ROMMELKRUID.
weer als eerst; er zitten op hei oogenblik nog
29 bloemen' aan. Ook is er onlangs een nieuwe
loot op den ouden stam gekomen.
Piet schrijft er bi}: Zou hei liefst 't boekje
over kamerplanten hebben. Nu Piet dat zal ge
beuren, hoor, je kunt binnenkort met de an
dere prijs winners dat boekje tegemoet zien.
De Tuinbon wvakQnderwijzer in de teelt
van Siergewassen te Hoorn,
K. VAN KEULEN.
BETER DAN TOT DUIZEND TELLEN.
De raad van een ouden dokter tegen sla
peloosheid:
Als gij niet kunt slapen, maak uzelven dan
genoeglijk wij9, dat het ochtend is en hoog tijd
om op te staan en de deur uit te gaan. Als gij
normaal rijt, zult gij dan dadelijk in slaap
vallen.
FORD
is thans eigenaar van kolenmijnen, heele bos-
schen, houtzaag- en papiermolens, spoorwegen
en katoenverwerkingsfabrieken. De fabrieken
waar zijn automobielen ontstaan, omvatten
misschien het kleinste deel van zijn vermogen.
EEN PLAATSVERVANGER VOOR GLAS.
In de laatste jaren wordt een artikel in den
handel gebracht, dat tot doel heeft om glas
voor glasruiten voor een deel te vervangen.
Het bestaat uit een weefsel van ijzerdraad in
verschillende dikte (in het algemeen erg dun)
met kleine vierkante mazen, dat door een op
lossing getrokken is van stoffen zooals viscose,
celluloseacetaat, etc. (dus van oplossingen, die
ook verwerkt zouden kunnen worden tot kunst
zijde). De kleine mazen worden opgevuld door
een zeer dun en volkomen doorzichtig laagje
dier celluloseapparaten, zoodat een volkomen
gesloten lap ontstaat, die tot een lengte van 50
meter verkregen kan worden en een breedte
heoft tot een meter. Het goed doorzichtige ma
teriaal ontleedt aan het draadweefsel een
groote sterkte en taaiheid, zoodat bij behoor
lijke opspanning de gewone winddrukken ge
makkelijk weerstaan kunnen worden en bij
toevallige stooten niet gemakkelijk een gat
Cuwaert hoorde verwonderd toe, en smeek
te hem, zijn leven ito sparen. Toen dit ni9t
hielp, draaide hij zich om en wilde het huis
uit vluchten, maar Reinaert greep hem vast.
In zij® angst riep Cuwaert: „Bellijn, waar ben
je? Help me toch! Reinaert wil me dood en."
Maar in X zelfde oogonblik beet Reinaert
hem de koel af.
„Nu zullen wij déze vette haas eens lekker
opeten!" zei Reinaert, en gezamenlijk aten ze
hem op. Hermelijn© prees herhaalde malen
don koning, die zoo goed waé!
„Zwijg", zei Reinaert, „als ik binnen twee
dagen niet weg ben, zal hij mij aan den galg
hangen. Maar ik zal zorgen, dat ik van te vo
ren er van door zal gaanl"
„Hoe zal je dalt doen?" vroeg zijn vrouw.
„Luister: we zullen moeten verhuizen, naar
de groote wildernis, hier in de nabijheid. Daar
komen geene Dieren en wonen honderden vo
gels, patrijzen en 'hoenders. Wel reven Jaar
kunnen we daar rustig levenl"
Nu hoorden ze opeens de stem van Bellijn
die ongeduldig werd en riep: „Cuwaert, hoe
lang Wijf je nog daar binnen bij Reinaert?"
Réinaert ging naar buiten en zei: „Waarom
zoo ongeduldig lieve Bellijn? Cuwaeert praat
wat met ons, en hij heeft me gezegd, dat gij
maar vooruit moet gaan, als 't té lang duurt.
ontstaat. In dit opzicht heeft het dus veel voor
boven glas. Het wordt in den handel gebracht
om het te gebruiken inplaats van glas voor
werkplaatsen, scholen, brooikassen, etc. etc.
Naast het genoemde voordeel heeft het ech
ter zeer groote nadeelen. Het materiaal is n.1.
zeer dun. De draden van het weefsel zijn niet
dik, maar zouden eventueel veel dikker geno
men kunnen worden, al ontstaat dan weer het
nadeel van *n veel kleinere lichtdoorlatende op
pervlakte, omdat de mazen zeer klein moeten
zijn om de lichtdoorlatende stof, die op zich
zelf niet stevig is in dunne lagen, tot voldoen
de sterkte te brengen. Deze lichtdoorlatende
laag (overeenkomend met het cellophaan voor
verpakking van chocolaterieën) is vermoedelijk
niet meer dan een tiende millimeter dik, zoo
dat het warmte doorlatend vermogen zeer
groot is. Neemt men dus een dergelijk arti
kel in plaats van glas, dan dient men te reke
nen op een groot verlies aan warmte binnen
in het gebouw of broeikas, zoodat de verwar-
mingskosten aanzienlijk kunnen stijgen. Wil
men het gebruiken en toch een gelijke warm-
te-uitstraling houden, dan zal mén hét mate
riaal in dubbele lagen moeten aanbrengen, op
betrekkelijk kleine afstanden gescheiden door
houten latjes, hetgeen echter da kosten van
materiaal verdubbelt en die voor het opspan
nen vele malen grooter zal maken.
In gebouwen zooals scholen is de geringe
dikte verder nog een groot bezwaar, omdat
daardoor het doordringen van geluiden van
buiten sterk bevorderd: wordt. Misschien zou
het hier ook bruikbaar zijn om op enkele cen
timeters van het glas te spannen en zoodoen
de dit te beschermen tegen onze lieve jeugd.
Vermoedelijk is het echter tegen de verniel
zucht er van niet opgewassen, wanneer niet
extra dik gaas wordt gebruikt, zoodat men dan
met kippegaas evenveel bereikt. Erger is het,
dat ook de prijs vermoedelijk prohibitief zal
zijn, vooral wanneer men rekening houdt met
de genoemde bezwaren. Toevallig werden aan
biedingen ontvangen van verschillende kan
ten, en de prijzen voor de dunste soort wissel
den van vier tot vijf gulden per vierkanten
meter en voor dubbeldik van ruim zes tot
zeven. Als men nu weet, dat gilas zoo onge
veer op f 1.50 komt tn enkel dikke Soort, dan
kan dit materiaal, ondanks iets hoogeren prijs
van aanbrengen, het gemakkelijk opnemen te
gen het andere op alle plaatsen, waar geen
•herhaalde breuk te duchten la Waar is het,
dat het gaasmateriaal bestand ie tegen hagel-
Op 't oogenhlik is hij druk hezdg met mijn
vrouw en kinderen' te troosten, die luid
schreien, omdat ik ga vertrekken."
„Zeg eens Reinaert," zei Bellijn!, „wat hebt ge
Cuwaert gedaan? Ik hoorde hem luidkeels om
hulp roepen 1"
„Wa^t zegt ge daar, lieve Bellijn? Ik zal 't je
zoggen: toen mijn vrouw HermeMjne hoorde,
dat ik overzee wou gaan, voor mijn bedevaart,
viel ze in onmacht. Toen riep Cuwaert luid
keels: „Help me tochl Mijn tante ligt. bewuste
loos!" Zoo is de zaak en niet anders", zei Rei
naert.
„Ik dacht dat hem iets kwaadjs was overko
men", zei Bellijn.
„Bellijn", zed de Vos,' „Bever zag ik, dat mijn
eigen vrouw en kinderen iets overkwam, dan
Cuwaert. Maar luister eens: gij hebt gehoord,
dai de koning mij giéteren beval, een brief te
schrijven? Welnu, die ïxrief is al af! Wilt ge
hem aan den koning brengen?"
„Welzeker", zei Bellijn, „maar waar zal fk
hem insteken?"
„Gij kimt mijn reiszak krijgen", antwoordde
Reinaert, „en de koning zal U voor de bezor
ging zeer dankbaar zijn. Geloof dit vrijt*
Reinaert ging in zijn kasteel stopte de feop
van Cuwaért in rijn relstasch en kéetnete toen
naar Bellijn terug. De tasch hing hij om Bal
slag, maar hij, de toepassing er van zal een
rekensommetje moeten uitmaken wat goedk.oo-
pi-r is, het brosse glas met een behoorlijke ha-
gulverzekering of het nieuwe materiaal. We
hebben de overtuiging, dat de hooge prijs een
beletsel zal zijn voor de toepassing en zien
trouwens geen reden voor dien hoogen prijs.
Het materiaal komt ook gekleurd in den han
del en in dezen vorm kan het misschien wel
betere diensten bewijzen, wanneer men in be
paalde ruimten slechts een bepaald soort 1'sht
binnen wil laten, zonder al te groote kosten te
maken. Zoo is het voor stallen dikwijls ner
voardeelig om alleen blauw licht, dat door de
vliegen niet waargenomen kan worden, binnen
te laten en als de kleur dicht genoeg is, kan
men met enkele vierkante meters van dit nieu
we materiaal vrij' veel bereiken, vooral ook
omdat het zoo buigbaar is en gemakkelijk
overal aangebracht kan worden. Hdbld.
VERGIFTEN.
Ondér vergiften verstaat men die stoffen,
welke onder normale omstandigheden in zeer
kleine hoeveelheden in het lichaam van inensch
of dier gebracht, schadelijk zijn en zelfs in ve
le gevallen den doodl veroorzaken.
Toch kunnen vergiften ook soms heilzaam
werken, zoodat zij1 in de geneeskunde worden
gebruikt, natuurlijk steeds in beel kleine hoe.
veelheden. Verder is het bekend, dat hert li
chaam langzamerhand' aan vergift kan wen»
nen. Denken we maar aan rooken en aan i
gebruik van alcohol. Wie voor de eerste maal
rookt of voor de eerste maal alcohol gebruikt,
voelt al spoedig de bedwelmende uitwerking
ervan. Doch zoodra iemand er aan gewend 18,
kan hij de verdoovend'e werking veel beter ver»
dragen. Er zijn zelfs bergvolken, die zich
langzamerhand hebben gewend aan tamelijk
groote doses rattenkruid en er dan bijna niet
zonder kunnen. Ook ls het bekend, dat dronk
aards niet plotseling zonder alcohol kunnen.
Vergiften zijn reeds bekend van de oudste
tijden af. Waarschijnlijk werden ze in voorhis
torische tijden reeds gebruikt om er wapens
mee te bestrijken. Men heeft tenminste boenen
lanspunten gevonden, voorzien van kerven,
die men als gifthouders moet beschouwen.
De meeste historische volksstammen; hebben
vergiftigde wapens gebruikt, vooral giftpijlen
Een gevaarlijk vergift is oa. het sap uit de
monnikskap. Het vergift, dat uit het sap ge.
trokken wordt is zoo hevig werkend, dat een
vijfde deel van een milligram reeds sterke
lijns hals en sprak: „Als gij wilt, dat gij den
koning tot uw vriend wil maken, kijki dan niet
naar den brief. De kéning zal U rijkelijk beu
loonen. Zeg maar tegen den kéning, dat gij
zelf den brief geëchreven hebtl"
„Dat zal ik", zed Bellijtn, „men zal mij zee®
vereeren, als men hoort, dlat ik brieven kw.t|
schrijven. Maar zal Cuwaert niet met mij te*
ruggaan?"
„Neen", zei Reinaert, „hij1 heeft het nu nog te
druk met troésten. Maar hij zal U weldjna langs
hetzelfde pad volgen. Ga nul"
Bellijn ging Reinaert, HenneTijhie en kimde*
ren vluchtten haastig Maupertuus uit, de wiL.
dernis in.
Bellijn ging. Reinaert, Hermelijn© en klndeu
bij den kéning was. Toen koning Nobel hem
zag, vroeg hij: „Mijnbeer Bellijn, waar komt
ge nu al vandaan? Waarom draagt gij Rel.
naerrt's reiszak? En waar is Cuwaert?"
„Mijnheer de' Koning", antwoordde Bellijn,
„in deze zak zit een; brief, <fie ik! geschreven
heb voor Reinaert, De brief is voor U bestemd.
Nooit zag men in ons land' een: Dier, dal
mooier kén schrijven dan ik!"
„Lees de brief eens voor, Botsaert," zei dé
koning tot zijn klerk.
Wordt vervolgd.
ademhalingsbelemmering veroorzaakt» In het
Himalaga-gebergte groeit evenwel een mon
nikskap, Acomitum forox, wier vergift nog veel
vertfchrikkel ijker uitwerking heeft, Een olifant
die door een pijl met dit gif getroffen wordt,
doet nog slechts enkele schredjen en valt dan
dood neer. De dood, door dit vergift veroorzaakt
is een verstikkingsdood, doordat de ademha
lingsspieren verstijven, zoodra het in hét bloed
komt.
Ook worden er, in Undië b.v„ verschillende
slangenvergiften gebruikt, het vergift van som
mige duizendpooten, schorpioenen, en uit de
rugstekels van verschillende visschen. In Ja
pan is het gif uit de lever van Tetrodo® etella-
tus bekend en wordt daar reeds eeuwen, even
als in China, aangewend tot het plegen van
zelfmoord.
Het gevaarlijkst zijn d© vergiften, die het
hart verlammen. Verlamming der ademha
lingsorganen is soms nég t© overwinnen door
lang toegepaste kunstmatige ademhaling, maar
hartverlamming is direct doodélij'k.
•Het zwaarste vergift dat hartverlamming ver
oorzaakt, komt van den Japanschen giftboom,
die op Java vrijwel uitgeroeid is, maar op Cey-
4o® ©n in Achter-Indië groeit Deze hoorn be
reikt een omvang van 9 mot er en een hoogte
van 75 meter. Door insnijdingen in de schors
verkrijgt men een wit melksap, dat aan de
lucht blootgeSteldf donker wordt. Dit melksap
bevat antiorine, waarvan een duizendste deel
van een gram in vijf minuten een hond doodt
De wilde stammen in die streken gebruiken
het zware vergift, dat zij aan hun pijlspitsen
strijken, welke zij uit een blaaspijp wegschie
ten, sommige gebruiken ook pijl en boog.
Een eigenaardig vergift weten de Indianen
in Columbia te bereiden uit een inheemschen
kikker. Zij stekon den kikker een stokje in de
lengte door het lichaam «én houden hét dier
dicht bij een' vuur. Dan komt er een geelach
tige vloeistof te voorschijta, waarin zij hun pij
len d'oopen. Dit gif veroorzaakt bij menschen
brakingen, diarrhee, een eidjdering van het ge
heel© lichaam en eindelijk den dood.
Een plant in midden-Afrika, de Euphxxrbia
Tirucalli, tot de familie der wolfsmelkachtigen
behoorende, levert daar heit gif voor de pijl
punten. Deze plant wordt er ook veel gebruikt
voor hagen rondom de hutten, om te beletten,
dat onwelkome gasten binnen dringen, die hun
naakte lichamen zouden wonden aan de ste
kelige planten.
Het gebruik van vergiftigde pijlen is bij vele
wilde volken in1 zwang, dl© hierdoor gevaar
lijk zijn voor de indringende blanken. Be
schaafde volkén bedienen zdch niet van deze
wapenen, die wijzen zulks af als barbaarsch.
Wat evenwel niet wegneemt, dat de be
schaafde naties doorloopend! bezig zijn de vree-
selijkste giftige gassen te bereiden, waarmede
in oorlogstijd niet enkele Individuen, maar ge
heel© legers vergiftigd' kunnen worden. M.
EEN ONDERGELOOPEN WOUD.
In Achter-Inddë ligt Siam. fiet Zuidelijke deel
ervan heet Cambodja, waardoor de rivier Mo_
kong stroomt, die bij de uitmonding; in zee een
groote delta vormt.
Geen land ter wereld' misschien, waar het zoo
drassig en waterrijk is. De kust en de oevora
der rivierarmen zijn kilometers ver met onder-
geloopen bosch bedekt. De takken der hoögste
boomen komen maar even boven water uit. De
dorpjes, die er in-groot aantal zijn, bestaan
meestal uit een vijftigtal hutten op vlotten,
die aan palen vastgebonden zijn. Hpt heele
dorp rijét en daalt met den op en neer gaan
den waterspiegel Alleen gedurende de twee of
drie maanden van het dlroge seizoen rusten de
hutten op het slib.
Wel primitief zijn die dorpen, maar geduren
de een maand of zeven acht wordt er een
drukke handel gedreven in rijét.
Tijdens het droge seizoen verlaten d© han
delslui htui op het slib rustende dorpen. Toch
ié het er dan niet eenzaam, want ala het wa
ter zoo laag is gezakt, dat de slsijkerige boom.
toppen in- het cmdergeloopen bosch boven ko
men en dé geheel© stareek in een moeras her
schapen is met tallooze plassen en poelen, dan
komen er honderden bootjes aangevaren met
mannen, vrouwen en kinderen.
In enkele uren soms verrijzen er een aantal
dorpen van hutten op palen in het moeras, al
les zeer primitief, want de bewoners verblij
ven er slechts enkele maanden. Zootipa het wa
ter weer rijlst, vertrekken zij even plotseling als
ze gekomen zijn.
Gedurende die enkele maanden zijn de man
nen dag en nacht in de weer met visschen,
want het krioelt er van viach ln het lauw
warme water der achtergebleven poelen. De
gevangen visch wordt in de zon gedroogd en
gezouten, en daarna verkocht aan Chineesche
kooplui, die ze uitvoeren naar China vooral.
Enorme massa's gedroogd© visch' worden er, ge
durende die paar maanden uitgevoerd, wat aan
de zwoegende viaschers een ruime verdienste
geeft. Dat mogen ze wel hebben ook, want het
klimaat is er zeer ongezond!. Het krioelt daar
in die drassige landen van muggen, en de ge
vreesde malaria eischt jaarlijks duizenden
alachtoffera
De heteek'enis van de visch vangst blijkt ook
uit de vischrechten, die ln zoo korten tijd den
staat meer dan twee honderd duizend; francs
opleveren. M.
GEEN TIJD OM TE WERKEN.
Een Amerikaan, die gewoonlijk niets uit»
voerde, werd door zijn vriend aangespoord toch
eens wat te werken. „Probeer toch eens een
betrekking te krijgen," zei z'n vriend, „of heb
je nu heelemaal geen ambitie mee® om je in
te spannen?"
„Och", was het antwoord, „waarom zon ik
mij druk maken om een baantje te krijgen, ik
zou toch geen tijd hebben om te werken. Go-
loof niet, dat het luiheid van me is, luieren
doe ik noodt Maar luister nu eens, ik zal het je
precies uitleggen, dat er zelfs ip een schrikkel
jaar geen dag overblijft om te werken. Voor
eerst neem ik 8 uur per dag om te slapen en
8 uur per dag voor ontspanning. Daar kan1 toch
niemand bezwaar tegen maken. Welnu, dat la
2/3 deel van den tijd. 2/3 deel van 366 dagen.
Dan is er nog één derde deel over of 122 da
gen. Dan zijn er 52 Zondagen in een jaar. Op
Zondag werkt niemand. Dus blijven er nog 70
dagen. Ieder mensch heeft tegenwoordig recht
op den vrijen Zaterdagmiddag, dat wordt in
een jaar ook 26 dagen, zx>odat er dus maar 44
dagen meer over zija.
Stel verder voor, dal er per dag anderhalf uur
afgaat voootr schafttijd, dat wordt in een jaar
23 dagen. 23 van de 44 blijft nog 21 dagen, of
3 weken. En drie weken va cautie in een jaar
is toch zeker geen' overbodige weelde. Dan
hlijft er duS niets over, zelfs geen tijdi om je
eigen verjaardag te vieren. Je ziet dus, amice,
dat ik absoluut geen tijd heb om een betrek
king waar te nemen, enl dat, het dus nutteloos is
verder moeite te doen om mij aan het werk te
krijgen. Ik heb heusch geen tijd. M.
SHAWS WATEHSCH U W HETD,
Ik weet, dat de Engelschen veel van was_
schen houden, maar een Ier heeft ar zeer gron
dig het land' aan. wasch zelfs dikwijls- al
leen de handen.
Deze bekentenis deed George Berard Shaw
in een van zijn geestig© redevoeringen, welke
•hij soms bij allerlei gelegenheden pleegt te hou
den. Deze keer was het de jaarvergadering van
de vereeniging tot bestrijding van het kolen
stof, dat hem tot deze bekentenis aanleiding
gaf. Maar zooeJs bij hem steeds scherts en emst
hand in hand gaan, knoopte hij aan deze op
merking een beschouwing vast over dé nadoe
len van het groote-stadbleven.
Wij, Londenaars, zeide hij, leven ten min
ste vier maanden van ieder jaar in zwarten
nacht. Londen is vol mooie dingen, maar wij
hebben helaas geen llsht, om ze te zien, om
dat er te veel mist en roet en modder over ligt.
De menschen klagen er over, dat mijn stuk
ken' steeds langer en zwaarmoediger worden,
Het feit, dat ik ze steeds langer en somberder
maak, wordt voor het grootste deel veroorzaakt
door den rook van Londen. Ik woon vier maan
den van het Jaar in een klein dorp in de pro
vincie en' veel van hetgeen ik schrijf ontstaat
juist daar, ver van den stadsrook. Twee derde
deel van Londen moest afgebroken worden.
Men spreekt over nieuwe kruisers' en Vliegtui
gen en andere instrumenten ter vernietiging
van het. leven. Maar we moesten deze dingen
tegen onze steden gebruiken. Wij moesten vér-
schillende stadsdeelen met den grond: gelijk
maken en het zou mij genoegen doen, ze te
mogen uitkiezen. Het is noodig, dat wij er de
aandacht op vestigen, hoe vernederend: hef is
in dergelijke steden te wonen, aldus Shaw.
WANNEER MEN "T BEST KAN WERK».
Op wélk' uur van een dag kurit ge het ge
makkelijkst intellectueelen arbeid verrichten?
Verschillende psychologen hebben deze vraag
tot een groot aantal personen gericht. Wij le
zen daarover in „Nieuw Nederland":
Een Duitsohe psycholoog had een zeker ge
tal personen bovenstaande vraag gestekt Voor
de morgenuren verklaarden zich 182 personen;
133 vonden den avond hét best geschikt; de
namiddag had slechts 6 aanhangers. Vorder
waren er 43 personen, die absoluut geen ven.
schil konden bomerken, en 28 ondervraagden
verklaarden, dat zij hun arbeid op Ieder uur
van den dag even gemakkelijk konden vekv.
richten.
Een Aimerikaan, dié tot de studenten van de
universiteit Comel dezelfde vraag had gericht,
verkreeg het volgende resultaat: 68 verklaarden
zich voor de morgenuren, 6 voor den namid
dag en 39 voor den avOndi De middelmatige
étudent, zoo vertelt deze psycholoog, begint oen
8 uur te werken, is tuséchen 9 en 10 uur hst
hélderst van geest, gevoelt zich na elf uur een
weinig vermoeid en is des middags zeer loom.
Het werk, dat hij tuascihen 3 en 5 unr verricht
is middelmatig. Na het diner wordt het wel
iets heter, maar later, in den avond weer veel
slechter.
Ook d© meerderheid der studenten van de
Universiteit te Wiscohsin verklaarde !n dé mor
genuren het gemakkelijkst te kunnen werken.
HET BEHOUD VAN DE WALVÏSCEt
De „Discévery", het schip dat indertijd is gfe
bouwd voor Scott's eerste Zuid-Pool-expeditie,
van 1901—1904, is thans bestemd voor een on
derzoek naar de bestaansvoorwaarden van de
walvisch-soortem, dl© nog* voorkomen in de
wateren van het Zuid^poolgebied en waarop aJ
te ijverig jacht wordt gemaakt, im t bijzonder
door Noorsche walvischvaardera, Voor de maat
regelen, die men zou willen nemen txm deze
groote zoogdieren van de zee voor uitroeiing
te behouden, is het noodig té weten hoe ver
zich het terrein, dat zij in verband mat hun
voeding en hun levensgewoonten doorzwem
men, zich uitstrekt Men weet nl. niet of deze
vin visschen leden van" de Megapt era-soort van
do Antaretis dezelfde zijn, die op bepaalde tij
den in de Afrikaansche wateren voorkomen, en
die daar eveneens zonder genade worden ver
volgd. Mocht dit het geval zijn, dan zouden de
maatregelen ten bete van de walviaschen uit
het Zuidpoolgebied van wijder strekkenden
aard moeten worden.
Zooals men vogels ringt wil men nu da wal-
visschen van een kenmerk voorzien, door ze te
beschieten met kleine pijSen, waaraan een me
talen label is bevestigd. Deze labels blijven
dan steken in het walvischspek en blijkt het
nu, dat wad visschen, die wr -den gedood in de