§Honté's Invitaixon a la Yalse. Een Puddintf- Zaterdag 8 Maart 1924. 67sie Jaargang. No. 7397. TWEEDE SLAB. FEUILLETON. DE GROOTE VLAM Puddingen Binnenlandsch Nieuws. Toen ik de briefwisseling tysschen Mr. Hamsay MacDonald en Monsieur Raymond Poincaré las, was het alsof ik de muziek, waarop ik in my'nö jongensjaren zoo dikwijls gedanst heb, weer hoor da Wat is do wereld toch interessant! De eenige troost, dio ik vind in al de misrèe die er heemsckt, is dat hot zulk een belangrijk tijdperk is, dat wij meemaken. Ofschoon ik liever eeuw eerder ge boren was dan deze belangrijke periode te hebben moeten meeleven. Maar nu ik in dit tijdperk te leven heb, tracht ik het goede te vinden. Tot dit goede behoort de belangrijkheid, behoo- ren de verrassingen. Kijk eens aan, daar waren wij allemaal overtuigd, dat Mr. Arthur Henderson losgelaten zou worden door de Liberalen en het tegendeel gebeurt. Met een overweldigende meerderheid is de ITome Secré- tary (Minister van Binnenlandsche Zaken) in Burh- ley gekozen en zit nu lekker in zijn stoel als Kabinets-Minister. Toch zal wat -allemaal over hem gesproken is, wel een les voor Mr. Henderson geweest zijn. Hij moet leeren zwijgen. Nu is het baantje van Home Secretary lang niet het belangrijkste in het En- gelsche Kabinet. Voor Henderson dus wel vervelend, om te mogen toezien hoe andoren mogen praten en.... schrijven. Want wat schrijft die Ministor van Buitenland- sche Zaken van G-root-Britannië een keurige brie- ven. Ik eindigde mijn jongste artikel met mijn ver trouwen uit to spreken in Mr. MacDonald's buiten- landsche politiek en hier schijn ik toch gelijk te zullen krijgen en al neb ik, wat Henderson's verkie zingskansen betreft, zoo mis gegrepen. Piotis werkelijk verrassend om te zien hoe bij zonder ingenomen "het Engelsche publiek is met de houding van MacDonald Anne Baldwin! Ook gij hebt geprobeerd om met Marianne te dansen maar ge hebt een leelijk blauwtje geloopen. Daar komt mij nu zoo'n Schotsche socialist on die vindt genade in de oogen van de ooquette Fran sche dame. Ik heb vanmorgen allerlei bezoek gehad van conservatieve dames en heeren, die mij Times, Mor- ning Post en Daily Telegraph onder de neus kwa men houden. Allemaal waren zij min of meer opgewonden voor het geval. Allemaal waren zij hoogst ingenomen met Mr. Ramsay MacDonald. Toch een leuk volk c&at Engelsche volk. Oer-con- servatieve dames van £0 jaar £n ouder maken zich nu warm voor den socialistisohen Premier omdat... nu ja.... omdat zij hem een kloeken baas vinden. In die brieven is een zelfbewuste Brit aan het woord, dio eerlijk en keurig zegt waar het ot> staat. Wanneer men den brier van 'MacDonald leest, dan gaat feitelijk de meeste bekoring uit van de i leuke wüzo waarop MaeDonald de totaal verschil lende posities van Frankrijk en Engeland bekijkt, iheel duidolijk doet zien, dat men sedert den wapen stilstand naar geheel andere perspectieven^ geblikt beeft, maar dat men toch om die perspectieven te bereiken, èlkaar noodig heeft. De leuke Schot laat kalm aan Poincaré zien, dat Frankrijk slechts „schijn" geoogst heeft, omdat Frankrijk meende zonder Engeland te kunnen be reiken, hetgeen het op het oog 'had. Prachtig is, zooals MacDonald de openbare mee ning in Engeland schildert. Ik heb die passage eerst nog eens in een Fransch blad willen lezen vóór dat ik die maar zoo kon aanvaarden als aian een kitteloorigen Franschman geschreven. Natuurlijk weet ik "wel beter, zegt MacDonald, maar het Engelsche publiek denkt, dat jullie im perialistisch zijn. En- al wèet ik beter, dan moet ik toch zeggen dat de schijn geweldig tegen Frank- ^Denk nu eens even na en stel je op hot standpunt van een Engelsch belastingbetalend burger. Die belastingbetalende burger had gedacht dat 21. van OLIVER WADSLEY, vertaald door DICKY WAFELBAKKER. zoodra Duitsehland en de Dubbel-monarohie versla gen waren en ontwapend, een algeheele ontwape- ning zou volgen en zag met genoegen dat het eigen Briteche Vaderland daarmee reeds begon. Om eohter kort daarna te bespeuren, dat Frank- rijk zich enorm bleef wapenen en allerlei Duitseh terrein ging bezetten. Dat niet alleen, het bleef het Briteche publiek geen geheim, dat ook aan de Westzijde dus tegen over Engeland een enorme legermacht op de been gehouden werd. Alsof dit niet genoeg was, ziet de Britsohe belas tingbetaler dat, alhoewel Duitschland ontwapend is, de Fransche Regeering enorme kapitalen be steedt aan het militairiseeren van oostelijke rand staten. De Britsche burger weet, dat Frankrijk al dat geld besteedt, doch nalaat aan Amerika en Enge land hare schulden te betalen. De Britsche burger zuchtte reeds onder hooge belastingen ten einde eigen schulden te betalen. Nog hooger werden die belastingen doordat Frank rijk haar schuld niet afdeed aan Britannië. Nog hooger, büna ondragelijk werden die belas tingen doordat Groot-Britannië ook de rente en aflossing moot betalen der enorme sommen, welke Frankrijk aan Amerika schuldig blijft. Heerlijk is zooals MacDonald uiteenzet volkomen te begrijpen dat Frankrijk de kosten van herstel be taald wil zien voor verwoest gebied, doch hoe hij tevens de aandacht vestigt op het Britsche ver woeste gebied, op lamgeslagen handel en nijverheid. Waar het Britsche yolk liidt onder de verwoeste wereldmarkten voor rijn industrie, scheepvaart en handel, moet dat zelfde volk 30.000.000 (f360 mil- lioen) opbrengen alleen om de rente te betalen voor geld door Engeland ten behoeve van Frankrijk in Amerika geleend. MacDonald vindt dat men den Britschen burger wel mag vergeven, indien hij met al die feiten voor oogen en vooral met hetgeen hij leest over de be zetting van Ruhr, Rijnland, Pfalz en Saar, gemelijk denkt over do bedoelingen van de Fransche Repu bliek. Mr. MacDonald wijst er op hoe gaarne hij ont wapening en wereldvrede zou beleven en vurig hoopt er toe bn te dragen dat althans een volgende generatie dit ideaal zal verwezenlijkt zien. Hij trekt heel fijn een parallel tusschen de vredes- waarborgen, welke Frankrijk en die welke Enge land nastreeft. Frankrijk zoekt waarborgen ten behoeve van vredo met Duitschland, Engeland zoekt waarborgen voor wereldvrede. Do vrede die Frankrijk zoekt moet echter ook een vrede zijn» die Hongarije, Griekenland, Engeland, Amerika, ^Tsj*echo-Slowakije, Polen en Yugo Sla- vonië en de geheele wereld omvat. Hij noodigt Frankrijk iflt om de waarborgen voor zulk een wereldvrede te zoeken en hij ziet dan de noodzakelijkheid in, om gebruik te maken van den Volkenbond. Wanneer wij echter het ideaal willen bereiken of althans trachten te bereiken, dan zullen allereerst Engeland en Frankrijk het eens moeten wezen over een gezamenlijk plan. MacDonald zegt dat zijn schrijven bedoelt om Poincaré tot een samenwer king voor een dusdanig doel uit te noodigen en dat dan andere landen en ook Amerika zich zullen Aan sluiten. Blijven wij .echter verward in het kluwen van land, Ruhr, Pfalz enz., dan zal ni: nimmer iets goeds bereikt worden. Uit dat kluwen moet men, en een beter doel' moet nagestreefd worden. Dan zal de publieke opinie van bet Britsche en Fransche volk en spoedig van de geheele wereld achter de Regeeringen van Frankrijk en Engeland staan, omdat men vertrouwen zal hebben in het doel en het hechte verbond tusschen het Britsohe en Fransche Volk. Hier sprak een man! Het feit dat een „man" een heuschelijke, echte mannetjesputter aan de touwtjes der Engelsche po litiek trekt, zoodat de misselijke wollen draadjes der laatste jaren voor streng- scheepsgaren hebben plaats geruimd stemt het Britsche volk aangenaam. Zij voelen weer iets van de oude Britsohe trots terugkomen. Een paar jaren geleden heb ik reeds in de Scha- ger Courant geschreven, dat slechts dan vrede kan komen, indien Engeland de leiding zal hebben. Ik schreef en betoogde dit, omdat ik het Engelsche volk als zeer vrede li evend had leeren kennen- Het is bepaald frappant om nu weer te constatee ren. hoe werkelijk vredelievend dit volk is en hoe het als geheel achter den Premier staat, nu die vrede wiL Een conservatief, een oude heer, vroeger een man met bijzonder hooge positie, was eenvoudig verrukt over MacDonald en wees er mij op, hoe deze man, dio dikwijls gesproken had op een wijze, dat men in hem een landverrader zag, thans de grooto verant woordelijkheid van zijne positie uitmuntend besefte c> is in de meeste ge zinnen een waardig besluit van den maal tijd. Het is echter lang niet hetzelfde welke pudding. De lekkerste zijn Gefabriceerd met Honig'» Maïzena. Toni voelde zich doodongelukkig. Het leek, alsof er geen einde aan den dag wilde komen. Ze kon niet teekenen, niet lezenze kon nergens haar gedach ten bij bepalen. Wel tien maal (Liep ze den tuin toi om met Robert's binocle uit te kijken, of hij in de verte nog niet aankwam. Hij kwam dien avond laat thuis. Den geheelen dag had ook Robert zich ellendig ge voeld. Eenmaal was hij op het punt geweest haar op te hellen, maar zijn trots had hem ervan weerhouden. Toen hij binnenkwam, kuste hij haar niet: zij- had en toonde dat hü als Promier een pure Brit was, met idealen omtrent de toekomst der wereld, maar vóór alles een Brit. Het vertrouwen door de Sun- day Times, eenige Zondagen geledon in de Britsche socialisten uitgesproken, omdat zij Britten zijn, wordt op het oogenblik door MacDonald niet te leurgesteld. En wat doet Monsieur Raymond Poincaré? Laten wij vooral eerlijk zijn en bekennen, dat het antwoord getuigt van de grooto bekwaamheid van dezen Franschen advocaat. Handig is de beantwoording der netelige quaeatie omtrent de Ruhr, Rijnland en Pfalz- politiek. Aardig gevonden om allereerst Foch uit 'te spelen, die in 1918 slechts een mogelijkheid zag om waar borgen tegen Duitschland te vinden, n.L de Riin als grens te nemen. Er wordt dan betoogd hoe dat alles anders ge gaan is, maar dat Frankrijk nooit minder en nooit meer wilde en wil dan twee zaken: betaling der oorlogsschade en waarborg tegen oen Duitschon aanval. Poincaré verzekert dat Frankrijk niet aan an nexatie van grondgebied denkt en dat hü nooit nagelaten heeft, rekening te houden met den ge- schokten economischen toestand van Engeland. De voorschotten aan do kleine Entente enz. wor den goedgepraat of liever Poincaré tracht ze goed te praten. Do Volkenbond heeft niet alleen Poincaré's volle sympathie maar zegt hij, indien Frankrijk haar zin gehad zou hebben ware do macht van den Volken bond veel grooter geweest. Knap gevonden is de opmorking dat de leger macht en de groote luchtvloot in bet Westen van Frankrijk evenmin een bedreiging voor Engeland zijn als Engeland's machtige oorlogsvloot er een is tegenover Frankrijk. Over de Ruhr hooren wij dat de bezetting zal ein digen zoodra Duitschland betaald heeft, over het Rijnland, dat dit ontruimd zal worden zoodra de waarborgen van het vredestractaat nagekomen zijn en dat hij hoopt dat de experts, waarover Mac Donald ook geschreven had, spoedig met hun rap port gereed zullen zijn. De quaeötie van de schulden behandelt hij heel slim, aoor te zeggen dat hü het^ geheel eens is met Mr. MacDonald, dat de betaling daarvan be handeld moet worden tegelük met ae rost. Poincaré stemt toe, dat slechts samenwerking tus schen Engeland en Frankrijk nuttig effect kan sor teer en, hetzii dan in de vergrooting van het prestige van den Volkenbond, de bespoediging der betaling van de kosten van herstel of de consolidatie van vrede over geheel de wereld en eindigt dat hü meent dat men het streven naar overeenstemming verplicht is aan de ganscho beschaving. Waar beide regeeringen van die plicht overtuigd blijken, daar zal ook zeker samenwerking getroffen worden. De geheele toon van Poinoaré is gematigd. Marianne neemt de aangeboden arm aan en ga&t naar do balzaal. Haar zijden ochtendjapon was niet direct heel frisch meer en een vlok van haar 'haar hing los bij I ongelijk"gehad. Met angstige oogen keek ze naar de het hoofd. ..Het spijt me, dat ik geen tijd meer had, koude, trotsche uitdrukking in zijn gezicht. Onder om me behoorlijk aan te kleeden, Robert", zei ze het eten werd er geen woord gesproken. Daarna ging verontschuldigend. „Ik zat te lezen en had den tijd Robert naar zijn kamer, om, zooals hij zei, brieven vergeten.' Robert keek haar aan. Hij 'haatte alles, wat naar slordigheid zweemde. ..Maar Tonije hadt toch in ieder geval wel even behoorlijk je haar kunnen op maken voordat je benedenkwam", zei hij ©enigszins geirriteerd. Toni probeerde hem aan te kijken, maar hij hield de oogen strak op zijn bord gerichtHet ontbijt was af.sch u wel ij k. ..Het spijt me, lieveling", zei ze zachtjes. „Geen vrouw moet er slordig uitzien, Toni, Zelfs de mooiste niet", zei hij bijna kortaf. Dat was genoeg. Een bloedgolf steeg naar Toni's gezicht. „Dus laat staaneen leelijko. wilde je ze ker zeggen," zei ze scherp. Robert zweeg, zuchtte even. Toni ging door. „Dus tante Hetty had toch wel ge lijk, toen ze me vertelde, dat zelfs een mooie vrouw niet veel consideratie van je had ondervonden", zei ze hatelijk onredelijk. „Wat bedoel je?" vroeg Robert, doodkalm. „Ik geloof, dat ik duidelijk genoeg ben. Ik zei je. dat tante Hetty me verteld heeft, dat jo tegenover de mooiste vrouw nog niet trouw kon zijn wat zou ik van je 'kunnen verwachten? te schrijven. Alléén zat ze op het terras. Heel vroeg ging ze al naar bed. maar ze kon niet slapen, luisterde naar elk geluid.... Hij kwam tamelijk vroeg terug. Met kloppend hart hoorde ze zijn voetstappen door het huis. Tweemaal was ze van plan hem te roepenom hem te zeg gen, dat ze bern zoo mistehet niet langer zoo uit kon houdenZou dit nu heusch het einde van al les zijn.' Maar ze had Robert nog maar zoo'n korten tijd gehad „O. God...." .steunde zij. „Ik kan het niet langer verdragen. Ik moet weten, wat het isAls hij niet meer van me houdt, is het beter, dat ik het weet, dan dat we zoo met elkaar door blijven gaan". Ze stond op en liep naar rijn kamer. Toen ze voor de deur stond, leek het haar zoo ontzettend moei- Hij zou toch dadelijk wel komen, hoopte ze. Dat lijk. Als Robert nu niets meer om baar gaf, wat moest hij toch doen. Maar Robert kwam niet. Toni moest ze dan eigenly'k nog bü hein doen? Zo trok had ongelijk gehad, en ze was heel hatelijk en on- haar band weer van den knop terug en keerde zich vripn/tftliik f.ACen tufln ffAWMWt. hrw»wp1 hii rrm«c;t J,J vriendelijk tegen hem geweest, hoewel hij zelf moest toegeven, dat hij zijn opmerking wel wat vriende lijker had kunnen doen. Ze zou toch nu wel bij hem komen, hoopte hij. Ze moest. Maar Toni kwam niet. Hij hoorde haar de trappen naar haar kamer opgaan en hoorde tot zijn groote verbazing en teleurstelling, dat ze den sleutel in het slot omdraaide. t Arme Toni! Dien nacht deed ze geen oog dicht, gooide zich onrustig in haar bed heen en weer, maar ae wilde niet de minste zym Eindelijk brak de mor gen aan. Ze trok een nieuwe wit mousselinen japon aan, die Robert voor haar gekozon had en maakte ook haar haar op, zooals hij het het mooiste vond. Toen ze uit haar kamer kwam, liep ze tegen hem aan. Hij zag er precies uit, zooals altijd. „Ik hoop, dat je goed geslapen hebt", zei hij koel* beleefd. Ze mompelde iets en liep naar beneden. Zo voelde zich dood ongelukkig en angstig. Slechts dus een man, die niets om een vrouw gafdie genoeg van haar begon te krijgen, dacht zij. kon er zoo heb- om. Onmiddellyk daarop werd de deur door Robert geopend Hü sprak geen woord... zag baar slecbts aan... en toen nam haar in rijn armen. „Toni," fluisterde hu, met zün mond tegen haar oor. „Hoe kon ie, kindje?" Ze antwoordde niet... genoot ervan rij'n armen weer om zich heen te voelen. Toen begon ze hem te kussen... zün haar.... zy'n oogen, rijn wangen... zü'n mond. „Lieveling... jóngen-O, ik heb er zoon spijt van." Hü kuste haar de woorden van do lippen. „Zeg dat niet, vrouwtje,... Ik moet je vergiffenis vra gen... Toni, ik was onhebbelijk tegen je... een bruut. Zeg, dat je me vergeeft.' „Natuurrijk... O, ik weet heel goed. Robert, dat ik hoelemaai niet mooi ben,# maar ik beloof jo, dat ik er nooit slordig uit zal zien... en zelfs als jo don een of anderen dag genoeg van m© zult krijgen....'" Hü legde zijn hana op haar mond{ „Genoeg krij gen van jour" zei hij hartstochtelijk, terwül hü haar no$, dichter in zyn armen drukte..... ,Van jou genoeg krügen?" Toni. Toni... ik houd Ro- „Dus daar aan toets jef mijn karakter. Toni?" ben uitgozien. als hij dien ochtendalleen zoo „Het is je eigen schuldHet was een leelijke, iemand kon gesproken hebben zoo koud en vormelijk JWU *uuwb hatelijke opmerking van jeGeen man. die van als hij gedaan hadPrecies, alsof er niets gebeurd j zooveel van "je.... Kun je dat aan niet voelen, een vrouw houdt, zou zooiets ooit zeggen. Wat heb ik was i Kindje? Houd je hand eens hier." Hü nam haar gedaan? Alleen omdat ik even te laat beneden kwam Rcbert wilde Toni een lesje geven. Ze had hem handje en legde het op zün hart. Door zyn dun en er een vlok van mijn haar los wasHet is al- méér pijn gedaan, dan ze zelf wel had kunnen be- rijden overhemd voelde ze, hoe wild het klopte en leen, omdat je genoeg van me hebt, dat je zoo tegen grijpen, toen ze hem den vorigen avond buiten haar ze zuchtte van geluk. me spreekt" kamer had gesloten. Hij ontbeet kalm en vertelde „Houdt- je werkelijk nog zooveel van my Op dat oogenblik kwam Martha de kamer binnen, haar dal hij dien avond vermoedelijk wel heel laat bert?" Robert keek Toni aan en zij hem, maar er was een thuis zou komen, en dat ze dus maar niet op hem i Als een vermoeid kind kroop ze in zün armen*.... koude, uitdagende uitdrukking in haar oogen. moest wachten. Haar trots hielp haar vormelijk en Robert liep de kamer uit èn even daarna hoorde vriendelijk terug te antwoorden. Het was natuurly'k onmogely'k voor hem om men ze do auto wegrijden. Robert ging weg met het idee, dat het Toni bit- schen te ontvangen. Toen ontmoette Robert^ in Kibbelpartytjes zijn dikwijls heel aardig, terwijl ze <er weinig kon schelen. Zoodra hij weg was, vloog Florence voortdurend menschen, die hy kende. Tot nog aan den gang zijn, als ieder der partijen aan het ze naar boven, naar haar kamer. Ze begroef haar ge- zün verbazing vroegen verschillende kennissen hem bedenken, is, wat ze nu eigenlijk wel het hatelijkst zichtje in een van zijn jassen en snikte, alsof haar wat hy' jn Florence deed, waar hü woonde, enz. kunnen zeggenmaar zoodra als men weer alleen au breken moest. Toen de oude Martha haar voor Gewone banale beleefdheidsphrases. is en over alles nadenkt, is het afschuwelijk. .e' ete». kwam roepen, zei ze, dat ze geen trek had. Hü bad gedacht, dat iedereen wel zou we en, met Tenminste als niet alle teekenen bedriegen. De factoren van MacDonald's succes zün gunstig. Hii beeft de publieke meening in Engeland en zeer zeker in geheel het Briteche Wereldrijk achter zich. Een Conservatief blad als de Morning Post vor klaar i den Bremier te steunen. Andore minder fu&e oonsorvatieve bladen zyn do zelfde meoning toe gedaan al vertrouwt de Times hot zaakjo nog niet reoht. De Times sohünt Poinooré niet te ver trouwen Et pour cauae! Laten wü toegeven, dat Lloyd George wat geraf fineerd was. Baldwin wat onhandig en Lord Curzon te verwaand, dan is het toch onmogcly'k om te ver geten hoe Poincaré don eerly'ken bekwamen Bon ar Law in Januari 1923 als oon kwajongen behandeld heeft. Alleen omdat Poincaré het eenmaal met zich zelf. Ministor Trocquer en eenige vriendjes eens was, dat de Ruhr bezet moest worden. Dat kan men niet dadelyk vergeten, wanneer men den gematigden brief van Poincaré leest. Men denkt onwillekeurig aan een advocaat van kwade zaken. Het is echter een feit, dat Poincaré sedert dien tijd een toontje lager moet zingen. De Ruhr is geen succes, de franc daalt ontvet tend. Frankrijk staat vrijwel geïsoleerd en heeft veel sympathie in geheel de wereld ingeboet. Vooral is gunstig voor MacDonald hetgeen In België is geschied. Do verwerping yan het Fransch-Bolgische eco nomisch verdrag is een por in den maag van Poin caré en zal hem wel te aenken geven. Door dit besluit en door het gevolgde bedanken van het Ministerie TheunisJasper, is Frankrük op het oogenblik werkelyk volmaakt geïsoleerd. Daarbij Blijft de franc vallen, terwijl do binnen landsche politiek van Frankrük allerminst gunstig is. Poincaré heeft hier een prachtigon kans om van zün imperialistischen ladder af te klimmen en ik denk dat hü de kans zal nemen en niet zal laten voor by'gaan. Maar ik zeg nog eens: Poincaré in een advocaat en dat is MacDonald niet. De kracht van MacDonald zit in de openbaarheid van zün correspondentie en onderhandelingeh met Poincaré. Als nu de onhandige Duitechors maar niet weer roet in het eten gooien. Want wanneer die nu weer allerlei speotakel gaan uithalen en wij weten nn wel allemaal dat de opgeblazenheid der Duitschers door alle tegen spoeden nog even hardnekkig en belachelük, aoch tevens wereldgevaarlük is, aan helpt alle goede bedoeling van Mr. MacDonald niet en loopt het weer op niets uit. Rekent Poincaré daar misschien op? In elk geval is hot voor ieder vredelievend wereld burger een genot om te zien hoe de Britsche Pre mier streeft naar wereldvrede en hoe het geheélé Engelsche volk achter hem staat, zonder te vragen van welke politieke klenr de Premier is. Het is breed van een blad als de Morning Post om dadclük MacDonald te steunen en riin grootsche pogen, terwijl de trouwe vrienden der Morning Post geen .succes hadden. Het Britsche volk weet wanneer het oogenblik gekomen is om eens geen critiek te oefen en. In Nederland is men helaas altijd critiscn en daardoor verdeeld. Het Britsche volk is breed en heeft daaraan na tuurly'k ook rijp grootheid te danken. My_ country right or wrong! Wü hooren tiu reeds duidelijk de toonen van de muziek uit de balzaal komen, wij zien Mac Buil met Marianne aan den arm naar de balzSSl gUftn. Maar zal or gedanst worden? Kom Mao en Marianne probeer nu eens het dansje, het danst zoo heerlijk op 1'Invitation h la valse. Al is het ouderwetschl JTJLIAN ADORP. Woensdagavond bad in de zaal van don heer J. Slikker Cz. de algemeen© vergadering plaats van de Boerenleenbank te Koegras. De vergadering wordt door den voorzitter van den Raad van Toezicht, den heer J. Rossen, geopend, die er zijn genoegen over uitspreekt dat er hedenavond meer animo is dan het vorige jaar, hetwelk ook voor het Bestuur prettig is. De notulen van de vorigo algemecne vergadering worden door den secretaris, den heer J. do Vries, ge lezen en onveranderd voor gezien ge teekend. met dank voor de uitstekende redactie. Daarna voorlezing van do presentielijst, gevolgd door oen uitstekend goed verzorgd verslag over 1923 van den secretaris en kassier, den heer J. de Vries. Uit dat verslag vermelden wij het volgende: Het wordt op den duur ©enigszins vervelend wanneer wie hü bier woonde. Après teut schenen do men schen nog van niets af te weten. Dus Hetty zon op do een of andere wy'zo Toni's afwezigheid heb ben moeten verklaren, zonder opzien te verwek ken... on zyn eigen vrienden wisten, dat hy" e«Ii tijdlang naar Florence zou gaan om do zaken van zijp gestorven vriend te regelen. liet weer was plotseling gloeiend warm gewor den. Robert voelde zich dien morgen doodmoe en hy' had ook hoofdpijn. Hy* besloot vroeg naar hun heerlyke koele villa terug te koeren. Op den terugweg hoorde hy plotseling zy'n naam noemen. Een auto haalde hem in. In den wagen zat een kleine man met oen héél bleek gezicht en lichtblauwe oogen. „Best, Robert"., zei hy" verheugd. „Kom je hy my of za! ik jou moeten opzoeken.'' Niettegenstaande zyn hoofdpijn, was Robert heel bljj de Saulnes te ontmoeten: i aren lang waren ze vrienden geweest, eigonlük al j vanaf de eerste maand, dat Robert in Pary's had gewoond. Daar had hy de Saulnes ontmoet en had zich onmiddel lijk tot hem aangetrokken gevoeld. Hy" was zoo'n aardige, cenvoudigo man, niettegenstaande zün ouden adel en zy'n onnoemelijke rijkdommen. „Kun je niet even met mii mee naar myi' hotel gaan?" vroeg de Saulnes. „ik zou zco graag een uurtje met je praten, Robert." Robert kwam uit zy'n auto en liet den chauffeur naar huis rijden. Hü moest hem over een uur weer komen afhalen. IIij sprong bij de Saulnes in den wagen. Zo handen elkander in geruimen tijd niet gezien, In do maa«a- den, dat Robert te Parijs was. was do Saulnesof op reis. of was hii ziek geweest. De Saulnes bad een ontzettend zwakke gezondheid. Hij was eind6 linkerschouder was ook veel hooger dan de rechter. Hij keek Robert lachend aan. „Het is heerlijk, om je weer eens te zien, oude jongen. En je ziet er nog even schiterend als altijd uit" „Ben je nog altijd zoo dol op wat jij het eemge, dat waarde heeft, noemt?" vroeg Robert lachend. „Je bedoelt op uiterlijk mooi? Ja zeker, en ik houd er meer van dan ooit Dat komt waarschijnlijk, om dat ik zelf zoo ontzettend le»elijk ben". In het hotel aangekomen, belde de Saulnes onmiddellijk den kel ner en verzocht hem wat hoofd pi jnpoeders boven te brengen. Toen plaatste hij een kussen in een ligstoel en zei Robert daarop te paan liggen. Hij legde zijn hand op Robert's voorhoofd, dat gloeide. „Je mag nu de eerste minuten geen woord spreken.... niet voor dat jo je weer wat beter voelt" Hij liet do jalousiën zakken en begon piano te spelen., zachte, droomerige accoorden. Van tijd tot tijd keek hij naar Robert en hij hield' eerat op met snelen, toen hij zag. dat Robert's oogen zich gesloten hadden. Toen ging hij rustig op den stoel tegenover

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5