gekomen.
De heer Gootjes zegt, dat Jan Schagen, die bij glad
heid van den weg zand strooide te Groenveld, dit
niet meer doet en gezegd had dat Arie Roos het maar
doen moest.
Voorzitter geeft in overweging dat de heer Gooljes
clan Roos 'voor dat werk vraagt.
De heer Gootjes aanvaardt die opdracht.
Hierna wordt de vergadering door voorzitter ga-
sloten.