Van dit en van dat ea van alles wat! Yoor de Kinderen. DAMRUBRIEK. DE JONGENS VAN DEN MOLEN. De overvloed1 ia gelijk de vloed, Menigeen verdrinkt er in. Veel geluk en vrede brengt «het mede steeds pel ijk e reclame heeft er niet weinig toe bijge. j WARE WOORDEN, dragen het gebruik te doen toenemen. i De Hollander» van die dagen hebben een aan- I Sommige menschen coquetteeren Hever met tal doktors er toe weten te brengen in woord ^unn^ zwakheden dan met hunne deugden, en geschrift de deugden van theogebruik breed uit te meten. Ds Hollandache dokter Tulpiua preea in 1640 de opwekkende en versterkende* kracht der I thee. Een Franaoho arts Morisset ging nog ver der en verkondigde in een in 1648 verschenen overaI dezelfde te blijven en zich zelf in alle geschrift de stelling, dat t gebruik van thee omstandigheden te beheerechen. verstand gaf. I De lijfarts van den keurvorst van Branden- Wie een standbeeld verdient, heeft het -niet buig, CorneliuS Bontekoe, was in zijn betaalde noo<öS. noodig heeft, verdient het niet. loftuitingen over 't gebruik van thee enthou siast. Hij gaf in 1667 een lijvige verhandeling A.ls men <*en wiJ7y€ aantoont, dat hij zich ver uit, waarin hij met een vloed van woorden en gis* 'hee,t' swijfct hij, de handige zoekt een uit- drogredenen trachtte te bewijizen, dat de ge- vluch* en dwaas tracht zijn dwaling te ver- oondheid der menschen In de hoogste mate be- goelijken. rordord zou worden door veelvuldig gebruik van thee, boe meer hoe beter. Om bijzonder ge zond te worden en blijven moest men volgens dezen medicus dagelijks 100 tot 200 koppen thee drinken. Thee was h6t universeel© middel om in alle opzichten gezond en flink te worden, volgens Bontekoe. Een theekuur was in de hoogste ma te bevorderlijk voor de geestelijke en teohni. scho vaardigheid) van leder. De diplomaat en de geleorde zouden hun studie met veel mees- ijver en succes kunnen voltooien, als zij maar veel thee dronken. De schoenmaker, de tim merman zou beter werft afleveren naarmate hij meer dronk. Deze loftuitingen van Bontekoe maakten de thee in Duitsohland meer en meer bekend, waardoor ze een geliefkoosde volksdrank word. De vraag werd spoedig zoo groot, dat men tot vervalsching moest overgaan, om er aan te voldoen. M. NOG ZACHTER, Mejrerbeer repeteerde eens te Berlijn zijn opera „De Profeet" en maakte den paukenist opmerkzaam, dat hij in zekere passage zachter moest aanslaan. Men begon opnieuw en de pauken' klonken weer te hard, zoodat weer 'n herhaling noodig was. De paukenist, die onder den vroegeren dirigent steeds behoorlijk ge speeld had, fluisterde zijn buurman in: De ouwe is weer verschrikkelijk aan t chicaneeren; nu sla ik heolemaal niet meer. Moyerbear liet beginnen en vermaande oog eens: Pauken, piano. De paukenist keek «Jen dirigent strak aan, toen de bewuste passage gespeeld werd, maar verroerde geen pink. Bravo, bravo, riep Meyeibeer, goed ge daan; alleen.... nog een heel klein beetje meer piano. de buste van" rossinl Rossini, de oompontet van „De Barbier van Se villa" gaf weinig of niets om eerbetoon. En coo kon *t gebeuren, dat hij gematigd onver schillig stond tegenover het aanbod van een de putatie om in de plaats zijner inwoning een standbeeld' te zijner eero op te richten. Hij liet zich de plannen der heeren uiteen zetten en vroeg ten slotte wat roo'a marmeren borstbeeld wel zou kosten. Wij rekenen op 12000 francs, luiddo het antwoord. Twaalf duizend francs? herhaalde Roartni, twaalf duizend francs? En toen met een verheugd gezicht: Lieve vrienden, laten wij verstandig we zen. Ik heb een ander voorstel. Geerf mij het bedTag en ik beloof jullie, dat Ik bij feestelijke getogenheden of wanneer anders men dat noo dig acht, in levenden lijve op de plek zal staan, die voor het standbeeld wordt bestemd. Dan hebt gij niet den nagemaakten, maar den ori- gineolen Rossini, en wat mij betreft, He kaal de twaalf duizend francs best gebruiken. Wie hoop weet te wekken, verpHoht zich tot daden. Even laehen. HETZELFDE. De chef: „Hm, alweer te laat, Jansen?" Jansen: „Hst spijt <me mijnheer, maar van nacht heeft mijn vrouw mij oen jongen ge bracht" Chef: „Zij eau beter gedaan hebben met Je een wekker to eohenken." Jansen: „Het komt vrijwel op hetzelfde neer, mijnheer." EEN STROP. „Dio jonge kerel, die altijd bij je thuia kwam, la nu zeker met een van je dochters getrouwd?" „No©, komt niet meer.... beeft me met al mijn dochter», maar ronder paraplu laten rit ten." WAT VADER RIET WIST. Jan vroeg rijn vader: „Is -t waar, dat een man altijd geschat wondt naar het «ezelschap waarmee hij verkeert?" „Zeker jongen!" „Wel vader, hoor dan eens. Als nu een braaf man vorkeert mot een sleoht man, la de brave man dan slecht omdat hij verkeert met een slechten man, of wondt de rfechte man dan goed, omdat hij verkeert met een goed man?" REPLIEK. Kenner laconiek, nadat een gast. wel tien minuten de schel gedrukt heeft: „Hebt u ge- beid, mijnheer?" Gast: „Neen, ik heb de klok geluid, ik dacht dat je dood was." Verzoeke alles betreffende deze rubriek t( zenden aan C. AracOs Wz, Winkel, Deze week de laatste wedstrijdproblemen. PROBLEEM No. 92. Auteur C. AmeLs Wz, WiukeL ZWART. 1 11 H 5 6 fH W. WW. 10 11 n m rnmtm ÜS 11 15 16 11 llü m 20 21 w s W XI 25 26 11 si WW 30 31 ÜH m m 35 36 Ui mt m wm m 40 41 ^3 m 45 46 11 wm OÊ' W 50 WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 6 8 12 13 14 18 19 23 24 29 en dam op 48. Stand Wit, 11 schijven, op: 17 21 25 27 35 38 tot 41 4& PROBLEEM NO. 93. Auteur C. Ameb Wz, WbwL 81 ZWART. 26 36 46 30 50 GOED GEZEGD, „Hebt u mijn artikdlen al nagelezen, heer de redacteur?" ,0 zeker, reeds vroeger dan u." mijn. O ZOOI .Hebt u over een eventueel huwelijk ml nage dacht, dokter?" -Ja» natuurlijk, anders was ifc immers al lang getrouwd." GOED BEGREPEN. Oude Piet had een beklemming op zijn keel, en de doktor had hem streng bevolen, zoo wei nig mogelijk te spreken. Onder den Indruk van bet verbod ging oude Piet «en winkel binnen en telde: „WH u zoo goed lijn om mij papier en potlood te geven. De dokter heeft mij streng verboden om te spreken, en nu wilde ik graag een bestelling doen." De winkelier haalde papier en poflood en oude Plet schreef: Geef me 'n ons tabakI" WIT. Stand Zwart, 11 sohijven, op: 4 0 12 13 14 .16 18 23 26 34 39. Stand Wit, 11 schijven, op: 15 22 24 27 32 37 38 45 47 48 49. Oplossing PROBLEEM na. 88. Wit: 2420 36—30 31—27 33—29 wint. 47:7 21:5, Oplossing PROBLEEM Na, 88. Wit: 33-29 20—14 47—42 23-18 18 19, 15 wint. 22 Goede oplossingen ontvangen van: H. Apeldoorn, G. v. Dok, Schagen, P. de Groot, Warmenhuizen; Jb. Toepoel, St Pancras; J. Sterk, Hoogwoud; G. Wit, A. Wit, Lutjewinkel; T. Mantel, Jb. Mantel, Winkel; B. te Anna Paulowna; P. Nap, Barsingerhorn, ook no. 86 en 87. J. C. H. te D., F., te A. en B, te A, gaven van No, 89 remise aan, Wit speelt en wint geldt voor ieder probleem Goede oplossingen binnen 8 dagen. Bijvoegsel der Sehager Courant van Dontjerdag 20 Maart 1924. No. 7404 MALAISE. Hij was een man met merg «n pit, Met -hersens tot z'n sterk bezit, Die al z'n krachten steeds wou geven, Hij deed al jarenlang z'n plicht, De oogen op z'n doel gericht Een man te zijn in) 't moeilijk leven! Hij greep z'n taak met vaste hand, Z'n gaven steunden z'n vorstand, Waarmoo hij werkend zich verweende, Hij durfde kalm de tijden aan, Eenvoudig,, zonder eigenwaan, Omdat ie wist, wat ie presteerde !1 Hij was van doodgewoon kom-af Blijmoedig heel den dag in draf Voor andYer welzijn en belangen, Hij werkte soms tot middernacht, Vol kerngezonde arbeidskracht En zong een liedje van verlangen! Zoo klom ie met een trnfJend oog Maataohapp'lijk zeker naar omhoog Door zin krachtdiadig, eerlijk streven En als een kennis, bleek en min, Niet werken kon voor z'n gezim, Dan lacht'ie: „Kerel, hbap doet leven!'' De dreigende malaise kwam Greep grijzend maar «'n boterham E5n nam die zonder iets te vragen, Toen werd ie uit bezuiniging, Als een vericwlstend, nutt'toos ding,. Met enk'le weken loon ontslagen! Nu loopt ie als een zoeker rond.. Met harde trekken om z'n mond, Verwezen en ineengedoken, Hij weet z'n wilskracht naar de maan, Z'n reoht verkracht op een bestaan En heel z'n' moed kapot gobnoken! (Alle rechten voorbehouden.) Maart 1924. KROES. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 29. Azalaata. Van mej. Steigstra*.Lont te Wielingen ont ving ik het volgende echrijven: „In de courant volg ik gaarne uw rubriek over kamer- en tuinplanten, zoo zal ik ook nu mijn ervaring over mijn Azalea schrijven. Ver leden jaar in het laatst van Juli was ik in den Helder, waar mijn zuster een Azalea had' die er treurig uitzag en daar ik veel van planten houd vroeg ik haar mede te mogen nemen, hetwelk mij werd tooegestaan. De plant had treurige rose bloempjes en bruine bladeren Toen heb ik voortdurend de verlepte bloemen en bruine bladeren er af gehouden, totdat ik op het laatst wel het boompje, maar geen bladeren of bloemen meer over had, en nadien is zij weer begonnen uit te loopen en staat nu met veer- lig bloemen en nog vele takjes, waar nog alle maal kleine knopjes aan zitten, zij is prachtig mooi. Ik zal er een bloempje bij in doen, dan kan u het eens zien. Maar hoe nou het nu kun nen, dat zij varleden jaar rose en nu rood is? Oplossing van do raadsels van 13 Maart: 1. Mot g maak, ik rumiosr: galm. Mot z ben ik eonj vischaaJha Mot k ben ik niet druk*: kaïn. Mot li ben ik een plantendeel: haln Met p ben lk oen boom: pain Met w bederf ik de lucht: e. Ik ben een grote vogel: «ramt Hakt men mijn kop en mijn ataart af, dan bewaart men kippen in mij: na. 9. Ik ben een deel van bec jaar: .-p.* Neem mijn. laatste letter weg, dan blijft er oen hemellichaam over: maan. Neem hiervan de kop weg, dan heb je een voorretael: mm Goede oplossingen ronden (ook oog nako mende van' de vorig© week): A. Molenaar, Nol- He Slikker, Pietje Honingh en Axmie Horüjigh, Wmkol; J. Grin, Weeter Blokker; Sijfert van Eeten en Klaas Kaan, Anna Paulowna; Trijnia Bodker, Wieringen; Ap en Jansje Nobel, Oude. sluis; Jannie en Koba, Woeeperkarspel; de twee nichtjes van "t Buurtje; Gerrie Boontjes, Arkel (Nu gauw beter rijn, hoer! Dag!); Wim Zuid- echerwoudo, Potten'; (Jé brief was vorige week even te laati); J. Jonk en D. Pooi Kofhorn; Sofie en Bertus Kaper, Waard po kier, N. Mulder Waarland; Aria Schenk, St. Maarten; Volkert Koster, Dirkshoro; Jansje Smit, Schagcn; Aal- bert Pietcr Borst, Oudkarspel; Aalko Nieuwe. boer, Winkel (Hart. gr.); Conrie van der Hulst en Maria van Stipriaan, Winkel; Vrouwtje, Rientje en Sie'ntje Hoomsman, Koegras; Bas. tiaan van der Eijk, Jullamadonp; Klaas en Cor- rie Kaas, Oudkarspel; Jan Kooij, Baralnger horn; Hendriks Zegel, Texel; Trientje Vethiman, Winkel* Jannie Spaans, Woosperttajrapel; r. tharina Celder, Schagen; Henk en Cotrie R'oro Anna Paulowna; Jansje van der Pol, Breezand Joh. Wisse en Sijfert van Eeten, Anna Paulnw. na; Henk Kuijper en Arie Wit, Valk wq; Jan Kooij en Cor Kerkmeer, 't Zand; Grotha Kr nenburg en Piet Kroonenburg, Schag.'-bnig (Cr rijn 1-eei veel postzegelverzamelaar* V J Dekker, IKeide (G.); CoroeUa Mantel, Pu--,le rend; Piel SYhoorl, en Cornelia Mul; Cor ie'is Jan Koron, Wieringen; twee vriendinnen, te callantsoog, Jacob en Liesje Keijrer, Koegras; Alex Vogelenzang, Amdelst (Heel veel brie ven!); Jannie en Lire van der-Vlies Jull-ina- dorp; Marie Cornelia de Reus, Winkel; Geer tje en Jan Wijn, Sint Panoraa; Grietje ilgche- laai en Daatje v. d. Herik, Julianodorp; Vier vriendjee uit Koegras; Jan Struijf en Nccli Vlug, Burgerweg; Renske en Maaike Hollan der, Julienadorp; Betsie, Nenio en Gooimert Witte, Wieringerwaand; G. H. v 4 Molen, Broezand (Ben jo daar woor? Je opstei.etje komt aam de beurt! Hari gr.); Adriana Maria Venema, Anna Paulowna; De vijf vriendinnen dat zou ik gaarne weten." We danken mej. Stoigstra-bont wel voor ha. re mededeeling. Mijns inziens moot de roe» kleur der bloemen van verleden jaar gowotea worden aan den slechten stand van do plant Schildluis op Palm. Vraag 34. Van mej. J. v. d. M.-K, te Wiorln. gorwaard, Vraagster schrijft het volgende: Hia» mede zend ik oen blaadje van mijn Palxn, me» beleefd vorzoek te willen melden, wat voor ziekte het is en wat voor middel aan to wenden om de ziekte te bestrijden. Antwoord: Uw palm ia zeer dicht bezet mot schildluis. Deze kunt u het beet bestrijden door de palm van tijd tot tijd af to sponsen met wa] zeepsop (lauw). Palm. Vraag 36. Mej. P. M. M_-d. V, te Eenlgen- burg vraagt mij het volgende: „Ik ben nu al twee jaar in het bezit van een palm, het vo rige jaar ia er een nieuw blad bij gekomen. Nu wordt <le pot te klein en wiklc ik baar var- potten in een groot ere. Wanneer ie daarvoor de beste tijd? Op en onder de bladeren zitten witte stipjes, wat steeds erger wordt, v>at zou hier aan te doen zijn? Als ik haar verpot en ik maakte do pot waar ze nu in staat stok en verzette haar zoo in een grootere pot, aange vuld met kleigrond met oude koemest, zou de beste manier zijn om de wortels der palm niet te schaden?" Antwoord: Allereerst een antwoord op uw ♦weode vraag-; hiervoor verwijs ik u naaf bel antwoord op vraag 34. Grietje, Tijsrna, Lies, Marie en Anna te Win kel ('t Was een abuis); C van Scheijen, Aarta. woud; Jan en Arie Kroon, Oudkarspel; Ifbn Koarn en Meiert Tijsen, Wieringen. NIEUWE RAADSELS, 1. Mijrf geheel bestaat uit zes lettem en noemt ons een viervoetig dier, dat in de woes tijnen leeft. Een 623 is een mak din. 1—2—3 gebruikt bijna iedereen. Een 5—43 as een rivier in ons !&mL 2. Mijn geheel is een huisgenoot, wierM naam. uit vier letters bestaat. 3—21 is voedzaam. Een 423 is een schrander dier. De oplossingen van deze twee raadsels scn- j den naar L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Herik leest voor de historie vaal Vervolg. Zoo waggelde Bruun, beroofd ven hel val zijner pooten en ooren, naar hel hof van ka, ntng Nobel. Hij kon eindelijk met moer wie gelen zelfs van pijn en daarom roWe hij sich, al om en weer om, den langen weg af. Toen hij bij de hVxige vergadering kwam, wist geen Dior wat daar aan kwam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5