§Honté's
Invitaixon a la Yalse.
Een Puddintf-
Zaterdag 8 Maart 1924.
67sie Jaargang. No. 7397.
TWEEDE SLAB.
FEUILLETON.
DE GROOTE VLAM
Puddingen
Binnenlandsch Nieuws.
Toen ik de briefwisseling tysschen Mr. Hamsay
MacDonald en Monsieur Raymond Poincaré las,
was het alsof ik de muziek, waarop ik in my'nö
jongensjaren zoo dikwijls gedanst heb, weer hoor da
Wat is do wereld toch interessant! De eenige
troost, dio ik vind in al de misrèe die er heemsckt,
is dat hot zulk een belangrijk tijdperk is, dat wij
meemaken. Ofschoon ik liever eeuw eerder ge
boren was dan deze belangrijke periode te hebben
moeten meeleven.
Maar nu ik in dit tijdperk te leven heb, tracht
ik het goede te vinden.
Tot dit goede behoort de belangrijkheid, behoo-
ren de verrassingen.
Kijk eens aan, daar waren wij allemaal overtuigd,
dat Mr. Arthur Henderson losgelaten zou worden
door de Liberalen en het tegendeel gebeurt. Met
een overweldigende meerderheid is de ITome Secré-
tary (Minister van Binnenlandsche Zaken) in Burh-
ley gekozen en zit nu lekker in zijn stoel als
Kabinets-Minister.
Toch zal wat -allemaal over hem gesproken is,
wel een les voor Mr. Henderson geweest zijn. Hij
moet leeren zwijgen. Nu is het baantje van Home
Secretary lang niet het belangrijkste in het En-
gelsche Kabinet.
Voor Henderson dus wel vervelend, om te mogen
toezien hoe andoren mogen praten en.... schrijven.
Want wat schrijft die Ministor van Buitenland-
sche Zaken van G-root-Britannië een keurige brie-
ven.
Ik eindigde mijn jongste artikel met mijn ver
trouwen uit to spreken in Mr. MacDonald's buiten-
landsche politiek en hier schijn ik toch gelijk te
zullen krijgen en al neb ik, wat Henderson's verkie
zingskansen betreft, zoo mis gegrepen.
Piotis werkelijk verrassend om te zien hoe bij
zonder ingenomen "het Engelsche publiek is met
de houding van MacDonald
Anne Baldwin!
Ook gij hebt geprobeerd om met Marianne te
dansen maar ge hebt een leelijk blauwtje geloopen.
Daar komt mij nu zoo'n Schotsche socialist on die
vindt genade in de oogen van de ooquette Fran
sche dame.
Ik heb vanmorgen allerlei bezoek gehad van
conservatieve dames en heeren, die mij Times, Mor-
ning Post en Daily Telegraph onder de neus kwa
men houden.
Allemaal waren zij min of meer opgewonden voor
het geval.
Allemaal waren zij hoogst ingenomen met Mr.
Ramsay MacDonald.
Toch een leuk volk c&at Engelsche volk. Oer-con-
servatieve dames van £0 jaar £n ouder maken zich
nu warm voor den socialistisohen Premier omdat...
nu ja.... omdat zij hem een kloeken baas vinden.
In die brieven is een zelfbewuste Brit aan het
woord, dio eerlijk en keurig zegt waar het ot> staat.
Wanneer men den brier van 'MacDonald leest,
dan gaat feitelijk de meeste bekoring uit van de
i leuke wüzo waarop MaeDonald de totaal verschil
lende posities van Frankrijk en Engeland bekijkt,
iheel duidolijk doet zien, dat men sedert den wapen
stilstand naar geheel andere perspectieven^ geblikt
beeft, maar dat men toch om die perspectieven te
bereiken, èlkaar noodig heeft.
De leuke Schot laat kalm aan Poincaré zien, dat
Frankrijk slechts „schijn" geoogst heeft, omdat
Frankrijk meende zonder Engeland te kunnen be
reiken, hetgeen het op het oog 'had.
Prachtig is, zooals MacDonald de openbare mee
ning in Engeland schildert. Ik heb die passage
eerst nog eens in een Fransch blad willen lezen
vóór dat ik die maar zoo kon aanvaarden als aian
een kitteloorigen Franschman geschreven.
Natuurlijk weet ik "wel beter, zegt MacDonald,
maar het Engelsche publiek denkt, dat jullie im
perialistisch zijn. En- al wèet ik beter, dan moet
ik toch zeggen dat de schijn geweldig tegen Frank-
^Denk nu eens even na en stel je op hot standpunt
van een Engelsch belastingbetalend burger.
Die belastingbetalende burger had gedacht dat
21.
van OLIVER WADSLEY,
vertaald door DICKY WAFELBAKKER.
zoodra Duitsehland en de Dubbel-monarohie versla
gen waren en ontwapend, een algeheele ontwape-
ning zou volgen en zag met genoegen dat het eigen
Briteche Vaderland daarmee reeds begon.
Om eohter kort daarna te bespeuren, dat Frank-
rijk zich enorm bleef wapenen en allerlei Duitseh
terrein ging bezetten. Dat niet alleen, het bleef
het Briteche publiek geen geheim, dat ook aan de
Westzijde dus tegen over Engeland een
enorme legermacht op de been gehouden werd.
Alsof dit niet genoeg was, ziet de Britsohe belas
tingbetaler dat, alhoewel Duitschland ontwapend
is, de Fransche Regeering enorme kapitalen be
steedt aan het militairiseeren van oostelijke rand
staten.
De Britsche burger weet, dat Frankrijk al dat
geld besteedt, doch nalaat aan Amerika en Enge
land hare schulden te betalen.
De Britsche burger zuchtte reeds onder hooge
belastingen ten einde eigen schulden te betalen.
Nog hooger werden die belastingen doordat Frank
rijk haar schuld niet afdeed aan Britannië.
Nog hooger, büna ondragelijk werden die belas
tingen doordat Groot-Britannië ook de rente en
aflossing moot betalen der enorme sommen, welke
Frankrijk aan Amerika schuldig blijft.
Heerlijk is zooals MacDonald uiteenzet volkomen
te begrijpen dat Frankrijk de kosten van herstel be
taald wil zien voor verwoest gebied, doch hoe hij
tevens de aandacht vestigt op het Britsche ver
woeste gebied, op lamgeslagen handel en nijverheid.
Waar het Britsche yolk liidt onder de verwoeste
wereldmarkten voor rijn industrie, scheepvaart en
handel, moet dat zelfde volk 30.000.000 (f360 mil-
lioen) opbrengen alleen om de rente te betalen voor
geld door Engeland ten behoeve van Frankrijk in
Amerika geleend.
MacDonald vindt dat men den Britschen burger
wel mag vergeven, indien hij met al die feiten voor
oogen en vooral met hetgeen hij leest over de be
zetting van Ruhr, Rijnland, Pfalz en Saar, gemelijk
denkt over do bedoelingen van de Fransche Repu
bliek.
Mr. MacDonald wijst er op hoe gaarne hij ont
wapening en wereldvrede zou beleven en vurig
hoopt er toe bn te dragen dat althans een volgende
generatie dit ideaal zal verwezenlijkt zien.
Hij trekt heel fijn een parallel tusschen de vredes-
waarborgen, welke Frankrijk en die welke Enge
land nastreeft.
Frankrijk zoekt waarborgen ten behoeve van
vredo met Duitschland, Engeland zoekt waarborgen
voor wereldvrede.
Do vrede die Frankrijk zoekt moet echter ook een
vrede zijn» die Hongarije, Griekenland, Engeland,
Amerika, ^Tsj*echo-Slowakije, Polen en Yugo Sla-
vonië en de geheele wereld omvat.
Hij noodigt Frankrijk iflt om de waarborgen voor
zulk een wereldvrede te zoeken en hij ziet dan de
noodzakelijkheid in, om gebruik te maken van den
Volkenbond.
Wanneer wij echter het ideaal willen bereiken of
althans trachten te bereiken, dan zullen allereerst
Engeland en Frankrijk het eens moeten wezen over
een gezamenlijk plan. MacDonald zegt dat zijn
schrijven bedoelt om Poincaré tot een samenwer
king voor een dusdanig doel uit te noodigen en dat
dan andere landen en ook Amerika zich zullen Aan
sluiten.
Blijven wij .echter verward in het kluwen van
land, Ruhr, Pfalz enz., dan zal ni:
nimmer iets goeds
bereikt worden.
Uit dat kluwen moet men, en een beter doel'
moet nagestreefd worden.
Dan zal de publieke opinie van bet Britsche en
Fransche volk en spoedig van de geheele wereld
achter de Regeeringen van Frankrijk en Engeland
staan, omdat men vertrouwen zal hebben in het
doel en het hechte verbond tusschen het Britsohe en
Fransche Volk.
Hier sprak een man!
Het feit dat een „man" een heuschelijke, echte
mannetjesputter aan de touwtjes der Engelsche po
litiek trekt, zoodat de misselijke wollen draadjes
der laatste jaren voor streng- scheepsgaren hebben
plaats geruimd stemt het Britsche volk aangenaam.
Zij voelen weer iets van de oude Britsohe trots
terugkomen.
Een paar jaren geleden heb ik reeds in de Scha-
ger Courant geschreven, dat slechts dan vrede kan
komen, indien Engeland de leiding zal hebben. Ik
schreef en betoogde dit, omdat ik het Engelsche
volk als zeer vrede li evend had leeren kennen-
Het is bepaald frappant om nu weer te constatee
ren. hoe werkelijk vredelievend dit volk is en hoe
het als geheel achter den Premier staat, nu die
vrede wiL
Een conservatief, een oude heer, vroeger een man
met bijzonder hooge positie, was eenvoudig verrukt
over MacDonald en wees er mij op, hoe deze man,
dio dikwijls gesproken had op een wijze, dat men in
hem een landverrader zag, thans de grooto verant
woordelijkheid van zijne positie uitmuntend besefte
c>
is in de meeste ge
zinnen een waardig
besluit van den maal
tijd. Het is echter
lang niet hetzelfde
welke pudding. De
lekkerste zijn
Gefabriceerd met Honig'» Maïzena.
Toni voelde zich doodongelukkig. Het leek, alsof
er geen einde aan den dag wilde komen. Ze kon niet
teekenen, niet lezenze kon nergens haar gedach
ten bij bepalen. Wel tien maal (Liep ze den tuin toi om
met Robert's binocle uit te kijken, of hij in de verte
nog niet aankwam. Hij kwam dien avond laat thuis.
Den geheelen dag had ook Robert zich ellendig ge
voeld. Eenmaal was hij op het punt geweest haar op
te hellen, maar zijn trots had hem ervan weerhouden.
Toen hij binnenkwam, kuste hij haar niet: zij- had
en toonde dat hü als Promier een pure Brit was,
met idealen omtrent de toekomst der wereld, maar
vóór alles een Brit. Het vertrouwen door de Sun-
day Times, eenige Zondagen geledon in de Britsche
socialisten uitgesproken, omdat zij Britten zijn,
wordt op het oogenblik door MacDonald niet te
leurgesteld.
En wat doet Monsieur Raymond Poincaré?
Laten wij vooral eerlijk zijn en bekennen, dat het
antwoord getuigt van de grooto bekwaamheid van
dezen Franschen advocaat.
Handig is de beantwoording der netelige quaeatie
omtrent de Ruhr, Rijnland en Pfalz- politiek.
Aardig gevonden om allereerst Foch uit 'te spelen,
die in 1918 slechts een mogelijkheid zag om waar
borgen tegen Duitschland te vinden, n.L de Riin
als grens te nemen.
Er wordt dan betoogd hoe dat alles anders ge
gaan is, maar dat Frankrijk nooit minder en nooit
meer wilde en wil dan twee zaken: betaling der
oorlogsschade en waarborg tegen oen Duitschon
aanval.
Poincaré verzekert dat Frankrijk niet aan an
nexatie van grondgebied denkt en dat hü nooit
nagelaten heeft, rekening te houden met den ge-
schokten economischen toestand van Engeland.
De voorschotten aan do kleine Entente enz. wor
den goedgepraat of liever Poincaré tracht ze goed
te praten.
Do Volkenbond heeft niet alleen Poincaré's volle
sympathie maar zegt hij, indien Frankrijk haar zin
gehad zou hebben ware do macht van den Volken
bond veel grooter geweest.
Knap gevonden is de opmorking dat de leger
macht en de groote luchtvloot in bet Westen van
Frankrijk evenmin een bedreiging voor Engeland
zijn als Engeland's machtige oorlogsvloot er een is
tegenover Frankrijk.
Over de Ruhr hooren wij dat de bezetting zal ein
digen zoodra Duitschland betaald heeft, over het
Rijnland, dat dit ontruimd zal worden zoodra
de waarborgen van het vredestractaat nagekomen
zijn en dat hij hoopt dat de experts, waarover Mac
Donald ook geschreven had, spoedig met hun rap
port gereed zullen zijn.
De quaeötie van de schulden behandelt hij heel
slim, aoor te zeggen dat hü het^ geheel eens is
met Mr. MacDonald, dat de betaling daarvan be
handeld moet worden tegelük met ae rost.
Poincaré stemt toe, dat slechts samenwerking tus
schen Engeland en Frankrijk nuttig effect kan sor
teer en, hetzii dan in de vergrooting van het prestige
van den Volkenbond, de bespoediging der betaling
van de kosten van herstel of de consolidatie van
vrede over geheel de wereld en eindigt dat hü
meent dat men het streven naar overeenstemming
verplicht is aan de ganscho beschaving.
Waar beide regeeringen van die plicht overtuigd
blijken, daar zal ook zeker samenwerking getroffen
worden. De geheele toon van Poinoaré is gematigd.
Marianne neemt de aangeboden arm aan en ga&t
naar do balzaal.
Haar zijden ochtendjapon was niet direct heel
frisch meer en een vlok van haar 'haar hing los bij I ongelijk"gehad. Met angstige oogen keek ze naar de
het hoofd. ..Het spijt me, dat ik geen tijd meer had, koude, trotsche uitdrukking in zijn gezicht. Onder
om me behoorlijk aan te kleeden, Robert", zei ze het eten werd er geen woord gesproken. Daarna ging
verontschuldigend. „Ik zat te lezen en had den tijd Robert naar zijn kamer, om, zooals hij zei, brieven
vergeten.'
Robert keek haar aan. Hij 'haatte alles, wat naar
slordigheid zweemde. ..Maar Tonije hadt toch in
ieder geval wel even behoorlijk je haar kunnen op
maken voordat je benedenkwam", zei hij ©enigszins
geirriteerd.
Toni probeerde hem aan te kijken, maar hij hield
de oogen strak op zijn bord gerichtHet ontbijt
was af.sch u wel ij k.
..Het spijt me, lieveling", zei ze zachtjes.
„Geen vrouw moet er slordig uitzien, Toni,
Zelfs de mooiste niet", zei hij bijna kortaf.
Dat was genoeg. Een bloedgolf steeg naar Toni's
gezicht. „Dus laat staaneen leelijko. wilde je ze
ker zeggen," zei ze scherp.
Robert zweeg, zuchtte even.
Toni ging door. „Dus tante Hetty had toch wel ge
lijk, toen ze me vertelde, dat zelfs een mooie vrouw
niet veel consideratie van je had ondervonden", zei
ze hatelijk onredelijk.
„Wat bedoel je?" vroeg Robert, doodkalm.
„Ik geloof, dat ik duidelijk genoeg ben. Ik zei je.
dat tante Hetty me verteld heeft, dat jo tegenover
de mooiste vrouw nog niet trouw kon zijn
wat zou ik van je 'kunnen verwachten?
te schrijven. Alléén zat ze op het terras.
Heel vroeg ging ze al naar bed. maar ze kon niet
slapen, luisterde naar elk geluid....
Hij kwam tamelijk vroeg terug. Met kloppend hart
hoorde ze zijn voetstappen door het huis. Tweemaal
was ze van plan hem te roepenom hem te zeg
gen, dat ze bern zoo mistehet niet langer zoo uit
kon houdenZou dit nu heusch het einde van al
les zijn.' Maar ze had Robert nog maar zoo'n korten
tijd gehad
„O. God...." .steunde zij. „Ik kan het niet langer
verdragen. Ik moet weten, wat het isAls hij niet
meer van me houdt, is het beter, dat ik het weet, dan
dat we zoo met elkaar door blijven gaan".
Ze stond op en liep naar rijn kamer. Toen ze voor
de deur stond, leek het haar zoo ontzettend moei-
Hij zou toch dadelijk wel komen, hoopte ze. Dat lijk. Als Robert nu niets meer om baar gaf, wat
moest hij toch doen. Maar Robert kwam niet. Toni moest ze dan eigenly'k nog bü hein doen? Zo trok
had ongelijk gehad, en ze was heel hatelijk en on- haar band weer van den knop terug en keerde zich
vripn/tftliik f.ACen tufln ffAWMWt. hrw»wp1 hii rrm«c;t J,J
vriendelijk tegen hem geweest, hoewel hij zelf moest
toegeven, dat hij zijn opmerking wel wat vriende
lijker had kunnen doen. Ze zou toch nu wel bij hem
komen, hoopte hij. Ze moest. Maar Toni kwam niet.
Hij hoorde haar de trappen naar haar kamer opgaan
en hoorde tot zijn groote verbazing en teleurstelling,
dat ze den sleutel in het slot omdraaide. t
Arme Toni! Dien nacht deed ze geen oog dicht,
gooide zich onrustig in haar bed heen en weer, maar
ae wilde niet de minste zym Eindelijk brak de mor
gen aan.
Ze trok een nieuwe wit mousselinen japon aan, die
Robert voor haar gekozon had en maakte ook haar
haar op, zooals hij het het mooiste vond. Toen ze uit
haar kamer kwam, liep ze tegen hem aan. Hij zag er
precies uit, zooals altijd.
„Ik hoop, dat je goed geslapen hebt", zei hij koel*
beleefd. Ze mompelde iets en liep naar beneden.
Zo voelde zich dood ongelukkig en angstig. Slechts
dus een man, die niets om een vrouw gafdie genoeg
van haar begon te krijgen, dacht zij. kon er zoo heb-
om. Onmiddellyk daarop werd de deur door Robert
geopend Hü sprak geen woord... zag baar slecbts
aan... en toen nam haar in rijn armen.
„Toni," fluisterde hu, met zün mond tegen haar
oor. „Hoe kon ie, kindje?"
Ze antwoordde niet... genoot ervan rij'n armen
weer om zich heen te voelen. Toen begon ze hem
te kussen... zün haar.... zy'n oogen, rijn wangen...
zü'n mond.
„Lieveling... jóngen-O, ik heb er zoon spijt
van."
Hü kuste haar de woorden van do lippen. „Zeg
dat niet, vrouwtje,... Ik moet je vergiffenis vra
gen... Toni, ik was onhebbelijk tegen je... een
bruut. Zeg, dat je me vergeeft.'
„Natuurrijk... O, ik weet heel goed. Robert, dat
ik hoelemaai niet mooi ben,# maar ik beloof jo, dat
ik er nooit slordig uit zal zien... en zelfs als jo don
een of anderen dag genoeg van m© zult krijgen....'"
Hü legde zijn hana op haar mond{ „Genoeg krij
gen van jour" zei hij hartstochtelijk, terwül hü
haar no$, dichter in zyn armen drukte.....
,Van jou genoeg krügen?" Toni. Toni... ik houd
Ro-
„Dus daar aan toets jef mijn karakter. Toni?" ben uitgozien. als hij dien ochtendalleen zoo
„Het is je eigen schuldHet was een leelijke, iemand kon gesproken hebben zoo koud en vormelijk JWU *uuwb
hatelijke opmerking van jeGeen man. die van als hij gedaan hadPrecies, alsof er niets gebeurd j zooveel van "je.... Kun je dat aan niet voelen,
een vrouw houdt, zou zooiets ooit zeggen. Wat heb ik was i Kindje? Houd je hand eens hier." Hü nam haar
gedaan? Alleen omdat ik even te laat beneden kwam Rcbert wilde Toni een lesje geven. Ze had hem handje en legde het op zün hart. Door zyn dun
en er een vlok van mijn haar los wasHet is al- méér pijn gedaan, dan ze zelf wel had kunnen be- rijden overhemd voelde ze, hoe wild het klopte en
leen, omdat je genoeg van me hebt, dat je zoo tegen grijpen, toen ze hem den vorigen avond buiten haar ze zuchtte van geluk.
me spreekt" kamer had gesloten. Hij ontbeet kalm en vertelde „Houdt- je werkelijk nog zooveel van my
Op dat oogenblik kwam Martha de kamer binnen, haar dal hij dien avond vermoedelijk wel heel laat bert?"
Robert keek Toni aan en zij hem, maar er was een thuis zou komen, en dat ze dus maar niet op hem i Als een vermoeid kind kroop ze in zün armen*....
koude, uitdagende uitdrukking in haar oogen. moest wachten. Haar trots hielp haar vormelijk en
Robert liep de kamer uit èn even daarna hoorde vriendelijk terug te antwoorden. Het was natuurly'k onmogely'k voor hem om men
ze do auto wegrijden. Robert ging weg met het idee, dat het Toni bit- schen te ontvangen. Toen ontmoette Robert^ in
Kibbelpartytjes zijn dikwijls heel aardig, terwijl ze <er weinig kon schelen. Zoodra hij weg was, vloog Florence voortdurend menschen, die hy kende. Tot
nog aan den gang zijn, als ieder der partijen aan het ze naar boven, naar haar kamer. Ze begroef haar ge- zün verbazing vroegen verschillende kennissen hem
bedenken, is, wat ze nu eigenlijk wel het hatelijkst zichtje in een van zijn jassen en snikte, alsof haar wat hy' jn Florence deed, waar hü woonde, enz.
kunnen zeggenmaar zoodra als men weer alleen au breken moest. Toen de oude Martha haar voor Gewone banale beleefdheidsphrases.
is en over alles nadenkt, is het afschuwelijk. .e' ete». kwam roepen, zei ze, dat ze geen trek had. Hü bad gedacht, dat iedereen wel zou we en, met
Tenminste als niet alle teekenen bedriegen.
De factoren van MacDonald's succes zün gunstig.
Hii beeft de publieke meening in Engeland en
zeer zeker in geheel het Briteche Wereldrijk achter
zich.
Een Conservatief blad als de Morning Post vor
klaar i den Bremier te steunen. Andore minder fu&e
oonsorvatieve bladen zyn do zelfde meoning toe
gedaan al vertrouwt de Times hot zaakjo nog
niet reoht. De Times sohünt Poinooré niet te ver
trouwen Et pour cauae!
Laten wü toegeven, dat Lloyd George wat geraf
fineerd was. Baldwin wat onhandig en Lord Curzon
te verwaand, dan is het toch onmogcly'k om te ver
geten hoe Poincaré don eerly'ken bekwamen Bon ar
Law in Januari 1923 als oon kwajongen behandeld
heeft. Alleen omdat Poincaré het eenmaal met zich
zelf. Ministor Trocquer en eenige vriendjes eens
was, dat de Ruhr bezet moest worden.
Dat kan men niet dadelyk vergeten, wanneer men
den gematigden brief van Poincaré leest. Men
denkt onwillekeurig aan een advocaat van kwade
zaken.
Het is echter een feit, dat Poincaré sedert dien
tijd een toontje lager moet zingen.
De Ruhr is geen succes, de franc daalt ontvet
tend. Frankrijk staat vrijwel geïsoleerd en heeft
veel sympathie in geheel de wereld ingeboet.
Vooral is gunstig voor MacDonald hetgeen In
België is geschied.
Do verwerping yan het Fransch-Bolgische eco
nomisch verdrag is een por in den maag van Poin
caré en zal hem wel te aenken geven.
Door dit besluit en door het gevolgde bedanken
van het Ministerie TheunisJasper, is Frankrük
op het oogenblik werkelyk volmaakt geïsoleerd.
Daarbij Blijft de franc vallen, terwijl do binnen
landsche politiek van Frankrük allerminst gunstig
is. Poincaré heeft hier een prachtigon kans om van
zün imperialistischen ladder af te klimmen en ik
denk dat hü de kans zal nemen en niet zal laten
voor by'gaan.
Maar ik zeg nog eens: Poincaré in een advocaat
en dat is MacDonald niet.
De kracht van MacDonald zit in de openbaarheid
van zün correspondentie en onderhandelingeh met
Poincaré.
Als nu de onhandige Duitechors maar niet weer
roet in het eten gooien.
Want wanneer die nu weer allerlei speotakel
gaan uithalen en wij weten nn wel allemaal dat de
opgeblazenheid der Duitschers door alle tegen
spoeden nog even hardnekkig en belachelük, aoch
tevens wereldgevaarlük is, aan helpt alle goede
bedoeling van Mr. MacDonald niet en loopt het
weer op niets uit.
Rekent Poincaré daar misschien op?
In elk geval is hot voor ieder vredelievend wereld
burger een genot om te zien hoe de Britsche Pre
mier streeft naar wereldvrede en hoe het geheélé
Engelsche volk achter hem staat, zonder te vragen
van welke politieke klenr de Premier is.
Het is breed van een blad als de Morning Post
om dadclük MacDonald te steunen en riin grootsche
pogen, terwijl de trouwe vrienden der Morning
Post geen .succes hadden.
Het Britsche volk weet wanneer het oogenblik
gekomen is om eens geen critiek te oefen en.
In Nederland is men helaas altijd critiscn en
daardoor verdeeld.
Het Britsche volk is breed en heeft daaraan na
tuurly'k ook rijp grootheid te danken.
My_ country right or wrong!
Wü hooren tiu reeds duidelijk de toonen van de
muziek uit de balzaal komen, wij zien Mac Buil met
Marianne aan den arm naar de balzSSl gUftn.
Maar zal or gedanst worden?
Kom Mao en Marianne probeer nu eens het
dansje, het danst zoo heerlijk op
1'Invitation h la valse.
Al is het ouderwetschl
JTJLIAN ADORP.
Woensdagavond bad in de zaal van don heer J.
Slikker Cz. de algemeen© vergadering plaats van de
Boerenleenbank te Koegras. De vergadering wordt
door den voorzitter van den Raad van Toezicht, den
heer J. Rossen, geopend, die er zijn genoegen over
uitspreekt dat er hedenavond meer animo is dan het
vorige jaar, hetwelk ook voor het Bestuur prettig is.
De notulen van de vorigo algemecne vergadering
worden door den secretaris, den heer J. do Vries, ge
lezen en onveranderd voor gezien ge teekend. met
dank voor de uitstekende redactie.
Daarna voorlezing van do presentielijst, gevolgd
door oen uitstekend goed verzorgd verslag over 1923
van den secretaris en kassier, den heer J. de Vries.
Uit dat verslag vermelden wij het volgende: Het
wordt op den duur ©enigszins vervelend wanneer
wie hü bier woonde. Après teut schenen do men
schen nog van niets af te weten. Dus Hetty zon
op do een of andere wy'zo Toni's afwezigheid heb
ben moeten verklaren, zonder opzien te verwek
ken... on zyn eigen vrienden wisten, dat hy" e«Ii
tijdlang naar Florence zou gaan om do zaken van
zijp gestorven vriend te regelen.
liet weer was plotseling gloeiend warm gewor
den. Robert voelde zich dien morgen doodmoe en hy'
had ook hoofdpijn. Hy* besloot vroeg naar hun
heerlyke koele villa terug te koeren.
Op den terugweg hoorde hy plotseling zy'n naam
noemen. Een auto haalde hem in. In den wagen
zat een kleine man met oen héél bleek gezicht en
lichtblauwe oogen.
„Best, Robert"., zei hy" verheugd. „Kom je hy my
of za! ik jou moeten opzoeken.''
Niettegenstaande zyn hoofdpijn, was Robert heel
bljj de Saulnes te ontmoeten: i aren lang waren ze
vrienden geweest, eigonlük al j vanaf de eerste
maand, dat Robert in Pary's had gewoond. Daar
had hy de Saulnes ontmoet en had zich onmiddel
lijk tot hem aangetrokken gevoeld. Hy" was zoo'n
aardige, cenvoudigo man, niettegenstaande zün
ouden adel en zy'n onnoemelijke rijkdommen.
„Kun je niet even met mii mee naar myi' hotel
gaan?" vroeg de Saulnes. „ik zou zco graag een
uurtje met je praten, Robert."
Robert kwam uit zy'n auto en liet den chauffeur
naar huis rijden. Hü moest hem over een uur weer
komen afhalen.
IIij sprong bij de Saulnes in den wagen. Zo handen
elkander in geruimen tijd niet gezien, In do maa«a-
den, dat Robert te Parijs was. was do Saulnesof op
reis. of was hii ziek geweest. De Saulnes bad een
ontzettend zwakke gezondheid. Hij was eind6
linkerschouder was ook veel hooger dan de rechter.
Hij keek Robert lachend aan. „Het is heerlijk, om
je weer eens te zien, oude jongen. En je ziet er nog
even schiterend als altijd uit"
„Ben je nog altijd zoo dol op wat jij het eemge,
dat waarde heeft, noemt?" vroeg Robert lachend.
„Je bedoelt op uiterlijk mooi? Ja zeker, en ik houd
er meer van dan ooit Dat komt waarschijnlijk, om
dat ik zelf zoo ontzettend le»elijk ben". In het hotel
aangekomen, belde de Saulnes onmiddellijk den kel
ner en verzocht hem wat hoofd pi jnpoeders boven te
brengen. Toen plaatste hij een kussen in een ligstoel
en zei Robert daarop te paan liggen. Hij legde zijn
hand op Robert's voorhoofd, dat gloeide. „Je mag nu
de eerste minuten geen woord spreken.... niet voor
dat jo je weer wat beter voelt"
Hij liet do jalousiën zakken en begon piano te
spelen., zachte, droomerige accoorden. Van tijd tot
tijd keek hij naar Robert en hij hield' eerat op met
snelen, toen hij zag. dat Robert's oogen zich gesloten
hadden. Toen ging hij rustig op den stoel tegenover