ROMMELKRUID.
LiiM ei i
c g* gaf Ie» 2Së3-_a s* 3 Sö'S-s^il si? slslf £^S te
doende hebben om' van Uw, Azalea oen flinke
plant t« kweeken.
China's AppslenpJant,
Mijn oproep om inlichtingen te ontvangen
Krvep* d© cultuur van China's appelenplantjes ia
iriet te vergoe-fsch geweest Van! anej. J. Kool-
fcaas—Hauwert te Venhuizen toch ontving ik
het volgend schrijven:
„Ik heb een China's appelenplant van onge
veer vijf jaar, welke altijd in de kamer staat
Het wordt al een aardig boompje, en heeft mooie
Ixladeren. Het wordt als het wat stoffig wordt
besproeid' en krijgt anders ovefr het algemeen
vreinig water. Een paar maal' heb ik de plant in
een grootere pot gezet in kleigrond en. niette
genstaande ik- er verder weinig aan doe, is het
een mooie kamerplant. Het blijft zomer en
winter mooi groen en groeit het meest in de
wintermaanden."
Wij zijn mej. J. K. zeer dankbaar voor dit
schrijven en beveel mij aan voor meer derge
lijke anede-deelingen.
K. VAN KEULEN.
HET SLOT VAN EEN SPROOKJE.
In verschillende landen heeft men. een alge
meen gebruikelijk en vaak karakteristiek eind
aan ieder verhaal of sprookje.
In -Nederland kent ieder het: „Toen' kwam er
©en varken met een lange snuit en blies *t ver
telsel uit"
De kinderen 'zuchten diep, als ze dezen -laat
ste» zin gehoord hebben. Het sprookje, het ver
telsel was heel mooi. In Gelderland hoort men
ook: „Wie het 't laatst' verteld! heeft is de imond
nog warm." i
In Pommeren heet hef: „Tutórutut! Die
Geeckichte ist ut!" En -meer algemeen in
Duitschland:
„Lüg© ich, dann lügt wobl der
So mir berichtet hat die Marl**
De Frans chman eindigt: „Et en suite? Le coq
«hauta alors, mes^eura, il était jourl" En
het vervolg? Toen zong de haan, mijne heeren-,
het was dag).
De sprookjes van Grimm eindigen vaak: „Ais
de lelies niet zijn omgevallen, staan ze er nog."
„Als hij niet gestorven is, leeft hij nog!" zeg
tere en acht zonen. Zij waren vet en dik, ge
jond en stevig, woonden in een tuin, beschermd
éoor honden. De vos Reinaert sloop dikwijls om
onzen tuin heen, om te rooven. Eens echter
trad hij binnen, ongehinderd, omdat hij als
kluizenaar gekleed was, en gaf -mij en brief.
Terwijl ik deze las, overviel hij mijn lieve kin
deren en doodde er twee. Na dien tijd heeft hij
me een voor een mijn: lievelingen ontroofd,
gisteren nog doodde hij mijne dochter Coppe,
die daar en de baar ligt!"
Toen verhief zich .toornig koning Nobel van
sijn zetel cn brulde, zoodat de boomstammen
schudden:
„Aaah! Hoort gij, Grimbeert? Gij zegt: hij
vast en eet geen vleesch, maar wat is dan dit?"
(En koning Nobel wees naar de Mar.)
En gij, Cantecleer, uwe dochter is dood, wij
zullen haar gedenken, eerstens. Dan zullen wij
haar begraven tweediens, met groot© eer. Dan
zullen wij een vergadering bijeenroepen der
de ns, en met de grooten uit mijn rijk beraad
slagen, ho© wij Reinaert te pakken zullen ne
men."
Zoo geschiedde! Op Coppe's graf werd een
marmeren zerk geplaatst, waarop gebeiteld
Stond:
gen de Hongaren, en de Roemeniëre: „Da ko
ning ging heen en werd. monnik in een leu-
genaarekioostcr aan de overzijde van de rivier
der waarheid".
De Portugeezen zeggen: „Voor wie 'het ver
haal niet gelooven mocht, liggen in het kloos
ter te X. de documenten voor een ioder ter in
zag©" en tot slot de Japaneezen-: „Het -mea,
waarmede 'hij gedood' werd, is bewaard geble
ven en in X. tot op den huidigen dag te zien."
M.
WAARDOOR IS HET ZEEWATER ZOUT?
In de eerste eeuw onzer jaartelling regeerde
over Denemarken koning Frodi.
Die Deensche koning bezat twee molens te-e
ne n, van zoo groot© afmetingen., dat geen- zij
ner onderdanen in staat was ze om te koeren.
Bovendien wist hij, dat de steenen betooverd
waren, en dat er alles mee gemalen kon wor
den wat hij maar begeerde, indien- hij slechts
over de personen kon beschikken, sterk genoeg
om de steenen rond te draaien.
Toen kocht hij in Zweden "twee rouzinmen,
die hij als slavinnen meenam naar zijn rijk.
Daar zette hij de beide reuzinnen aan het
werk. Zij moesten de zware molensteenen rond
draaien en kregen- opdracht goud, vrede en
voorspoed te malen. De slavinnen begonnen
den zwanen arbeid, dien zij nochtans licht von
den. De koning kreeg kisten vol goud, en vre
de en voorspoed heerechten- in zijn rijk!
Aanvankelijk werkten de reuzinnen met op
gewektheid voort, maar eindelijk werden zij
toch vermoeid. En daarom verzochten zij den
koning een poosje te mogen rusten. Maar daar
h$d koning Frodi geen ooren naar. Hij was
zeer hebzuchtig en stond zijn slavinnen slechts
korte rustpoozen toe. Overigens moesten zij
maar doorwerken, dag aan dag.
De reuzinnen waren hierover zoo vertoornd,
dat zij besloten, zich te wreken. En op zekeren
nacht, terwijl Frodi sliep, gingen zij een groot
leger sterk gewapende soldaten malen. De De
nen sliepen door en werden allen door het
vreemde leger gedood. Daarop nam de aan
voerder van het getooverde leger de molen-
steenen en de slavinnen mee aan boord van
zijn schip en liet de slavinnen zout malen-, dat
in dien tijd' een gewild handelsartikel was.
De twee reuzinnen gehoorzaamden den nieu
wen meoster en maalden zout. Maar zij werden
door hem even slecht behandeld als vroeger
door koning Frodi. Zij moesten maar -doorwer
ken en hielden ook nu geen tijd over om te
rusten.
Graf van Coppe,
Dochter Cantecteers,
Ghedoodt door Reinaerts dauwen.
Toen volgde de vergaderin, waarin aïle -Die
ren luidkeels en langdurig bespraken, hoe men
zich op Reinaert zou wreken. Men besloot, Rei
naert voor de rechtbank te roepen. Bruun, de
Beer., zou 't Reinaert zeggen.
„Laat u niet, Bruun", zei Nobel, „door Rei
naert ompraten. Hij is slim en spreekt als ho
ning. Ziet hij kans, dan lacht 'hij U uit!"
„O koning", zei Bruun, „mij zal den, Reinaert
niet bedriegen. Ik ben, die ik ben, Bruun de
Beer! Haha! Haba!" En Bruun ging.
Hij liep door ®en duister woud, waar 't koud
en vervolgens door een heideveld, waar *t warm
was. Langs een zijpad kwam hij bij een hoog
duin, waar Reinaert woonde. Reinaert was
huiseigenaar, en bewoonde zelf elen villa, ge
naamd Maupertuus.
Toen Bruun voor Maupertuus kwam, was
de poort dicht Bruun riep: „Reinaert, is U
thuis of op neï3? Ik ben er,' Bruun, de bood
schapper van Nobel. Gij moet dadelijk voor den
koning verschijnen, andere worden al Uwe hui
zen verbrand." -
Reinaert, die achter den muur in het zon-
Dezo gestrengheid strafte zich evenwel zelf..
De vooraad «out nam zienderoogen toe en
werdr te» slotte zoo groot, dat de last te zwaar
word voor hert schip. Het zonk in de diepte, al
les wat er op was met zich voerende. De mo
lenstee nen veroorzaakten oen groot© draaikolk
bij de kust van Noorwegen en de enorme hoe
veelheid zx>ut loste op in -het water.
Sedert dien tijd is 'het water van de zee steed'a
zout gebleven, M.
MU N TEN-TELMACHINES.
In groote zaken, waar vaak oen enorme hoe
veelheid muhstukken zoo vlug mogelijk geteld
en in rollen of zakjes verpakt moet worden,
maakt men- tegenwoordig met succes gebruik
van vernuftige telmachines.
Vroeger gebeurde dit tellen met de hand,
maar dit vergde op groote gasfabrieken b.v„
waar een groot aantal muntstukken van diezelf
de soort geteld moesten worden, veel tijd, ter
wijl de uitkomsten lang niet altijd betrouw
baar waren.
De machine doet dit werk' onberispelijk.
Op een bord boven aan de machine, worden
de munten vlak uitgespreid. Van hi-er gaan 00
automatisch in een leidkanaal, waar ze door de
machine onderzocht worden op dikte en fouten.
Alleen de goede onbeschadigde munten kunnen
passeeren en duwen telkens een nok opzij. Hier
door gaat het telwerk lederen keer een tand
verder en- wordt het aantal gepasseerde munten
nauwkeurig opgeteekend. Verder legt de ma
chine de munten tot een bepaald aantal naast
elkaar in een cylinder. De rol munten gaat dan
automatisch naar een wikkel-machine en wordt
daar in papier gewikkeld.
Wil men die munten in rakjes verzamelen, dan
vervalt natuurlijk de wikkelmachine. De mun
ten vallen dan na het passeeren van den nok
in een rakje. Men kan vooraf bepalen hoeveel
munten erin moeten en zoodra dan dit bepaal
de aantal in het zakje is, stopt het mechanisme
vanzelf. Men kan dan een nieuw zakje ophan
gen, de machine op het vereischte aantal af
stellen, enz.
Een en- ander geeft niet alleen besparing in
tijd en geld bij het tellen der ontvangen mun
ten, maar ook bij het weer uitgeven der gerolde
munten.
Ook bij het uitbetalen dér loonen maken
sommige fabrieken gebruik van speciale ma
chines, waardoor dit uitbetalen veel vlugge»
gaat en vergissingen veel meer voorkomen
worden.
Deze machines hebben een geldreservolr,
netje lag, hoorde alles, en dacht na, hoe hij
Bruun belachelijk kon maken, en er zelf zon
der schande af kon komen. Hij zed luid:
„Oom Bruun, gaarne zou ik komen, ware hef
niet, dat ik riek ben door een vreemd voedsel,
dat ik gegeten heb. Mijn maag Is meer dan voL
Ik zal niet kunnen loopen!"
„Wat hebt ge dfeun voor spijs gegeten, Rei
naert?"
„Een léelijke spijs, oom Bruun, oen- vervloek
te spijs. Gij weet, rijk! ben ik niet als U, ik moet
tevreden zijn met wat ik zoo langs den weg
vind. Wel, nu heb ik honing gevonden, vereche
honing; ik heb dat gegeten en nuo wee,
hoe steekt het ia mijn maag!"
Bruun keek verwonderd toe en zed (want hij
was dol op hdning!):
„Maar neve Reinaert, vindt gij honing dan
zoo slecht? Honing vind ik het lekkerste van
alles. Ge ode Reinaert, geef mij wat van die ho
ning, dan ral ik -U mijn leven lang dank be
wijzen!"
(Wat is die Bruun een slechte boodschapper!)
„Neen neen, ga heen, gij drijft de spot met
mij", zed Reinaert.
Wordt vervolgd.
ilsiilil 4aI*ÜaSetIiIIIIÏV4Ï ajl1
waarin verschillende muntsoorten in gleuven
opgestapeld liggen. Elke muntsoort apart na
tuurlijk.
Veelal zijn var dezelfde muntsoort eenige
rollen naast elkaar in de gleuven opgestapeld,
b.v. twee rollen rijksdaalders, drie rollen gul
dens, drie kwartjes, twee dubbeltjes, vier cen
ten en een halve stuivers.
Dit reservoir staat loodrecht op dë machine
Met een hefboom van de juiste afmeting kan
telkens oen munt uit de gleuf geduwd worden,
maar ook slechts één bij elke beweging van den
hefboom. De hefboomen zijn weer verbonden
met toetsen, zooals op kasregisters. Slaat men
b.v. de toetsen 6, 0,75, 0,04 aan, dan rollen er
twee rijksdaalders, één gulden, drie kwartjes
en vier centen in een1 trechter, die men dan zoo
opvangen kam Als de toetsen maar juist aan
geslagen worden, is verder elke vergissing bui
tengesloten.
Men heeft slechts te zorgen een voldoend
aan/tal rollen' diverse munten in voorraad: te
hebben, zoodlat men het reservoir steeds bij kan
vullen, en een aantal klein bankpapier, om in
korten tijd een groet aantal werklieden te kun
nen uitbetalen.
Nu de zilver boog langzamerhand weer zul
len verdwijnen! en er weer meer geld wordt
aangemunt, zal men in groote bedrijven meer
en meer overgaan tot de aanschaffing van deze
machines. Ze zijn wel duur, maar geven zoo
veel besparing door het veel snellere werken,
dat de betrekkelijk groote uitgave bij de aan
schaffing ervan, dubbel vergoed wordt door de
verkregen besparing op het loon, dat anders
weggaat voor het gereedmaken der loonzakjes.
M.
DE OPLOSSING.
Het heele dorp T-roulahouec was op zekeren
dag in rep en roer. Dfit was de oorzaak:
Om tien' uur 's morgens wtas de dienstbode
van mevrouw Du val verschrikt de kamer van
haar meesteres binnen gestormd met 'het ge
roep:
Mevrohw! Mevrouw!
Wat is er aan de hand? hadi mevrouw Du-
val gevraagd, terwijl ze het meisje, dat zoo'n
mtébaar durfde maken, boos had aangekeken,
Mevrouw!de melk!de melkl....
De melk wil niet kóken!z z z
Wat zeg je me nu?
Heusch mevrouw, de molk, die <fe melk
boer vanmorgen heeft gebracht, wil niet ko
ken!
Maar meisjedrijf je grap iru vredesnaam
met te ver door
Ik zal hier op slag iets krijgen, mevrouw,
als ik een onwaarheid spreek.
Tegenover een zoo overtuigend bewijs van
eerlijkheid was niets in te brengen' en me
vrouw Du val besloot, zelf eëns te gaan kijken
naar die zonderlinge melk.
In de keuken stond een pan met melk op
een' gloeiend gestookt fornuis.
Zoo staat de melk daar nu reeds twee
uur, mevrouw en nog wil zo niet gaan koken!
Mevrouw Du val pookte een beetje in het
vuur, keek een tijdje toe, zag geen verandering
en' zeide toen:
Noem eené een andere pon.
Uit de emaille pan wórd de melk overgego
ten in een alminium pan.
Een half uur lang stond de melk op het vuur
maar van koken, was geen sprake.
Laten we het nog eens op een' andere ma
nier probeert*n. Zet de pan met melk eens op
het petroleumsteldan ral het wel lukken.
De melk werd op oen drlepits-petrolëumstel
gezet, maar koken deed ze niet en opkomen
ook niet.
Ik geloof, dat die molk behekst is, mom
pelde de dienstbode en z© werd bleek.
Mevrouw Du val begreep er ook niets van.
Plotseling hoorden die beide vrouwen op
straat een hevig kabaal. Ze snelden naar be
neden en gingen kijken wat er aan de hand
was.
Daar stonden zoowat alle vrouwelijke inwo
ners van Troulahonec bij elkaar. Niemand
was er in geslaagd de melk, die de melkboer
dien morgen had gebracht, te koken. Niemand
begreep, wat er aan de melk mankeerde. Men
ging naar den dorpsgeneesheer en bracht hem
een monster van de molk. Hij onderzocht ze,
doch kon niets bijzonders vinden. Daarop werd
de molk geétuurd naar de universiteit in de na
bijgelegen groote stad'. Misschien zou een der
profs, in de scheikunde kunnen constateerden
wat de oorzaak was van hot zonderling ver
schijnsel.
De prof., die de melk had onderzocht, zond
aan den dorpsgeneesheer een brief, waarin
allerlei gëleerde»woorden stonde» en alle mo
gelijke zonderlinge verschijnselen werden op
gesomd, maar men werd' er niets wijzer door
en de melk was niet aan den kook te krijgen.
Het ergste was, dat niemand op den gebrui-
kelijken tijd een heerlijke kop koffie met war
me melk kon krijgen en dat de zuigelingen
allemaal luid lagen te jammeren, want men
durfde hen geen ongokookte melk geven.
Op een avond gebeurde ©r een tweede won
der:
Iemand had tegen zee uur die molk opgezet
en was, daar men toch geen last had van over
koken, naar buiten geloopen.
Toen deze huismoeder 'n tijdje buiten had
staan praten, rook ze opeens een zonderlingen
geur, den geur va» aangebrande melk. Ze
snelde naar binnen en jawel hoor, daar stond
de melk te koken en te borrelen.
Het gerucht verspreidde zich door het dorp
en den volgendep dag stond iedereen tegen zes
uur met de te koken melk voor de kachel. En
ziet! Na eenige» tijd stond overal de melk lus-
j tig te koken en' te pruttelen.
Het bericht van de zonderlinge gebeurtenis
sen te Troulahouec verspreidde zich over het
geheele land. Tal van personen kwamen naar
het dorpje, om zich met eigen oogen van het
zonderling gebeuren op de hoogte le stellen.
Het dorpje beleefden een gouden tijd. Nog
nooit was er zooveel belangstelling voor het
eenvoudige plaatsje aan den dag gelegd. Het
boerenhotelletje en de herbergen zaten stamp-
vól met nieuwsgierige vreemdelingen.
Men begreep echter maar niet, wat de oor
zaak was van de abnormale voorvallen. Totdat
op zekeren dag een student in de chemie ook
het dorp bezocht. Hij onderzocht de melk nog
eens goed en toen kwam de oplossing van het
raadsel.
Die melkboer heeft jullie er leelijk laten
invliegen, zeide hij. Ik heb de melk onderzocht
en het is mij gebleken, dat de melkboer de
melk heeft verdund met zeewater. De melk
wilde nu wel koken, maar kwam. niet op en
daarom dachten jullie, dat de melk nog niet
kookte. Ze komt echter tegen zes uur wel op,
want dan is het vloed' en hert zeewater heeft
zijn ware natuur niet verloochend!
Rott. Nwbld-
EEN PAAR CIJFERTJES.
Vooral in N. Amerika zijtn cf lefidienrfe man
nen der industrie zich ervan bewust, dat een
grootere efficiency bij de vervaardiging van al
lerlei voorwerpen absoluut noodizakelijk is en
dat dit alleen te bereiken is door constante
propaganda en door de cijfers betreffende het
verkeerde gebruik onder aller oogen te bren
gen. Die leiders hebben bovendien heel wat
meer ervoor over dan in ons land om hunne
ervaringen en die va» anderen te doe» vast
leggen of om betere ervaringen te krijgen, zoo
dat er allerlei genootschappen opgericht zijn
en worden, die voorzien worden van voldoende
fondsen om een wetenschappelijken staf aan
het werk te zetten en te hemden. Het genoot
schap voor staalconstructies h.v. heeft een on
derzoek doen instellen naar de bezuiniging»-
mogelijkheden bij het maken va» deze con
structies. Daarbij is gebleken, dat voor dit
doel in Amerika jaarlijks gemiddeld f75.000.000
te bezuinigen is.
Het totale verbruik van stalen balken van
allerlei aard voor het maken van diverse con
structies (o.a. voor den bouw van skycrapere)
bedraagt 3.000.000 ton, waarvan de waarde (in
afgewerkte constructie) op f 250 per ton ge
raamd mag worded, zoodat bij een besparings
mogelijkheid van 10 pet op alle kosten ge
noemd bedrag verkregen wordt Om die
3.000.000 ton staal tot constructies te verwerken
zijn in totaal 100.000 ton klinknagels noodig;
die in aantal ongeveer 400.000.000 stuks zu'llcn
uitmaken. Met het ponsen der gaten en het
klinken mee komt z»o'n (nagel op f 0.375 tot
f 0.50 per stuk.
De bezuiniging zal verkregen moeten worden
door ten eerste de plaats, van de klinknagel»
precies en op de juiste afstanden aan te geven.
Verder zal het ponsen der gaten volgens een
beter© methode moeten gebeuren en ook bet
verhitten ervan en het eigenlijke, klinken zelf.
De eischen voor deze dingen zullen overal ge
lijkelijk vastgesteld moeten worden, waardoor
het mogelijk wordt nog meier machinale me
thoden toe te passen en in fabrieken allerlei
onderdeel©» geconstrueerd kunnen worden, het
geen thans, wegens de in' verschillend© plaat
sen sterk varieerende bouwverordeningen,
niet zou rendeeTen. Hbld.
HANENGEKRAAI
Het Natuurhistorisch Maandblad; orgaan
van het Natuurhistorisch Genootschap in -Lim
burg, bevat in rijn zoo juist verschenen Afl. 2,
13de jaargang, in do eerste plaats een vervolg
op de belangrijke verhandeling van P. A He-
no (Valkenburg) over de Avifauna der Neder-
landische provincie Limburg.
Pater H. Schmxtz deelt een en ander mede
over een eigenaardig verschijnsel op het ge
hield: der dierenpéychologie, onlangs door prol
Hottinger bekend gemaakt (Zeitschrift des
Deutsche» V©reins für Wissenschaft und Kunst
in Sao Paulo).
Iemand, die voor het eerst van Europa naar
Brazilië komt, zal i» den eersten nacht volgen
de op den dog va» rijn aankomst, er door var-
rast worden, dat hij ongeveer va» 's avonds 9
uur af den geheelen nacht door overal de ha
nen hoort kraaien. Prof. Hottinger nu heeft
een grondig onderzoek hiernaar ingesteld,
waarvan het rósultaat in hoofdzaak hierop
neerkomt. De harten in Brazilië begeleiden met
hu» eerste gekroai niet de morgens hemoring
van Brazilië, maar die van Europa, het land
van hun oorsprong, waar rij zelf, of hun voor
oudere leefden, voor men hen, rij het ook voor
honderden jaren, naar Zuid-Amerlka over
bracht Zij volgen daarbij de» Europeeschen
tijd, die in hun „mneme" een novum in de
dierenpsychologi© op de een of andere wijtöe
erfelijk gefixeerd is, zonder tusschenkomst van
den photischen prikkel dor morgenschemering.
Daardoor wordt het oogenblik van het eerste
(en tweede) gekraai met drie a vier uren „ver
vroegd", omdat Sao Paulo tengevolge van rijn
méér Westelijke ligging mét zijn plaatselijk en
tijd drie a vier uur achter is bij dien van
West!- en Midden-Europa. De afhankelijkheid
van den tijd der Europoesche morgenscheme
ring gaat zoover, dat de tijd van het eerste go-
kraai der Brariliaansche hanen ook dezelfde
jaarlijkscb© periode vertoont aïs het morgen
krieken in Europa, met dezelfde amplitude van
ongeveer drie a vier uur, Ié December—Janua
ri later, in JuniJuH vroeger, welke periode
met dl© van de morgenschemering van S. Pau
lo (op bet Zuidelijk halfrond gelegen) direct is
tegengesteld, want daar begint de schemering
in DoeJan. vroeger (ongeveer vijf uur), in