DERDE BLAD.
Leijerpolder.
FEUILLETON.
VROUWENLIST.
Ageiit voor Üctiiiyoo: Firma A, J. PMNÜ.
Ameriikaniana.
Zaterdag 14 Juni 1924.
67ste Jaargang. No. 7450.
Vergadering van stemgerechtigde Ingelanden van
den Leijerpolder. gehouden bij den heer A. Mijts,
aan het Verlaat, op Woensdagavond 11 Juni 1924,
des avonds 7 uur (oude tijd).
Aanwezig ongeveer 30 Ingelanden, te zamen, (waar
sommigen hunner één of meer stemmen hebben
door vertegenwoordiging van een of andere instel
ling of van een particulier) uitbrengende bijna 00
stemmen.
Mede aanwezig het bestuur van dezen polder, n.1.
voorzitter de heer Jn. Ligthart, Molenrneesters de
heeren H. Wit en A. Molenaar, verder de heer Boom
uit Heemstede, ingenieur P.E.N., de heer Beezeveld
uit Haarlem, ingenieur Prov. Waterstaat, de heer
Pijper van Hoorn van de aldaar gevestigde firma
Scholten en Pijper, de heer J. Wit, voorzitter Wes-
terkamperpolder, als gast en de heer F. C. Jong,
secretaris-penningmeester van den Leijerpolder.
De voorzitter opent de vergadering met tot allen
een hartelijk welkomstwoord te richten en zijn ge
noegen ujt te spreken dat zoovelon aanwezig zijn.
Ook de heeren Boom, Beezeveld en Pijper worden
door voorzitter welkom geheeten in ons midden, ter
wijl spr. hoopt., dat de besprekingen tot bloei van
den polder zullen bijdragen.
De notulen van 15 Juni 1923 worden gelezen en
goedgekeurd.
Do commissie van onderzoek der rekening doet bij
monde van den heer Helder rapport dat tot goedkeu
ring wordt geadviseerd, daar alles in orde werd be
vonden.
De rekening wordt daama goedgekeurd.
A&bieding begrooting voor 192-4. in ontvangst en
uitgaaf bedragen f 4892.90met_J 463.15/4 onvoor
zien. Voor den molen-timmerman is geraamd f500,
terwijl de kosten zijn geraamd op f 16 per HA. Ba
tig 9aldo vorig jaar was f 811.68*5.
Na toelichting wordt de begrooting goedgekeurd.
Punt 4: Machtiging aan het Bestuur tot uitvoering
der voorgenomen werken, behoudens wijzigingen.
Wordt aangehouden tot straks.
Punt 5. Rapporten:
a. van J. Smit Pz. te Lutjewinkel, inzake af
doend herstel van den molen, geraamd op f1880,*
aldus f1350 hooger dan begroot is geworden, wat bij
aanneming zal beteekenen een lastenvorhooging van
circa f 5 por H.A.
Voorzitter zegt, dat de heer J. Smit, ondervraagd
geworden naar kosten reparatie molen, onderzoek
deed en meehde dat die wel gerepareerd kon. Hij
diende toen rapport daarover in.
De vergadering kan zich met het rapport vereeni
gen.
Rapport b. van de N.V. Electro-technisch bureau
Schol-toni en Pijper te Hoorn voor een vijzelinstal
latie én nieuwe waterloop naast het motorgebouw
tje, dus geheel aan te sluiten op den motor, com
pleet f2730., bijkomend grond-, schoeiing-, timmer
en betonwerk f1135, totaal f3865.
Na eenige toelichting door den heer Pijper uit
Hoorn, kan de vergadering zich met het rapport
vereenigen.
Rapport c, inzake gecombineerde clectrische be
maling met de polders O.-Kampen en W—Kampen en
onderlinge verbinding, toe te lichten door den heer
Boem uit Heemstede, ingenieur van hot P.E.N.,
waarbij de kosten met inachtneming der reeds aan
genomen plannen in de polders O.-Kampen en. W.-
Karnjjen.
1. Bemalingskosten en - kapitaal lasten f5.31 per
HA.
2. Kosten kunstwerken en hoofdvaarten f3.18 per
HA.
3. Schoeiingswerk, bunders-bundersgewijze met
de beide andere i>olders (O.- en W.-Kampen) begroot
naar den stand, de? laatste 10 jaren f4.22 per HA.;
hier komt bij:
4. huishoudelijke kosten per H.A. f2.
5. uitwateringen zooals deze thans zijn per HA.
f3.—.
Ingenieur Boom vaja het P.E.N. geeft toelichting.
(Dit rapport'met toelichting is door ons reeds weer
gegeven in verslag Westerkamperpolderv'ergadering
van 28 Mei j.1.).
Op een na het einde van het rapport en toelich
ting gestelde vraag van den heer P. Pijper uit
Nieuwe Niedorp over onderlinge verschillen van wa
terstand der 3 betrokken polders, geeft do secretaris
toelichting, waaruit als resultaat van door wijlen
P. Smit (Lutjewinkel) ten deze indertijd gedaan on
derzoek blijkt, dat W.-Kampen ligt 1.69 M. beneden
A.P. bij zomerpeil, O.-Kampen 1.66 M. beneden A.P.
zomerpeil en Leijerpolder 1.68 M. beneden AJPzo
merpeil W.-Kampen is dus 't diepst gelegen.
De heer Biezeveld vindt de verschillen zeer gering,
zoodat men kan zeggen, dat de polders practisch
eigenlijk gelijk liggen. Vanwege den Waterstaat is
trouwens onderzoek gedaan en bleken P. Smit'e op
metingen juist te'zijn geweest.
De heer P. Pijper heeft in opname van den Wa
terstaat meer vertrouwen dan in die van zoo'n tim
merman.
De heer F. Kooij uit bezwaar dat de Leijerpolder
't meeste in de kosten zal hebben te betalen.
Voorzitter geeft eenige toelichting hoe dat koüat.
De W-Kampen zei met hun nog goeden molen meer
bedrijfszekerheid te hebben als de Leijen. waar de
molen niet in goeden staat is. Maa£ voorzitter méént
dat wij dezelfde bedrijfszekerheid als W.-Ivampen
zullen hebben indien wij onzen molen deugdelijk in
orde laten maken, waarover J. Smit rapport indiende.
De heer Jn. Bakker komt in eene beschouwing ten
slotte tot de conclusie, dat het o.a. een gunstige om- j
standigheid voor ons is, dat bij den nieuwen toe- I
stand bij electr. bemaling de lasten bij ons in den
Leijerpolder eigenlijk het minste rijzen, ondanks allo
hier aangegeven plannen en mede met het oog daar
op gevoelt spr. er wel voor. W.-Kampen b.v. zou rij
zen in lasten f3.29 per HA.; O.-Kampen-f 1.66 per
H.A.; Leijerpolder slechts f0.46 per H.A.
Voorzitter zegt nog dat de aangegeven lastenbe-
rekeningen zijn genomen naar de lasten in de laat
ste 5 jaren (en ze waren hoog in dat tijdvak).
De secretaris licht toe dat hij het niet eens is met.
oorzitter dat. we bij' reparatie van onzen molen de
zelfde bedrijfszekerheid als W.-Kampen zouden heb
ben. De W.-Kampen heeft f2200 voor 2 nieuwe roeden
betaald, die ruim 60 jaren mee kunnen. De onze
zitten reeds 60 jaren volgens notulen en zullen dus
spoedig nieuwe noodig zijn.
Door den heer P. Groot en anderen wordt bestre
den dat onze roeden 60 jaar zitten, zoolang is het
niet, betoogen zij
Secretaris: Dan zouden de notulen van dien tijd
onjuist moeten zijn. Do secretaris zegt voorts dat
rapport over de tegenwoordige machine die we be
halve den molen voor bemaling hebben, wel goed
ware geweest, doch rapport daarover is door ons
niet aan fa. Scholten en Pijper gevraagd. Spr. vindt
riskant om onze machine (een 2e handskracht) voor
nieuwe bemaling te benutten. In vergadering kroos-
schouw j.1. herfst, is reeds besproken dat de tegen
woordige bemaling die wij hebnen (watermolen en
een Vlastone petroleummotor) niet voldoende is en
wij een beter afdoende bomalingsinrichting moeten
hebben. Bij electr. bemaling zou waterloozing niet
meer zooals nu in de Mient (van de Kogge-Strijk
molens) gebeuren, doch wel in Raaxmaatsboezein.
De lage landen in de Weel raken te laat het water
kwijt. Op ons aan Ged. Staten over een en ander ge
richt schrijven, kregen wij antwoord. Daarin was
bezwaar tegen loozing op Raaxmaat, die n.1. al te
veel water heeft uit te malen om die loozing van
ons te kunnen hebben. In overleg met O.- en W.-
Kamperpolderbesturen zijn we tot een compromis ge
komen, om bundersbundersge wijze gezamenlijk de
zaak te bekostigen. Overwogen werd tenslotte dat
W.-Kampen 1/7 deel in de kosten zou bijdragen. Onze
schuld zou f20.000 worden, zei een bestuurslid. Wij
hebben het berekend cn kwamen tot ruim f 17000 dat
onze schuld zou worden, f2.96 per H.A. zouden wij
door gezamenlijke bedijking der 3 polders uitwinnen
(is over onze 252 H.A. in Leijerpolder) f627. Voor
van 'tjaar is hij ons f1250 begroot voor kade- en
schoeiingwerk, bij' W.-Kampen echter nog geen f300.
Bij gezamenlijk onderhoud: van dijken zou W.-Kam
pen per H.A. daarentegen fl.98 en. O.-Kampen f0.52
per H.A. vermeerdering van dijkonderhoudskosten
hebben. Komt de combinatie niet tot stand, dan ko
men wij niet meer in deze gunstige conditie voor
schoeiingwerk, enz. W.- en O.-Kampen zullen als
combinatie niet tot stand kwam, zeggen: we hebben
u de kans-gegeven, u wilde niet. De, Waterstaat, zal
dan zeggen: U hebt er niet aan gewild en wij laten
liever ieder baas in eigen huis. Wij kunnen ons be
ter met de heide andere polders combineeren.
De heer P. Groot dacht dat electr. bemaling zeer
duur is. De Hoogwouder meelmolen heeft er al wat
anders voor in plaats. De Braak (onder Obdam) ook.
En meerderen.
De heer Boom geeft dienaangaande eenige toelich
ting, dat het eene o.a. niet altijd: met het andere te
vergelijken is. Hoogwoud en andere -gevallen b.v.
daar is de electr. betrokken van gemeentelijk be
drijf tegen K.W.U.-prijs van mogelijk wel om
streeks 20 cent. Bij ons geval hier zal die hoogstens
ruim 7 cent zijn en laagstens ruim 5 cent per KAV.U.
'n Heel verschil. Ook heeft meerdere of mindere
stroomafname invloed op den prijs. Ook is van in
vloed welke installatié men plaatst. Er hangt ook
Naar het Enqeisch van C. N. en A. M. WILLJAMSON
Bewerkt door W. J. A ROLDANUS Jr.
15.
Beverley, die hij het bed gestaan had, liet er zich
nu op lieervallon en staarde récht voor zich uit.
„Hij wist het", zeide zij langzaam. „En en hij is
een paar minuten alleen met de parelen in het
boudoir geweest. Je moot weten, dat zuster Lake
thuis kwam. Zij was boos, omdat jij uit was. Ik
trachtte haar te kalmeeren, maar hot lukte mc niet.
Zij is op staanden voet vertrokken. O'Reilly was in
mijn boudoir. Jo hebt gelijk, Clo! Ilij heeft do pa
relen meegenomen."
liet jonge meisje had dit ook gezegd; maar toen
de woorden door andere lippen dan de hare her
haald worden, gaf het haar een schrik. O'Reilly's
gelaat rees voor haar oogen op. „Ik geloof niet, dat
hij ze meegenomen heeft." hoorde zij zich tot haar
eigen verbazing uitroepen.
„En je hebt het zelf gezegd!" zeide Beverley.
„Dat weet ik wel", erkende het jonge meisje. „Het
denkbeeld kwam in mij op. Maar het kan niet
waar zijn. Wat hij ook zijn mag, daartoe acht ik
hem niet in staat!",
„Woedend op jou, op ons alle twee is hij wegge
gaan A zeide Beverley. „Hij moet de parelen gesto
len hebben. Hij had er een krachtig motief voor:
vat op ons te krijgen, om ons te dwingen de papie
ren terug te geven".
„Als we ze tenminste hebben!"
Beverley sprong op. „Ik verlies er mijn hoofd bij!"
jammerde zij. „Er zijn te veel dingen tegen mij. Ik
kan ze met allemaal tegelijk het hoofd bieden. Ik
moet naar het boudoir terug om de enveloppe te
halen, wat er ook gebeuren mogé".
„Wat moet ik doen?" vroeg Clo.
Beverley had de deur reeds geopend.
„Als ik binnen vijf minuten niet terug hen, zal
dat een teeken zijn, dat jij bij moet komen."
Toen de deur achter haar Engel dichtgevallen
was, voelde Clo, dat de vijf minuten respijt haar
goed zouden doen. Zij lag languit op haar rug als
een figuur op een marineren graftombe; maar toch
kon zij niet rusten door het denken aan O'Reilly.
Zijn oogen schenen in de hare te kijken, en al deed
zij de hare dicht, dan kon zij daardoor toch zijn
beeld niet uitsluiten. Toen zij dacht, dat de vijf
minuten om waren, liet zij zich moe van het bed
glijden.
„Ik moet. naar 'Engel gaan", zeide zij halfluid.
Maar zij stond nog niet, toen Beverley, zonder te
.kleppen, de deur open gooide.
Onmiddellijk begreep Clo, dat er een nieuw en
nog erger ongeluk gebeurd was.
„Nou is het 't einde. Nou geef ik het op!" hijg
de Beverley. „Na de parelen is de enveloppe ver-
dwenen. En ik had het' ding nog niet eens open-
jgemaakt. Ik weet fiiet wat erin zat".
„Verdwenen! De enveloppe weg! Weg van
waar?"
„Van de tafel-in het boudoir", antwoordde Be-
j verley. „Ik had haar daar neergelegd, toen Miss
Blackbume me van de parelen vertelde. Het. ding
lag er nog, toen ik naar jou toeging. Miss Black
burne is niet uit de kamer geweest. Zij heeft de
enveloppo zelfs niet gezien. Ik. heb overal gezocht
maar zij is er niet.
HOOFDSTUK XVHT.
Alle inspanning van Clo voor niets. Zij had voor
niets bedrogen, gestolen, haar leven gewaagd1: de
enveloppe was weg.
„Je kan niet overal gekeken hebben", hield zij
vol. „Het ding moet ergens gevallen zijn tenzij
Miss Blackburnemaar neen, die is veel te eer
lijk!"
„Ik weet zeker, dat je gelijk hebt; zij is goed en
eerlijk. Maar -... zij zegt. dat er niemand in do ka
mer geweest is, terwijl zij er zatik heb hot haar
gevraagd. Anders zou ik misschien gedacht heb
ben, dat Rog Zij hield1 op. „Ik wou je onder
vier oogen spreken", begon Engel weer, „daarom
ben ik teruggekomen. Je hebt vandaag al zooveel
prachtige dingen gedaan, dat ik heelemaal op jou
vertrouw. Als er iets te doen was, zou jij de eenige
zijn om het te doen. Maar er is niets te doen
wel? Ik zie geen enkel lichtpuntje, jij*?"
„Laat ik beginnen met je te helpen zoeken naar
de enveloppe", zeide Clo.
„Ga clan mee", zeide Beverley mot een toonlooze
stem. Samen gingen zij naar Beverley's boudoir,
waar Clo en Miss Blackburne elkaar eerst begroet
ten. Clo was juistt naar de verloren «nveloppe gaan
veel af van het nuttig effect dat men verkrijgt 52
M3. waterverzet, 1,45 M. opvoerhoogts en 26 KAV.U.
stroomverbruik dat zijn 3 dingen die leverancier moet
garandeeren. De Schager polder, de polder Wierin-
gerwaard. een polder in Zijpe, en Beemsterpolder
zij allen zullen electrisch gaan draaien, licht de heer
Boom verder nog toe.
De heer Biezeveld, ingenieur Prov. Waterstaat,
licht daarna den techniseben kant van de zaak toe en'
komt tot de conclusie, dat combinatie der 3 polders
het meest, aanbevelingswaardig is en de meeste
kans van sdagen biedt. Als de besturen der 3 polders
het er over eens zijn, gaat het op rolletjes. Als
Leijerpolder alleen de combinatie verzocht zou deze
niet tot stand komen, denkt spr.. verzoek door de
besturen gemeenschappelijk is beter om te slagen.
De heer Pijper uit Hoorn geeft nog eenige toelich
ting aangaande het vereischte slootwerk.
De secretaris licht toe, dat bij de gecomb. electr.
bemaling de kapitaalslasten (is rente en aflossing)
voor Leije/rpolder zullen zijn f2.12 per HA. (gedu
rende 30 jaar; grond- en kunstwerk (gedurende 40
jaar) f3.18 per HA.; directe bemalingskosten f3.18
per H.A.; schoeiingswerk (was in laatste 10 jaren
(bundersbundersgewijze gelijk met de beide andere
polders) f4.22 per H.A. in elk der 3 polders, Uitwa-
teringskosten van strijkmolens zooals deze thans zijn
f 3.per H.A (verlaging daarvan is niet. waarschijn
lijk, verhooging wel waarschijnlijk). Huishoudelijke j
kosten geraamd op f2.per HA. Aflossing bestaan- j
de schuld: nog 2 jaar lang per HA. f2.20, nog 1 jaar
per ILA. f 2, en nog 9 jaar per H.A. f 1—, voor 1
bestaande oude schuld van totaal f3850 (is gedurende
12 jaar ongeveer f 1.50 per HA. gemiddeld af te los
sen.
Volgens den heer Pijper zal f3 per. H.A. voordeel
verkregen worden als de motor gebezigd wordt.
Trekken we hier af f2.49 per HA. voordeel ten aan
zien van het schoeiingwerk, bij electT. bemaling, dan
zou 51 ct. per HA., zeg rond 50 ct. verschil in voor
deel overblijven. Is 't voor 50 cents meer de moeite
om electr. bemaling to doen of wenscht men voor
50 cents minder de bestaande bemaling te behouden.
Dat is te overwegen.
Volgt nog eenige toelichting over den vereischten
waterafvoer door den heer Biezeveld, die aangeeft
dat de toevoercapaciteit der slooten in evenredigheid j
met capaciteit van bemaling moet zijn.
Nadat voorzitter gewezen heeft op de zooeven ge-
noemde 51 cents verschil in voordeel hij gecombi
neerde electr. bemaling of motort>emaling, volgt
stemming over het id"ée gecombineerde electrische
bemaling dat met 31 voor en 24 tegen wordt aange
nomen.
Voorzitter: Dus daartoe is besloten.
Voorzitter stélt punt 4 nu aan de orde, dat luidt:
Machtiging aan het bestuur tot uitvoering der voor
genomen werken behoudens wijzigingen. Besproken
werdt dat de toestand, van den molen niet best is,
waardoor er slechts zeer voorzichtig mee gemalen
kan worden. De andere polders zouden wel bema-
lingshssistentie kunnen geven, maar de vraag is dan
neg of het water voldoende gauw weg raakt.
Het bestuur wordt gemachtigd om met voorlichting
van deskundige zijde de noodige werken op de
meest doeltreffende wijze tot uitvoering te brengen.
Bij de rondvraag komen nog enkele kleine zaken
ter sprake, die zullen worden gedaan.
De secretaris deelde nog mede dat omdat de ver
gadering zulk een aangenaam verloop heeft, het be
stuur besloot^ dat de aanwezige ingelanden elk 2 ge-
lagjes vrij zullen hebben voor rekening der polders.
Voorzitter dankt allen voor opkomst en medewer
king tot prettig vergaderen en voor genomen beslui
ten en .hoopt dat deze tot bloei van onzen polder
zullen mogen strekken. (Applaus.)
Hierna sluiting.
in.
Toen ik mijn vorig artikel eindigde, schreef ik, dat
het Amerikaansche idealisme altijd naar bankpapier
rook. Ik zou nu mijne lezeressen en lezers, zoowel
als mijzelf te kort doen indien ik daar niet nog
eens iets meer van vertelde.
Want u zult wellicht denken, dat het Drankverbod
(Prohibition) tenminste een zuiver idealisme is.
Ik moet u teleurstellen. Achter die heele beweging
zit grootendeels winstbejag.
K Aanvankelijk niet.
Aanvankelijk was de „Vollstead Act", zoo heet de
Drankverbodwet, met zeer goede bedoelingen ge
maakt.
Gedurende den oorlog luisterde men onwillekeu
rig graag naar de drankbestrijders, die hoofdzakelijk
uit aanhangers der streng orthodoxe calvinistische
kerken voortkwamen.
Vóór den oorlog had men minder geluisterd naar
de drankbestrijders die eene vereeniging gevormd
hadden, de „Anti Saloon Leage". Een Saloon is eene
tapperij en slijterij.
Gedurende den oorlog liep het publiek warm voor
alcoholbestrijding en wilden als tijdelijke maatregel
wel een wet zien gemaakt, die het alcohol verbruik
beperkte.
Of dat zelfde publiek zoo. warm zou gelóopen zijn
indien het de permanente gevolgen van hun idealis
me hadden kunnen voorzien, betwijfel ik ten sterk
ste.
Wat toch is het geval.
Niet zoodra was Amerika zoogenaamd droog of
de smalle gemeente begon er belang bij te krijgen,
dat die toestand bestendigd werd. Zoodra er een ver
bod gemaakt wordt, zijn de overtreders geschapen.
De wet zelf werkte de overtreding in de hand door
we 1 het f a br.i ceere-n en verkoopen, doch
niet het drinken van bedwelmende dranken te ver
bieden. Zoodat de drinkers hieven en het aantal op
drank belusten zelfs nog toenam en buitendien een
geheel nieuw bedrijf ontstond: drank maken hu het
geheim en drank smokkelen. De smalle gemeente
zag hier een reusachtigen kans om een slag te slaan.
Er ontstond een bepaald bedrijf: „bootlegging" en
daar dit smokkelbedrijf groote winsten afwerpt, werd
het een vitaal belang voor de heeren bootleggers
dat de Prohibition gehandhaafd blijft.
De Anti Saloon Leage, de Drankbestrijders, krij
gen dus steun van de Bootleggers, de Dranksmok
kelaars. Wat een miserabele vertooping. Trouwens
ik weet niet wie de groote zondaren zijn: de Boot-
leggers of de Anti Saloon Leaguers. Do leider van den
Bond, eeri'zekere William Anderson, bleek een aarts-
hyponiet te zijn, die een paar maanden geleden we
gens valschheid in geschrifte en verduistering de bak
is ingedraaid en door zijn Leaguers als held en mar
telaar verheerlijkt wordt.
Do Droogleggers schrikten nu wel terug om hun
heilige Prohibition te behouden en daar dit inmid
dels eene politieke quaestie geworden is, houden zij
er een kaartsysteem op na teneinde door middel van
politieke chantage hun doel: „uitersie doordrijving
der Prohibition" te bereiken. Maar het drinken
van alcohol verbieden, die eenig mogelijke conse
quentie van hun draven, durven zij niet aan. Het zijn
treurige figuren, die Droogleggers. De Bootleggers,
de smokkelaren, riskeeren ten minste nog iets, altijd
geld, veelal hun vrijheid, somtijds hun leven.
Er wordt ontzaggelijk gesmokkeld en tegen de
wet gezondigd. Het aantal overtredingen door do
Rechtbanken behandeld sedert de wet werkt, loopt
in de honderdduizend. Nog wel honderdduizend ge
vallen wachten op berechting. Uit allerlei blijkt, dat
men de wet overtreedt en ik heb reeds vroeger ge
schreven dat het drankgebruik en drankmisbruik
in Amerika is toegenomen op eene wijze, die een
gewoon burger doen griezelen.
Het is weerzinwekkend te bemerken, hoe de jon
gere generatie der Amerikanen door dit Drankver
bod bedorven wordt: door drankmisbruik, lichame
lijk en moreel. Men ziet weer waar die uiterst calvi
nistische dweepers de maatschappij h'eensturen. Te
genover het drijven der dweepers wordt echter front
gemaakt
Allereerst door den Rector Magnificus van de Co-
lumbia Universiteit te New-York. Deze, de heer Dr.
Nicholas Murray Butler, een der voornaamste
Republikeinen. Professor Butler heeft eene redevoe
ring gehouden en daarbij gezegd dat door de wet het
Staatsgezag ondermijnd, de persoonlijke vrijheid aan
getast en het moreel der natie besmet, wordt.
Zoo staat de quaestie van het Alcoholverbod mid
den tusschen de a.s. Republikeinsche Conventie.
Doch ook in de Democratische Conventie zal de
Prohibition-quaestie behandeld worden.
De door wijlen Boris Murphy naar voren geschoven
candidaat, de heer Alfred Smith, Governor of New-
York State, is tegen Prohibition. Governor Smith
heeft n.1. een poos geleden geweigerd om zijn veto
te geven, nadat de senaat van den Staat New-York
geweigerd had het z.g.n. 18e amendement in den,
Staat New York in te voeren. Do heer Smith stond
klaarblijkelijk op hetzelfde standpunt als zijn Par
lement n.1. dat dit door Washington voor geheel
Amerika aangenomen amendement niet de afzonder
lijke staten tegen hun wil kan dwingen.
Governor Smith is Roomsch en staat dus toch al
niet best aangeschreven bij de fijne calvinisten, nu
kunt go begrijpen hoe zij hem tegenwerken nu hij aan
hun heilig huisje, het „toegespitste Drankverbod"
1 dorst raken.
Eigenlijk dit vertelde mij onlangs een onzer
consulaire ambtenaren uit Amerika zou bij oen
referendum het Drankverbod zeker weer opgeheven
j worden.
I Maar er komt geen referendum en de politici -zijn
veel te bang voor de machten, die achter de drank
wet zitten: anti saloon leaguers, vakvereenigingslei-
jders, enz., allerlei lui, dié in do politiek intrigueeren,
i dus waarvoor de afgevaardigden als' de dood zoo
bang zijn. Want de afgevaardigden willen herkozen
worden en als zij de meeste kans hebben om her
kozen te worden door vast te houden aan Prohi-
bition, dan doen zij dat, al gaat Amerika, de Ame
rikaansche staatsorde en bevolking daarmede ook
naar den afgrond. Eerst de politiek.
Want de leiders der arbeiders, die tegen opheffing
van het drankverbod zijn, zullen zich waremnol niet
hun whisky behoeven te ontzeggen. Daar zijn im
mers de bootleggers.
Maar ook do heeren politici lijden heelemaal niet
onder het Drankverbod. Ik had juist al zoo jammer
gevonden, dat die oude mop als men trek in een
borrel had, niet meer opging van: „Wat zei de Gou
verneur van North Carolina tegen den Gouverneur
vuu South Carolina?
Laat ons een borrel vatten!
Dat zat zoo: Jaren geleden was er tusschen dio
twee staten een geschil over de grenzen. De heeren
trokken naar Washington om recht te halen. Iedo-
ren dag gingen zij naar het Kapitool en wachtten tot
zoeken, toen Roger Sands langzaam langs de half muis ,zij had vandaag geprobeerd het net door te
open deur kwam. t Beverley had die op een kier knagen! Zij had een klein gaatje geknaagd, inaar
laten staan, niet ómdat zij hem wilde roepen (na zelfs nog vóór de gevangene worstelen kon om zich
de verdwijning der parelen was dat verlangen ver- te bevrijden, 'was het gat weer dicht gegaan. Toch
dwenen), maar om te zien, dat hij uitging. Zij was de muis bereid opnieuw te beginnen. Het was
stond met haar rug naar do deur op dat oogenblik. een dappere, vermetele muis! Om de een of andere
maar aan den muur tegenover hing een lange spie- vreemde reden stelde zij al haar hoop op Clo.
gel. Door het kleine gilletje, dat Engel gaf, vermoed- Gedurende haar afwezigheid had het jonge meisje
de Clo, dat zij zijn spiegelbeeld gezien had. Hij keer- het boudoir'geheel doorzocht. Haar scherpe oogen
de zich om en kwam terug. hadden geen scheur overgeslagen, groot genoeg om
„Stel je voor. dat hij vraagt de parelen te zien!" een speld te verbergen, om niet te spreken van
dacht Clo. Haar blik ontmoette dien van Beverley een parelsnoer of een groote caWloppe met vijf roo-
en zij las er denzelfden angst in. de lakken. Zoowel de parelen als de enveloppe
„En wat zegt. u van de snuisterijen?" vroeg hij moesten gestolen zijn. Waren er twee dieven of
onverschillig aan Miss Blackburne. slechts één?
De twee jonge vrouwen hielden haar adem in. Na Roger's vertrek en Beverley's terugkeer kon-
Zou de parelenrijgster allesr verraden? den de drie vrouwemvrijuit spreken, vooral na Mrs.
Maar Miss Blackburne, zichzelf trouw blijvend, Sands' verklaring tegen den buttler, dat hij bij
was de discretie in persoon. het diner niet behoefde rond te dienen.
„Ik heb de parelen nog niet goed genoeg bekeken, Miss Blackburne herhaalde, dat zij niets van de
om mij al een oordeel te kunnen vormen", antwoord- enveloppe wist. Zij had aan niets anders gedacht
de zij, „maar mijn indruk is, dat het buitengewone dan aan de parelen. Het verdwijnen daarvan bracht
steonen zijn." haar in een zeer moeilijke positie, tenzij Mrs. Sands
„rk ben blij, dat uw indruk goed is" zeide Ro- haar man en de politie onmiddellijk met het ge-
ger. En zich dan tot zijn vrouw wendend: „Mis- beurde in kennis stelde.
schien kom ik pas laat terug. Wacht maar niet op „Ik zag aan uw gezicht, dat u liever niet wilde,
me. Goeden avond". dat ik iets zeide, toen uw man binnen kwam", zeide
Beverley volgde hem in den hall. zij tegen Beverley. „Daarom heb ik er omheen ge-
Roger!" riep zij op smeekenden toon. „Je doet praat zonder te liegen. Ik vermoedde, dat u zelf
me een vreeselljk onrecht aan. Ik kan het niet uit- hem het nieuws wilde medadeelen. Dat hebt u nu
houden". zeker gedaan? Hij zal de politie wol sturen of een
„Wat bedoel je?" vroeg hij. particulieren detective om nog verhooren af te ne-
„Je kunt het niet weten van Justin O'Reilly", men. terwijl ik hier ben?" M
zeide zij. „Je denkt, dat ik ,Jk wil ze zoo gauw mogelijk terug hebben ant-
„Heb ik je van iets beschuldigd?" vroeg hij, ter- woordde Beverley. „Maar ik#heb het mijn man
wijl hij zijn wenkbrauwen samentrok. nog niet verteld en we kunnen de politie er met in
„Neen, maar mengen en ook geen detectivo. Dat zal u wel onbe-
„Je phantasie schijnt zelfs nog levendiger te zijn grijpelijk toeschijnen, Miss Blackburne, maar ik be-
dan je geweten gevoelig is. beste kind. Wat heb loof u, dat u er niet onder zult lijden. Ik geloof,
je gedaan, dat ik je beschuldigen zou?" dat ik weet wie de parelen gestolen heeft. Als ik
„rk heb niets gedaan. Roger. dat jij me daarin niet vergis, dan is hier niet bepaald
„Dan is het in orde. Waarom je muizenissen in sprake van diefstal Misschien kan ik ze. als ik het
je hoofd halen? Ik moet me haasten, anders kom handig aanleg, terugkrijgen. Waartoe zou het die-
ik te laat voor mijn afspraak. Goeden avond. En nen mijn man lastig te vallen, wanneer over een
slaap lekker!" of twee {lagen alles weer in orde kan zijn?"
Roger liep. zonder om te kijken, naar de deur. „Hum", prevelde Miss Blackbume. „Ik geloof, dat
Beverley gevoelde, dat zij gevangen was in de ma- u u vergist, Mrs. Sands. Ik heb zoo'n gevoel dat
zen van een groot net. Mr. Sands vermoedens heeft".
Wat had Clo dien dag ook weer gezegd? „Er was „Dat de parelen weg zijn? Hoe zou dat kunnen?
eens een muis, die aan een net knaagdeArme riep Beverley uit.