DE GEDACHTE. Gemengd Nieuws. Agent voor ücliageot firma A, J. PRINS. Oostenrijk, allerminst populair wob in Vlaanderen en zelfs in 1488 fce Brugge gevangen gehouden werd, terwijl Pieter Langnals, burgemeester van Brugge en opperschenker van Maxuniliaan, door het gepeupel onthalst werd, was Maria zeer bemind Haar praalgraf, op last van haar zoon, Philips de Schoone, gemaakt, staat naast dat vin haar vader in de grafkapel van genoemden Langhals in de Onze .Lieuwe Vrouwe Kerk te Brugge. Het is een .chef d'oeuvre van den Brusselaar Pieter de' Beckere. Het is veel mooier uitgevoerd dan het op last van Philips II. door Antwerpsoho kunstenaai-a gemaakte praalgraf van Karei de Stoute. Memling was een bewonderaar van de beeld- schoone jonge vorstin en deze was de bescherm ster van den talentvollen meester. Hoe bijzonder fraai van kleur, hoe fijn van distinctie is Memling in zijn werkde legende van de Heilige Ursula. Achttien paneolen versieren de groote reliquiënksst. Elk paneel is een kunst werk, door voortreffelijke hand gewrocht. De kleine triptiek, de aanbidding van Christus door Maria, was een geschenk va® een klooster broeder van St.-Jan, van Jan Floreins (1479). Wanneer wij nu in het Museum der Academie het In 1436 door Jan van Ejjck geschilderde stuk „de Madonna en haar kind" vergelijken met Memling, dan wint, naar mijne meening, Memling het. Van Eijck, is houterig, onwwezenlijk, Memling is menscheUjk, alhoewel verheven. Doch ga nog een andere madonna zien, nl. in de O L. V. Kerk, do Madonna van d'Ysenbrandt, een eeuw later geschilderd. Ysenbrandt, leerling van Gerard David, heeft van dezen schilder, aie weer leerling van Mem ling was, nog behouden de oude school van Mem ling. Doch slechts in een deel van het tableau, nl. in de .paeelen, dlie het middenstuk omgeven. Die paneelen, voorstellende het leven van Christus, eindigen met de begrafenis van Christus. Dan. in het midden, zien wij de Moedermaagd, .gehuld in rouwgewaad uit de dagen van den schil der het midden der 16e eeuw en met het geïdealiseerde kopjej van de bevallige Brugsche Jongvrouwen uit aien tijd. Hier is do meester zich zelf, hier is hij niet moor de leerling van oen Da vid, doch is hij de voorlooper van Van Enk «en Rombrandt. De groote droefheid en edele berus ting vormen oen harmonie, zóó innig, dat men steeds weer naar het schilderij getrokken wordt omdat men voelt dat aldus het leed te dragen, een gezegend voorbeeld voor een ieder moet wezen. We zien .een Van Dy'cVs Jesus aan het kruis, eeen zeldzaam mooi gevoeld weergeven van het drama, dat eeuwen lang een stempel drukt op een groot deel der mensohheid. We zien weer meer primitieve schilderijen van Pierro Pourbus. Het valt ons op, dat# ook. deze schilder behoort heeft tot de schilders, die zochten. Hij zocht vrij .to komen van de( schilderwijze dor primitieven en wij zien een triptiek zoowel wat de binnen- als buitenscliildering- betreft, getuigen van dien strijd des zoekenden schilders. Is hefc niet merkwaardig fce zien, "hoe veel ver schil het voor de schilders maakte of zij naar model schilderden of naar imaginatie. Ziet. die patriciërs-familie aan. links de vilder met, do zonen, rechts do moedor met do dochters. De eene zoon 'is zoo onwezenlijk, de moedor lijkt wel jonger dan de dochter achter haar en even oud als do dochter schuin'naast haar. Wij komen diohterbij. Die zoon, de moeder en dat laatst genoemde meisje hebben een klein rood kruisje op het haar boven het voorhoofd. Zij waren reeds long overledep toen de schilder de opdracht kroeg do familie to portretteeren en do gewoonte van dien tijd bracht moe. de gohoole familie uit te beelden, ook do overledenen, zooals zij op dien datum zouden hebben kunnen zijn. De schilder vergiste zich 20 jaar bn het uitbeelden der moedeer. We zien do groote stukkon. van Jan van Oost* die in het begin van d.0 17e eeuw zijne doeken voor do O. L. V. Kerk schilderde en zeer onder den invloed van van Dijk was on reeds naAr Rembr&ndt neigde, zouden eohtor de grootheid dipr beide Moes tors te evenaren. (Büna voelt mon roe'ds de do'cadence van de VlaamschG school aan. Van Oost sohildort zijn ge gevens reeds meer en meer materialistisch, hetgeen te kort doet aan de uitbeelding vau een Christus, het brood brekend aan den disöh. De t Christusfiguur verliest naar mate de wei- Voorziene disch, het prachtige tafelkleed minitieu- ser zijn weergegeven. Toch een mooi schilderij. De boodschapper vangt het licht op; zoodat men als het ware voelt, dat de schilder meer beteekenis wil geven aan de boodschap zelve dan aan den Christus, wien die slechte boodschap geldt. De man, die de boodaohap aanhoort, is diep bewogen, is ontzet, Christus daar- rentegen luistere onbewogen toe. Wanneer men de schilderijen van van Oost ziet, dan weet men dat men hier ook weer met een zoe kend schilder te doen had. Hals en Rombrandt waren geen zoekenden meer, maar waren Grootmeesters, aie hun talont gevon den hadden." Zij bezaton de heilige vonk, die een artist moet bezitten wil hij groot zijn. Te veel schilders ontbreekt die heilige vonk Vooral heden ten dage. Er moesten meer sch'uaeiv zijn, die dat tijdig bespeurden en zich tevredeh willen stellen met nuttiger arbeid, dan leelijk schilderen gedurende kostbaren tijd. Gepaste bescheidenheid en zelfkennis ontbreek*, aan honderden artisten. Slechts weinigen bezitten de heilige vonk. Onder degenen, die die voiiK we\ bezitten zijn .er ook velen, die zoeken. Dat 'zijn ra.i. weer baanbrekers voor een nieuwe school. Daarom moeten wij die jongeren bestudeerfln, hun werk zien pn beoordeelen, ons oordeel onom wonden zeggen, en hun daardoor steun geven bij hun pogen. Onder de jongere Vlamen zijn verscheidene, die de heilige vonk bezitten. Komt gij dus naar Brugge, bezoek niet alleen het werk der oude meesters, doch ook San Salvador, waar het werk der jonge Vlaamsche schilders gast vrijheid geniet. Van LEONED ANDREJEF. Uit 't Russisch vertaald door U. WE/STEK derde blad. Nu begrijpt U, welk een vreesol ijke aanval ik kreeg op een avondje bij de Koerganöfg. 't Was mijn eerste proef die boven verwachting slaagde, 't Scheen als of allen wisten, dat de toekomst mij dat zou bren gen, alsof plotselinge krankzinnigheid bij. volkomen gezondheid iets heel gewoons was, iets wat men elk oogenblik kon verwachten. Niemand verwonder de zich en elk op zijn 'beurt omraakte mijn spel met de bloesems van eigen phantasie. Zelden is er bij eon gastrol zoo'n schitterende troep bijeen als al die naïeve, domme en vertrouwende menschjes waren. Men vertelde U boe bleek ik was, enj 'hoe akelig; hoe koud ja juist koud zweet mijn gezicht en han den bedekte. Met welk een krankzinnigen gloed mijn oogen brandden. Toen ze mij omgaven met al hun zorgen, was ik oogonsohijnlijk somber en terneer gedrukt, maar heel mijn lichaam beefde van trots, van geluk en van spot. Tatjana Nikolajefna en haar echtgenoot waren niet op 't avondje; ik weet niet, of U daaraan aan dacht schenkt, 't Was geen toeval,"daar ik bang was -haar te doen schrikken of haar argwaan op te wek ken. Als er één mensch was, die mijni apel kon door zien, was zij het. En bovendien niets was toevallig. Integendeel, el ke kleinigheid, hoe nietig ook, was ernstig over dacht. Het oogenblik van den aanval onder den eten—koos ik omdat allen dan ©enigszinsopgewon den door den wijn op een kleine ruimte samen ge pakt zouden zijn. Ik zat «uin 't eindo van de tafel op eenigon afstand van de kandelaber met kaarsen, daar ik geen lust had brand to stichten, of mijn neus to roosteren. Naast mij! had ik Paul Petrowit9j Pospjelof geplaatst, dat vette varken, wien ik reeds lang graag een onaangenaamheid had bezorgd. Bij zonder walgelijk is hij als hij eet. Toen ik hom voor den eersten keer daarmee bezig zag, kwam bij mij do gedachte op, dat eten iets onzedelijks is. Hier kwam dat alles van pas. En heusoh, niemand had er erg in, dat ik om verwonding te voorkomen, op 't bord, dat onder mijn vuist in stukken zou vliegen, het servet had ge'lbgd. De opzet was wanhopig grof, dom zelfs maar dat was opzettelijk. Fijner trucs zouden ze niet begrepen hebben. Eerst wuifde ik met de hand en sprak op gewonden met Paul Petrowitsj, tot deze van verba zing vergat zijn oogjes te openen; toen viel ik in de china en rusland. De Daily Mail verneemt uit Peking, dat de Chi_ noosche rogeering aanJ den vertegenwoordiger van Sowjet-Rusland aldaar, Karakan, gelast hoeft, Chi na to verlaten, omdat zijn nota's een voor dat land beleedigend karakter droegen, In de laatste dier no ta's had Karakan aan China aangezegd, dat het nog maar drie dagen tijd had om de Sowjetregeering of ficieel te erkennen. De nota droeg het karakter van een ultimatum^ Inmiddels is de termijn van drie dagen verstreken. Karakan heeft nu terstond een nieuwe nota gezon den, waarin hij verklaarde, dat de onderhandelin gen teneinde zijn, en dat hij geen nieuwe onderhan delingen, met China kon openen voor dat China on voorwaardelijk de betrekkingen' met Rusland zal hebben hervat. Met het oog op vroegere bedreigingen van Kara kan, die voortdurend heeft gepoogd, China schrik aan te jagen, beschouwt de Chineesche regeering de onderhandelingen nog niet als geëindigd. De Chineesche regeering zou hedenochtend] over de zaak beraadslagen. Do Bolsjewik! beheerschen Mongolië en kunnen door Mantsjoo-rije opmarc'heeron. Het is zeer do vraag of de' Chineesche gouverneur in Mantsjoerije dan zou trachten, zoo'n opmarsch te, beletten. DF VLIFGTOGHT OM DE WERELD. Uit Eugene. in den staat Oregon (V. St.) is bericht ontvangen dat twee legervliegtuigen, die aan den vliegtocht om de wereld deelnemen, de tweede halte plaats in goede orde hebben bereikt. Het derde vliegtuig was verplichtgeweest een HOLLAND'S BflSfC. f~AQR,!t<AAl f noodlanding utfc te voeren bij Cottonwood, in den staat Californië. Het Amerikaansche departement ivan oorlog heeft gelast dat er oorlogsschepen zullen gaan naar de Gele Zee om indien noodig dien vliegers hulp te verleenen. OPENBARE DIëETKEUKEN. De Bond van Ziekenverplegers in Noorwegen heeft onlangs te Ghristiania een diëetkeuken met café ge opend waaronder (des)kundige leiding alle gebruike lijke diëetvormen worden opgediend, voor menschen die .gemest" of ontvet moeten worden, suikerlijders, eeni melkkuur, purme- en zoutvrije kost, plantaardig diëet noodig hebben enz. Zoo behoeft thuis niet, af zonderlijk en dan nog op onvoldoende wijze voor aen te worden gekookt. Ook personen op reis kun nen gemakkelijk de voorschriften van hun arts. die Iedere gast overigens moet toonen, opvolgen. .ZEEROOF. Voor de rechtbank te Hamburg heeft een merk waardig geval van zeeroof, die vermoedelijk gepaard is gegaan met moord, gediend. De bekl. was een in genieur, die in April 1921 kennis maakte met een .schipper, die pas eigenaar was geworden van een nieuw zeilschip, de Anne. Hiï wist den schipper te overreden hem op zijn eer9te reis (naar Amrum met een lading kolen) mee te nemen. Behalve den inge nieur en de schipper was een bootsman aan boord. De Anne vertrok 29 April uit Hamburg en. heeft me dio Mei te Amrum gelost en een retourvracht naar Hamburg ingenomen. Van hetgeen verder is ge beurd staat alleen vast dat het schip on 25 Mei te Huil is binnen geloopen'. Aan boord bevond zich toen nog alleen de ingenieur, de twee anderen waren spoorloos verdwenen. Hij trachtte het schip met de lading voor den spotprijs van 200 p.st. van de hand te doen, doch de haven-autoriteit te Huil vond dat aanbod verdacht en liet hem inrekenen. Een paar maanden geleden is hij uitgeleverd. Voor de rechtbank beweerde hij dat de schipper hem te Amrum zijn schip had verkocht, om zichzelf pp een Amerikaansch stoomschip te laten aanmon steren. Zijn bootsman had dit voorbeeld gevolgd. De vrouw van den schipper verklaarde echter als getuige dat de onderteekening van haar man op de z.g. koopacte stellig vervalscht was en dat deze ook veel te blij was geweest met zijn eigen schip om elders weer voor loon te gaan varen. Een raadsel is het hoe de beklaagde, een nietig, zenuwachtig mannetje, de twee stoere zeelui uit den «eg kan hebben geruimd, Wegens moord heeft h'fy dan ook niet terechtgestaan, alléén wegens zeeroof. Daarvoor is hij veroordeeld tot 15 jaar tuchthuis. DE WERELD OM. Een poging van Engelsche vliegers om Oost waarts om de wereld te vliegen, zal naar de Daily Mail bericht, aanstaande week beginnen. De com mandant van het vliegtuig is Stuart Mac Laren, die vergezeld wordt door den vlieger-Officier Plender en een sergeant, Andrews. Zij' vertrekken Dinsdag met hun Vickers-amphibie-vliegtuig. Den eersten dag vliegen zij tot Lyon, vervolgens in étappes tot Brin- disi, Athene en Kairo. Dan wordt de mailroute door de woestijn tot Bagdad gevolgd en langs den zijweg van Basra en Karatsji naar Calcutta. Van hier gaat de reis over Rangoon en Hongkong naar Tokio, waar na een zeer gevaarlijk gedeelte komt, nl. het, over steken van de Zuidzee langs de keten van Alëoetén- eilandengroep. Vervolgons gaat de tocht langs de kust van noor delijk Amerika tot Vancourver en dwars door Canada waar zoo noodig gedaald' wordt op rivieren of meren. Van Toronto af gaat het den Atlantischen Oceaarii over. Men hoopt den geheel en tocht om de wereld te volbrengen in ongeveer drie maanden. ALLES NAAR FRANKRIJK. Volgens de berichten uit, de Ver. Staten, staat Europa, maar vooral Frankrijk, aan den vooravond van een nieuwe grootë invasie uit de Ver. Staten H it zullen echter ditmaal geen soldaten zijn, doch toeris ten, die in het voorjaar en den zomer Frankrijk zul- 10i bezoeken. Mag .men de Amerikaansche dagblad- bërichlen gelooven,1 dan zullen de groote stoom- vnartlijilen die het, verkeer tusschen de Ver. Staten ërt Europa onderhouden, slechts met de allergroot ste moeite het vervoer baas kunnen. Wel verwacht ten deze maatschappijen vele reizigers, doch niet zoo overstelpend veel als zich reeds hebben aangekon digd. Er zijn verscheiden oorzaken voor dezen te wachten reizigers-stortvloed. Enkele der voornaam ste zijn: -de Britsche tentoonstelling te Wembley melancholie, waarmee de aanval zich aankondigt en waohtte op een vraag van de beminnelijke Irene Paw. lowna. „Wat heb Je, Antoa Igmatjewitsj, waarom wordt je zoo stil?" En toen alle blikken zich <xp me vestigden vertrok mijn mond zioh tot een tragisch lachje. „Ben Je niet wel?" „Ja, eenigszins. Ik word zoo duizelig. Maar veront rust U niet, als *t U blieft. Het gaat wel weer over." De gastvrouw was gerustgesteld en Paul Petro- witsj keek me, zonder zijn hoofd te wenden, afkeu rend en vol argwaan van terzijde aan. En in 't vol gende oogenblik, toen hij met een uitdrukking van wiigheid op zijn gezicht een glas portwijn naar zijn lippen bracht, sloeg ik eensklaps het glas onder zijn neus leeg en verpletterde vervolgens met dezelfde vuist het bord. De stukken vlogen overal. Paul Pe* irowitsj spartelde en knorde als een varken, het ge zelschap schreeuwde en ik trok, terwijl ik met de tanden blikkerde, het tafelkleed met alles wat er op stond naar me toe. Het was een schouwspel om te sterven van lachen. Ja, weldra stonden ze om me heen, pakten me op; deze droeg water aan, gene zet- to me op den stoel en ik brulde als *n tijger in den dierentuin en rolde woest met de oogen. En alles was zoo dwaas en allen waren zxx> zot, dat mij de lust bekroop, om gebruik te maken van mijn bevoorrech te positie en in eenige dier tronies mijn vuist te planten. Maar ik bedwong mij. Verder kwam het beeld van de geleidelijke terug- I keer van 't bewustzijn, met zijn stormachtige adem- haling, he't sluiten der oogen, 't knarsen der tandien en do stille vraag: „Waar ben ik? Wat is er met mij;?" Zelfs dat dwaze: „Waar ben. ik?" had succes bij die heeren en niet minder dan drie der ezels rap. porteerden: „Bij Koerganof (met 'zachte stem) U weet, waarde dokter, wie Irene Pawlewna Koerganof is?" Voor goed spel zouden ze beslist" te oppervlakkig geweest zijn. Den volgenden dag ik gat 't gerucht den tijd tot de Sawelof's door te dringen had ik een onder houd met Tatjana en Alexis. De laatste scheen 't voorgevallene niet te begrijpen en vroeg alleen: „Wat heb je daar bij de Koerganof's uitgehaald, vrind?" Hij keerde zioh om en ging in zijn studeerkamer werken. Mocht ik werkelijk gek worden, hij zou er niet van schrikken. Bijzonder woordenrijk, heftig en met dat al onoprecht, was 't medelijden van zijn vrouw? En de vraag rees bij me op, niet of 'k spijt had begonnen te zijn, maar eenvoudig of 't de moei te wel loonde. „Jij houdt veel van je man?" zei ik tot Tatjana Ni kolajefna, die met den blik Alexis volgde. Zij keerde zich snel om. „Ja, wat dan?" „Niets, zoo maar", en na een minuut zwijgens, zet ik voorzichtig met veel onuitgesproken gedachten op den achtergrond: „Waarom vertrouwen jelui me niet?" Snel keek ze me recht in de oogen, antwoordde evenwel niet Op dat oogenblik vergat ik, dat ze eens (lang geleden) gelachen, had om me en alle woe de op haar was verdwenen en wat ik dëed leek me onnoodig en -wreed. Die stemming een natuurlijke reactie op een al te sterke zenuwspanning, was ech ter even spoedig verdwenen als ze gekomen was. „Is U soms wel te gelooven?" zei Tatjana na een lange pauze. „Je hebt gelijk, 't is onmogelijk", an1- woordde ik schertsend en inwöndig vlamde het ge doofde vuur opnieuw weer op. Kracht, durf en een voor niets terugdeinzende stoutmoedigheid voelde ik in me. Trotsch op 't reeds behaalde succes besloot ik op 't Ingeslagen pad voort te gaan. Strijd, dat is de vreugde van 't leven. I De tweede aanval had plaats binnen een maand na den eerste. Hierbij was alles niet zoo goed door dacht, wat ook overbodig was in 't raam van H al gemeens plan. Ik had de bedoeling niet de scène juist dien avond op te voeren, maar de omstandig heden leken zoo gunstig, dat het onverantwoordelijk geweest zou zijn er geen gebruik van te maken. Hel der herinner ik me, hoe alles geschiedde. Wij za ten in de ontvangkamer en causeerden; eensklaps werd ik zeer somber. Scherp voelde ik in 't alge meen gebeurde dat zelden hoe ver ik stond van bij Londen, de Olympische spelen te Parijs, het con gres van de Adverteer-vereenigingen ie Londen, waarop een bezoek aan Parijs volgt, het congres van den Internationalen Advocaten Bond te Londen, de I Internationale Zondagsschool-conventie te Glasgow j on de Athletiek-feesten te Dublin. De correspondent te New York van de Daily Mail weet te melden, dat er dezen zomer .200.000 Ameri kaansche bezoekers voor de tentoonstelling te Wem bley verwacht worden. ONDERGRONDSCHE TELEFOONLIJN. Eon groote ondergrondsche -telefoonlijn is in dienst gesteld tusschen Hamburg en Munchen. Deze is de - langste ondergrondsche telefoonlijn der wereld. De opening van deze belangrijke verbinding is het eer ste stadium van een uitgebreid plan van organisa tie van verbindingen over grooten afstand, waarvan Duitschland het centrum zal zijn en dat Europa, tot in Rusland zou bedek kb n. Er zijn thans in Duitsch- land 780.000 mijlen ondergrondsche lijnen in exploi tatie. Men is begonnen, do lijn Hamburg—Weenen toi Weenen en Boedapest uit te breiden, In den loop van de volgende vijf jaren, zullen versoheidene zeer belangrijke gedeelten van dat uitgebreide plan zijn verwezenlijkt, namelijk: Londen—Hamburg—Mun chen—Weenen en Boedapest; Londen—Hamburg— Petersburg; LondenBerlijnKonstantinopel; die menschen en hoe eenzaam ik was op de wereld, voor altijd opgesloten In dat -hoofd,, in die gevange nis. Allen wekten ze mijn, weerzin. En Woedend sloeg ik met de vuist, schreeuwde iets grofs en zag met vreugde de schrik op hun verbleekte gezichten. „Deugnieten", schreeuwde ik, „Vuilakken. Leuge naars, huichelaars, kwaadaardigen\ Hoe haat ik je- Iqi!" Hot is waar, dat ik eerst vocht met hen, later met de lakeien en koetsiers. Maar nauwkeurig wist ik, dat ik vocht en met opzet vocht. Het was me aangenaam hen te slaan en hun in 't gezicht te slingeren, wie ze waren. Is soms elk die de waarheid zegt, gek? Ik verzeker U heeren, dat niets me ontging, dat ik onder 't slaan het levende, pijnlijke lichaam voelde. En thuis, al leen, lachte ik en dacht erover na, welk een schitte rend acteur ik was. Toen -lei ik me te rusten en las s nachts een boek. Ik kan U zelfs zeggen welk boek: Notre Coeur van Maupassunt. Als altijd genoot ik erin en sliep gelijk een kind. Lezen krankzinnigen soms boeken en genieten ze er van? Slapen ze soms ook als kinderen? Krank zinnigen slapen niet. Ze lijden en in nun hoofd: is alles mag en troebel. Ja. Alles is troebel bij hen, al les valt. En ze willen graag huilen, krabben met de nagels. Ze hebben lust, als een dier, geruischloos op handen en voeten te loopen tot ze eensklaps opsprin gen en schreeuwen: „Ah*"- En lachen en huilen. Zoo het hoofd' opheffen en langzaam, langzaam.... lang, lang, jammerlijk,jam merlijk „Ja. Ja". En ik sliep als een kind. Slapen krankzinnigen soms als een kind?" vierde blad. Gisterenavond vroeg de huishoudster me: „Anton IgnatjewitsjBidt U nooit?" Zij, was ernstig en geloofde, dat ik haar ernstig en oprecht zou antwoorden. En zonder glimlach zei ik, wat en zooals zo 't wenschte, „Neen, Masja, nooit. Maar alé het U genoegen ver schaft kunt U me bekruisen." En altijd ernstig kruiste ze me drie keer eni ik was zeer blij dat het voor een moment aan dat goe de mensch genoegen gaf. Als alle vrije en hoogstaande menschen schenkt gij, heeren deskundigen, natuurlijk geen aandacht ann Uw bedienden, maar wij arrestanten en krank zinnigen hebben de gelegenheid ze van nabij te zion en wij deen nu en dan wonderlijke ontdekkingen. Zoo zal 't nooit bij U opkomen, dat dë huishoudster Mas ja, die U helpt den krankzinnige oppassen, zelf krankzinnig is. En toch is het zoo. Zie naar haar gang, geruischloos, glijdend, een ietsje schrikachtig en wonderbaarlijk voorzichtig en handig, alsof ze ging tusschen onzichtbare ontbloote zwaarden. Ziet haar eens in 't gelaat, maar doet het zoo, dat zij 't niet merkt., dat zij Uw nabijzijn niet weet. Als Uw invloedl haar bereikt, wordt H ge zicht van Masja ernstig, gewichtig, glimlacht het uit de, hoogte, als' om uit te drukken wat op dat mo ment in Uw ziel de situatie beheorscht- In 't kort Masja bezit de vreemde en veelbeteekenende gave on bewust in haar gelaat de uitdrukkingen van dat van ieder ander te weerspiegelen. Soms kijkt ze naar me en glimlacht, een glimlach als een vaag spiegelbeeld. I En ik vermoed, dat het mijn glimlach is, die zij weerkaatst Soms wordt 't gelaat van Masja lijdend, •omber, de wenkbrauwen trekken zich samen boven St. j Londen—Amsterdam—Rome—Parijs—Madrid; Lon den.'ParijsBerlijn'Warschau'Praag en Lamberg. een record. Eeni amateur aan de Zuidkust van N.Z. Wales (Aus tralië) beweert duidelijk muziek en zang gehoord te hebben van een omroepstation in Californië. Hij ge bruikt daartoe een eenvoudig ontvangtoestel met Slechts twee lampen. Indien blijkt, dat het inderdaad bedoeld station was, dat' hij hoorde, is dit een wereld record voor draadlooze telefonie op langen afstand. wS^eloosheid van den prins van De besprekingen in' het Lagerhuis van de gevaren, waaraan de Prins van Wales zioh door zijn roeke loosheid bij bet paardrijden voortdurend blootstelt, zijn officieel ter kennis van den Koning gebracht. Voorts is besloten, dat een commissie uit het Huis den Prins zal bezoeken, teneinde hem mede te d'ee- len, hoe de volksvertegenwoordiging over zijn roe keloosheid denkt. een nieuwe briefwisseling tusschen MACDONALD EN POINCARé. Men verneemt dat er een nieuwe briefwisseling tusschen Mac Donald en Poincaré gaande is. De Britsche premier zou er bij Poincaré op hebben aan gedrongen, dat deze toestemt in de toelating van Duitschland tot den Volkenbond, waardoor r*en be langrijke garantie zou worden verkregen tegen een nieuwe botsing tusschen de beide lanclon. Als Duitschland lid werd, zou Engeland zich kunnen verplichten zijn strijdkrachten ter beschikking te strilen der mogendheid, op welke een onuitgelokte aanval wordt gedaan. Op deze wijze zou kunnen wor den tegemoet gèkomen aan den wensch van Frank rijk een militairen waarborg te hebben en zouden werkelijke defensieve tractaten naar oud model, zoo als die voor den oorlog bestonden, onnoodig wor den. EEN HUIS INGESTORT. Te Campolide is een onlangs gebouwd huis van vier verdiepingen ingestort. Er zijn 15 dooden, ter wijl nog 30 menschen onder het puin bedolven zijn. OVERSTROOMINGEN IN PORTUGAL. Uit Lissabon, 20 Maart. Tengevolge van hevige regens zijn de Taag en de Mondegó buiten hun oevers getreden. Een deel van Lissabon staat onder water en een vijftiental menschen is omgekomen. Ook in de provincie zijn tengevolge van overstroo mingen personen om het leven gekomen. VLEKTYPHUS IN RUSLAND. Volgens bericht uit Moskou heerscht op verschei den punten van het sovjet-bondsgebied, met name in het Zuidx en Zuid-Oosten een erntsige vlaktyphus epidomie, welke zich snel uitbreidt. KERKDAK INGESTORT. De correspondent van de „Daily Express" te Gi braltar meldt, dat gepasseerden Zondag, tien minu ten vóórdat do koningin van Spanje eon kerk van Algeciras bezocht, een deel van het plafond der kerk ingestort is boven de plaats, voor de koningin gere serveerd. Er heerschte groote ontsteltenis. den neus, de mondhoeken worden slap, 't heele ge zicht veroudert 10 jaren, juist mijn gezicht. Het ge beurt, dat ik haar met mijn blik doe schrikken. U kent den vreemden blik van ieder mensch, die in diepe gedachten verzonken is. En de oogen van Masja worden grooter, de oogappel wordt donkerder en langzaam de handen opheffend; komt ze geruisch loos naar me toe, om iets te verschikken. Heel vriendschappelijk, 'heel onverwacht strijkt ze mij over de haren, of plooit de vouwen van mijn over kleed. „De knoop van Uw gordel is los", zegt ze met 't nog altijd verschrikte gezicht. Maar ik had de gelegenheid haar alleen te zien, als alle uitdrukking van 't gezicht verdwenen is. Bleek, schoon en raadselachtig als een dooden masker is het dan. Roept men „Masja" dan keert zo zich snel om, glimlacht haar eigen bescheiden lachje en vraagt: „Moet ik U iets aangeven?" Altijd geeft ze wat of neemt ze wat en als er niets te geven, te nemen of op te ruimen is, wordt ze on rustig. En altijd1 is ze geruischloos. Niet een keer heb ik gezien dat ze iets liet vallen of stuk stootte Ik heb geprobeerd mot haar over 't leven te praten, maar zij staat vreemdi onverschillig tegenover alles, zelfs tegenover moord, brandstichting en andere ake lige dingen, die anders sterk inwerken op weinig ont wikkelde geesten. „Ge begrijpt, men verwondt zt», men doodt ze, de kleine hongerende kinderen blijven achter", zei ik in een gesprek over oorlog. „Ja, ik begrijp", zei ze op een toon alsof haar ge dachten ver weg waren en vroeg: „Zal ik U melk brengen, van middag hebt U weinig gegeten." Ik lach, wat bij haar als antwoord een verschrikt lach je te voorschijn roept. Nooit was ze nog in den schouwburg. Ze weet niet, dat Ruëland een keizer rijk is, zooals er meer zijn; zij kan niet lezen, en kent 't Evangelie alleen uit de stukken die in de kerk gelezen worden. En eiken avond ligt ze op de knieën te bidden. Langen tijd heb ik haar gehouden voor een we zen met beperkte vermogens, geboren slavin. Maar een toeval deed mijn blik op haar psyche wijzigen. Natuurlijk weet U, natuurlijk heeft men U gezegd, dat ik hier een naar oogenblik heb doorleefd, wat overigens niets bewijst dan vermoeidheid en 'n tijde lijk invallen van krachten. (Het was voor mijn ziel, wat 't servet indertijd voor mijn hand was.) Ik •ben sterker dan Masja en kon haar vermoor den, daar we olltijdj met zijn tweeën waren en indien zij geschreeuwd' zou hebben of zich vastgeklemd. maar ze zou niets van dat alles doen. Zij zou alleen gezegd hebben: „Het is niet noodig, mijn lief'. En dikwijls dacht ik na over dat „het is niet noo dig" en ik kon maar niet begrijpen de wonderbaar lijke kracht, die ik voelde dat erin besloten was. De woorden op zichzelf zijn zonder zin, inhoudloos, maar ergens in de ziel van Masja in ongeweten en ontoe gankelijke diepten leven ze. Masja weet iets. Ja, zij weet, maar kan of wil het niet zeggen. Vele malen heb ik getracht van haar de verklaring te krijgen van dat „het is niet noodig", maar zij kon haar niet geven. „Gij denkt, dat zelfmoord zonde is, dat God hem verboden heeft?" „Neen". „Omdat hij niet noodig is?" „Ja, hij is niet noodig". ZU glimlacht en vraagt: „Zal ik U iets brengen?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 2