ROMMELKRUID. eischt in het voorjaar tijdens den bloei een ruime watervoorziening. In de zomermaanden, wanneer de planten voel behoeven, Itot vorming van raservevoedsol wordt eveneens ruimschoots gegoten. In heil najaar steeds minder en in den winter1 als de rusttijd daar is wordt heela-, maal niet gegoten. Cactus-soorten worden voor het groote mee- rendeel in den winter heelemaal niet gegoten. Staan ze in den zomer buiten, dan krijgen ze veelal hemelwater genoeg. Cyperus, die men ook veel in de kamer aan treft, behoeft echter weer heel veel vocht, juist omdat het een moerasplanlt is. Dit zijn nu slechts enkele voorbeelden uit vele. Deze aangehaalde voorbeelden spreken echter genoeg voor zich zelf en kenmerken ge noeg het onderlinge verschil. Iedere plant wordt alzoo naar haar aard verzorgd. Elke liefhebber nu, ook al is zij of hij overigens geheel onkundig op dit gebied, zal met geattadL ge opmerkzaamheid kunnen gadeslaan, hoe zeer verschillend het water-geven moet toege past worden. Immers, als we toch deze verschillende plan ten, die we hierboven noemden, volgens den zelfden maatstaf zouden behandelen, zou heit zeker niet uitblijven, of de meesten zouden ten gronde gaan. Uit „Onze Kamerplanten'. Wordt vervolgd. K. VAN KEULEN, Tuinbou wvak ond erwij zer. KWAKZALVERIJ. Kwakzalverij is al zoo oud als het mensch- doin zelf naar alle waarschijnlijkheid. De eeu wen door heeft de menschheid baalt gezocht bij allerlei middeltjes, tegen ziekte. Ook tegen woordig. wordt nog zoo gemakkelijk geloof ge hecht aan wonderbaarlijke geneeswijzen, die aile meer of min met een soort geheimzinnig heid zijn omgeven. En menigeen, die geen baat vindt bij den geneesheer, wendit zich in wanhoop tot den kwakzalver, die gewoonlijk ook geen blijvend resultaat geeft. En als er een enkele maal wel genezing volgt of schijn bare genezing, dan is het nog de vraag, of de want hij was hongerig. Ik gal hem toen een paar pannekoeken met boter besmeerd. Lam- preel at zich dik en liet een paar kruimeltjes vallen. Mijn jongste zoon Rossel wilde de krui meltjes opeten, maar Lampreel sloeg hem zoo hard op zijn kop, dal het bloed hem uit den mond- stroomde. Mijn oudste zoon Rolnardi ne wilde zijn broertje wreken, en greep Lam preel bij de ooren. Zeker zou hij hem ver moord hebben, als ik niet tusschenbeide was gekomen. Ik strafte Reinardine en hielp zoo Lampreel. Wat deed echter Lampreel? Hij holde naar den koning en zei, dat ik hem heb willen vermoorden! Luister verder, Oom! Daar kwam Corbout de Kraai aanvliegen. Hij keek heel verdrietig. „Wat scheelt er aan?" vroeg ik. Hij antwoord de: „Helaas, mijn vrouw is gestorven. Zij wil de eten) van een dood dier, dat vol wormen zat Ze at zooveel dat ze gestorven is." Zonder meer te zeggen, vloog hij weg. En nu zegt hij, dat ik zijn vrouw vermoord heb. Hoe zou ik dat ook hebben kunuen doen? Zij vliegt hoog in de lucht, en ik kruip laag op den grond. Zie oom, zoo zei ik tegen mijn oom Martijn, zoo spreekt men kwaad van mij. Maar och, misschien is t de straf voor mijn nadere zonden, misschien zou de dood goed vooa* mij zijn!" Toen zei de Aap tegen me: „Neef, ga naar kwakzalver dit heeft weten te bereiken, of daft aDdere oorzaken' in 1 spel zijn. H'eti is too inoei- I lijk te controleeren. j Indien in den tegenwoordigen zoogenaamden I verlichten tijd de kwakzalverij nog welig tiert, hoeveel Ite erger moet 'heft dan; vroege^ geweest zijn, toen de mcnschen nog veel meer in allen, lei soort bijgeloof gevangen zaten, Het aantal onfeilbare middelen was vroeger geweldig groot Tegen kiespijn stopte men weegbreewortels in heft oor. Tegen steenpuisten gebruikte men hei zaad! van akeleien ei* hondse drafthee werd tegen binnenkoorts aangewend.' In vele gezinnen had men vroeger steeds een middeltje bij de band tegen zwerende won den. Helt besiond uift een fleschje slaolie, waan. in men eenige veenmollen, een afschwuelijke groote kever, had laten verteren. Het was een vies en stinkend medicijn, maar een wond of zweer werd getrouw ingesmeerd met het stin kende vocht Voor rheumatiek hielp een soort olie, welke verkregen werd door groene kikkers levend in een nieuw pannetje te braden. Deze olie was niet bestemd om de rheumatische plekken mee te wrijven, maar voor inwendig gebruik. Om nog een smakelijk medicijn te noemen, iegen kinkhoest bedtond een onfeilbaar middel, dat slakkenmelk heette. Men kookte slakken in melk. Deze melk werd daarna gezeefd en toe gediend aan den lijder aan kinkhoest, Een uitgekauwde tabakspruim deed dienst voor uitwendig gebruik bij maagkramp of buikpijn. Ook gebruikte men als amulet, aan een touw tje, om den hals gedragen, oen paar molle- pootjes, en wel zoodanig, dalt de pootjes juist op het halskuiltje hingen. Ook dienden voor hetzelfde doel, maar dan in een linnen zakje, de gehoorbeentjes van een varken. En dan het universeele middel tegen keel pijn, dat hier en dioar mojg heden ton dage wordt aangewend, nl. een kous, die men zelf overdag gedragen heeft, 'snachltb om den hals te binden. Vooral een wollen kous, op een hoe ten zomerdag gedragen, was «au probaat mid del. Ook helderziendheid was iets, waalton jfterk geloofd werd, en dat hem, die over deze gave beschikte, macht gaf in sommige gevallen on heilen te voorkomen. De helderziende zag vooraf dat een ziekte zou komen, en kon dooi belezen en bestrijken de ziekte afwenden. Wie met een helm geboren was, welke niet volgens bepaalde regelen was afgenomen, en den koning en bewijs je onschuld!" Ik ant woordde: „Ik durf niet, oom, want ik heb mijn pelgrimsreis niet gedaan" „Wees niet bang," zei Martijn verder, „voor die pelgrimsreis zal ik wel zorg dragen. Ga maar gerust naar den koning. Aan het hof zul je vinden Ruikenauw, mijn vrouw, en nog veel meer van mijn fa milieleden. Die zullen je wel helpen, Mocht 't gebeuren, dat je toch gestraft wordt, zendt mij dan een bericht (als ik- voor je pelgrimsreis in Rome ben) dan zal ik alle andere dieren straf fen. Maar vraag eerst recht van; den koning. Dat zal hij je niet weigeren!" Alle dieren keken verbaasd naar Reinaert, Deze ging verder: „Toen mijn oom me dat zeldo, o koning, ben ik gerust en verblijd naar U toe gekomen. Ik heb U nu de volle waarheid gezegd. Én wie mij nu nog aanklaagt, daag ik uit tot een ge vecht op leven en dood. Sr moet nu eenmaal klaarheid zijn!" Ontzet keken alle dienen den leugenaar aan. Het konijn en de kraai slopen stilletjes weg. „Tegen zoo'n valschen leugenaar kunnen wij toch niet op, Ts voor 011» maar beter, om wég te gaan, want tegen hem kunnen we lans Jnooii verweren. Die schelm!" Isegrim en Broun, die de Kraai en Sé! Kb* nijn zagen weggaan, werden angstig daarover. verbrand, kon verschillende dingen vooruit zien. Zulke menschen werden heel vaak go* plaagd met zoogenaamde voorstormen of voor- spooksels. Een camp werd door hen reeds ge- ruimen tijd te voren waargenomen. Maar meestal hoorde men zooki verhaal pas, nadat de ramp reeds had plaats gehad. Het waren deze helderziende menschen* di» met bijgoloovige vrees aangekeken werden dooi jong en oud. En zij waren het ook, die meestal als kwakzalvers optraden. De duivel was ook vaak in '1 speL Sommigen beweerden hem in hoogst eigen persoon te hebben gezien. Meestal trad de duivel op in de gedaante van een hond met geweldig groot® vurige oogen. Het is nog niet zoo heel veel jaren geloden, dat wij hoorden vertellen door een ouden man, die eenzaam woonde in ech huisje ver buiten bet dorp op de heide, hoe hij 's avonds won derlijke dingen beleefde. Soms werd hij met zijn stoel en al opgenomen door een onzicht bare hand en tot den zolder opgebeurd, om daarna weer bedaard neer te zweven op den vloer. Soms ontving hij ook stompen en trap pen van een onzichtbaar wezen. De man was een eenzame zonderling en werd door de dorpelingen zooveel mogelijk ge meden. Men nam algemeen aan, dat bij met den duivel in verbinding stond En niemand waagde het 's avonds in 't donker bij zijn huis je te komen* Bij het vee werd hij nog wel eens geroepen, als er een dier ziek was. Want hij heette een knappe veedokter te zijn. Meestal sneed hij een ziek dier in 't oor of gaf het op andere wij ze een aderlating. Hij werd alleen overdag bij een ziek dier gehaald, in den nacht durfde nie mand hom halen. M. i STOTTEREN. Stotteren is niet het gevolg van eenigi afwij king, der spreekorganen, maar berust op een onregelmatige samentrekking der spieren, die bij het spreken gebruikt worden. Hierdoor kun*, nen stotteraars niet steeds een klank onmid dellijk aan een voorgaanden doen aansluiten. Heel vaak kunnen stotteraars wel vlot spre ken, als zij alleen zijn, wat er wel op wijs7, dat de spraakorganen wel in orde zijn. Ook zingen en declameoren kunnen zij soms goed. Maar zoodra zij in gezelschap zijn, begint het, «n vooral wanneer zij aangekeken worden. Om bet een stoteraar 000 aangenaam mogelijk te maken doet men dan ook 't verstandigst hem De koning zei: „Als iemand Reinaert wil aan klagen, hij trede vooruit Reinaert zal zich verantwoorden." Reinaert sprak: „Zie Sire, stilletjes zijn ze weggeslopen. O, nu blijkt duidelijk, welke leu genaars Kbrbout en Lampreel zijn. Maar, hoe ze mij ook belasterd hebben,.toch zou ik ze, als zo mij vergiffenis vroegen, 1 dadelijk geschon ken hebben. Nu niet meerl Aan U, o koning, laat ik 't met een gerust hart over, mij te wreken." „Hoe dit ook mag zijn," zei koning Nobel, „één misdaad moet ik U nog ten laste leggen, Reinaertl En- dat is deze: ge hebt Cuwaert ver moord. Wat zegt ge hierop? Ontkennen ktrnl go dat niet, want Bellijn, de Ram, heeft mij alles gezegd, en ook beeft hij me verteld, wal hij zou krijgen als loon voor zijn boodschap 1" Nu werd Reinaert heel angstig. Hij wist niet, wat hij zou zeggen. Hij zag, dat alle dieren me» nieuwsgierige gezichten naar hem keken, om dat ze verlangend waren te hooren, hoe hij zich zou redden. „Spreek schelm" riep de koning boos. Rei naert was verslagen. Hij zuchtte diep, zód <0ep, dat Broun en Tsegrim hwn dapper uitlachten. Wbrfli vervolg!! onder het spreken niet aan te kijken en zijn oogen ergens anders op te richten zonder te laten hlijken, dat men dit opzettelijk doet. Het meest komt stotteren op jeugdigen leef tijd voor, vaak is de stoornis erfelijk. Hoe lan ger het stotteren heeft bestaan, hoe moe'lijkor de genezing is. De geneeswijze berust op bel langzaam in- en uitademen, waarbij geloerd wciat bet ademhal ingsmechanismu te bi beer- 6cl-.em Daarna volgen streng inetjodlscho spreekoefeningen, die vooral bij volwassenen' lang volgehouden moeten worden* Kinderen leeren ook vaak stotteren van hun kameraadjes, die het doen. En na sommige ziekten, als mazolen en diphteritis treden 6oma ook verschijnselen van stotteren op. Bij Mn- deren is stotteren vaak al te leeren door ze langzaam en rustig te laten spreken en zoo noodig voor ieder woord een oe te laten zeg gen. Het beste is naituurlijk de buig van «en specialiteit in te roepen. Maar men wake er vooral voor streng op te treden tegen stotterende kinderen of ze uit lachen, want hierdoor wordt de kwaal eerder verergerd dan genezen. M. BIJVERDIENSTE. Een groot aantal huisvaders tracht er op «en of andere wijze walt bij te verdienen, om zoodoende niet alleen een boterham itie hebben, maar ook wat erop. De zonderlingste combina tie van hoofd- en nevenbetrekking, waarvan we ooit hebben geboord ol gelezen, heeft zich Sn Oostenrijk voorgedaan, ongeveer in *t inidr den der vorige eeuw. Het gebeurde, dat op zekeren dag een Engel- scho familie in een bosch door r00vers over vallen werd. Alle kostbaarheden werden door de bandieten meegenomen en op bevel van den rooverhoofdman zouden allen gedood wor den. De vrouw van den Engelse hman bad vu rig om genade voor haar man, ach zelf en de andere reisgenooten, wat in zoo verre het me delijden bij den aanvoerder der bende opwek te, dat hij bevel gaf de vrouw te sparen. Maar de mannen werden gedood. De roovers verwijderden zich en de vrouw wist met haar rijtuig heft naastbijgelegen dorp te bereiken. Den volgenden dag was een Zondag. De En- gelsche daiqe bleef dien dag in bet dorp en ging er ter kerke. Maar hoe schrikte zij, toen ze in den dominé den rooverhoofdman van den vorigen dag herkende. Terstond veriiet zij de kerk en vervoegde zich bij den rechter, die echter geen geloof kon slaan aan haar verhaal. De predikant stond bekend als een vroom man, op wiens levenswandel niemand ooit iets aan te merken had. Die zou toch niet in zijn vrijen tijd voor roover spelen! Maar do vrouw hield met alle beslistheid •haar verhaal vol en zei, dat vergissing buiten gesloten was. Om haar te bevredigen, liet de rechter een huiszoeking doen bij den geeste lijke. En werkelijk vond men in een geheime bergplaats groote sommen geld, wapenen en rooverkleeding. In deze laatste herkende de Engelsche dame de kleeding van den roover hoofdman. De predikant werd gevangen genomen en ter dood veroordeeld. Maar niemand heeft kun nen begrijpen, hoe een geestelijk© er toe had kunnen komen weerlooze reizigere te beroo- vcn en te dooden. fil KUNSTPANEL OF ECHTE. Zooals bekend is, wordt veelal aangenomen, dart, parels ontstaan binnen bepaalde soorten oosters, wanneer een mechanische verontreini ging het weefsel binnendringt, of wanneer een wormpje, dalt tot blaas- of lintworm uitgroeit, in een der talrijke vischsobirten, die van oes ters leven, tot in het weefsel is doorgedrongen. Menigmaal heeft men geprobeerd parelen te do-m ontstaan door een klein scherfje parel moer of et n stukje metaal ite leggen tu&schen lijk© vijanden aanvoeren* vermeden kunnen worden. Verder ia het daardoor mogelijk te zorgen, dat in den winter do kooien zoo diep zakken, dat de oesters niet van koud© ite lij* den hebben. Men heeft reeds op verschillend© plaatsen de methode ingevoerd, on aast uü naar meer geschikte stukken kust. Het ia reeds gebleken, dat de allerbeste ken ners deze soort van parels niet kunnen ondecw. scheiden van de andere echte. Men be«ft hiear trouwens niet met een kunstproduct He doen, daar de fabrikant" alleen maar heef# gezorgd dat de pest er» in staai worden gestold' om langs volkomen natuurlijken weg de parels voort te brengen, terwijl hij d© canstapdighet. den, waaronder do dieren leven* zoover heeft verbeterd., dalt de productie hem beJoont voor allo moeite en kosten. Vergelijkt men de kwestie van des® p&rejte met die van de synthetische odelsteenen* dan vallen de verschillen direct duidelijk op. Ook de synthetische edelsteen heeft precies de sa menstelling van de echte, maar verschilt in dit opzicht, dat de ocnvermijdelijkö (en noodza*. kelijke) luchtblaasjes anders van vorm zijn dan bij de in de natuur aangetroffen sieenen, zoodart de kenners ©ogenblikkelijk de op pervlakte zien of men met een synthetisch of een naturlijk product Ite doen heeft Nu de kenners dit niet kunnen zien bij deze soort pa», reis en deze werkelijk op gelijke wijze gegroeid zijn als de „echte", zal vermoedelijk de qua«fl- tie of deze parels gelijke waarde hebben als de „echte" niet opgeworpen worden en kun* nen worden, Hdbld. DE GROOTSTE SCHOUWBURGEN DER WERELD. ^venals de eerste sporen der moderne dra matische kunst in Italiö gevonden wonden, zoo schijnt ook de eerste vaste tempel, die aan die kunSfc werd gewijd dn Italië te zijn ge sticht Reeds in den aanvang van de zestiende eeuw werden aldaar gebouwen opgericht* die met het volste recht den naam van schouw burgen kunnen dragen. Twee van die gebou wen uit de zestiende eeuw bestaan nog, nl de schouwburg Farnèse Ite Panna, die 4500 toe schouwers kon bevatten en die van Vicenza, door Palladio gebouwd* welke op kleinere schaal een nauwkeurige navolging was van de schouwburgen der buden. AI spoedig echter liet men deze bouworde varen die in geen deele geschikt was voor de eischen der nieuwe tooneelspoelkunsl en men bouwde inplaats van de amphitheaftergewijae zitplaatsen der Grieken en Romenien, rijen ters anders ite organiseeren. Men laat horden 1 loges of balcons, terwijl die tooneelroimten wer ven bamboe op de juiste diepte en in het juis- den uitgebreid. te water aanbrengen en hierop zetten de j In de zeventiende eeuw bad reeds tedere kleine oestertjes zich vast. Op bepaalden ItijdItaliaansche stad' haar schouwburg, worden deze bamboehorden weer omhoog ga- j De eerste Fransche schouwburg die een buV haald (door duikers of liever door duiksters, tengewone vermelding verdieni was die daar juist meisjes daarvoor geschikt bleken welke Ricbelieu deed bouwen in den link er- te zijn) en worden ze overgebracht op borden vleugel van het Palais-Royal, dat naar zijn van kippengaas, die in een kooi van dit mate- bewoner toen nog den mmm droeg van Palais- riaal boven elkaar aangebracht zijn. Deze kool CardinaL beschermt! de oesters tegen hunne vijanden, Merci er was de architect van die aaal, waar- die anders den oogst heel wat minder zouden aan jaren lang werd gewerkt en die 200.000 maken. Het is noodig om die kooien telkens kronen of ongeveer 300.000 gulden kostte, voor weer omhoog te halen, omdat de groeiende dien tijd een enorm bedrag, oestertjes telkens grootere ruimte noodig hebu j In hert timmerwerk werden achl eikenboo» ben om elkaar nieft in groei en in het verkrij- men gebruikt, elk 120 voet lang, die uit de ver gen van de noodig» hoeveelheid, voedsel ter schillende wouden van het rijk met zorg wa- hinderen. Dit ophalen gaat vrij gemakkelijk, ren gekozen. Acht duizend livres werden aL omdat de kooien opgehangen zijn onder, groo- leen aan het vervoer van deze woudreuzen ten te vlotten. Dit maakt ook mogelijk om de die»- koste gelegd. Het plafond der g*»# door Le ren steeds op de juiste hoogte te houden en «naire beschilderd* vertoonde ïn perspecMef om allerlei aanvalleffi die op den bodem hul», een lange ordonnantie van Körinthische ko zen, af te weren. De kooien en oester» worden lommen, die een zeer hoog gewelf dïroegen, zoo ook regelmatig schoon gemaald, hetgeen opkunstmatig bestraald, dart hei inderdaad den groei en den levensduur der oesters een scheen te bestaan* «n Hu» oogenschljnlljk de schelp en mantel van zoetwateroester» en latey ook met andere soorten. Telkens bleek dat men «en onvolledige parel kreeg, die alleen voor speciale doeleinden als versiersel gebruikt kon worden en die dus veel lagere waarde bad: dan een complete parel. Ook in den natuurlijken staat ontstaan dergelijke halve parels wel, doordat tusschen mantel en schelp verontrei nigingen van allerlei aard gekomen zijn. De echte parels bleken gevormd te worden binnen in heft weefsel en wel in speciale blaas jes, die bedekt zijn met epitheelwefsel. Hoe •en dergelijk blaasje ontstaat is niet bekend. Een Japansche onderzoeker heeft echter ©en methode ontdekt, waardoor het mogelijk is ■dergelijke parelblaasjea van' de een© oester over te brengen in de ander© ©n heeft daar door een industrie gegrondvest, die langs kunstmatigen weg echte parels doet ontstaan. Hij legt een klein stukje parelmoer tusschen mantel en schelp van een oester (Meleagrina Martensi) zoodat hieromheen parelmoer afge zet wordt en helt dus zeker is, dat de huid op die plaats de eigenschap heeft om veel parel moer af te scheiden. Hij neemjt nu de oester voorzichtig uit de schelp, snijdt het de©l van de huid, daft de halve parel vormde los en naait dit om een bolletje van perlmoer heen. Na deze operatie neemt hij een (tweede oester van genoemde soort, opent de schelp ervan tot voldoende wijdte en maakt in de huid een kleine snede, waardoor hij in Staat is om het gevormd® zakje onder de huid te brengen. Hij haalt de draadjes daaruit en brandt de wonde schoon (hij werkt natuurlijk geheel aseptisch bij al die operaties), waarna de oester weer in zee gebracht wordt Toen deze onderzoeker met zijn methode be gon, kreeg hij nog meermalen slecht gevormde parels, omdat hert blaasje niet behoorlijk van vorm was. Later leerde hij d« techniek beter en gelukte het volkomen ronde parels te krij gen, tenminste in de meeste gevallen. Ook zij ne helpers zijn in de speciale techniek inge wijd. Het succes schijnt ook af te hangen van de plaats waaraan het zakje is ontleend! en waar het geplaatst wordit, van den leeftijd van de oesters, etc. Als beste leeftijd wordt drie jaar genoemd, terwijl het blaasje zeven jaar moet zitten, omdat de gemiddelde levensduur dier oesters op elf tot (twaalf jaren wordt ge- schalt en men dus na ongeveer zeven jaar veel kans heeft, dat door afsterven van het dier ook de parel en alle moeite en kosten verloren ia. Om een voldoende opbrengst rte krijgen bleek het noodzakelijk de geheele cultuur dier oes- goeden invloed uitoefent Het aanbrengen aan vloftten geeft verder hel zeer groote voordeel dat alles verplaatsbaar 1b, zoodat de stroomingen, die soms zeer gevaat. zaal buitengemeen verhoogde. Deze zaal werd eersrt in 1661 voor hel pu bliek toegankelijk gesteld, toen ze door Lode- wijk JÏV aan Molière wttrd ^g&aftfaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 12