Van dit en ven dat en van alles wat! I Voor de Kinderend n DE JONGENS VAN DEN MOLEN. Even lachen. DAMRUBRIEK. m 9 9 KI 0 0. 0 mÊ 0 H W it in m m Mf m m m Hl üf 3 M m 13 ÉH 0 'WÊ W: M ■Xr, m m m 0 0 0, 0 IK 0 Hf m H 0 at 0. 0 ES Sgj m w 13 m *m wi fff H 3 m m m W m 3 Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 5 Juni 1924. No. 7446. x x xxxxxxxxx x x x mijne ligt in den grooton koffer". „Marta brengt dadelijk zeep", riep ik terug. Maar Martha ging naar de slaapkamer, hief d% handen omhoog en viel dwars op hot bed. Dat is zoo haar manier. Ikr moest hem zelf de zeep brengon. Frederik stond in zijn hemdsmouwen en maakte toilet. „Ik heb het den laatsten tijd niet bepaald prettig gehad, zooals je wel kunt denken", zeide hij. „Dat met Alma ia mij erg aan het hart geschiedenis. Kunt u mij het vergeven? Ik zal het ook niet weer doen. Ten minste niet bij u. Uw onderdanige Frederik. j Ik ging de kamer uit en gaf den brief aan mijn vrouw. Zij las hem met wilde haast, toen zeide zij: „Aohl" Toen las zij hom nog eens, toen zuchtte zij diep, en toen zeide zij: „Hij was in ieder ge val een heel aardige vent!" (Overgenomen uit de Wereldkroniek.) „Dat begrijp ik heel goed", zeide ik. Wat voor een Alma zou dat wel zijn? dacht ik. Is hij ge trouwd of verloofd? „Maar zoo zijn de vrouwen!n „Ja", zeide ik „zoo zijn ze.*1 „Heb Jij je dan nergens ovet te beklagen?" „Nu niot. Nu juist niet. Maar. men kan nooit weten l „Alma ia weggetrokken". „Dat was het beste zoo", zeide ik. „Ja, ze wilde het zelf". „Wat verstandig". Fredorik was oangokleed en we gingen de veranda op. Wij dronken oen glas punoh en Marta was er bij. Frederik was in uitstekende stemming, hij schertste en keuvelde en maak te mijn vrouw driemaal aan het lachen. Do groote koffer werd naar boven gedra gen. Ik liep er op do trap achteraan en keek naar hot adres. Daar stond: Frederik Lund- holm. Verdor niets. Hij heette Lundholm! In ieder geval iets. Frederik Lundholm bleef bij ons. Na drie dagen kenden wij elkaar voor hot goheele le ven. Frederik was onmisbaar. Hij speeldo met de kinderen, hielp mij met de boot en won mijn vrouw's hart. Toen Frederik acht dagen bij ons was ge weest, kreeg hij een brief. Hij las hem* werd ernstig en zeide: „Ja, beste jongen, nu is het afgeloopen. Ik vertrek morgenochtend Alma is teruggekomen. Je begrijpt wel". „Ja", zeide ik, „ik begrijp het Maar het spijt mij zeer. Wij hebben het zoo prettig sa men gehad". Mijn vrouw was zeer verdrietig, toen zij hoor de, dat Frederik wilde vertrekken. Ik zeide haar, dat hot Al ma's schuld was en zij zeide, dat Alma een slecht monsch was. Den volgenden morgen brachten wij Frederik naar de boot. Het was zeer vroeg, maar wij waren allon op. Frederik ging aan boord, de boot voor af eni verdwoen maar nog lang wap. penle op het achterdek een witte zakdoek. Wij gingen stil naar huis. In de tuindeur ble ven we staan, en Maria zeide: „Wie was dat ^Ifc'weet het niet", aeido ik. „Maan mis schien hebben wij plezier in hem gehad, omdat wij niet wisten, wie hij was. Ik mis hem Ik kwam in mijn kamer. Op mijn schrijftafel lag een brief, dien ik twee maal las. Hij luid de „Waardo heer Bedactour. Een week Bel«hm zal ik met een paar vrienden Bamen en be spraken waar ik het beat een woek sou kunnen doorbrengon. Een van mijn - don, die u kende, noomde uw naam en telde van het mooio plaatsje waar u woont. Ga er heen, zeide hij. Ik verklaarde, dat wdj elkmur in het geheel niot konden. Maar plotseling kreeg ik een idteo. „Wil jullie met mi) wedden, dat Ik een wee lang bij dien man logeer, zonder "itBen0° of zelfs maar aan hem voorgesteld wedstrijd werd aangegaan. De vooiw werden nauwkeurig vastgelegd, en ik eenige informaties over u en uw gezin. Hoe n« verder is toegegaan, weet u. Ik mot? u waarheid zeggen. Ik heb de weddenschap ge- wonnen, maar nu schaam ik. mij over e WARE WOORDEN Geniet de vreugde van het tegenwoordige zoodanig, dat gij er de vreugde van de toe komst niet bij inboet. Een valsche beschuldiging een vingerwijzing zijn. kan vocb nog Wanneer wij de dingen begrijpen, die onze vrienden ongezegd laten, dan eerst kunnen wij ons zei ven gelukwenscheni met het feit, dat wij onze vrienden begrijpen. Het is een zonderling verschijnsel, dat iemand, die, alles weet, doorgaans verschilt van meening met diengene, die óók alles weet De rijkste bruiden wordten niet zelden de armste vrouwen. EEN WONDER VAN GELEERDHEID. Een expeditie word naar een van de Zuide lijke staten van Amerika gezonden, om een zonsverduistering waar te nemen. Den dag vóór de gebeurtenis zeide een. van de leden- van do expeditie tot een ouden ne ger in het huis waar hij vertoefde: „Tom, als je oplert, zul je zien dat je kippen morgenoch tend om elf uur op stok gaan." Tom was twijfelmoedig, maar, waarachtig op dein tijd die voorspeld! was, word het don ker en de kippen gingen op stok. De neger die buitensporig verbaasd was, zocht den geleerde op. „Professor", vroeg hij, „hoe lang van te vo ren heb je geweten, dat de kippen op stok zouden gaan?" „Zoowat een jaar geleden," antwoordde hij glimlachend „Wel verdraaid nog toe, daar begrip ik niks van, professor, Een jaar geledien waren die kippen nog niet eens uitgebroed!* EEN GOED MIDDEL. Moeder: ,Neem deze twee potten eni haal voor dertig centen stroop!*1 Jongen: „Waarom twee potten, moeder?" Moeder: .Omdat je dan geen hand vrij hebt." AAN DEN NIAGARA. Gids tot bezoeker, die dten Niagara-waterval bezichtigt: „Millioenen liters water stroomen per mi. nuut daar omlaag, mijnheer!" „Rn' hoeveel per dag?" vroeg de toerist „O billiocmen en billioenen". De toerist keek verwonderend naar het brui. sonde watergeweld, staande nadfenkend) voor zich uit en vroeg toen: „En blijft dat nou 'a nachts ook zoo doorloo. pen?" DA'S DE JUISTE MANIER, De jongen had onder een of ander voor. wcndsel weer het jeugdige meisje ten huize haror moeder weten op te zooken. Mama was echter geen bewonderaarster dezer vroegtijdi ge verliefdheid. „Marietjo", zei ze tot haar dochter, .„'t is al acht uur, kinderen-bedtijd! Geef Willem nou netjes een hand en ga slapen!" Met een rood hoofd» liep Marie de kamer uit Daarna gaf Moeder aan Willem een' boter ham met stroop en zei: „Eet die nou maar gauw lekker op en ga dan naar huis, Willeml Je inoeder zal anders heusch ongerust zijn. Morgen mag je weer met Marietje komen spelen, hoor ventl" Verzoeke alles betreffende deze rubriek ie zenden aan C. Amels Wx, Winket No. L ZWART. Vrï WIT. Zwart, 13 schijven, op: 3 6 8 10 tot 16 18 19 26. Wit, 13 schijven, op: 25 27 28 32 33 34 37 tot 41 48 49. In bovenstaanden zeer mooien natuurlijken stand speelde zwart als laatste zet 510. Wit kan nu een fraaie elagzet uitvoeren door als 't volgt te spelen: Wit 37—31, 27—22, 32 21, 33—29, 29 20, 3832, 39-33, S4 6. - a. ZWART. i 6 11 16 21 26 31 36 e. 41 46 IBP WIT. Zwart:, 19 schijven, op: 1 tot 4 6 8 tot 14 16 18 20 22 23 25 28. Wit, 19 schijven, op: 26 27 90 31 34 tot 43 46 47 tot 50. Door een onregelmatige opening ontstond bovenstaanden stand, waar wit aan zet zeer listig 4944 speelde, hopende op zwart 1419, hetgeen geschiedde. Wit: 30-24, zwart 20 29, wit 37—32, 47-41, 26- 28, 34 5. Zwart kan de witte nu wel krij gen door 10—17., maar het kost 2 schijven. Wit slaat natuurlijk eerst met de dam. Op wit 3024 had zwart voordeeliger 19—30 kunnen alaam PLANTEN VOOR KAMER EN TUIN. 40. lests otex vanen*. (Naar aanleiding van vraag 38 van mej. T. L. V. te O. Blokker.) De naam van Uw varen is Adianthum scu- tum. Gewoonlijk wordt Adianthum gezegd. De cultuur is als volgt: Do Adianthums moeten in het voorjaar van nieuwo aarde worden voorzien. Als een zeer goed aardmcngsol zij aanbevolen: 3 deelen- bodschgrond, 1 deel turfmolm, dat een tijdlang in een stal met dierlijk uitwerpselen is door trokken, 1 deel fijngewreven graszodengrond en 1 deel zuiver gewasschen rivierzand. Ook oude verteerde koemest kan de plaats van het genoemde turfmolmmcngsel vervangen. Een weinig roet aan de samenstelling toe te voe gen is zeor aan te raden. Onder in den pot doet men een flinke laag potschorven voor waterafvoer. Ledige beu- keniddppen zijn als zoodanig ook aan te beve len/De wortelbal moot voortdurend goed van water doortrokken zijn. Maar al te vaak laat men ze geheel verdrogen. In dit geval moeten de planten boven den pot afgesneden worden, om opnieuw weer jong groen te vormen. Goed doorwortelde planten kan men in schoonheid doen toenemen door herhaaldelijk sterk ver dunden vloeimest toe te dienen. Ze moeten voor sterke zonnestralen steeds beschermd worden. Men geve vooral ook lm den winter, zooveel mogelijk eenI geleidelijke kamertem peratuur. flirt lw. (Naar aanleiding van vraag 39 van mevr. P. te Utrecht) Leg een saladeblad (onder nat gemaakt), naast elke plant, 'a morgens vindt men de slakken onder die blacten. QWn. (Vervolg.) Als we verschillende planton eens in het zelfde vertrek naast elkantder plaatsten onder dezelfde omstandigheden, en olk werd dh» pre cies dezelfde hoeveelheid' water toegediend, dan zou na een paar dlageir de aarde der eene plant geheel droog zijn, terwijl de andere nog vrij vochtig is. Zooals reeds opgemerkt is, is het geven van water ook veel afhankelijk van het jaargetijde. In den winter nl., met zijn korte dagen, weinig zon en zijn betrekkei ij ken rusttijd der plan ten, wordt naar verhouding voel minder gego ten dan in den zomer. In den zomer giete men liefst das avondls of anders dos morgens vroeg. Des winters daarentegen uitsluitend op d!en voormiddag. Eindelijk doet de standplaats ook zeer zijn invloed gelden ten opzichte van het meenden of mindere gieten. We noemen slechts droge kachel warm te of brandende zon. Tj enslotte draagt ook de grondsoort het hare er toe bij in verband mot hot meerder of min der uitdrogen. Natuurlijk droogt een kalkrijk en zanderig aardmengsel veel gauwer uit dan een zwaar grondmengseL Maar nu het gieten op zichzelf. Het aanhou dend overtollige water geven is minstens even verderfelijk! als het te weinig. Is het noodig om eeni plant water te geven, dan giete men goed en wel zoo, dat de wortel goed doortrokken is en het overtollige water zijn uitweg naar be neden door het potgat kan vinden. Daartoe wordt de pot flink tot den randt den giet- rand volgegoten. Door niu een plant te weinig te gieten, ont staat er oen) tekort aan bod om vocht om de voedende besanddeelen in zich op te lossen. Wordt nu het gieten hij enkele planten, bijv. bij Asparagus of Azalea, verontachtznamd) dan kan men deze fout nog hei-stellen. Daartoe zei men de plant tot aan (jen rand toe in het wateT en/wacht zoolang tot hot opborrelen der lucht belletjes voorbij is en de aarde dus van water verzadigd is. K. VAN KEULEN, T u inbo u w va kon ctorwi jzer. Jullie hebt pas Zaterdag nieuwo raadsels op gekregen, zoodat ik vandaag, (Maandag) nog geen oplossingen heb ontvangen. De namen van do goede oplos se ns vermeld ik dus vol gende week. Hier heb je de oplossingen: 1. Een kat is een huisdier. Een kfla is een nuttig dier. Een bes is een vrucht Nat wordt je als 't regent. Het gevraagde meubelstuk is eon kast 2. De spreekwoorden zijn: Wie niet werkt, zal niet eten. Eigen haard is goud waard. Haast u langzaam. 8. V k A t m o L e n VALKOOG b 1 O e m r O e G Deze oplossing is ook goed: K k O e m o L e n K O L H O R N b 1 O e m a R e N 1. een medeklinker. 2. een nuttig dier. 3. levert ons meel. 4. een plaats hij Schagen. 5. ruikt heerlijk. 6. een vlaktemaat 7. een medeklinker. De raadsels voor deze week zijn: 1. Het geheel is een meubelstuk, dat in elke huiskamer te vinden is. 't Bestaat uit 9 lettere. 2485 is 't tegenovergestelde van koud. j 6. Een provincie. 7. Een muziekinstrument 8. Een kleur. 9. Een medeklinker. De rijen kruisjes geven dezelfde plaats ie t lezen. i Oplossingen zenden naar L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Een 1—3—9 duurt niet lang. 96—7 is niet dapper. 2. Vul op de puntjes letters In, zoodat spreek woorden ontstaan: ..st w.st, th..a b..t Wn... st... i. m... s... 3. Kruisraadsel, Vul in: X X X 1. Een klinker. 2. Een lichaamsdeel. 3. Een vrucht 4. Een vogel. 5. Een plaats bij Schagen. Henk vertelt verdar van Reinaert do Voa. Isegrim en Rruun bogonnon hartelijk te la chen, toen ze het henauwdo gezicht van Rei naert zagen. j Mevrouw Ruikenauw, de vrouw van Martijn, den Aap, werd heel boos, toen ze dat gelach hoorde. Hot was heel gelukkig voor Reinaor^ dat ze daar was, want ze was niet op haa* j mondje gevallen. Ze ging voor Koning Nobel staan en zei: „Sire, wees niet boos, als ge recht gaat spra ken, want dan kunt Go uwo wotten niot goodl uitvoeren. Een boos hart, verdringt het ven* stand. Ook ik ken uwe wetten zeer goed. U weet, dat ik lange jaren in Rome woonde cd daar was ik om mijn knapheid zeer gezien, JWees voorzichtig in uw oordeel. En bedenÜ eens: wie is er onder ons, die nog nooit eend gezondigd heeft? Niemand, nietwaar? Iedefe een heeft wel. eens iets gedaan, wat niet moch^ maar ook iedereen heeft getracht zichzelf Ie verbeteren. Wie dat niet doet is 'n misdadige* Mijn neef Reinaert is geen misdadiger. Zija vader en grootvader, gij weet het, waren aan het hof van uw vader zeer gezien, veel moet, dan Bruun en Isegrim bij u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5