llltlttl NitlfS- NI li SPAARDER 4 Co., GRATIS. DE LANGE&DE MORAAZ, Alkmaar „De Vrije Gedachte" in verband met geestelijke zaken in gevaar! Zaterdag 14 Juni 1924. 67ste Jaargang. No. 7450. Uliyevers i N.V, v.h. TRAPMAN Co., Scbagen EERSTE BLAD. Nieuwe Abonné's voor de Schager Courant ont vangen de tot 1 JULI nog verschijnende nummers llit bet hart Yan Holland. CRE DIETEN. Gemengd Nieuws. SCHA Dit blad verschijnt viermaal per week: Din%dag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tonliön nog zooveel mogelijk in hot eorstuitkornend nummer geplaatst. Prijs por 8 maandon fl.05. Losse nummoro 0 cont. ADVERTKN- TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, iodoro cogol moor 20 cent (bowijsno» POSTREKEN1NO No. 233?0. INT. TELEP no. 20 inbegrepen). Groote lotton worden naar plaatsruimte bare ka ad. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. Nederland heeft een groot verlies geleden door het overlijden van Lobman. Hij was een der weinigen uit den grooten parle mentairen tijd, die nog dagelijks deelnam aan bet openbare leven. Hl) en yan Houten. Twee tegenstanders, die toch zooveel punten van overeenkomst bieden al was het slechts in allure. Doch waar Van Houten zich eenmaal een ideaal had gesteld, dat onwrikbaar vast stond, zoodat hij zich door den tijd zag inhalen en wat eertijds rood- radicaal had geleken, ten slotte als gewoon, als con servatief, als reactionair zelfs moest hooren betite len, was Lohman slechts vasthoudend op één punt, zijn geloof en breidde hij zijn wenschen voor het volkswelzijn gestadig verder uit. Van Houten wist wat hij wilde hereiken en wei gerde verder te gaan. Lohman ging, in zijn eigen lijn, stap voor stap verder. Dit 19 wel het opvallendst verschil tusschen deze twee groote parlementariërs. Nu heeft Nederland Lohman verloren en blijven slechts Van Houten en Karaebeek Sr. over van de oude garde. Reeds jaren misten we hem: in de Kamer, doch van zijn studeervertrek uit bleef hij, evenals Van Houten, zijn invloed doen gelden op den gang van zeken. Nu zwijgt zijn stem en vraagt men zich wie er in ons politiek leven eigenlijk gesneden is van het hout, waarvan men groote figuren in het politieke leven maakt. Het is den laatsten tijd! eeni vrij algemeen ge bruik geworden te spreken van de verwording van het parlement. Het is „goedkoop" af te geven op de Kamer. Maar hebben zij, dié zich boos maken ov>ir het „goedkoope" feitelijk recht tot boosheid? Ons dunkt van niet. Zelfs de meest overtuigde partijman, die zich het vuur uit de zolen loopt voor zijn lijst en zich alle moeite geeft voor „zijn" partijleden in de Kamer, zal toch moeten erkennen, dat het parlement slechts eenflauwe afschaduwing is van vroeger. Zeker, er zitten tal van bekwame en eerbare per sonen, van goeden wil aan beide zeiden van het Bin nenhof en bepaalde stumpers of half idioten zijn er zoo goed als niet aan te wijzen, doch het is alles middelmaat. Zeer weinige figuren bij welke partij dan ook komen boven hunne kameraden uit. Zoo goed als er slechts weinige ver beneden het algemeene peil blijvèn. Dit was vroeger anders, toen men in de Kamer een Kuyper, Lohman, Schaepman, Borgesius, Druc- ker, Van' Houten had. Mannen als Idsinga, Mees, Beaufort, Van der Vlugt, vinden we niet meer. In de mannen die hen hadden kunnen opvolgen w® aenhen aan Regout (waterstaat), Loeff, Talma, De Geer, Treub en dergelijke zijn gestorven of staan buiten het parlement, waar J&n Gerritsen en digen. Nederlandsche volk vertegenwoor- Vermoedelijk is de heer Jan Gerritsen In elk op zicht een gemiddeld Nederlander. Niet te dit of te *eeP *e stom, te welsprekend of- te stotterig, te bekrompen of te visionair. Jan Gerritsen is een braaf man. die zijn maandgeld aan zijn vrouw geeft en lid is van zijn partij. Als men de woorden, dat een Kamerii<r het volk vertegenwoordigt letterlijk opvat, zoodat de Kamer een juiste afspiegeling moet zijn van de natie in al haar eigenschappen, dan is een middelmaat- Jeejn confectiewezen als Jan Gerritsen on- heid "volksvertegenwoordiger bij uitnemend- Maar - we gelooven niet, dat men zoo letter lijk moet omgaan met die omschrijving van een ver tegenwoordiger. Een voorbeeld. Weken lang hebben de bladen zich dagelijks bezig SP^ouden me* toonstelling van het Olympisch a!!iü i en,j zo°wat heel Nederland heeft belang ge steld in de lotgevallen, de overwinningen en neder- lagen der yoetballers. Men heeft al zijn best gedaan, ÏÏS 0.m Jongelui bij elkaar te kriigen, die „het" Nederlandsche voetbal vertegenwoordigen, doch er de elf uit te zoeken, die, elk voor zijn plaats, het allerbest zouden voldoen. .4]3 k0t er op aan komt een Kamer samen te stollen is het blijkbaar voldoende dat er honderd stuks bijeenkomen, die in bepaalde verhouding lid zijn der verschillende partijen. Partijman zijn komt eerst. Dan blijkbaar pas de bekwaamheid en dit is de pest van onze volksver tegenwoordiging. Niet de beste krachten, maar de trouwste partij mannen gaan naar de Kamer. Iedere lijst heeft een bekwaam man voorop, doch er is geen enkele, waarop niet, na de paar kop stukken. allerlei heeren en dames voorkomen, die zich verheugen in een volmaakte onbekendheid op elk gebied. Behalve dan bij het bestuur hunner eigen fractie. En die juist de middelmatigheid van den middelma. tigen Nederlander vertoonen. Dit nu kan de bedoeling van den wetgever niet zijn geweest. En .al had hij zoo iets wel bedoeld, dan kan het toch de bedoeling niet zijn van het Nederland sche volk, dat het in het parlement wordt verieeen. woordigd door allerlei gemiddelde figuren inplaats van door de allerbeste. Zooals het Nederlandsche voetbalelftal I Als men de Kamer bekijkt, komt men te staan voor een wonderlijk dilemma: of de natie heeft niets be ters dan deze honderd personen, of zij besteedt meer zorg en meer belangstelling aan do kans harer Oranjehemden, dan aan haar politieke vertegen woordigers. In geen van beide gevallen ie de verklaring van het verschijnsel der middelmatigheid aangenaam of vleiend voor de natie. In het eerste geval: als Nederland niets beters zou hebben, zou men zich bij het feit moeten nt/erleggon, al betreurde men het nog zoo. Dan was er niets ran te doen en zou men een heele of halve generatie moeten wachten. Doch natuurlijk zijn er in elke partij personen te vinden, die beter zijn dan een deel der zittende afge vaardigden der betreffende fractie. Zoodat we dus terugkomen op de onverschilligheid zorgeloosheid der natie, die maar rustig een heer of dame afvaardigt, zoodra zijn of haar partij-overtui ging in orde is. Ware dit de verklaring, dan behoorde elk een wien het landsbelang ter harte gaat, van stonde af aan alles in het werk te stellen, om belangstelling te wekken bij het publiek en te maken dat aan de i mensteling der Kamer ten minste evenveel zorg wordt besteed, als aan het uitzoeken van eenige athleten op verschillend gebied. Men vraagt toch niet of Denis' of De Natris of hoe de heeren heeten, katholiek, conservatief, gerefor meerd of communist of wat dan ook zijn. Men vraagt alleen of zij kunnen voetballen en of zij dit beter doen, dan een ander wiens neus, geloof, familie of politiek ons wellicht beter zouden aanstaan. Zij gaan om te voetballen welnu, hierin moeten zij uitmunten. Of Kamercandidaten kunnen wetgeven, vraagt nie mand. Nog minder of zij uitmunten in het wetge versvak. Als zij maar recht zijn in de politieke leer is 't voldoende. Trekt nummer één, die meestal wel kan wetgeven, voldoende clientèle, dan zijn er van de volgende nummers ook een paar onderdak. Het nummer Jan Gerritsen en het nummer Gerrlt Jansen. De fout ligt dus niet aan penurie van bekwame mannen. Ligt bij de onverschilligheid van het publiek. Doch, daar dit zelfde publiek toch dostijds wel mannen wist te vinden als 'n Lohman, 'n van Hou ten, 'n Drucker, *n Kuyper, moet er iets. oen of ande re invloed zijn, waardoor dit publiek thans met Jan en Johanna Gerritsen genoegen neemt.* Die invloed! kan nergens anders worden gevonden, dan in het systeem van de kieswet, die het er op aan stuurt het eventueel contact tusschen den candidaat en zijn mogelijke kiezers zooveel doenlijk onmoge lijk te maken. De wet, die een kiezer, die zeg Troel stra of Kooien of welk leider dan ook, in, de Kamer begeert, verplicht heel het lijstje te aanvaarden, dat door de partij achter den1 leider wordt geplakt. Of. te hopen, dat die leider een eenling zal blijken! Bij elk overlijden of aftreden van een lid hoort, men bijna met verrassing den naam van zijn opvolger. Hoe eer er aan dit wanhopig lijstengedoe een eind komt, hoe beter het zal zijn. Er zijn waarlijk beter systemen te verzinnen. Tenzij men natuurlijk streeft naar 4e middelma tigheid. een streven, dat op elk ander gebied met da verend hoongelach zou worden begroet, doch in po. liticis wel de hoogste wijsheid lijkt! A. ftSNO 1804. dezelfde, n.1. de onderdrukking van het vrije denken en de ge^vetensvrijheid. Deze methoden nu wekken reeds zooals gezegd, weerzin bij den vrijdenkenden, vrijzinnigen Nederlander, Indien hij ziet dat zij in andere landen worden toegepast. Wanneer hij ech ter door de ervaring leert, dat dit ook in zijn eigen land geschiedt en wel op steeds vrijmoediger wijze, dan wordt het hem duidelijk, dat zijn land en zijn volk geestelijk en zedelijk in groot gevaar verkeeren. Het ia waarlijk niet overdreven om in dit verband te spreken van gevaar, want omze vrijheid van denken in verband met geestelijke zaken en met godsdienst, onze gewetensvrijheid, behoort tot onze heiligste en zeer duur-gekochte nationale goederen 1 Merkwaardig genoeg wordt er het sterkst getornd aan deze vrijheid door hen, die zich de steunpilaren noemen van den Troon van Haar, wier voorvaderen goed en bloed veil hadden en hebben geofferd, om deze vrijheid voor ons volk te veroveren. Het is steeds de roem, en,glorie van ons land, geweest, dat het een vrijplaats was voor hen die vervolgd werden, omdat zij in verband met geestelijke vraagstukken er andere denkheelden op na hielden, dan de in hun tijdsgewricht officieel erkende en gangbare. Voor die kostbar^ vrijheid van denken heeft Neder- hun gen overmachtige on dien strijd gewon- NORDEMANN Adj. Directeur. Alkmaar. HOEDEN en PETTEN, STROOHOEDEN. Onze Vertegenw. de heer HOVENIER, is eiken Donderdag bij den hr. Zwaag, Schagen. Voor ieder vrijdenkend en vrijzinnig mensch is het Bolsjewisme dèèrom zoo weerzinwekkend, om dat het in beginsel de verkrachting is van het vrije denken. Men heeft de uitwerking van dit beginsel kunnen waarnemen overal waar het Bolsjewisme optrad en wel het best natuurlijk, in Rusland. In dat land werden verschillende vooraanstaande per sonen, leiders van vrijzinnig-geestelijke bewegingen o.a., gevangen genomen. Men liet hen uren en da gen lang, kruisverhooren ondergaan, beloofdo hen allerlei faciliteiten voor hun bewegingen, indien zij die van nu af aan wilden bestemmen als propaganda- organen, zoodat de verkondiging van de leer van het Bolsjewisme in verband met religie: „dat het geloof in het bestaan van God, de grootste vloek voor de menschheid is". Indien zij dit weigerden wa ren vervolging en doodstraf hun deel; slechts zeer weinigen zagen kans te ontkomen. Zagen zij zich dus onder het Tsarisme gedwongen in het geheim en met de grootste voorzichtigheid te arbeiden, door dat de orthodoxie der Russische kerk met den Tsaar als Hoofd de verklaarde vijandin van alle gewetens- en denkvrijheid was, het nieuwe regime bracht hen in een heel moeilijk parket. Een dergelijk verschijn sel valt op te merken bij de praktijk van het Fa- cis me. In Italiö sluit Museolini de Vrijmetselaarsloges en decreteert dat de R.K. Godsdienst daar op de open bare scholen zal worden onderwezen. Het Russische régime werkte met fusillades en martelingen op groote schaal, het Italiaansche zette kracht bi) aan zijn daden door een overvloedige toepassing van wonderolie, het dragen van zwarte hemden en lange sakken, terwijl er ook menig .geval met doodelijken afloop" bij deze vreedzame revolutie te constateeren viel. De middelen en het doel mogen dus verschillen, het beginsel en de uitkomst zijn bij beide systemen ten allen tijd onthoudt aan andersdenkenden. De gevolgen van dit alles blijven niet uit en zul len in de naaste toekomst reeds een groot nadeel blijken te zijin voor de goede verstandhouding der vorschilende groepen onder ons volk. Reeds is het bekend onder vrijzinnig geestelijke schrijvers, zoo als predikanten, sprekers, schrijvers en sociale wer kers. dat op dorpen waar nooit eenige strijd of af, scheiding was tusschen' andersgeloovenden en den* kenden nu de oude toestanden van vijfentwintig, dertig jaar geleden weer ingetreden zijn, dat Room- schon en Protestantsch geloovigen en niet-geloovi- gen weer als vijanden tegenover elkander staan. Men is er in sommige vrijzinnige kringen van eo* ciale werkers dn ons land van overtuigd, dat sa menwerking tussoheiï de andersdenkenden en ge- Ioovenden, zooals die voor vijf of zes jaar geleden met succes plaats vond. nu reeds niet meer mogeu iijk is. In de laatste twee werkseizoenen is het geen uit zondering, predikanten en geestelijken van kansel en podium te hooren verkondigen, dat zij die sa menwerking en verbroedering niet wenschen en dat zij de oude strijd over de dogma's weer in volle kracht terugwenechen! Deze strijd nu kan niet andeT» dan nadeelig wer ken op het geheele zedelijke en geestelijke leven van ons volk en men veroorlooft zich de vrijheid te mee- nen, dat het provoceeren van dien strijd zooals de Regeering dit op het oogenblik doet, „strijdig is met de goede zeden van ons land en ons volk" en dat daarop „de Koninklijke Goedkeuring" allerminst past. Wij zullen weer gedompeld worden in alle eL lende van godsdiensttwist en schoolstrijd en we zul len hoe langer hoe meer zien de verschillende be-. noemtiigen door de regeering op belangrijke punten zooals hoofden van groote gemeenten, posten bij de rechterlijke macht e.d. wijzen reeds duidelijk hier op), dat niet alleen, het feit van bekwaamheid en karakter, eigenschappen bil de benoeming tot betrekking den doorslag zal geven, doch tevens de kwestie van het geloof veel gewicht in de schaal zal leggen. De Regeering bedenke echter wel. dat het een be wijs van slecht en kortzichtig staatsmanschap is, wanneer men zijn volk ln vijandige Kampen ver deelt en zij bedenke daarbij tevens, dat zij vele re ligieus- denkenden en voelenden in en buiten de kerk voor goed van zich verwijderd heeft door haar recente maatregelen. De tijden zijn voorbij waarin men geloofde, dat een gezond, sterk en Gode waar dig leven kan opbloeien onder dwang. Er is geen geestelijk leven en dus ook geen godsdienstig leven van boteekenis mogelijk, zonder vrijheid van den ken en geweten, „God is groot genoeg, dat wij men- schenn in vrijheid over Hem denkon kunnen zonder aan Zijn Grootheid te kort te doen." Het is oneerbie dig en ongeestelijk om aan het denken over het Op perwezen en geestelijke zaken dwang te willen op leggen. Het leidt onvermijdelijk tot huichelarij bij do zwakken, tot ontevredenheid bij de sterken ge vaarlijker voor de vredige ontwikkeling der samen leving, naarmate zij krachtiger wordt onderdrukt van boven af. Deze methode van belemmering van het vrije denken, tracht de geestelijke zelfwerk zaamheid van het volk te dood-en en tot de bereiking van dat doel vormen de verslechtering van het on derwijs (vooral voor het volkskind), de belemme ring van de arbeidsvrijheid der gehuwde vrouw en een sterk geprovonceord militairisme de inzet. Dit is een verderfelijk systeem al vertoont het zich ook in het kleed van het anrti-revolutlonairisme, want het is, zooals wij in het begin zeiden, de overheer- schtng door macht van een minderheid over de massa. In de volksvertegenwoordiging toegepast, zal het leiden tot'het wekken van afkeer bij de me nigte voor het parlementarisme omdat dit door de ze regeering «n de haar steunende partijen wordt verbasterd op een wijze, die het onherkenbaar maakt Het zal, indien ons volk niet krachtig ont waakt en begrijpt hoe groot het gevaar is dat dreigt en hoe heilig de nAtlomale goederen zijn waar. het om. gaat, ons voeren en wel veel sneller dan do meesten denken) tot een starre autocratie, die als een stalen keurslijf alle progressief leven on zer natie zal belemmeren. Het werk van deze Re geering is anti-Nederlandsch en anti_Oranje„ al juicht zij ook nog zoo van „Oranje Boven." Hot is een bespotting van den arbeid van den Grooten- Zwijger en onzen niet minder grooten Ko- nfng-stadhouder. Wederom is de oproep uit de .,Va- Ierius-Gedenckklancken" op zijn plaats: „O, Neder land lei op uw saeck!" Wat hierop het antwoord van ons volk zal zijn, wacht het vrijdenkend deal «der Nederlanders met zorg af. land tachtig jaar gevochten, ti sterke vijanden en.het h< oen. Onze vrijheid van het gesproken woord, onze groote vrijheid van drukpers, ons vrij vereenigings- en vergaderingsrecht steunen in den grond allen op het pleit, dat in den tachtigjarigen oorlog door ons volk, geholpen door Oranje, is gewonnen. Bo vendien heeft deze strijd voor de vrijheid ons volk toe gankelijk gemaakt voor de groots ethische bewegin gen van dezen tijd waaronder die voor Internationa- mm WM -laat» eten- goedé kwam, dat die in ons land tot een buiten gewoon hoog peil konden worden opgevoerd. De schoolstrijd tusschen do confessioneelem en de mannen der openbare school is tenslotte beslecht door de loyale houding der vrijzinnigen, de gren zen tusschen andersdenkenden op religieus gebied werden in de laatste jaren, vóór den oorlog en kort. daarna, steeds minder scherp omlijnd. Mén zocht oprecht naar samenwerking tusschen andersdenken den ter bevordering der gemeenschapsbelangen, men zag in dat er veel meer en beter was wat de monschen te zamen verbond, dan wat hen scheidde. De congressen en conferenties, nationale zoowol als internationale, gedurende de jaren 1910—1920 gehou den in ons land, getuigen allen van samenwerking en verbroedering der geesten op een ruimen vrij zinnigen grondslag. Nu echter staan wij voor de ernstige vraag: wat zal er binnen afzienbaren tijd van dit alles in ons land zijn overgebleven? De vrees is gerechtvaar digd, dat indien de Regeering voortgaat te handelen op de wijze zooals zij dit gedurende de laatste ja ren heeft gedaan, er van ons trotsch nationaal be zit, onze vrijheid van denken, niet veel over zal blij ven' in het openbare leven. In de hoofden en har ten van die Nederlanders, waarin deze vrijheid van denken den grondslag vormt voor al hun levens uitingen en voor wie zij de stuwkracht is van al hun werk voor de gemeenschap, is zij Goddank door geen enkele regeeringsmaatregel te dooden! Maar aan het openbare leven van ons volk kan veel kwaad geschieden, wanneer op den ingeslagen weg wordt voortgegaan. Een weigering zooals die van de Koninklijke goedkeuring op de gewijzigde statuten van, «de vereeniging „de Dageraad", op grond van 't feit dat deze vereeniging in die statuten vastlegt, dat zij atheïstisch is en de regeering dit „strijdig met de goede zeden acht", is in ons land en voor ons volk een bedenkelijk verschijnsel. Het feit dat aan een niet-kerkelijke religieuse gemeenschap door de betrokken gemeentelijke overheid moet worden aangezegd, dat piano-muziek bij de samenkomst, in plaats van muziek op 'n sorafientje, die samenkom sten stempelt tot niet^religieus en haar dus als open bare vermakelijkheid in conflict brengt met de Zon dagswet, zou belachelijk zijn indien het niet zoo diep treurig wasl De belemmering die de Regeerihg in den weg legt aan de crematie, zoodat verschillende ge meenten geon goedkeuring kunnen verkrijgen op haar besluiten om een crematorium te bouwen, pleit niet voor verdraagzaamheid ten opzichte van andersdenkenden. De uitlatingen over het weder invoeren van de doodstraf, die men hoort uit de met de Regeering sterk gelieerde kringen, zijn niet be paald bemoedigend. De wijze waarop onder de vroo- lijk wapperende vlag der bezuiniging, die het schip van staat dezer Regeering in top voert, menig door haar ongewenscht geacht stuk van de aan haar zor gen toevertrouwde nationale leiding over boord wordt geworpen, bewijst duidelijk, dat deze Regee ring op alles gesteld is, behalve op een vrijdenkend vclk. Het bewijsmateriaal hiervoor vindt men in de manier waarop ons onderwijs mishandeld en ver minkt is, de gehuwde ambtenares naar huis wordt AARDSCHOKKEN, gezonden, het bewapeningsvraagstuk wordt behan- Sedert Maandag worden in Bosnië en Herzeg - deld en de ambtenaren in den hoek worden geduwd, wina voortdurend aardschokken waargenomen, /uj De wijze waarop deze maatregelen getroffen zijn veroorzaakten onder de bevolking groote panier, getuigt van een geesteshouding, die wèl vrijheid van do^h richtten tot dusver alleen eenige materie* denken opeischt voor zich zelf, maar deze overul en schade aan. DE DREIGENDE STAKING BIJ DE DUITSCHE SPOORWEGEN. Uit Berlijn, 12 Juni. De drie voornaamste orga nisaties van het Duitsche spoorwegpersoneel hebben thans besloten de staking te proclameeren, tenzij de rijksminister van verkeerswezen nog op het laatste oogenblik een andere loonregeling voorstelt. De be- ti effende organisaties deelon mede, dat de debatten in de gisteren en heden gehouden vergaderingen wo - iswaar nog zeer opgewonden waren, maar dat des ondanks het besluit door de drie organisaties me algemeene stemmen werd genomen. De leiders der organisaties willen den ndnltUr nog een laatste kans geven en met dit doel hebben zjj vanavond reeds een onderhoud met bem gehaci. Het resultaat is nog niet bekend. Het spoorweg personeel eischt een algemeene loonsverhooging en bovendien een bijslag voor een mogelijke negende werkuur. NaaT wij vernemen, staat men m rege ringskringen op bet standpunt, dat de loonen van het spoorwegpersoneel in geen geval hooger worden dan die van de mijnwerkers. Voorts is het volgens de spoorwegdirecties onjuist dat het spoor wegpersoneel slechter betaald wordt daü de i&r brieksarbeiders. NJLLt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1