illiiiu.Nitm- Aiitrtiitii- Liiiliifllil Uitgevers i N.V, v.h. TRAPMAN Co., Schagen EERSTE BLAD. Twee feestelijke gebeur tenissen in Vlaanderen. FEUILLETON. VROUWENLIST. Voor iedere beurs Woensdag 30 April 1924. SCHA 67ste Jaargang.' No. 7426. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in hot oorstuitkomend nummer goplnatst. POSTrtEKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20 Trijs por 3 mnandon f 1.G5. Losse nummors 0 cont. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro regel moor 20 cent (bowij9no. inbegrepen). Groote lettors wordon naar plaatsruimte berokond. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN Er is voor AMwerp<en bijna iets tragisch in, dat juist terwijl de groote Red Star mailboot, de Belgen- land, Londen inplaats van Antwerpen als eiïidba- ven zal aandoen, een andere Belgische haven op den voorgrond treedt. Nog tragischer is dat het gaat om Zeebrugge, de haven die, door de Antwerpsehe politici, kunstmatig klein gehouden wordt. Ik heb reeds in een paar vorige artikelen een en kel woord' gezegd over den Ferry boatdienst, tus- schen Harwich en Zeebrugge vice versa. Het gaat bij dien dienst om een pontveer tusschen beide plaatsen. De pont draagt een goederentrein over het water. Het feit, dat deze nieuwe schakel tusschen Enge land en België gesmeed zou worden, heeft aanleiding gegeven tot feestelijkheden, zoowel in Harwich als in Zeebrugge. In Harwich 19 Donderdag de eerste boot vertrok ken. nadat Prins George, de jongste zoon van Ko ning George V van Engeland, hot signaal: „stand by" vanaf de commandobrug napr de ciachinekamez gegeven had. Het is weer typisch Engelsch, dat nu reeds die jong ste zoon van den koning eene openbare plechtigheid bijwoont en daarbij de hoofdrol speelt. Ook weer typisch Engelsch is, dat de jonge prins na de plechtigheid aan' 'het officieele dejeuner dq of- ficieele redevoering gehouden heeft. Hij heeft daarbij' eerst de geschiedenis van de ferry boats nagegaan in Amerika, Denemarken, en 'Zweden, daarna gewezen op de groote beteekenis van alle stappen die gedaan worden in de richting van verkeersverbetering. Prins George, die de zeeman-zoon van het ko ningspaar is, was in de uniform van zeeofficier en sprak natuurlijk ook even over de vloot en over de beteekenis vooral voor Engeland van oorlogs- en handelsvloot, als twee onmisbare factoren voor het Britsche volksbestaan. Hij sprak sympathieke woorden tot de aanwezi gen, waaronder de Belgische ambassadeur Baron Moucheur, de in mijn artikel over Mussolini genoem de Sir Eric Hambro, de gezanten van 'Denemarken, Servië, Roemenië, Polen en Griekenland waren en vooral tot den Belgischen gezant, de hoop uitspre kende, dat deze nieuwe verbinding tusschen Enge land en België weer zou bijdragen tot de vermeerde ring der vele banden van vriendschap, handel en®^ die beide landen aan elkaar hechten. Prins George zond een groet aan den kroonprins van België, die des anderen daags te Zeebrugge eene zelfde plechtigheid aam Belgische zijde zou bijwonen. Naar die plechtigheid zijn wij gegaan. Het was een uitgelezen gezelschap, hetwelk zich op de kade nabij de Veerpont had verzameld. De Engelsche gezant, Sir George Grahame, de Bel gische Min. van Handel en Verkeer, Baron Ru zette, de Belgische Minister van Spoorwegen, Mr. Neujean, de Minister van Staat, Mr. Liebaert, de Luxemburg- sche gezant, Graaf d'Aïisembourg, do Senatoren Ma- hieu en Van den Bussche en de wethouders van Brugge, maakten de kern uit der personen, die den Belgischen Kroonprins Leopold ontvingen. Minister Neujean Meld eene redevoering, waarin hij' niet alleen wees op de beteekenis dezer verbin ding tusschen Groot-BritaiLndë met 'België, maar te vens den nadruk legde op de beteekenis voor Vlaan deren. Hij stipte daarbij even de historische betrek kingen aan van eeuwen herwaarts tusschen Enge- Bewerkt door W. 1. A. R O LD ANUS Jr. Naar hot Eeoetach van C. N. en A. M. WILLIAMSON Roger voegde nog caiitaloupe en een taart met slagroom aan het bestelde toe. Het geheimzinnige meisje,%dat zich in zijn compartiment, schuil hield, was niet langer een avonturierster, die klap liep op zijn dwaze edelmoedigheid: zij was een bijna heilig iets, dat hem was toevertrouwd. Onder het ontbijt in den restauratiewagen zog hij een man, dien hij kende, aan het tafeltje ernaast vlak tegen over zich zitten. Hun blikken ontmoetten elkander. Rcger voelde, dat de ander hem had zitten fixee- ren en geen tijd gehad had een andere richting uit te kijken. Hij knikte en blee'f staan bij' het tafeltje, dat hij voorbij moest, toen hij weer weg wilde gaan. -V?°iï«gaat he.t' O'Reilly?" zeide hij, eenïgszins stijf. Hij had. liever alleen met een knikje verder willen gaan, maar in dat geval zou de a,ndere kun nen gelooven, dat zijn verstrooidheid van den laat- sten tijd opzettelijk geweest was. En Roger wilde dien indruk niet achterlaten. Justin O'Reilly was bijna tien jaar jonger dan hij, maar had hem een maal, en nog niet lang geleden, in een proces ver slagen. Sands was te trotsch om het te laten voor komen, alsof dat hem hinderde. O'Reilly stond op en drukte de hem toegestoken hand. Hij was groot en slank en bruingebrand als een pas uit den oorlog teruggekomen soldaat. Hy zag er voor zijn twee en dertig jaren nog jong uit; maar hij had hetzelfde harde en vurige over zich. dat iedereen, die Sands voof het eerst zag dadelijk opviel. „Ik wist niet, dat je naar het Westen geweest was „Een haastreisje". antwoordde O'Reilly. „Typisch, dat ik je niet eerder gezien heb Wan- je bent toch ook zeker in Bos Angeles in den tre"v gekomen?" „Ik heb je gisteravond al gezien", zeide de ander „Ik heb een ander rijtuig en ben gauw naar be^ gegaan. Ik was moe!" „Nou, we zullen elkaar nog wel eens in den land en Vlaanderen, de invloed aanstippende die Vlamingen en Engelechen op elkander hebben ge had. Nu zpu weer een nieuwe verkeersweg ontstaan. Allereerst verbindende België met Engeland, Enge land! met België, doch verdcT ook' Engeland door Bel gië heen mot de vele achter België geleg-en lauden. Nieuwe bronnen van welvaart werden geopend door deze veerpemtverbinding die een van dien door M. menschelijke instinct aangevoelde nieuwen' verkeers weg was. Prins Leopoldt, die in uniform van het Belgische leger was, hakte vervolgens een lint door, waarna als automatisch, de inscheping van 'de goederenwa gens op de pont geschiedde. De talrijke menigte juichte den troonopvolger hartelijk toe. Een Vlaming vertelde mij, diat de Vlamingen an ders niet,met koninklijk bezoek verwend werden. Hij liet niet na zijn spijt uit te drukken over de Fransch- gezindheid des konings. Ik kan niet beoordeelen of de koning bepaald Franschgezind is. Hij heeft zijn beide zonen in de beroemde Public School te Eton in Engeland laten opvoeden, zijn tweede zoon, prins Charles, die nog al ondeugend heet te zijn, ls bij de Britsche marine. Bepaald pro-Fransch zal ''koning Albert wel niet zijn, want dan zou hij bijma in de kaart spelen van die uiterste Franshillons, onder zijn volk, die in Pa rijs met de Camelots du Rol over een Orleans ko ning van Frankrijk en België „schwërmeri". Dat kan moeilijk het belang der Belgische dynas tie dienen. Ik geloof eerder dat do eigenaardige constellatie der Belgische volksgroepen den koning drijft naar het voorkeur geven aan alles wat Farnach is. Het is niet gemakkelijk te zeggen, welke groep de voorkeur verdient, de Vlaamscbe of de Waalsche (Waalsch dan als' begrip van het Franseh preferee- rende deel) mhar ontegenzeggelijk heeft de vorst er rekening mee te houden, dat de regeerende klasse steeds d'e Fran&chsprekend'e klasse is. Zoo gaat het met die geheele staatsmachine.- 'De ambtenaren, do juristen, spreken Fransch. In Brugge wordt in het Fransch recht gesproken. De taal van het leger was Fransch, doch is het nu niet meer. De Vlamingen hebben sedert don oorlog doorgezet dat zij in het Vlaamsch worden gecom mandeerd. Waar leidt dat toe: tot een dubbel com mando, tot een commando in twee talen. Het tweede talenstelsel "wordt tot in het redicuie doorgevoerd. Op de Groote Markt te Brugge staat een mooi bonzen standbeeld, (niet een ijzeren, zooals van Rembrandt in Amsterdam) van de Brugsche helden van den Gulden Sporenslag van de Bruggenaren Breydel en de koning. Nu is er een Breydelstraat van dié Groote Markt naar het Stadhuis. Let nu op de naambordjes der straten: Groote Markt en daaronder: Grand' Place; verder Eier markt en Marché des oeufs Dat gaat allemaal best Nu zou men zeggen: Breydelstraat en Rue Brevdei. Mis hoor! Breydel is teugel, dus "wordt vertaald en men leest Rue des Brides. Indien er een de Koninckstraat ware, naar den an deren grooten burger, dan zou die ook zeker „rue du roi'- genoemd, worden. Ik was onlangs in het Stadhuis de mooie moderne wandschilderingen van- de gebroeders de Vriendt aan het bewonderen, toen er twee bruiloftsstoeten bin- een RIJWIEL. Prijzen van f 45.i 50.en 60.—. De grootste keuze. Degelijke garantie. Vraagt de Hollandsche «erken: PROBATUM- en BATO-RiJwielen. Prijzen vanaf f75. Banden cn onderdeden scherp eoncurreerend. Steeds voorradig gebruikte Rijwielen. G. ANNEVELDT DORPEN (Laan) SCHAGEN. restauratiewagen zien". „Dat vermoed ik ook. Ik ga eerst naar New York en dan pas naar Washington". „Zoo! Maar laat je koffie niet koud worden voor mij." En Roger liep door. Wanneer zijn gedachten niet geheel in beslag genomen geweest waren door het jonge meisje in compartiment A. zou hij zich zeker afgevraagd hebben, waarom Justin O'Reilly zoo'n „haastreisje" naar het Westen gemaakt had. Het was het eerste jaar, dat O'Reilly in het Congres zat en hij had zoo weten te manoeuvreeren, dat hij in Washington een der op den voorgrond tredende figuren gewor den was. Justin O'Reilly kon hem, zoo dacht Roger, bij zijn tegenwoordige belangen den voet dwars zet ten. O'Reilly "was een democraat en stonde derhalve principieel tegenover John Heron, den koning van de California Oil Trust, zooals Miss White hem had genoemd; maar persoonlijk waren zij vrienden, ja zelfs in de verte bloedverwanten, zoodat O'Reilly in het geheim Heron niet zou benadeelen. Toen Sands in zijn eigen rijtuig terugkwam, vond hij (laar den porter o,p -hem wachten. „De dame heeft ontbeten, Sir, en zij zou u, als het u gelegen komt, graag willen spreken", luidde de boodschap en twee seconden later klopte de recht matige eigenaar van compartiment A nederig aan de deur. De schoonheid van het jonge meisje trof hem op nieuw, toen zij hem glimlachend begroette. Zij was zoo goed gekleed en gekapt, alsof zij een kamenier gehad had. „Is er iets gebeurd? Hebt u geen last door mij gehad?" 'En toen Roger de vragen ontkennend beant woord had, ontsnapte haar een zucht van verlich ting. ..Heeft niemand op een opvallende wijze getracht kennis met u te maken?" ..De conducteur, de porter en een paar kellners ijn de eenige personen, met wie ik een woord ge wisseld heb behalve dan iemand, dien ik opper vlakkig ken. een zekeren O'Reilly. een lid van het ^oneres uit Californië. Maar die zal u wel niet in- •ipsseeren!" Geen enkele man interesseert mebehalve de erne. die mij het leven redt", luidde het verrassen- le« antwoord. Terwijl zij het zeide, bedekte plotse ling een lichte blos haar gezicht en keek zij vlug Uw schoenen worden bij ons gerepareerd met prima kernleer voor billijken prijs. VAN RIJSWIJK'S Schoenbandei. Schoenmakerij. Onze nieuwe Voorjaarsartikelen munten uit door mooie coupe en afwerking. Concurreerend. nen kwamen om getrouwd te worden. De families waren zeer eenvoudige lieden, ze spra ken Vlaamsch. We bleven eens kijken. De ambtenaar van den Burgerlijken Stand ging tot de trouwplechtigheid over entrouwde de luidjes in het Fransch. Ik geloof niet, dat ze er een woord van verstaan' heb ben. Dan lijkt mij tocb de huwelijksvoltrekking ape kool. Een dergelijk ernstige zaak moet behoorlijk en ernstig geschieden, zoodat het gewicht van de echt verbinding naar voren komt. Ik weet wel. dat in dit katholieke land de kerke lijke inzegening als de eigenlijke bezegeling van het huwelijk beschouwd wordt, doch de wet zeg* anders en de wet is het Staatsgezag. Daarmee mag niet gesold worden. Ik had eene in vitatie om een huwelijk der Vlaamsche Noblesse bij te wonen. De bruigom was een Waal, doch de bruid eene dochter uit een oud Vlaamsch adellijk ge slacht De bruiloft had in Vlaanderen plaats. Betrekkelijk vroeg reden wij per auto naar het kasteel. Wij kwa men door het oude Vlaamsche dorpje. Het dorpje vierde feest ter eere van het huwolijk. Overal groen en vlaggen. Hei was prachtig, zonnig weer en iedereen was ultgeloopen, om vooral alles te zien. Na de ontvangst op het kasteol ging1 de stoet naar het Gemeentehuis. Ik behoorde noch- tot de getuigen, noch' tot de eerste gasten, dus kwam' wat laat aan het Gemeentehuis. De trouwplechtigheid was juist afgoloopen, het jonge paar was volgens de wet vereenigd. Het hu welijk' is een sacrament, dus zou de plechtige inzege ning in de parochiekerk feitelijk het paar vereeni gen. Voor dit jeugdige Roomsche paar zou dus de feitelijke echtverbintenis nog komen. Men voelde onwillekeurig de eigenaardige atmosfeer reeds ter wijl de' kerkklokken luidden. Het burgerlijke gedeelte van de trouwplechtigheid werd met een zekere nonchalance behandeld. Die nonchalance ging over in stemming zoodra de stoet het gemeentehuis verliet en zich naar de kerk begaf. Uit donderbussen of kleine kanonnen klonken de schoten ter eere van het jonge paar. De bevolking verdrong zich en juichte. Een deel haastte zich nog naar de kerk, terwijl anderen maar niet hun oogen van de bruid konden houden. Br was geen wanorde, onder al die eenvoudige, nieuwsgierige Vlamingen. Eerst de ouderen van het gezelschap en dan volg den de jongeren, paarsgewijze. Zoodra de eersten de kerk binnen waren, ging de dama links, de heer rechts staan. De talrijke aanwezigen in de kerk hadden hunne badstoelen ook' reeds „enj haie" geplaatst met den rug naar dien middengang toe en knielden op do stoelen. De haag der gasten word steeds langer., kwam meer en meer naar de zijde van het altaar, daar be gon het orgel de Hochzeitsmarch te spelen en kwa men bruid! en bruigom binnen, erg jong, era sym pathiek. Dadelijk sloten de ouderen zich weer paarsgewijze achter het jonge paar aan. De wederzijdsehe ouders, de getuigen met hun dames en zoo vervolgens, de haag van- ons, genoodigden, loste zich op en wij kre gen allen onze plaats, d'e dames links, die heeren rechts, kaartjes wezen onze stoelen aan. De getuigen kregen, evenals het bruidspaar, plaats in het koor. Twee getuigen links, twee rechte tegenover elkaar terwijl links in het midden met de ruggen naar ons toe, het jonge paar gezeten kwam met groote kus sens, waarop te knielen, voor hunne zetela De bruidmeisjes, schattige kleine dingen, en een paar pages, kregen een zitplaats voor bruid en brui gom, maar links tegen den wand. De dienst nam een aanvang. Een neef van den bruigom, secretaris van een kardinaal, leidde den dienst en hield, eene mooie rede. Ik zal u verder niet vermoeien met den diénst dio ruim een uur duuixlo. Hot viel mij op, dat men, vooral op het laatst wat ongeduldig werd. Het was alsof de jongeren minder bij den dienst dan wel bij' elkaar waren. De blikken der allerliefste meisjes dwaalden nog wol eens naar mijn richting. Ik kan haar gemakkelijk vergeven. Een huwelijksfeest heoft voor de jonge meisjes, dio het bijwonen, Steeds eene bijzondere bekoring. Het is alsof zij haar toekomstig huwelijksfeest repeteeren. Ten slotte werd door twee jonge meisjes, daarbij bijgestaan door twee jongelui, gecollecteerd. Terwijl de getuigen in rok waren, waren overigens de heeren in jacquet. De twee jongelui, die hielpen collecteeren ook, doch met een wit strikje. De toiletten der dames waren berekend op het de jeuner dinatoir, hetwelk zou volgen. Zij waren vrij wel allen in avondtoilet, doch de meesten met hun ne mantels of bonten aan. Groote hoeden zijn blijkbaar de mode. De oudere dames hadden veelal nog hun bontman tels los aan, of bij zich. Velen waren in het zwart of donkergrijs. De jongere dames van het gezelschap hadden meer lichte zijden iaponnen gekozen. Een mooi geheel was een jonge barones X., die in het licht-beige was, met ook een groote beige strooien hoed met Echt rood lint even opgevroolijkt. Het licht scheen door het aldus getinte stroo en gaf aan haar gezioht een warme bekoring. Allerliefst zag een jong freuletje er uit met pen klein doch kleurrijk hoedje van veeren. Iets te kleurrijk naar inijn smaak, maar het is zoo'n aardig ding. Ze was zoo leuk doodelijk van haar langen partner en "kon maar niet nalateh steeds weer eens gedurende den 'dienst naar hem te kijken en to glimlachen. geloof en vrees, dat hu het maar half vond. Toen het jonge paar in de sacristie was gegaan ik weet nog niet wat zo daar moesten doen en wilde het liever niet vragen, omdat ik dan zoo'n domme ketter leek sprak het lange jonge mensch de beige schoone aan. Het duurde geon minuut of het jonge ding, dat heelemaal links zat, kwam door ae anderen heendringen om bij hom te zijn. Juist kwam het jonge paar terug en even later schreden zij naar ae uitgang der kerk, we^r gevolgd door alle genoodigden in de volgorde als binnengekomen. Meteen had mijn leuke" ding haar partner te pakken. Heerlijke jeugd! Er was nog zoo'n jeugd-idylle. Het was eigenlijk het eenig waarlijk^ mooie meisje dat er was. Zij was in lichtroze zijde m,et wit bont omzoomd, met een grooten grijsbruinen hoed, waarop één roze camélia La dame au oamélia, had ik hadr, terwijl ik in de kerk naar haar koek, voor mij zelf gedoopt, ik had haar tevoren niet zoo goed gezien. Maar daar- jna des te beter en als zn sprak en haar Irsvo j piondjo, dat in rust wat melancholiek stond, lachte dan was het een zonnige symphonie in roze. I Ik begrijp'niet, dat niet alle jongelui doodelijk verliefd op haar waren. Ik zou het in mijn jonge jaren zeker geweest zijn. De jongelui schijnen tegenwoordig blasé te zijn. Zo kunnen te gemakkelijk meisjes ontmoeten. In mijn jeugd was het moeilijk om een meisje te ont- 'moeten, bleef het altijd een privilegie en daarom beschouw ik nu op mijn ouden dag, het ontmoeten van een meisje of vrouw nog een privilegie. een anderen kant uit. Roger voelde, dat de woorden haar ontsnapt waren, dat zij zelf niet wist wat zij zeide vóór het le laat was. In plaats dat hij daar door minder sympathie voor haar voelde, vond hij haar nog aardiger. Hij haalde de enveloppe uit zijn zak om haar die te laten zien „Ik heb ze den heelen nacht onder mijn hoofd kussen gehad", zeide hij. „Ik weet heusch niet, wat ik zonder u had moe- ter. beginnen", antwoordde zij mei -een biina dee moedige dankbaarheid. Maar Roger zeide tot zich zelf, dat hij een zekere leegte voelen zou, wanneer zij weg zou zijn. „Zou ik u misschien in Chicago nog op de een of andere wijze van dienst kunnen zijn?" vroeg hij. ..O, ik hoop, dat ik daar afgehaald zal worden door een vriend. Misschien zal ik u nooit meer zien; m&ar ik zal u nooit vergeten". Roger Sands voelde zich dobrtrild door een on aangename emotie. Hij haatte den „vriend", die de zerg voor het jonge meisje van hem afnemen zou. „Maar Chicago is nog ver", zeide zij, toen hij bleef /.wijgen. „Het zal u wel een ongelooflijke geschiede- iis toelijken, maar het gevaar, waarin ik verkeer het gevaar, waarin deze enveloppe verkeertis niet voorbij voordat u mij veilig overgegeven hebt in de handen van' mijn vriend. Wilt u dat doen? Wilt u mij tot het laatste oogenblik helpen?" „Zeker", antwoordde hij. ,.En komt u nu en dan eens een tijdje met mij oraten in het compartiment, als u het tenminste niet vervelend vindt?" Roger glimlachte. Een zilveren rand begon door 1a wolk te schijnen. Gelukkig kende hij niemand in den trein behalve O'Reilly. die in een ander compartiment zat. en hij hoopte, dat weinigen hem zouden kennen. Hij kon haar verzoek niet" afslaan en ging nu en dan een half uurtje met zijn „zieke nicht" praten. En toen Roger door den slqier van schoonheid ook iets als karakter beeron te zien, voelde hij, dat het mysterie steeds grooter werd. Maar het onvermijdelijke oogenblik kwam. De por ter borstelde hoeden en jassen af. Koffers werden gesloten. De Limited stoomde, zijn vaart verminde rend, het groote station binnen. Toen, maar geen oogenblik eerder, liet Miss White zich aan de deur van compartiment A. zien. Sands, die haar was ko men zeggen, dat het tijd werd naar buiten te komen, wachtte om haar voor de laatste maal te helpen. Geen van beiden hadden zij veel te zeggen. De hoop in veilige haven te komen had de stemming van het jonge meisje niet opgewekter gemaakt. Toen Sands haar een hand gaf om haar te helpen uitstap pen, zag hij O'Reilly reeds op het perron staan met een air alsof hij iemand verwachtte. O'Reilly nam zijn hoed af met een onnoodig hartelijken glimlach voor Sands. In hun hart waren zij vijanden. Roger hield den glimlach voor een teeken van Schaden- freude bij het zien van zijn reisgenoote. En dat hin derde hem. Miss White keek recht voor zich uit; een hoogroode kleur bedekte haar anders zoo bleeke wan gen. Haar vriend en zij, zoo had zij hem verteld, zou den elkaar bij een courantenkiosk vinden. „Daar", zeide zij, „moet hij staan. Maar het is zoo vol, dal ik hem nog niet zie". Zij kwamen dichter bij den kiosk en daar „Miss White" groot was en boven de andere dames uit stak. verwachtte Rogor ieder oogenblik' dat 'n man uit de wachtende menigte kwam. Zij begon, angstig om zich heen te kijken: de kleur was weer van haar wangen verdwenen. „Waar kan 'hij zijn?" zedde zij. „Er moet iets ge beurd zijn". „Zijn taxi heeft misschien een ongeluk gekregen", trachtte hij haar te troosten. „O, als het maar niets ergers is! Ik moet wach ten. Maar u. Mr. Sands. ik mag niet vragen „Dat is niet noodig", viel Roger haar in de rede. „Ik zal u niet in den steek laten". „Dat wist ik wel. Hij zal niet lang wegblijven!" „Maar de enveloppe? Wilt u die nu hebben?" vroeg Roger. Zij had hem verzocht die te bewaren tot zij uit den trein waren. „Nog niet. Ik durf niet. Weet u zeker, dat zij niet gestolen is? Voel eens!" Hij stak zijn hand in zijn binnenzak en voelde de enveloppe, die daar natuurlijk veilig was. „Ja, zij ,zit hier nog". ..Goddank!" fluisterde zij. Minuten verliepen: vijftien, twintig, dertie. Het jon ge meisje zag nu doodsbleek en donkere kringen la- en or. .«r haar oogen. ..Alle hoop is voorbij!' zeide zij. toen Sands na" drie kwartier wachtens op zijn horloge keek. „Er moet iets vreeselijks gebeurd zijn, dat hij mij niet is komen halen. Ik weet waarachtig niet wat er nu van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1