DE STICHTING VU HEW-YOSK. G. ANNEVELDT, g; Uitgevers i N.V, v.b. THAPMAN Go., Scbagen EERSTE BLAD. Binnenlandsch Nieuws. Woensdag 4 Juni 1924. SCHAOER 678te Jaargang. No. 7445. COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in hot eorstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKEN1NQ No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prij9 por 3 maandon f 1.05. Losse nummors 0 cont. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iodoro regel moor 20 cent (bowijsno. inbogrepon). Grooto lettors worden naar plaatsruimto borekond. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Het is drie eeuwen geleden, dat de „Nieuw Neder land", een schip der West-Indische Compagnie, ge vestigd te Amsterdam, bet anker liet vallen aan den mond van de Hudson, daar waar nu de „Battery" te New York City is. Nu zou men zoo zeggen, dat. indien eene te Am sterdam gevestigde firma 'n schip uitzond, met emi granten, om zich aan de Hudson te vestigen en daar in Nieuw Nederland een Nieuw Amsterdam te stich ten er verder niet over gepraat behoeft te worden, dat Nieuw Amsterdam, het huidige New York. door Nederland gesticht is. Daar woei aan de Hudson in Mei 124 de Statenvlag (Prinsenvlag) Orange, blan- che, bleu. In onze dagen echter nu er sedert 1830 een België is. bestaande uit een onderdrukt Vlaanderen, een parmantig Wallonië en een bedillend Brussel, rusten zekere Belgen niet, vóór dat ze bewezen heb ben, dat de Belgen New York gesticht hebben. Ze praten dan ook niet van Nieuw Amsterdam, doch van New York, ofschoon deze naamsverandering ve le jaren later plaats bad. De geel-rood-zwarte Belgenvlag, in 1830 door de Coburgers gecreëerd, heeft natuurlijk behalve se dert 1830 van de Belgische consulaten nooit aan de oevers van de Hudson gewapperd. Wat eene dwaasheid van de Belgen om zich te tooien met veeren van een ander. Daarmede maken ze heusch hun historie niet belangrijker of mooier, integendeel, gaat men onwillekeurig zeggen: wat waren, de Belgen in 1624? en men zal tot de conclu sie moeten komen: „getrapten door eene vreemde overheersching". Hoe komen zij dan aan die pretentie? Doordat zij nu ophemelen, die Belgen, welke in 1624 te veel rug- gegraat hadden dan dat zij met de voorouders der heeren, die nu zoo'n drukte maken, wilden blijven knielen onder juk en kruis. Wat blijft er dan van al die drukte over? Een wrange bijsmaak. Zeker, de lieden, die van de Nieuw Nederland aan den oever van. de Hudson landden, waren geboren in Wallonië, dus in het land dat tot het huidige Bel gië behoort. Zij waren geboren in de zoogenaamde Nederlanden, maar hadden daar geen vrijheid van persoon en geweten kunnen vinden, omdat hunne broeders in die Zuidelijke Nederlanden het verzet tegen overheerschers en Inquisitie niet vermochten vol te houden. Daarom waren zij. uitgeweken naar dat deel der Nederlanden, waar de burgers meer rug- gegraat bezateh en waar gewetensvrijheid als het schoonste goed werd beschouwd. Laat ik hier meteen zeggen, dat wij in de Noorde lijke Nederalnden. in ons tegenwoordige Koninkrijk der Nederlanden, ontzettend veel te danken hebben aan al die uitgewekenen uit het Zuiden, uit het hui dige België. De Wallonen zoowel als de Vlamingen, die zich gedurende den 80-jarigen vrijheidsoorlog in Noord- Nederland gevestigd hebben, hebben enorm veel bij gedragen tot den groei en bloei der Republiek der Vereeiiigde Nederlanden. Doch die uitgewekenen, hetzij Vlamingen of Wa len, werden dan meteen Noord Nederlandsche bur gers. deden mee met Noord Nederlandsche daden. Zij streden voor de vrijheid van hun nieuwe vaderland en voor zijn grootheid. Zij associeerden hun kunst, hun wetenschap, bun energie aan die hunner nieuwe landgenooten, zij bevoeren onder de vlag der Republiek de wereld zeeën. terwijl in het Zuiden op hun geboortegrond:, dat zij verlaten hadden, de Spaansche en Ooeten- rijksche vlaggen van de torens der steden woeien. Zoo ontstond voor de jonge republiek de Gouden Eeuw. De West-Indische Compagnie, die Amsterdamsche onderneming, zond een schip, de Nieuw Nederland uit. Wallonen wenschten van de gelegenheid gebruik te maken, om zich in Nieuw Nederland onder de vlag der Republiek te vestigen. Zoo vertrokken Waalsche emigranten onder leiding van Jesse van Forest naar de Hudson, om daar als goede burgers der jonge Ne derlandsche Republiek te arbeiden en te leven, pro- fiieerend xan geloofsvrijheid en al datgene wat hun lief was. Zoover ik indertijd in Albany, de hoofdstad van den Staat New York, heb vernomen, zijn Jes9e de Forest en zijne Wallonen niet eens op de plek waar Nieuw Amsterdam verrezen is, geland, doch juist daar waar het huidige Albany is. Albany heette vroeger Fort Oranje. Dit fort Oranje leeft; nog in de traditie der inwoners van Albany voort Zoo heet de exclusieve club ih Albany: Fort Oranje Club, waarmede de stichters wilden aantoonen, dat nu maar niet de eerste de beste emigrant lid kon worden doch slechts afstammelingen van lieden, die reeds lang in Amerika gevestigd zijn. Ik heb daar m die I- ort Oranje Club tot vervelens toe moeten luis teren naar do stamboomen der leden en kon dan nooit nalaten te denken: „Mijn hmel, inj dit democra tische Amerika zijn de menschen nog veel ijdeler op afkomst of vermeende afkomst als in Europa." Dat kan lk U wel vertellen, als al die lui, die mij verte den, dat zij van de Pilgrim Fathere, die met de Mayflower van Plymouth naar Boston- in Amerika gekomen zyn. afstamden, werkelijk dit deden, dan zou de Mayflower inplaate van het leuke primitieve kleine schuitje een reusachtige mailboot geweest moeten zijn. Trouwens, democratie: had je me maar! Wie zijn er naar t Hof in Buckingham Palace geweest: Mrs. onowden. Mrs. Thomas, juffrouw Thomas, vrouwen en dochter van sociaal-democratische ministers. Niet dat ik het er niet volmaakt mee eens ben. Ik \ind, men kan altijd naar de feesten van het Staats hoofd £aan. dat heeft met politiek niets te maken. Ik hïï/JL Sandard- dat het Mrs. Snowden n an dat ze zich best geamuseerd heeft. "llendien is ze gecharmeerd geraakt van Koning rin ^orjln*Pn: dl€ zoo vorstelijk en toch zoo eenvoudig en joviaal zijn, kunst, dat begrijpt die brave juffrouw Snowden ook wel. Dat is het z.g.n. blauwe bloed. In Amerika echter bemerkt men van dat blauwe bloed heel weinig. Het gros der Amerikanen is hoogst ongemanierd en bet is soms alsof de fijnbe- schaafden, die men er ontmoet, zich ongelukkig voe len, doch bet niet willen .laten bemerken. Wanneer men fijnbeschaafde in gezelschap van de onbehou wen Amerikanen ontmoet, dan overbluffen de laat- sten de eersten en zoo blijkt alweer dat het gemak kelijker is de zaak naar beneden te balen dan naar boven te hijschen. In Albany zelf zijn alle gebouwen uit de dagen der Nederlandsche bezetting verdwenen. Dicht bij de rivier vindt men nog gedenksteenen, die U vertellen, dat daar de oude waag en beurs stonden, maar het is allemaal verdwenen. De oud ste gebouwen die men er vindt dateeren uit den tijd van de Engelsche bezetting, voor de Vrijheidsoorlo-- gen, maar ook deze, z.g.n. Georgian Houses. vallen steeds weer onder uitbreidingswëede. Nu begint men er in Amerika wel spijt van te krijgen, doch het lé In Amerika bevindt zich de prachtige bibliotheek Helaas zijn de meeste alleroudste documenten, over eenkomsten met Indianen, door een brand verwoest. Maar er zijn nog manuscripten van Struyvesant, den bekenden gouverneur, met bet houten been, te vin den. Wel beschadigd, maar nog leesbaar. De Belgen zijn nu zeer ingenomen met hunne viering der stichting, maar het schijnt dat de Ame rikanen toch niet precies wilden trappen in de her in neringsdata, zooals de Belgen dat zagen. Hoe kan dat ook. De Belgen, roomsch-katholiek, willen daar vieren eene typisch Calvanistische stichting. Die Jesse de Forest was een vurig Calvanist. Die menschen stichtten hun kerk en nu, na 3 eeuwen zijn de afstammelingen nog trouw aan die kerk. De Amerikanen vieren die stichting ook als Cal vanistische, als Protestantsche stichting. Er is voor de Belgen wel een bijsmaak aan te lezen, dat de ge denkmunten, die de Amerikanen hebben laten slaan de beeltenis toonen van 2 Protestanten bij uitne mendheid: Willem de Zwijger en admiraal de Colig- ny. Beide helden, verloochend door de voorouders der huidige Belgen. Beide Protestantsche prinsen, die leven en goed feil hadden voor de gewetensvrijheid der naties. Prinsen in de ban gedaan door den Paus, die aan degenen, die ben zou dooden, bij voorbaat absolutie schonk. Kan men nu dwazer vertooning hebben dan dit pronken der Belgen met bun roemzuchtige voor ouders, die New York gesticht hebben? De Belgen kunnen trotsch zijn op die lieden, die in het einde der 16e en begin der 17e eeuw het huidige België verlieten om zich een nieuw vaderland te kiezen. Zij hebben ons niet hun slechtste burgers gezon den en wij, Hollanders, zullen goed doen dat altijd te erkennen, dankbaar en voldaan. Maar de Wallonen hebben niet aan de straten m Nieuw Amsterdam de namen gegeven van Batterij, Bouwerij, Breéstraat en Walstraat, de hedendaag- sche Batterie, Bowerie, Broadstreet en Wallstreet. De Wallonen hebben het plaatsje aan de Hudson vlak bij Albany niet Kinderhoek genoemd. Kinderhoek is geen Waalsch, maar Hollandsch. Het waren geen Belgen, die Jesse van Forest en zijne Waalsche makkers met hunne vrouwen en kinderen, maar Nieuw Nederlanders, „Empire Buil- ders" zouden de Bngelschen hen noemen. Lieden, die het avontuurlijke lot van pionier in een nieuw werelddeel onder Holandsche vlag prefereerden bo ven een geestelijk geknecht zijn op hun geboorte grond. Zij vonden vrijheid van geest en beweging in de Noordelijke Nederlanden en onder de bescher ming der vlag der Republiek, een nieuw vaderland aan de overzijde van een wereldzee. Zij gingen, moedig als zij waren, aan boord van dat betrekkelijk kleine vaartuig, aan boord var die „Nieuw Nederland", een notedop schier, en trotseer den gevaren van reis- en pionierschap, omdat zij vertrouwden in hun geloof en in God. Zij verheugden zich reeds op het stichten van hun eigen kerk daar in het Nieuwe Nederland, waar gewetensvrijheid als de schoonste leuze gold. Het doet belachelijk aan in een Belgisch' blad, r.aar aanleiding van die stichting van Nieuw Amsterdam te lezen: „Tel ce New York, qu' une fortune éton- nante unit l'mtrépidité et 1'énergie des BeJges, il y a trois cents ans." De energie van de huidige Bel gen bestond in het buigen onder juk en kruis. „Die" energie leeft nog voort in hun huidigen taal strijd, die begonnen is toen de dappere zonen uit weken en de zwakkere broeders den rug kromden. Ik wil niet spotten mot dien taalstrijd, dien ik be treur, omdat het de Belgen verdeelt. Ik gun don Bel gen het allerbeste, doch zij moeten niet gaan doen als de raaf in de fabel. Zij maken zich met die pre tenties op de stichting van New York belachelijk. Maar wanneer wij de stichting van Nieuw Amster dam vieren, laat ons dan niet in een soortgelijken fout vervallen, doch laat ons hulde brengen aan de genen, die buiten onze landsgrenzen geboren tot ons kwamen en zich schaarden met ons om het vaandel der vrijheid, en door hun godsdienstzin en energie zooveel bijdroegen tot den voorspoed en grootheid van hun nieuw vaderland van de Repu bliek der Vereenigde Nederlanden en haar overzee- sche bezittingen, waardoor Holland werd en nog is een wereldrijk, beroemd in gansch de wereld voor dapperheid, energie, godsdienstzin, kunstzin en bur gertrouw. Doch voor alles, wij hoorden het nog onlangs de Opperrabijn Hartz in Londen zeggen, is Holland be roemd voor gewetensvrijheid. Daarom is die tocht van Jesse de Forest en zijne kameraden naar Nieuw Nederland zoo belangrijk, omdat het ons weer doet herinneren aan het hoogste goed,.dat wij Hollanders steeds bezaten en- ook met anderen van over de landsgrenzen wilden deelen. de vrijheid van gedachte Wanneer men zoo al die wetten, die in Nederland gemaakt zijn, of in de programma's der vele, het land verdeelende partijen voorkomen, leest, wan neer men de beperkende maatregelen der arbeids wetgeving en de autocratische macht van een Minis ter van Arbeid ziet, dan vraagt iemand, die vrijheid van geest liefheeft, omdat hij zonder dat niet leven kon, zich onwillekeurig af: Zouden de Walen zich nu na 300 jaar weer in het Nederlandsche wereldrijk wn^n vestigen? Ik voor mij, ik beschouw mijn wa penspreuk als een dierbaar bezit Die luidt: Ubi spiritus ibi libertas. Het van het liedje zal wel weer zijn: dat spr. daarop later (in October) nogmaals door het 6tellen van vragen aan de Regeering, klaarheid in* zake de geuite grieven heeft trachten te verkrijgen. De minister heeft echter de zaak tot dit jaar Mei door laten loopen en deze heeft dus do stagnatie ver- nnDDüM oniT privr' oorzaakt Nu kan het zijn, dat men meent, dat dan XJ\J xxti JCjJli öv^ijLi3L\Ji5ji> jin elk geval van het Hoofdbestuur nog wat sterker steil is 't Goedkoopste en Goede Rijwielmapazijn. was aangedrongen. Spr. zal zich een dergelijk ver- wijt laten aanleunen, omdat men in dat opzicht van meening kan verschillen, doch het verwijt dat in i sommige opzichten door het Hoofdbestuur, zooals Idoor Schouten is beweerd, do gegeven beloften niet zijn nagekomen, werpt hij van zich af. Er is nieta Tf,rrqt tttq beloofd, dat niet nagekomen is. Er was verschil van van EwiJUKbiiUiü. meening tusschen werkgevers en werknemers over Op eene Zaterdagavond in het lokaal van den heerhat v0]gen ^ar besteksbepalingen en, waar dit mee. Waiboer gehouden huishoudelijke vergadering van ningsverschil door den Minister moest worden uit- de afd. Anna Paulowna van den Landarbeidersbond, göEDaakt, kon het Hoofdbestuur moeilijk sterker op- waren mede aanwezig de hoofdbestuursleden van be- treden. Tenslotte bleek de minister het niet met ons doelden bond, de heeren Hiemstra en Jonkman (de laatste als bestuurder voor Noord-Holland). Na bespreking van den ophaaldienst der steungel den voor de Twentsche textielarbeiders, in welken dienst geleidelijk weer organisatie komt (de afdee dingen der S.D.A.P. en Landarbeidersbond werken hierin samen) werd het woord verleend aan den heer Hiemstra, die hierop eene uiteenzetting gaf van de verschillende stappen, door het Hoofdbe stuur en door spr. als Kamerlid in.1 het belang van de arbeiders bij de Zuiderzeewerken gedaan, waarbij teven9 de gewisselde stukken werden voorgelezen en, waar noodig, verduidelijkt. In den loop van het vorig jaar zijn nl. door de ar beiders, voornamelijk door die, welke bij de firma Bakker aan het sluiswerk aan De Koolj werkzaam zijn, verschillende klachten geuit over het niet na- j komen der besteksbepalingen, voor zoover betreft de uitbetaling van regendagen, overuren en de doorbe taling van feestdagen. Het hoofdbestuur van den Landarbeidersbond heeft, naar aanleiding dezer klachten, op 14 Augustus 1923 een schrijven gericht tot den Minister van Waterstaat, terwijl door den heer Hiemstra op 14 October d.a.v. over deze zelfde kwestie in de Kamer vrqgen zijn gesteld. De Minister heeft echter, zoowel op bedoeld schrijven, als op de gestelde vragen, ondanks de gedane belofte dat spoe dig antwoord zou worden verstrekt, pas op 5 Mei jl. een antwoord gegeven. Uit dit antwoord blijkt, dat voor de bestekken no. 1 tot en met no. 7 nog enkele gunstige bepalingen hebben gegolden, welke uit de later volgende bestekken zijn gelicht. In het alge meen kan* dan ook wel worden gezegd, dat thans de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers bij de Zui derzeewerken vrijwel dezelfde zijn, als die bij iederen eens. Wij kunnen nu trachten nog te doen, wat mo gelijk is, om inzake datgene wat aan ons is toegege ven als gerechtvaardigd, nog te verkrijgen waarop wij recht hebben. De heer Jonkman, daarop het woord verkrijgende, zegt slechts even het door den her Hiemstra ge sprokene te willen aanvullen en daarnaast ook even. te willen opkomen tegen de voorstelling der feiten, zooals die hier door Schouten is gegeven. Spr. is met 1 Juli 1923 als hoofdbestuurslid en propagandist voor Noord-Holland opgetreden. Het is hem bekend, dat zijn voorganger, de heer Kok, te dezer zake ge daan heeft, wat hem mogelijk was .Persoonlijk heeft spr. in begin Augustus (als uw verslaggever goed gehoord heeft werd hiervoor 13 Augustus 1923 ge noemd, doch goed hooren was nagenoeg niet moge lijk, wegens het verschrikkelijke lawaai, dat in het vlak naast het vergaderlokaal gelegen café door een aantal boven hun thee zijnde polderwerkers werd gemaakt) een onderhoud gehad met de aannemers Bakker en Kooijman, om over deze zaak te spreken. Daarna is hiermee direct voortgang gemaakt. Nu kan wel gezegd worden: het hoofdbestuur had meer ac tief moeten optreden, maar spr. heeft van begin af aan gezegd: er staan ons twee middelen ten dienste: actie en overleg. De arbeiders zelf hebben toen het laatste gewild. Maar daardoor werd de oplossing der kwestie verschoven, en de Minister heeft het onbehoorlijk lang laten stagneeren, zelfs al nemen wij in aanmerking, dat d% ministercrisis een gerui- men tijd van stilstand heeft veroorzaakt. Spr. zelf is nog van zins geweest, deze kwestie door den kan tonrechter te laten uimaken, maar ook dat wilden de arbeiders liever niet, omdat men daarvoor arbei ders zou hebben moeten aanwijzen als aanklager en - «uu utuusu luvv Ivli (MUIV» JJ ZAS11 OIO CMILLlV lUXÖT Uil particulieren werkgever. De meer gunstige bepalin- ieder begrijpt, dat dete, hoe ook de loop van het rrnr\ iweaha mi r. m 1 rvrtrt on A oi-o-a! l V a 711T1 in flft „K. gen, inzake minimumloon en dergelijke zijn in de latere bestekken allen opgeheven, zoodat ten aan zien daarvan grieven als destijds werden geuit, gee nerlei resultaat meer kunnen hebben. Waar de grie ven, naar aanleiding waarvan deze actie werd inge steld. echter nog betrekking hadden op werken, waarop de meer gunstiga bepalingen wèl van toepas sing waren (d.w.z. op die werken, welke tot en met December 1922 zijn uitbesteed), is, wanneer de arbei ders, welke destijds deze klachten hebben geuit, van do verschillende gevallen van niet-nakoming der bo- steksvoorfraarden aanteekening hebben gehouden, te dien opzichte nog wel resultaat te bereiken. Do af- deeling alhier en het Hoofdbestuur zullen zich thans hebben: te beraden, op welke wijze nog het beste re sultaat zal kunnen worden bereikt. Spr. meeni ech ter. dat het goed zal zijn, wanneer de arbeiders, aan wien in dit opzicht tekort is gedaan, hiervan alsnog opgave doen aan hun bestuur, dat de verzamelde gel gevens dan weer aan het Hoofdbestuur kan opzen_- den, waarna dit de zaak op de meest gunstige wijze zal trachten af te wikkelen. Overigens valt het natuurlijk te bejammeren, dat de arbeidsvoorwaarden bij de later aanbestede wer ken zoodanig zijn verslechterd, Eene motie, door spr. gesteld, om althans de mimumloonen in de nieu we bestekken te blijven waarborgen, werd echter in de Kamer verworpen. De baggerlieden, die in het aannemingsbedrijf eene vrij sterke positie innemen, hebben althans een contract afgesloten' weten te krij gen, doch deze stonden er sterker voor dan de land arbeiders. De lage loonen, waaronder over het alge meen de landarbeiders nog werken, zijn oorzaak, dat uit verschillende achterlijke streken van ons proces zou zijn geweest, veöl kans hadden gehad, de nadeelige gevolgen hiervan te ondervinden bij het zooken naar werk. Het is dus onbillijk, wanneer Schouten hier het Hoofdbestuur een verwijt meent te moeten maken. Spr. wenscht vast te stellen dathet Hoofdbestuur in deze zaak zijn volle plicht heeft gedaan. Nadat hierop de heer Schouten en daarna de heer Hiemstra nog eens hunne meening hebben uiteen gezet, waarbu de laatste meent te moeten vast stellen, dat het geheele conflict tusschen Schouten en het Hoofdbestuur blijkbaar op een misverstand berust, wordt tot verdere beraadslaging1 overgegaan, over do in. deze kwestie te nemen maatregelen. Wijl blükt, dat meerdere arbeiders van de ver schillen do gevallen, waarover het geschil loopt, aan teekening nebben gehouden, wordt besloten, zoo spoedig mogelijk do verschillende gegevens te ver zamelen en deze naar het Hoofdbestuur ter verdere afdoening op te zenden. Naar aanleiding van het zooeven besprokene, deelt de heer Blokhuis in ede, dat voor ongeveer veertien dagen terug bijna een staking bij de firma Van Hattem en Blankevoort was uitgebro ken. Dat dit niet gebeurd was, was slechts aan de georganiseerde arbeiders te danken geweest. Had den deze groen bezwaar tegen een ongeorgani- seerdo staking gemaakt, dan was deze oen feit geworden. De kwestie liep over de loonen. Door den voorzitter en de heeren Hiemstra en Jonkman wondt ontraden, op welke wijze dan ook, deel te nemen aan z.g. „wilde" stakingen. Deze leiden in den regel tot een fiasco. Is er echter reden uttt uu verscmiieiiu» owvauu ««i j~,.r, land, zooals uit Brabant, maar ook uit Genemuiden. J, on? 0011 andere roden en blijken enz., voornamelijk uit plaatsen, waar nog geen of i algremeen van meening te zijn, dat bijna geen organisatie bestaat, arbeiders betrokken worden, die voor lagere loonen wenschen te werken dan voor datgene, wat wij voor de instandhouding van eene redelijke levenspositie meenen «noodig te hebben. Wij mogen zulks bejammeren, doch hierin kan slechts verandering komen, wanneer zich onder de arbeiders een geest van algemeene ontevreden heid openbaart, eerder niet. Hiermee meent spr. in het kort te hebben gezegd, hoe de zaken thans staan. Er dient thans te worden overwogen, op welke wijze de arbeiders nog de beste resultaten uit de tegenwoordige situatie kunnen be- nalen. De heer J. Schouten, wenscht van het aanbod tot debat gebruik te maken en verwijt daarbij het hoofd bestuur en den heer Hiemstra, dat deze niet vol doende voortgang met de geopperde grieven hebben gemaakt. De zaak is veel te veel op de lange baan geschoven. Het Hoofdbestuur had direct, nadat het in kennis was gesteld van de geuite grieven.' daad werkelijk dienen op te treden en zich niet moeten laten terugschrikken, doch vol moeten houden. Spr. ment. dat dit niet is gedaan. De zaak is daardoor veel te lang blijven sleepen. Aan den voorzitter, den heer Jb. van der Ham, is uit de rede van den heer Hiemstra gebleken, dat voor de werken der firma's Van der Velde, Bakker en Kooijman de meer gunstige bepalingen nog gol den. De twee eerstgenoemden zijn met de door hen aangenomen werken nog niet gereed. Nu heeft het voor spr. meermalen een onderwerp van beschou wing uitgemaakt, of de loonsverlaging dezen winter bij de firma Van der Velde ingetreden, wel gerech tigd is geweest. Spr. betwijfelt dit ten sterkste. Ove rigens zal spr. geen verwijt tot het Hoofdbestuur of den heer Hiemstra richten, doch ook hij had wel eens wat meer actief optreden vrewacht. De heer Hiemstra, het woord opnieuw verleend zijnde, komt allereerst op tegen den aanval van den heer Schouten op. Het kan zijn. dat er een meer ac tief optreden van het Hoofdbestuur was verwacht, doch men dient te bedenken, dat in het vorige jaar Augustus deze zaak reeds aanhangig is gemaakt en een verschil dient te worden uitgevochten, gaat dan onmiddelljj'k met uwe organisatie te werk. De heeren Jonkman en Hiemstra zeggen rn zooda nig geval toe, gaarne de leiding op zich te zullen nemen. Ais het noodig is, zal aan direct oon openbare vergadering worden belegd, waarop be raadslaagd kan worden hoe de zaak dient te wor den aangepakt en de staking kan worden uitge roepen. V ervolgens brengt de heer D. Dekker als lid der oontróle-commissio verslag uit over den toestand van kas en boeken_ van den penningmeester, welke door hen in orde zijn bevonden. De voorzitter brengt daarop don penningmeester dank voor het gevoerde beheer, evenals de controle commissie voor haar onderaoek. Op een vorige vergadering was de verkiezing van oon hieuwen secretaris, wegens bedanken vau don heer J. Sóhouton al3 zoodanigi tot nadar uitgesteld. Thans kwam deze verkiezing opnieuw aa» de orde. Als candidaat meent hot bestuur hiervoor den heer D. Dekker te moeten aanbeve len. De functie van secretaris is een bijzonder ver antwoordelijk© en het bestuur meent, daarvoor niemand dan den ^aanbovolene te kunnen vin" den. Wijl geen tegen-candidaten word en gesteld, .wordt daarop de neer Dekker bij acclamatie tot secretaris der af deeling "benoemd. Bij de rondvraag vestigt de heer W. Blaauboer er de aandacht op, dat bij ziekte de ziekte-uitkee- ring zoo lang uitblijft, zoodat het gezin van den getroffene soms voor groote moeilijkheden komt te staan. Do heer Hiemstra meent, dat de afdeelings-secre- taris hierover wel een algemeen schrijven aan de verschillende aannemers zou kunnen zenden, waar bij op deze moeilijkheden gewezen zou kunnen worden. Mogelijk zouden deze dan wel voorschotten op de uitkeering willen vcrleenen. Nog worden uit de vergadering eenige opmerkin gen vernomen over de uitbreiding van den kin- s-pekte plaats- dorarbeid in den Oostpoldor.Nu tijdens ziekte der onderwijzeressen slechts gedeeltelijk 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1