ROMMELKRÜID. waar, hetgeen men wel bedenken magl Nu nog iets aangaande de vraag, welken warmtegraad het water moet hebben. Hierbij moeten we opmerken, dat men dit ten allen $jde moet doen met water, dat eerst aan de lucht blootgesteld is, ten einde dezelfde hoeda nigheid te krijgen als de dauw. In den winter la het een strenge eisch om: nooit te gieten ofte guiten met water, dat kouder is dan de tem peratuur in het vertrek, of heter nog, dan de Jbodemtemperatuur in den pot. Door nu echter weer met te warm water te gieten of te spuiten, zal men de plant welis waar tijdelijk opwekken en daardoor vaak tot ontijdige werking noodzaken^ maar men zal haar tevens evrtroetelen, zoodat het weerstands vermogen achteruit gaat en de plant dienten gevolge zeer gevoelig wordt voor alle tegen werkende invloeden, t Gaat er al juist mee als ■set vertroetelde kinderen! K. VAN KEULEN, Tuinbouwvakonderwijzer, Hoorn. SPRINGSTOFFEN. L Het oudste onder de springstoffen is het bus kruit, dat waarschijnlijk in de 14de eeuw is uitgevonden, ofschoon men het zoogenaamde frrieksch vuur, dat reeds in de zevende eeuw na Christus bekend was, misschien ook als de eerste uitvinding kan beschouwen. Op zijn minst kan men zeggen, dat het Griekscb vuur de voorlooper is geweest van het buskruit. Ofschoon de geschiedenis van het buskruit grootendeels in het duister gehuld ia, neemt men meestal aan, dat een Franciskaner mon nik te Freihurg in Baden Berthold Schwartz, de uitvinder is geweest. In de Middeleeuwen hield men zich veel be ng met alchimistische studiën. Men zocht naar een middel om goud te maken en mengde aller lei stoffen door elkaar, in de verwachting op een goeden dag uit zoo'n mengsel goud te voor schijn te zien komen. Op zekeren dag, zegt het verhaal, was Ber thold Schwartz bezig proeven le nemen met zwavel en salpeter. Onder toevoeging van houtskool deed hij het mengsel in een vijzel, dien hij met een zwaren «teen bedekte. Toe vallig viel er een vonk in den vijzel, waardoor het mengsel met een hevigen kracht ontplofte. De steen slingerde met kracht weg en het la boratorium werd gevuld met rook. Het buskruit was uitgevonden en de stad Freihurg heeft een standbeeld opgericht voor den monnik. De samenstelling van dit ontploffingsmiddel is tot op den huidigen dag vrijwel gelijk gebfe- ven en ia ongeveer als volgt: 75 pet. salpeter, 10 pet zwavel en 13 pet houtkool. Deze stof fen worden in poedervorm bevochtigd met wa ter en zoo innig mogelijk vermengd. Het kor relige mengsel wordt heel voorzichtig gedroogd want het ia licht ontvlambaar. De werking komt evenals hij alle springstof fen hierop neer, dat bij ontbranding plotseling een groote hoeveelheid gassen ontstaat, die door de ermee gepaard gaande warmteontwik keling een zoodanige spanning krijgen, dat de krachtsontwikkeling enorm wordt. Vindt die ontploffing in een besloten ruimte plaats, dan wordt het omhulsel met kracht uit elkaar ge slagen. In den slag bij Crécy in 1346 ia voor l eerst van buskruit als oorlogsmiddel gebruik ge maakt En als zoodanig is het van verstrekken de beteekenis geweest De Middeleeuwen, beginnende met den val van het West_Romeinsche rijk, omstreeks 400 jaar na Christus, en eindigende met de ontdek king van Amerika, eenige jaren voor 1500, een tijdperk van meer dan 100 jaar dus, zijn in me nig opzicht merkwaardige eeuwen geweest De grondslagen voor de latere West-Europeesche ontwikkeling zijn toen gelegd. Gedurende de Middeleeuwen, waarvan ons de bijzondere gebeurtenissen nieC alle volko men duidelijk en helder zijn, heeft er een wa re titanenstrijd gewoed tusschen de oppermach tige edellieden en het gewone volk. In den aanvang dier tijden heeft zich na de opkomst der Frankische heerschappij de afbrokkeling afgespeeld, een gevolg van be t leenstelsel, j West-Europa bestond weldra, na den dood, van. Karei den Grooten, uit een groot aantal klei ne gebieden, aan het hoofd waarvan zich een edelman had geplaatst Aanvankelijk geheel af hankelijk van een machtigen keizer of koning, hebben die edellieden zich langzamerhand steeds meer zelfstandig gemaakt Op hun trotsche kasteelen, waarvan de mine van Brederode een sprekend overblijfsel is, be- heerschten zij den naasten omtrek. De edel man was baas in alle opzichten. De gewone man was zijn «laai, met wien hij naar wille keur kon handelen, en die als een «tuk vee van de eene hand in de andere overging. Of hij De herder zegt: „Neen, nu ben je in mijn macht en ik1 laat je niet meer los ook." Zoo is het paard door zijn begeerigheid in zijn eigen net gevangen. Wie altijd een ander kwaad wil toebrengen, loopt zelf in den val! Een andere geschiedenis is deze: „Een man «peelt met een hond. De hond is heel mooi en aanhankelijk. De man heeft ook een ezel. De ezel ziet, hoe de hond dikwijls tegen zijn baas opspringt; hij wil dat ook doen, want hij denkt: „Wat vindt mijn baas toch aan dien hond? Ik ben veel mooier en sterker] Vijf honden •ouden in een jaar nog niet kunnen doen, wat ik in een dag doe. En toch mag die hond bij mijn baa9 aan tafel eten en hij krijgt de lek-j kerste hapjes, terwijl ik mij met gras moet te vredenstellen en op stroo moet slapen. Ik wil dat niet langer verdragen. Ik wil ook iö de gunst van mijn baas komen. Als hij vanavond thuis komt spring ik hem vroolijk tegemoet, net als do hond." Zoo gebeurt het ook. De baas kotnf thuis en de ezel springt bij hem op. Maar o weel Zijn lange voorpooten schrammen den man, zoo dat die begint te roepen: „Help, help! Dat lee- lijke dier wil me doodmaken!" Nu komen de bedienden en ontzetten den man. De ezel moet weer naar zijn stal! Zoo gaat het, wanneer men een ander zijn welstand benijdt Laar daarom een ezel stiletj es gras eten. Als ezels machtig worden, loopt het nooit goed af, want ze denken alleen aan eigen voordeel! Dit is weer een geschiedenis, die ei» op de doos stond: „Mijn, vader reisde eens met Ti- beert de Kater. Zij hadden elkaar beloofd, om alles wat zij zouden vangen, eerlijk te deel en. i Zij zagen vele jagers over het veld rijden, ver gezeld door jachthonden. Nu werden mijn va der en Tibeert bang, „Rednaert", zei mijn oom Tibeert, „do jagers zien ons. Hoe zullen we ontvluchten?" „Tibeert", zei mijn vader, „la ten wij als dappere dieren bij elkaar blijven, dan behoeven wij geen vrees te hebben Ti beert zuchte en zei: „Reinaert, ik weet maar één middel en dat zal ik opvoglen". En meteen kleun hij in een boom, zoodat mijn' vader al leen stond, angstig voor zijn leven, want reeds kwamen van alle kanten jagers en honden, opzetten. Ze bliezen op een hoorn en riepen: „Sla hem dood!" Nu zei ^Tibeert: „Kom Rei naert, je bent altijd zoo slim, help nu jezelf ook!" Zoo bespotte diegene, dien mijn vader H meest vertrouwde, hem! Zoo liet mijns vaders beste vriend hem in den steek! Reinaert, mijn was zoogenaamd hofhoorige, d.w.z. hij vormde een deel van den grand, waarop hij woonde. Werd' de grond verkocht, de hofhoorige was mede in den koop begrepen. De enkele vrije boeren waren ook geheel af hankelijk van den edelman». En dikwijls ver kozen zij in die rumoerige gevaarvolle en on veilige tijden het leven als slaaf van den edel man boven het onveilige leven van meer of min zelfstandigen boer, die elk oogenblik ge vaar liep door stroepende benden bestolen en vermoord te worden. Binnen de stevige muren en diepe grachten van het kasteel voelde men zich veiliger. Maar toen ia daar die periode der kruistoch ten gekomen, die tochten van groote scharen krijgers, mannen en vrouwen, naar het heilige land, om Jeruzalem te bevrijden van de tiran nie van woeste Turksche stammen, die het den bedevaartganger» naar het graf vam» Jezus moeilijk maakten. Geweldige tijden zijn dat geweest. En om die kruistochten te doen sla gen werden er diep ingrijpende maatregelen getroffen. De slaven, wier leven er langzamerhand niet beter op waa geworden velen snakten naar vrijheid werd de vrijheid in uitzicht gesteled indien zij een tocht meemaakten. Dit en de vu rige prediking der geestelijken, waardoor de menschen tot fanatistische godsdienstijver werden opgezweept, hebben het mogelijk ge maakt, dat zulke ontzaglijke legers optrokken naar Jeruzalem. Maar die verre reizen gaven veel te zien en te loeren. De deelnemers deden nieuwe indruk ken op, maakten kennis met vreemde volken en leerden nieuwe ambachten. En bovendien gaven zij vrijheid. Als vrije mannen keerden velen terug en gingen bij voorkeur in groepjes dicht bij. elkaar wonen, om elkaar hulp en bij.' stand te kunnen verleenen, waar 't noodig mocht zijn. Later hebben deze burgers zich rechten weten te verwerven om hun woon plaatsen met muren en grachten te omringen, zooals de edellieden bun kasteelen versterk ten. Dit was de opkomst der steden. De strijd tuschen de edelen en de burgers hebben een groot deel van de Middeleeuwen in beslag genomen. Maar de edelman was aan vankelijk zeer in het voordeel, doordat hij een harnas droeg, waarop de spitse pijlen terug stuitten. Men bekampte elkaar toen nog met pijl en boog. En ook in den strijd met het zwaard, met lans en bijl, was de geharnaste ridder er heter aan toe dan de burger of poorw ter, vader, zette bet nu op een loopen en vond ge lukkig een konijnenhol, waar hij Inkroop, Toen pas waa hij veilig!" En dit ia ook nog een geschiedenis: „Isegrim, de wol^ U allen welbekend, (daar zit hij!) vond eens op de heide een dood paard'. Hij had honger, en begon haastig te eten. Maar hij was gulzig, (dat zult ge wel weten) en plots bleef hem een been dwars in den keel steken. O, dat deed veel pijn. Hij riep de hulp in van veel dokters, maar niemand kon- hem helpen, zoo dat hij ien laatste groote sommen uitloofde voor iemand, die hem van het been kon ver lossen. Daar kwam een kraanvogel aan, met een lange hals en scherpe bek. De vogel stak zijn kop in den keel van den wolf en trok het been ar uit *Au" riep Isegrim, „ge doet me pijm maar ik vergeef het U" „Go zijt nu gered*, zei de kraanvogel, „geef mij het geld", „Hoor me zoo'n domoor eens", riep Isegrim, „hij doet mij veel pijn en wil dan ook nog geld hebben! Neen, eigenlijk zou ik van jou geld moeten hebben." En hij liep weg Zoo beloonen schur ken (als Isegrim) dengene, die goed doet!* Wórdt vervolgd. Volgende week weer raadsels! m Maar de uitvinding van het buskruit en de daarop volgde toepassing bracht in die on gelijke verhouding een groote verandering. Aanvankelijk hadden de afgeschoten kogels niet voldoende kracht om het harnas te door boren. Maar door de technische verbetering van het vuurwapen veranderde dit al spoedig. De harnassen worden toen dikker en zwaar der gemaakt, maar het vuurroer werd ook steeds beter. Een tijdlang heeft aldus de con currentie gewoed tusschen harnas en vuurwa pens, in welken strijd het harnas het heeft moeten afleggen. Hierdoor heeft de edelman veel van zijn krachtiger positie moeten inboeten. Hij was evengoed kwetsbaar als de gewone poorter. Deze korte terugblik in de geschiedenis leek ons noodig om duidelijk te maken, welke groo te gevolgen de uitvinding van het buskruit heeft gehad. In een volgend artikel zullen we nagaan welke ontwikkeling de ontploffingsstof in late re jaren heeft gemaakt. M. ESKIMO-HY GIëNE. Als wij onze schoolkennis over den Eski mo verzamelen, weten wij te vertellen, dat hij zich nooit wascht, zijn lichaam met zeehon- denvet insmeert en zeer vuil is. Volgens den Noopschen ontdekkingsreiziger Chris tian Le den is alleen het eerste waar, In een artikel in het „Berliner Tlagehlatt* deelt hij mede, dat de Eskimo zich rein- weet te houden, hoe wel hij geen warm water en zeep tot zijn be schikking heeft en zich dus niet kan wasschen Hij houdt zich rein met frissche lucht! Wan neer de temperatuur het ©enigszins toelaat, neemt hij luchtboden en bovendien zijn zijn pelskleeren zoodanig van makelij, dat er ten allen tijd voldoende frissche lucht kan» toetre den. In voorjaar en zomer ziet men de Eski mo's vaak naakt rondloopen en in hun zomer tenten, zelfs in de sneeuwhuizen, hebben zij het bovenlijf meestal geheel ontbloot Wan neer hij zich te ruste begeeft, legt de Eskimo al zijn kleeren af om ze te laten bevriezen en luchten. *s Morgens neemt hij dan een stok en slaat het ijs er uit en dit bevriezen en kloppen is volgens Leden even goed als onze reiniging van onder- en bovenkleeren. De Eskimo-kleeding is zeer hygiënisch en den Poolvaarders zou veel leed bespaard zijn indien zij zich bij het kiezen van hun uitrus ting meer door het voorbeeld' der Eskimo's hadden laten leiden. Nansen b.v. klaagt, dat de kleeren, die door het transpireeren nat waren geworden, onmiddelijk bevroren zoodra men rustte, zoodat hij des avonds niet kon wachten tot het eten gekookt was, maar onmiddellijk in zijn slaapzak moest kruipen. De kleeren van den Eskimo zijn geheel be rekend op het beginsel, zooveel mogelijk fris sche lucht tusschen pels en huid te brengen De stammen aan de Hudson-baai dragen kou sen tot de knie en'een korte broek, zoodat de knie bij het loopen telkens vrij komt Vaak is er tusschen broek en kiel een stuk van den rug bloot. Alleen bij zeer guur weer is de hals bedekt. Wanneer de Eskimo met de Westersche cultuur in aanraking komt, is het meestal spoedig gedaan met deze hygiënische kleeding. Pelshandelaars of walvischjagers geven» flanel len of wollen onderkleeding in ruil voor ge kochte waar. De Eskimo gebruikt deze ondeks. kleeding des zomers, maar vergeet, dat zulke geïmporteerde kleeren niet even eenvoudig en practisch gereinigd kunnen wonden als zijn pelskleeding, door bevriezen en kloppen. Het Europeeseho ondergoed beeft geen goede lucht- ventilatie, met het gevolg, dat hij transpi reert, en zijn lichaam vuil wordt Hij mist de gelegenheid om onze onderkleeding te was schen en ongedierte en huidziekten zijn vaak het gevolg. Tel. RADIO ALS LEVENS REDDER. Ben aantal verkeers-autoriteiter* electro- technici en journalisten hebben eenigen tijd geleden in- Amerika een interessante proefne ming gedaan. In het uiterste gedeelte van den nog niet gereed zijnden Jersey-Manhattan- tunnel, 90 voet beneden de wateroppervlakte van de Hudson en 1600 voet van een der uit gangen verwijderd, hebben zij met succes een radio-omroep beluisterd, die uitgezonden was door het W estinghouse-station (K.ÏLA.) te Pittsburgh en een zestal andere stations, die dichterbij gelegen waren. De programma's weiden duidelijk gehoord, zoowel met de hoofd telefoon als met den luidspreker. Het feit, dat de ethertrillingen, om in den tunnel te komen, door 30 voet water, 60 voet aarde en verschei dene inches staal moesten dringen, hebben aangetoond, dat dus de radio ook met succes zal kunnen worden gebruikt als levensradder bij bedolven mijnwerkers of diep zee-duikers. De heer Frolich, de secretaris van dé New- York State Bridge and Tunnel Coanmission, heeft naar aanliding van deze proef, gezegd, dat deze de overtuiging geleverd heeft, dat in de toekomst duikers en caisson-werkers, wier leven dikwijls verloren gaat of in gevaar wondi gebracht doordat de telefoonlijn, waarmee zij in verbinding «taan met de bewoonde wereld, afbreekt, gered kunnen worden door een klei ne, draagbare radiouitzend- en ontvangtoestel, bij zich te hebben, waardoor de levensvatbaar heid is aangetoond, van een miniatuur-radio toestel, dat nu al in het belang van de mijn werkers wordt vervaardigd. „Dit zal in de toe komst het eenige middel zijn om mijnwerkers, die door vallende blokken of aardschuivingen geisoleerd zijn, te redden", zeide de heer Allen, „want de draad telefoon wordt m zoo'n geval gewoonlijk ook vernield en de „begraven" mijnwerkers zal alleen door zoo'n toestelletje zijn makkers kunnen waarschuwen, waar hij zich bevindt en hun hulp inroepen." R.NbL STIKSTOF VOOR LUCHTBANDEN. In den laatsten tijd zijn allerlei onderzoekin gen gedaan betreffende het BluiCen van lucht banden. Dat dit van beteekenis is, blijkt reeds uit het feit, dat een tiental jaren geleden vier banden per wagen per jaar nog behoorlijk was, terwijl de laatste Amerikaansche statistieken (die wegens het enorme aantal auto's in Ame rika den doorslag geven) uitwijzen, dat twee banden tegenwoordig per jaar en per wagen als voldoende aangemerkt worden. Er is dus in den bouw een groote vooruit?"-: te con- stateeren. Het is gebleken, dat - ve slijtage door de wrijving over den iweg en andere der gelijke oorzaken de banden ook sterk te lij den hebben, doordat de rubber een langzame oxydatie ondergaat. Proeven met banden die geheel gevuld waren met samengeperste zuur stof, hebben duidelijk bewezen, dat de invloed van zuurstof op het uithoudingsvermogen van den band zeer slecht is. Men heeft daarom proeven genomen met autobanden, die gevuld werden met gassen, zooals stikstof, koolzuur, etc. en het is geble ken, dat deze banden het langer uithielden dan bij vulling met gewone lucht. Zoo bleek, dat banden, gevuld met stikstof en die dui zenden kilometers op de gewone wegen reden, meer dan een jaar lang goed hard bleven, terwijl er uiterst weinig stikstof uit ontsnapt was. Vooral bleek het bij onderzoek, dat de binnenkant van den binnenband zicb in veel beteren toestand bevond dan bij banden, die evenlang en op dergelijke wegen in gebruik geweest waren met de gewone vulling van samengeperste lucht Het is natuurlijk de vraag of men goedkoop genoeg stikstof zal kunnen bereiden voor dit doel, maar om dit uit te maken dienen eerst een reeks proefnemingen te gebeuren om te bepalen wat goedkooper is, groote uitgaven door oxydatie van de rubber of vrij hooge be dragen voor het gebruik van stikstof, die dan, over vrij groote afstanden in de bekende sta len floaschcn aangevoerd moet worden en wa&r bij dus vracht een vrij groote rol zal spelen. Merkwaardig is het, dat de stikstof uit de lucht verkregen wordt en dat de stikstofhin- dingsfabrieken groote hoeveelheden konden produceeren met groote winst, wanneer ze maar goeden afzet hadden voor de tegelijk verkregen zuurstof. Misschien dat mijnen, die vloeibare lucht en dus ook vloeibare zuurstof kunnen gebruiken voor ontploffingsmiddelen^ goedkoop stikstof kunnen leveren, die voor hen veelal waardeloos is. HET EINDE VAN DEN HAREM. Uit Angora komt een bericht, dat meer da* alle tot dusver gepubliceerde medodeelingen aantoont, dat de mannen van het nieuwe, van hei despotisme der Osmanen bevrijde Turkije werkelijk nieuwe wegen inslaan. Het zijn de wegen van de vrijheid ,die bun door hun vrou wen werd voorgeschreven. Blijkbaar onder in vloed van den jonggehuwden Kemal Pasja heeft de parlementaire commissie besloten een wetsontwerp in te dienen, waardoor ten eerste het historische voorrecht van» de Mu zelmannen, de veelwijverij, wordt verboden, in de tweede plaats door een niet minder ingrij pende wijziging de Turksche vrouw het recht zal worden gegeven, scheiding van haar man te eischen. Tot dusver had slechts de manne lijke helft van het echtpaar, volgens de wet ten van den Koran, bet recht zich van een of anderen drukkenden huwelijksband te laten bevrijden. Wordt het voorstel wet, dat bet eekent deze 't einde van den harem en daarmede het einde van de romantiek, die hij eeuwenlang heeft gehad in de oogen van allen die er geen had den, of er niet in waren opgesloten. In werkelijkheid is deze hervorming elecbta het logisch gevolg van de veranderde inzich ten in Turkije. De beweging ben gunste van de monogamie is reeds vrij oud en in de prak tijk is zjj in Turkije reeds veel algemeener, dan de West-Europeesche fantasie zich voorstelt. Een harem kost geld en daardoor heeft de uit breiding van het den huisvader minder zwaar vallende Westensche systeem een groote vlucht genomen. „De polygamie", vertelt A. J. Toyn- bee, een van ,de beste kenners van Turkije, „wondt op het oogenblik nog alleen door de zeer rijke en door de zeer ouderwetsche men schen in toepassing gebracht Algemeen ge bruikelijk is het reeds nu, slechts een vrouw te hebben". Onder de ontwikkelde Turken ia de monogamie geheel ingeburgerd, daar ze alle pogingen doen geheel naar Westersche be grippen te leven. Dat geldt ook voor de vrou wen die geestelijk veel te hoog staan dan dat zij de oude rochtelooze positie van gevangene in den harem zouden kunnen verdragen. Het Amerikaansche meisjesgymnasium te Kon- stantinopel heeft er niet weinig toe bijgedragen den weg voor de emancipatiegedachten in de hoofden der jonge Turksche vrouwen en meis jes te hanen. Zoo komt het, dat ook de verwe zenlijking yan het zoogenaamde ideaal van de Amerikaansche meisjes om tenminste eens gescheiden te worden, ook in den kring van de hervormingen is doorgedrongen. Betsekent dus de afschafing van de poly gamie in het tegenwoordige Turkije niet veel meer dan de wettelijke omschrijving van een bestaanden toestand, niettemin is zij toch als symptoom voor de energie, waarmede de ver schillende hervormingen ten uitvoer worden gebracht, opmerkelijk. Van de haremwetten tot de vrouwelijke aanvrage om echtscheiding, dat is een enorme stap in de ontwikkeling van het burgerlijk recht, die te vergelijken is met een sprong over de eeuwen. Zooals de moderne Turksche vrouw den Jazmak, den sluier heeft afgelegd en zich thans reeds ongestraft In Europeesche kleeding in de straten van Stam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 6