Excursie Zuiderzeewerken.
Excursie Zuiderzeewerken.
Excursie Zuiderzeewerken.
Gelicht in den drooggemalen sluisput te Den Oever*
den in het zuiden het Zwin of Zwijm. De zee brak
zich een weg door Vlaanderen tot nabij Brugge en
werd, bijt het huidige Dammie, door een dam gekeerd,
vandaar de naam Domme.
Het Zwijn was een groot vaarwater, getuige den
zeeslag die er in 1213 geleverd werd, tusschen Sluija
en Damms,
Het Zwijn gaf toegang aan da zeeschepen van die
dagen om naar Sluijs, Damme en Brugge op te va
ren.
Brugge werd een zeehaven van groot gewicht.
Langzamerhand echter, zoowel tengevolge der ver
nielingen van de zijde der oorlogvoerende Zeeuwen,
o.a. onder aanvoering, in 1430, van Hemd van Borsse-
len, heer van Veere, die het vaarwater bij Damme
door steenen onbevaarbaar maakte, als door de na
tuur en de zee zelf. die het Zwijn verzandde en de
Westerscheld6 uitdiepte, werd zeevaart op Brugge
onmogelijk.
Wanneer wij nu loopen van Rnocke naar Cadzant,
dan komen wij over een zandzee van ongeveer. 2 ki.
lomieter langs de kust, dat i9 de uitmonding geweest
van het Zwijn, hier begon de toegangsweg naar het
Brugge-Zeehaven der middeleeuwen.
Graaf Visart do Bocarmé zag dadelijk de onmoge
lijkheid in om het oude Zwin tot toegangsweg te
stellen. Zijne raadgevers kwamen met het kanaal-
.plon, hetwelk thans ook uitgevoerd! la: hot
Brugge—Zeebrugge.
De bedoeling was om aan de Ville morte Brugge,
nieuw leven te schenken. Wie van romantiek houdt,
raad! ik aan te lezen: le Carillomnaur van George Ro-
denbach (ook in het Hollandsch verkrijgbaar). Men
leest dan. in romanvorm gegoten, hoe er Bruggena
ren waren die noode den aanslag op hun Dooden-
stad! zagen geschieden.
Enfin, Brugge-Zeehaven is er. Groote schepen kun
nen de mooie haven van Zeebrugge binnen vallen en
naar Brugge opvaren. Zoowel in Zeebrugge als in j
Brugge zijn uitstekend geoutilleerde havens gemaakt, j
doch een zware zandbank bemoeilijkt den toegang
voor zeer diepgaande schepen.
Er is oen groote rivaliteit tusschen Antwerpen en j
Zeebrugge, een rivaliteit, die wel nimmer zal etndi-
gen en die er niet beter op geworden is sedert AnL»
werpen te lijden heeft van verzanding der Schelde, j
Die verzanding der Schelde zal naar mijne mee
ning op den duur niet tegen te houden «ifn. De vele
inpolderingen bedijkingen) langs de Schelde, heb
ben onwillekeurig aan deze verzanding schuld!. Ik
l eb deze zaak bestudeerd en ben tot de conclusie ga-
komen, dat hier weer het bewijs geleverd wondt, dat
de zee zich niet ongestraft beteugelen laat en dat de
vloedstroom, op zijn weg hindernissen vindend, zich
draait en wendt en daardoor de verzandingen teweeg
brengt, terwijl de ebstroom niet sterk genoeg is om
het euvel weer weg te schuren. i
Antwerpen zal ten slotte een kanaal naar Zee moe-
ten laten graven, wil het als wereldhaven kunnen j
blijven bestaan. I
Zeebrugge heeft gedurende den wereldoorlog den
Duitschers gediend als duikbootbasis, totdat de En- 1
gelachen, met schitterende dapperheid, de haven,
door middel van schepen, die zij lieten zinken, blok
keerden.
Gedurende den oorlog was in Brugge zelf het hoofd
kwartier der dnikbootflotille. De Duitschars hebben
er aardig hun macht getoond, hebben er Captain
Fryatt van het stoomschip Brussel en vele anderen,
meestal op Brugsche of Vlaamsche feestdagen ge.
fusileerd.
De Comte Visart de Bocarmé heeft steeds zijn volk 1
beschermd ondanks allerlei bedreigingen van d!e zi|-
de der Duitschers.
Eens kwam een Pruisisch officier bij hem met den
eisch Bruggenaren non combattanten aan te
wijzen en te gelasten militair werk te verrichten. De
burgemeester weigerde natuurlijk. t>e Pruis werd
woedend en wilde hem dwingen; met stemverhef
fing snauwde hij hem toe, dat hij hem wel klein zou
krijgen, dat hij hem zou laten doodschieten.
Do grijze edelman antwoordde: „Ik ben burgeu
meester van Brugge, Groot Officier in de Leopolds
orde, en blijf weigeren aan uw eisch te voldoen, nog
nooit heeft iemand mij aldus durven toespreken, na
tuurlijk kunt gij mij laten doodschieten, doch doe
het dan met de gepaste beleefdheid tegenover iemand
van mijn leeftijd."
Wat Brugge-Zeehaven nog in de toekomst voor
België zal beteekenen is moeilijk te zeggen. Dat
Graaf Visart de Bocarmé de boste bedoelingen heeft
gehad laat geen twijfel. De oorlog heeft echter, zoo
als bij zoo vele zaken, een zwavellucht achtergelaten.
Allereerst, doordat de Duitschers ervan op, voor de
geallieerden onrustbarende wijze geprofiteerd hebben
Verder door het politieke luchtje dat er sedert den
oorlog aan Zeebrugge ls. Het is weer een splijtzwam
tusschen Vlaming en Franskillon.
Do Vlamingen ergeren zich over de geheime ver
dragen door de Belgische regeering met Frankrijk
afgesloten. Zij kennen de hoofdlijnen van het mili
taire verdrag, waardoor België een vas<staat van
Frankrijk is geworden en niet, als vóór 1914, het
vrije neutrale Rijk, is gebleven. De Vlamingen zullen
u. vertellen dat Zeebrugge, zoodra er kans op oorlog
is, door Fransche oorlogsschepen bezet zal worden,
want zij lachen w&t om hun eigen nieuwbakken' ma
rine, die trouwens met Vlaamsche jongens bemand is.
De Vlaamsche jongens zullen weer geofferd wor
den. zooals in 1914 tot 1918. Het zijn ook Vlamingen
die de bemanning vormen van de handelsvloot van
België
Do Franskillons, zeggen de Vlamingen, willen het
Vlaamsche Zeebrugge tot Fransche haven maken om
bet gehate Antwerpen afbreuk te doen. Antwerpen
waar Vlaamsch gesproken en gedacht wordt, moet
vermoord door een Fransche haven op Vlaamsch
grondgebied.
Wat heerscht «r toch «en verdeeldheid en bitter
heid in1 België.
Wat geeft het of de Waalscbe Minister van Justi
tie al aan het feestmaal der Vlaamsche juristen zegt,
dat, indien Vlamingen en Walen samen konden
praten, de verschillen onmiddellijk overbrugd zou
den zijn. Hij weet toch wel dat er lieden' zijn, die pra
ten willen voorkomen, die zoo pro-Fransch zijn, dat
zij het belang van een aaneengesloten België niet
kunnen of willen begrijpen en dat juist die lieden de
in de Fransche taal verschijnende pens en de poli
tiek beheerschen, tenminste de politiek, waaruit de
huidige leiders nog voortkomen.
Maar van al die politieke verdeeldheid weet onze
burgemeester van Brugge, die steeds het belang van
Brugge gediend heeft, niet meer af.
Zaterdags was het stoffelijk overschot met groote
de Bocarmé en Uwe onvermoeide pogingen, zou
Brugje-Zeehaven nimmerzijn tot stand gekomen.
Zelfs de tegenstanders van Brugge als zeehaven
brachten hulde aan deze krachtige persoonlijkheid,
wiens liefde voor Brugge en de Bruggenaren on-
omstootelijk vaststond.
Hoe Brugge over dezen Burgervader daoht, bleek
mij, toen ik mij naar Brugge becaf ten einde de
laatste eer te bewijzen aan den afgestorvene en te
getuigen van mijn sympathie voor de familieleden.
In de prachtige middeneeuwsche groote zaal van
het Stadhuis stond de baar. De kast was bedekt
met het ambtsgewaad en de vele ordeteekenén van
den populairen afgestorvene.
Kaarsen brandden in groote koperen kandelaars,
Groep van deelnemers aan de excursie van Noorderkwartier.
plechtigheid, "begeleid door talrijke corporaties en
Burgers, waarvan velen toortsen droegen, van het
sterfhuis naar het Oude Raadhuis overgebracht.
Zondags maakten duizenden Bruggenaren zich op
om naar het Stadhuis te gaan en daar in dat-ge
bouw in 1376 door Louis de Maele ten tijde van
den grootsten bloei van Brugge als Middeleeuwsehe
Zeehaven, gesticht, hulde te Brengen aan den Graaf
Visart de Bocarmé, wiens ideaal geweest was: een
nieuwe bloeiende Brugge-Zeehaven.
Toen in 1907 de haven van Zeebrugge door Ko
ning Leopold II plechtig geopend werd, sprak
de Vorst deze woorden: Zonder U, Graaf Visart
waaraan het graaflijke wapen van Visért beves
tigd was. Politieagenten van Brugge vormden een
eer ew acht.
De zaal was gevuld met zeer bekende Belgische
persoonlijkheden. Men zag er Generaal De Ruette
als vertegenwoordiger des Konings, den graaf van
Aerschot. groot-kanselier der Leopoldsorde, den
Premier-Mi rijster Thetmis en de Ministers Ruzette
van de Vijvere en Poullet, den Vice-President van
den Senaat, graaf Cjoblet d'Alviella, en de Sena
toren de Cloeat, van Limburg Stirum, de Vriere en
vele anderen, den VIco-Presient van de Kamer,
Baron Thibbaut en de Kamerleden Boedfc, de Bmij
ns. graaf de Liederkerke en anderen.
Vorder waren er de Gouverneurs van Weet- en
OostrVlaanderen, Baron Janssen de Bisthoven en
Monsieur de Kerckhove, de laatste tevens onder,
voorzitter van de Hooge Commissie voor Water en
Bossohen, waarvan de overledene voorzitter was.
Ten slotte 't geheele gemeentebestuur van Brug*,
ge, in rok, met breed ambtslint over het witte
overhemd en vele hoog ere en lagere ambtenaren
notabelen. -
De eerste schepen, de heer L. Ryelandt. hield
een mooie, gevoelige redevoering, waarin nij ge
tuigde van de groote talenten waarover Graaf
Visart beschikt had en die hij reeds op jeugdigen
leeftijd dienstbaar hacP gemaakt aan zijn vader
land en dë gemeenschap.
Hü wee» op de groote tact, die den overleden*
steeds gekenmerkt had en waardoor hij zich een
plaats had weten te verwerven in het hart van
iedereen, die hem ontmoette, of die, zooals de
Bruggenaren, het voorrecht hadden, door hem to
worden geleid.
Spreker wees er op, hoe Burgemeester Visart het
uitmunendte denkbeeld had en doorgezet
had om elke geval die te Brugge vernieuwd;
moest worden, te laten bouwen, zooals die
in Brjigge's bloeitijd geweest was. Daardoor nam j
Brugge een zeer bijzondere plaats in in de wereld.
Duizenden kwamen de stad bezoeken en bewon
deren, waar niet het oog gekwetst werd door
absurde nieuwe gevels naast de Leerlijke renais
sance gebouwen.
Na gereleveerd te hebben hetgeen de overledene
gedaan had voor kunst, wetenschappen en weldadig
heid, hoe hij de stad had laten verfraaien oor
het tot plantsoen vervormen der oude vervallen
stadswallen en het restaureeren der middeleeuw
sehe poorten, kwam spreker op Brugge-Zeehaven
en herinnerde er aan hoe het grootsche plan, door
Baron de Maere het eerst opgezet, door het genie
i 011 e,ner8ri© van Graaf Visart de Bocarmé ver
wezenlijkt werd.
Spreker herinnerde er aan, hoe in de heüg-
I lijken nacht van Augustus 1895, toen de wet be
krachtigd was, die Brugge weer tot zeehaven zou
promoveeren. Baron de Maere en Burgemeester Vi
sart met bloemen beladen, als het ware door de
stad gedragen waren, omringd door een jubelen-
de menigte.
Namens Raad en bevolking nam hij afscheid van
I den beminden burgemeester, getrouw dienaar van
Kerk en Vaderland, thans door den Almachtige tot
zich geroepen.
Na deze, in het Vlaamsch uitgesproken rede,
spraken de heer Mr. Jos. Schramme, namens de
j Zeevaartinstellingen en Graaf van Limburg Stirum,
namens den Hoog en Raad voor het Boschwezenj,
beiden in het Franach.
Daarna begaf de lijkstoet zich naar de Walburg»
Kerk.
Voorop de muziek van hfet. 4e linie-regiment.
In den stoet volgden een esoadron lanciers, een
batterij veldartillerie, detachementen mariniers,
pompiers, gendarmen en politie-agenten.
Terwijl de Minister Theunis, en Ruzette, baron
Thibbaut, Baron Janssens de Bisthoven, generaal'
Preaux en schepen Ryelandt als slippenadragers
fungeerden, slóten zion de rouwdragende familie*
leden, de magistraatspersonen en belangstellenden,
waarbij 36 vereenigingen met vlag of vaandel, aan.
In de kerk wercl de kist in het Koor opgebaard,
door de kandelaars met de wapens èn bran
dende kaarsen omgeven.
De talrijke kransen werden tegen het koorhek
geplaatst. De plechtige dienst was bijzonder mooi.
Er werd heerlijk gezongen, het orgel speelde prach
tig. 4
Alle aanwezigen brachten nog een laatsten groet
en liepen om de kist, terwijl zij voor het hoog
altaar het outer kusten.
Ten slotte begaf de stoet zich naar het kerkhof.
De gouverneur van West-Vlaanderen. Baron Jans
sens van Bisthoven, volgde onmiddellijk als eerst»
slippendrager de hooge geestelijkheid, die achter
een „Sohweitzer" het eerst het koor en de kerk
verlieten. Terwijl in de kerk het requiem gespeeld
en gezongen werd, bliezen buiten de militaire
trompetters, zoodra de kist in het buitenportaal
van de kerk versoheen, de „Last Post". Het wUs
een geweldig- indrukwekkend oogenblik voor ons,
die daar juist tusschen geestelijke en wereldlijke
macht in stonden en vodden hoe nietig dat alles
was, in vergelijking met de oneindighei I* m«t den
Almachtige. De Almachtige, die dagelijks tot zich
roept goede en slechte menschen, armen on rijken,
eenvoudigen en hooggeplaatsten, die Hij zal richten.
Daar werd nu_ uitgedragen een trouw dienaar
van zy'n Kerk, zijn Vaderland en zijn Koning, lie
naar beste weten zijn leven wel besteed had in het
belang van zijn geliefde stad Brugge.
De groote klok van het Belfort kleptë nog, ter
wijl daarop alles en ieder zweeg en de stoet naar
het kerkhof schreed.
He^l, heel langzaam, klepten de Slagen, ten ein
de aan het Vlaanderen-land te blijven verkondigen,
dat Brugge's Burgemeester naar zijn laatste rust
plaats gebracht werd.
Reeds hoort men, dat er verdeeldhei heerscht
omtrent den opvolger.
Altijd 'weer de mensch met zijn menschelijke
eigenschappen en zijn geneigdheid verdeeld te zijn.
Doch eensgezind waren de Bruggenaren in hun
eerbied voor den gestorven Burgemeester van
Brugge, Graaf Amadeus Visart de Bocarmé. Met
hem is een merkwaardige periode voor Brugge af
gesloten.
Brugge gaat waarschijnlijk een nieuw tijdperk
tegemoet en verwacht een „anderen Heer".
De zandzuiger aan den afaluitdgk in het Amateldiep in
werking.