ROMMELKRUÏÏ).
zeker wel een 300 weggevangen. Met dat war
me weer kropen ze al om een «ur of 7 over de
plantjes en wel bij tientallen. Ik heb zo in een
sterke zoutoplossing gedaan. Slakken zijn beel
moeilijk te bestrijden, afdoende middelen zijn
niet bekend. E^r worden vele middelen ge
noemd, waaruit men juist kan zien (Mi bet
juiste bestrijdingsmiddel ontbreekt.
Hnptsen in jtoenn.
Vraag 40. J. v. d. EL te Zaandam beeft veel
last van rupsjes in zijn rozen. De rupsjes span.
nen de blaadjes samen en vreten deze op. Wat
kan hiertegen gedaan worden?
Antwoord: U" zoudt uw rozen kunnen bespui
ten met Parijsch groen, maar dat is heel ge
vaarlijk goedje, erg vergiftig, en uw rozen
worden er ook niet mooier van. Verder noodt
u uw rozen kunnen afzoeken, en de rupsjes
deoden.
Onbekende plaxft.
Vraag -41 van J. V. te Kol hom. Het is het
beste dat U een blad van de uw onbekende
plant opstuurt, dan zal ik zien wat het is en
de juiste kweekwijze mededeelen.
K. VAN KEULEN,
TuinbouwvnkondHrw ijzer.
KINA*
Kina of kinine is een' stof, waarmede hevige
koortsen bestreden worden. In de lage landen
van Holland zijn1 een aantal personen, die vrij
geregeld aan moeraskoortsen lijden. Het ge
neesmiddel daartegen is kinine, in den vorm
van poeders of tabletten in; te nemen. In tro
pische landen komen nog veel heviger vormen
van koortsen voor, waartegen kinine het aan
gewezen geneesmiddel is.
Kinine wordt gewonnen uit de bast van den
kinaboom, behoorende tot het geslacht Cln-
de groote heide aangekomen, zei Reinaert:
.Luister eens naar mij, neef! Nadat ik je de
toetsten keer mijn zonden heb verteld, heb ik
helaas nog meer kwaad! bedreven! EK heb
Bruun een stuk uit zijn huid laten snijden, en
fscgrim en zijn vrouw van hun voethuid be
roofd. Ik heb den koning voorgelogen, om
hem tot vriend te krijgen. Ik zei, dat Etuun
en Isegrim hem wilden dooden en zoo maakte
ik dat de koning kwaad op hen word. Ook
maakte ik dien koning iots wijs over een schat.
Maar die schat heeft nooit bestaan. Verder heb
ik Cuwaert vennoord en opgegeten, terwijl ik
zijn kop door Bellijn aan den koning liet be
zorgen, zoodat deze heel boos op hem werd. Ik
heb de vrouw van den kraai opgegeten En
dan heb ik ook *i volgende gedaan: Met Ise
grim ontmoeete ik oens een mooie merrie en
haar veulen. Isegrim had honger en vroeg mij
of ik aan de merrie wilde vragen, wat het veu
len kostte. De merrie antwoordde mij: „De prijs
Is door mijn man geschreven onder aan mijn
rechterpoot 1 Lees het maar!* Ik zei: „Neen,
Diet ik wil uw eenigst kind koppen maar mijn
makker Isegrim, die daar slaat. Ed bovendien
kan ik niet lezen*'. „Laat Isegrim dan zelf ko
men", zei de merrie. Ik ging naar Isegrim toe
en vertelde hem, wat dé merrie gezegd had.
Isegrim zei: „Kan jij niet lozen? Tk wel! Alles
wa geschreven is, kan ik lezen"*. Hij ging
naar de merrie toe en verzocht haar, of hij de
som mocht aflezen. De merrie hief toen haar
poot op en gaf Isegrim zoo'n geweldige slag
met haar poot, dat hij necrtuimelde en wel
een uur bewusteloos bleef liggen. Toen hij een
beetje Wj kwam, bloedde hij overal. Ik zei:
chona. Waarschijnlijk is de boom zoo genoemd
naar de gravin del Cinchon, echtgenoote van'
den Spaanschen onderkoning van Peru. Er
wordt verhaald, dat deze gravin de genees
krachtige werking van kinine het eerst heeft
ontdekt, doordat zij van hardnekkige koortsen
genas na het gebruik van hert poeder dor fijn
gewreven bast van gemeldlen boom.
In 1640 moet de host door de gravin naar
Spanje overgebracht zijn, vanwaar de kinine
spoedig ook in Europa bekend weid en ge-
waardeend als koortsgenezend. Deze gunstige
ontvangst had tot gevolg, dat de bast in steeds
grootere hoeveelhoden geïmporteerd werd. Niet
steeds ging men in de landen van herkomst
doelmatig te werk bij de winning. In de bos.
echen op de hellingen der Andes, in Bolivia,
Ecuador en Peru, werd op roekalooze wijze ge
kapt om maar zooveel mogelijk bast te kunnen
uitvoeren. Voor nieuwen aanplant werd niet
gesognd. Dit wekte in Europa ongerustheid
want men vreesde, dat het nieuwe geneesmid
del op den duur niet meer te krijgen zou zijn,
dat er gebrek aan kina zou ontstaan.
Dit is oorzaak geweest, dat de Nederlandsche
en ook de Engelsche regeering pogingen aan»
wendden om in hun tropische koloniën kina-
boomen te kweeken. Na vele proefnemingen ge
lukte het vooral op Java, in de Preanger Re
gentschappen. Tegenwoordig zijn het de ge
kweekte soorten, die de bast opleveren. Zoo-
dra de boomen groot genoeg zijn, worden ze
geheel gerooid. De stam, de takken, de wortels
worden van de bast ontdaan, die men met hou.
ten hamers los klopt of met een mea verwij.
denxt Bij het drogen rollen de stukken baat als
pijpen ineen, evenals pijpkaneel.
Java levert tegenwoordig verreweg de groot,
ete hoeveelheid' kinabast, ongeveer 90 pot. van
den wereldoogst. Ih fabrieken te Bandoeng op
Java of in Europa haalt men uit de baat het
werkzame bestanddeel kiniesulfaat, dat vooral
te Londen verhandeld wordt. De prijs is in de
laatste jaren zeer gedaald; In 1823 kostte ki-
ninesulfaat nog f500 per K.G. en in de laatste
jaren maar ongeveer f20, dank zij de groote
opbrengst en de eenvoudige bereidingswijze.
M.
.Hoe gaat het, lieve oom? Was het veulen lez.
kor? Maar waarom heb ik er ook niet een
stukje van gekregen? En hebt u nu een poos
je geslapen? Kon u de prijs nogal vlug lezen?
Ach ja, ik wist wel, dat u een knap en ontwik
keld man was."
Isegrim antwoordde mij: „Och goede Rei
naert, spot toch niet met me. Hoor maar eens
wat er gebeurd ia Toen de merrie haar poot
optilde keek ik goed naar de letters! Maar o
wee! Er stonden geen letters op; er waren groo
te spijkers in geslagen. De merrie gaf me zoo'n
trap, dat mijn kop bijna in twee stukken
spleet Nee, op zoo'n manier wil ik nooit meer
lezen."
Ik zei: „Och, oompje, is dat waar? Dat ver.
wondert me toch zeer! Maar de grootste ge
leerde vergist zich ook wel eens." En zoo ging
ik door, Isegrim voor den gek te houden I
Zie neef, dat zijn mijn nieuwe zonden. Maar
ik zweer je, dat het ook mijn laatste zullen
zijn. Ik zal een nieuw leven beginnen."
„Uw zonden zijn heel groot, oom", zei Grim*,
beert „Maar *t is nu eenmaal gebeurd en wat
voorbij is, moet voorbij blijven, t Ergste van
alles is de geschiedenis van dén kop van Cu.
waert"
Zoo kwamen ze bij 'sKocolngs hof. Reinaert
trad door den kring van Dieren heen, tot hij
bij den koning kwam. Trotsch keek hij om
zich heen, alsof hij wou zeggen: „Wie iets te
gen- mij heeft, hij kome voor den dag!" Vele
dieren haatten hem, maar toch waren er ook
vele, die hem een goed hart toedroegen.
Reinaert vatte al zijn moed bijeen en sprak
tot den koning, terwijl hij op zijn knieën viel:
DE LIST VAN EEN ACTEUR.
De wereldberoemde tooneelspeler Tal ma
merkte eens weken achtereen op, dat telkens
wanneer hij speelde, een gebochelde steeds de
zelfde plaats innam in een dor avant-scènes
rechts van het tooneeL,
Deze kleine man lette aandachtig op Tal ma'
spel, en niet zelden gaf hij door gebaren zijn
afkeuring en ontevredenheid te kennen.
Herhaalde malen reeds had Talma zich voor
genomen volstrekt niet op dezen censor te let
ten en zijn aandacht onverdeeld aan zijn rol te
wijden. Dit bleek' echter onmogelijk, zijn oogen
richtten zich onwillekeurig naar de plaats,
waar de gebochelde zat. Dit maakte hem afge
trokken en dreigde een ongunstigen invloed op
zijn spel te gaan uitoefenen. Hij voelde het
zelf en besloot derhalve een einde te maken
aan zijn kwelling. Op zekeren dag bracht hij
een bezoek aan zijn plaaggeest
„Mijnheer" zei Talma, „ik kom n beleefd
verzoeken mij een grooten diens te bewijzen.
Ik wensch u volstrekt niet te berooven van
een schouwspel dat ge hartstochtelijk schijnt
te beminnen, maar ik smeek u ter wille van
mijn- geesteskalmte die ge zoo vaak verstoort,
een andere plaats in de zaal té kiezen, opdat
ik u op dezelfde plaats niet moer zoo gstadig
voor mijn oogen zal hebben; want ik moet u
eerlijk bekennen dat uw gebaren, uw houding,
ja uw geheele persoon mij dermate afleiden,
dat ik mij niet meer in staat gevoel te
spelen."
Deze kordate taal maakte echter niet den
minsten indruk op den gebochelde»
„Datspijt mij zeer", was het antwoord van
het mannetje, „maar ik ben zeer gesteld op
mijn plaats en het zou mij onmogelijk zijn er
afstand van te doen, zelfs niet om u een dienst
te bewijzen. Het doet mij innig leed, mijnheer
Talma, dat ik uw. verzoek niet kan inwilligen,
omdat ik u op mijn gemak wil bestudeeren.
Ik zal dus mijn oude plaats gehouden!"
Talma wist niet andere te doen don heen te
gaan, hoewel inwendig vernederd en woedend*
„Dat zal ik je betaald zetten, Bchobbejak",
zeide Talma tot zichzelf.
Rechtstreeks begaf de bekende acteur zich
„Goede koning en koningin! Ik wensch U toe
een scherp oog en een groot verstand, om te
onderzoeken, wie gelijk en wie ongelijk heeft!
Velen zijn er dïe zich andere voordoen, dan ze
zijn, o koning, Roe wenschte ik, dat leder op
zijn voorhoofd droeg geschreven, hoe hij was,
en wat hij gedaan had. Dan zoudt ge ook kun
nen zien, o koning, wat ik heb gedaan. En wat
is steeds mijn leven geweest? Ik heb me altijd
gewijd aan Uw belangen, o koning, en daarom
hebben enkelen mij bij U valach beschuldigd.
En luid roep ik: „Wraak over die valsch
aard»Ik hoop, dat U alle zra komende za
ken naar recht en billijkheid zult beoordeelen,
en dat Gij. U niet dioor leugens zult laten mis
leiden. Dat vraag ik U. Die schuld heeft, die
echame zichl"
Verbaasd keken alle dieren elkaar aan, om
dat Reinaert zoo stoutmoedig durfde te spre
ken. Maar de koning zei:
„Reinaert, dfoe nu maar niet zoo schijnheilig.
Al je mooie praatjes zullen je niets helpen.
Nog vandaag zal Je Je misdadeen met Je leven
moeten boeten. Veel zal ik niet meer zeggen.
Alleen nog dit: Je hebt je tot *s Koning» dienst
gewijd, zeg je! En Korbout dan en Cuwaert?
Neen Reinaert, de kruik gaat zoolang te water
tot ze breekt, en ik geloof, dat hij nu van
avond wel breken zall"
Nu werd Reinaert toch we! heusch beng.
Zoo had de koning nog nooit tegen hem ge
sproken 1 Was hij maar niet naar het hof ge
gaan!
Wordt vervolgd!.
naar de Comédieufrangaise, huurde de vijf ove
rige plaatsen van de avant-scène af, en be
steedde zijn dag om de kaarten met overleg uit
te deelen.
Nauwelijks was des avonds de zaal geopend
of een heer neemt plaats in de avant-scène.
„Zie eens, zeiden dé habitués van het orkest
tot elkander, mijnheer X (de gewone bezoeker)
zal van avond in goed gezelschap zijn! Zijn
buurman is ook gebocheld. Dat treft al zeer
aardig. Soort zoekt soort! 1"
De logo wondt geopend, een tweede heer
treedt binnen.
„Wat is dat, alweer oen gebochelde. Men
zou zeggen dat het erom gedaan isWat
zal X straks vreemd opkijken! Nu, drie is
scheepsrecht"
Een dealde persoon treedt binnen en een da
verend gelach begroet hem. Ook hij is ge
bocheld!
Kort daarop komt de vierde en eindelijk de
vijfde genoodigde van Talma, beiden zijn ge
bocheld, en nu is het een handgeklap en stam
pen allerwegen.
Het scherm gaat op, en de habitué-gebochel
de neemt zijn gewone plaats in. Men verwacht
te hem reeds met ongeduld. De geheele zaal
staat overeind. Met hoetra's en bravo's zonder
einde wordt X begroet Het was een gejoel en
gebrul dlat hooren en zien verging.
Bleek van woede gaat het mannetje zitten
te midden zijner gelijken, die verstandiger dan
hij, met het publiek mede lachen.
Gedurende de eerste entri-acte sloop hij on
gemerkt weg.
Men heeft hem nimmer meer gezien Tal
ma was gewroken! Mab.
j
BLOEMBOLLENTEELT.
De bloembollenteelt is in1 de eerste plaats een
Nederlandsche cultuur. In de zestiende eeuw
werden de tulp en de hyacint naar deze stre
ken overgebracht. Azië en Turkije zijn de Jan
den van oorsprong.
Het Nederlandsche klimaat schijnt bij uit
stek- geschikt te zijn voor dé bloembollencul
tuur. Maar ook de jarenlange ervaring der
kweekers geven ons land een grooten voor
sprong op andere landen.
Onze geestgronden achter de Noordzeedui-
nen zijn langzamerhand voor bloembollencul
tuur in gebruik genomen. Van het Marsdiep
tot de Zuidhollandéche eilanden treft men
de bloemvelden aan, maar meer in 't bijzon
der tuaschen Alkmaar en Leiden. Het middel
punt vormt de streek om Lisse en Hillogom.
Het voornaamste bolgewas is de tulp, maar
ook hyacinten, crocusoen, narcissen en sneeuw
klokjes worden gekweekt
In het voorjaar, omstreeks Paschen, ln *t
laatst van April, trekken de bollenvelden
steeds weer een groot aantal bezoekers, om te
genieten! van de prachtige kleurrijke velden.
Dit jaar was de bloeitijd, tengevolge van
het koude voorjaar, zeer laat en viel to '4 be
gin van Mei.
De teelt geschiedt voornamelijk om de bol
len, bloemen is bijzaak. De eerste snijbloemen
leveren nog wel wat op, maar later in den tijd
worden ze in groote massa op de mesthoop* ge
deponeerd.
Om die bollen is het te doem Die worden
naar verschillende landen uitgevoerd. In het
jaar 1860 bedroeg de exportwaardo der bollen
1 millioen gulden, in 1913 ruim 15 millioen
gulden. De uitvoer naar Engeland, Duitsotu
land en die Vereenigde Staten heeft altijd bcL
venaan gestaan.
De oorlog heeft de kweekers enorme schade
berokkend. De uitvoer heeft een poos bijna ge
heel stil gestaan. Na 1918 is er langzamerhand
weer verbetering ingetreden. Eir is gezocht naar
nieuwe afzetgebieden, die gevonden zijn In
Frankrijk en de Scandinavische rijken. M.
EEN NIEUW SOORT VENSTERGLAS?
Uit Amerika komt een bericht, dat een ge
heel nieuwe methode is gevonden voor het ma
ken van dikkere soorten vensterglas van prima
kwaliteit. De gewone vensterglassoorten worden
verkregen door het blazen van groote cylinders
van glas, waaruit men top en bodem weg
neemt om door krassen langs een beschrijven
de lijn van. zoo'n cylinder, week maken, van
het glas, ini een specialen oven en uit elkaar
trekken van den cylinder worden veelal nog"
met de blaaspijp geblazen, terwijl er ook fa
brieken werken, waarin machinaal zulke cy
linders worden gemaakt. In deze fabrieken
ontstaat nog veel afval, zoodat de concurren
tie met de oude methode nog niet al te scherp
is geworden.
De berichten wijzen erop, dat door Danner in
Utica (Ohio) een methode is gevonden om een
mooie en dikke kwaliteit glas te maken op veel
eenvoudiger manier. In een grooten oven wordt
het glas gesmolten en tot de juiste consistentie
gebracht. Op zij van den oven zijn boven elkaar
twee gleuven aangebracht, waaruit het glas,
dat op den juisten graad van taaiheid is ge
bracht, naar beneden kan vloeien, zoodat twee
dunne lagen week glas naar beneden zakken en
elkaar aanraken. Op dé plaats waar dit ge
beurt zijn een aantal gasvlammen opgesteld,
die het glas weer zoover verhitten,, dat een vol
ledige samensmelting van de beide lagen plaats
vindt. Het glas loopt dan tusschen rollen, die
de laag horizontaal doen liggen! op een horizon,
tale plaat, waarbij langzaam de noodzakelijke
afkoeling plaats vinctL
Men kan op die wijze per uur ruim acht me
ter glas maken ter breedte van' een meter of
van een en een derde meter.
Volgens de berichten krijgt men op deze wij
ze oen glas, dat mooier ie dan gewoon venster
glas, maar ook dikker. Of alle deelen van gelij
ke dikte zijn en of slieren geheel vermeden
worden, kan uit het gepubliceerde niet nage
gaan worden. Verder is ook niet eruit op te ma
ken wat de koeten zijn van dit nieuwe soort
glas. Toch is het van belang de nieuwe fabri
cagemethode in het oog te houden, daar meer
malen vindingen zijn gedaan op het gebied
der glasbereiding en verwerking, die een groo
ten stap vooruit hebben bedoekend, omdat het
mogelijk is geweest daarmee de voor de ge
zondheid nadeelige methode sterk te beperken
en tegen hagen prijs goede waar op markt te
brengen. Hbld.
PETROLEUM TEGENOVER BENZINE.
Het moderne autoverkeer heef -:n produc
tie van benzine en een verbruik erven veroor
zaakt, dat binnen vrij korten tijd een bijna ab
soluut tekort aan deze belangrijke brandstof
zal moeten veroorzaken. Vandaar de talrijke
pogingen om andere brandstoffen te vinden,
die ook in automotoren bruikbaar zijn en <öe
liefst goedkoop er zullen zijn dan benzine. De
prijs van benzine is nog niet hoog genoeg om
de pogingen algemeener en meer dwingend te
maken, maar toch wel hoog genoeg om voor
commercieel© ondernemingen uit te zien naar
goedkoopere brandstoffen;
Een dier plaatsvervangend ia de gewone
brandpetroleum, die echter in de gewone mo
toren niet bruikbaar is, zoodat speciale con
structies ervoor gemaakt moesten worden. Vol
gens een bericht uit Denemarken is daar een
bus geconstrueerd, geschikt voor het vervoer
van 20 personen tegelijk, die een specialen mö-
tor heeft, die op petroleum loopt en een snel
heid doet bereiken van 46 kilometers per uur.
Dit is voor een zware bus reeds zeer veel, voor
al op slechtere wegen, zooals we ze In ons
land maar al te veel bezitten. Men heeft een
proeftocht gemaakt van 270 kilometer en toen
een petroleum verbruik gekregen van 24 liter
per 100 K.M., of in ronde getallen een op vier.
De zware autobussen en vrachtwagens halen
in de meeste gevallen long niet een verbruik
van een hier benzine op vier K_M_ (al zijn som
mige autos' veel zuiniger). Men beeft uitgere
kend, dat het gebruik van potroloum bij die
bussen een besparing beteekent van bijna 5
kronen per 100 K.M. of bij den tegenwoordigen
stand van de krooo ongeveer f 220 per 100 KM.
Een groote busonderneming, zooals bv. die
van de Amstendamsche gemeentetram, kan
dus door gebruik van dergelijke potroleumxno-
toren een niet onaanzienlijk bedrag uitsparen,
terwijl de zekerheid bestaat, dat fSozo brand*
stof minstens zoo lang verkrijgbaar zal zijn als
benzine en door mindere vluchtigheid ook vedU
liger is ln het gebruik, terwijl de prijs zekc«
steeds lager zal zijn. Nh een dergelijke bus
golmatig in dienst is, kunnen or na korten tijd
betrouwbare Inlichtingen over verkregen wt*%
den, zoodat dan getoetst kan worden of de
eerste opgaven ook kloppen met jfle latere er*
varingen. Hhi&
EEN ALTOERSCH VOLKSVERHAAL.
De Minahasa, hte Noordoostelijk! deel van "I
eiland Celebes, een der vier Groote Soenda
eilanden, wordt bewoond door Alfoeren, die
nu grootendeels Christenen zijn. Maar de oude
volksverhalen leven nog voort en worden
gaarne verteld zoowel als aangehoord pp stille
avonden bü maneschijn..
Een dier verhalen willen we hier vertellen.
Motinrin* was getrouwd met de beeldschoon
ne Mogogunoi. Eni Matindas hield zoo bijreode*
veel van zijn vrouw, dat hij haar geen oogen,
blik alleen wilde laten. Maar hét gevolg hierw
van was, dat hij te weinig deed en nooit op
zijn werk was. Daarom maakte hij op voorstel
van Mogogunoi een goed gelijkend beeld van
haar; hij sneed het uit hout Dit beeld nam hij
overal mee en hij kon zich steeds verlustigen
in den schoonen aanschijn van zijn geliefde
vrouw.
Maar eens gebeurde er een groot ongeluk.
Terwijl hij op zee aan *t visschen was, sloeg
zijn boot om en Matindas redde met moeite
zijn leven. Maar hét beeld van zijn vrouw had
hij erbij verloren.
Het toeval wilde, dat de dienaren des kou
nings het beeld vonden. Zij namen het mee
naar hun vorst Zoodra de vorst het schoon©
beeld zag, verlangde hij het origineel als vrouw
te bezitten. Hij zond zijn dienaren het land
door om de beeldschoons vrouw te zoeken.
Eindelijk kwamen deze dienaren ook in het
dorp, waar Matindas en zijn vrouw Mogogunoi
woonden. Bij een hanengevecht waarnaar alle
dorpelingen waren komen kijken, werd Mogo
gunoi ontdekt door de dienaren des
en zij| zeiden tot haar, dat de koning spoedig
zou kamen om haar tot zijn dochter aan te ne
men.
Toen de koningsdSenaren vertrokken waren,
wilde hij met zijn vrouw vluchten naar het
bosch, want hij begreep wel, dat de koning
Mogogunoi niet als dochter, maar als vrouw
tot zich zou nemen, en dat hij, Matindas, ge
dood zou worden. Maar Mogogunoi vond haar
man erg dom. Zij zei tot haar man: ,Maak een
kist, zoo groot, dat een mensdh er gemakkefijk
in liggen kan. En je zult eens zien, hoe ik je
redden xaL"
Aldus geschiedde,
Toen de dienaren van den koning btj dezen
terugkoerden, met de mededoeling, dat zij de
schoone vrouw gevonden hadden, die de vrouw
van Matindas was, besloot de koning Mogogu
noi zelf te halen. Hij trok imet zijn krijgslieden
op weg, die bevel kregen, Matindas te' dooden,
zoodra rij hem zagen.
Maar Matindas had zich in de kist verborgen
en zijn kleeren aan den wand opgehangen.
Mogogunoi zelf zat op fle kist, waarin haar man
zich verborgen! had.
De koning kwam ln het huis, waarin Matin
das en zijn vrouw woonden, zijn gevolg had hij
buiten gelaten, zoodat hij zich alleen bevond
met de begeerde vrouw.