AIieheid Ititiis- VROUWENLIST. Uit den W.F.V.B. Uitgevers t N.V, v.h. TRAPMAN Co., Sdiageo EERST! BLAD. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. FEUILLETON. Donderdag 26 Juni 1924. SCHA 67ste Jaargang. No. 7457. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag,.Woensdag, Donder dag en Zntordag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- lontiün nog zooveel mogelijk in hot eoraluitkomond nummer goplaatat. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prijs por 3 manndon fl.05. Losse nummors cont. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogol moor 20 cont (bowljsnoi inbogropon). Grooto lottora' wordon naar plaatsrulmto borokond. DIT NUMX2ER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Zitting van. Dinsdag 24 Juni 1924. Uitspraken: W. v. Oosten, Alkmaar, verduistering, nader onder zoek gelast. MET 'N GOEDE' BEDOELING. Dit was de eenige uitspraak vandaag en volgde toen de eerste nieuwe zaak, n.1. die tegen den 42-jarigen, laatstelijk op Wielingen verblijf houdenden Jan Hol lander, die er met een rijwiel dat hij door diefstal onder zich had, vandoor was gegaan om het karre tje ten slotte voor 'n tientje te verkoopen aan den 36-jarigen smid en rijwielhandelaar Sijbrand Kuiper te Ewijcksluis, gemeente Anna Paulowna. Dat had niet mogen gebeuren. Maar zoo is er wel meer. De rijwielhersteller Bertus Johan Kater te Helder had aldaar een rijwiel van de vrouw van Jan Hartig in reparatie en had haar zoolang een andere fiets in bruikleen afgestaan. Haar dochter had op dat alzoo aan Kater toebehoorende karretje reeds een boodschap gedaan en had wat zoo vaak gebeurt, de fiets tegen den muur gezet. Ze zou nog een boodschap doen, een poosje later, maar greep mis. Hollander wrs haar voor geweest en had de fiets meegenomen, zooals hij nu vertelde, met het doel: latere teruggave. Maar daar is het niet toegekomen. Beklaagde had 'de fiets willen bezigen om er op naar Ewijcksluis te gaan om werk te zoeken en dan: terugbrengen, maar hij verkocht de kar, zoo als boven is aangegeven. De politio nam de fiets bij Kuiper later in beslag. De O. v. J. eischte tegen bekl. Hollander 5 maan den gevangenisstraf. Mr. D. Sluis, raadsman, wees op eenige lichtpun ten en concludeerde tot lichtere straf. ZONDER SUCCES. Fijke Stap, caféhouder in „Populair" aan de Laat te Alkmaar, had „boodschap" aan de rechtbank van daag in kwaliteit van hooger-beroepsklantje ten op zichte van een kantonrechterlijk vonnis inzake na latigheid ten aanzien van de verplichting om een loonlijst behoorlijk afgewerkt en tijdig in te dienen. De heer Stap was door den Kantonrechter veroor deeld te dier zake tot f12 boete of 6 dagen hechtenis en had nu rijpelijk het een en ander in te brengen om eventueel z'n baantje schoon te praten. Wat ZEd. intusschen maar matigjes mocht gelukken. De O. v. J. toch die tenslotte het woord verkreeg tot het nemen van requisitoir, vroeg bekrachtiging van gewezen vonnis. EEN OUDE ZONDAAR. Met gesloten deuren stond daarna terecht Johan Theodoor Schut, geboren 12 Januari 1856 te Alkmaar en aldaar woonachtig en alzoo 69 jaren oud. 't Was met het oog op de goede zeden, dat deze zaak bui ten tegenwoordigheid van publiek werd berecht. We vernamen dat tegen dezen bekl. 1 jaar ge vangenisstraf werd geëischt. Verdediger was Mr. C. A. de Groot uit Alkmaar. Naax het Enqelach van C. N. en A. ML WILLIAMSON Bewerkt door W. J. A. R O LD ANUS Jr. 19. „Lieve God, kind!" viel Mrs. Blackburne haar in de rede. „Je wilt toch niet zeggen, dat zij uit de goot komt. Ik heb nooit gehoord ..Neen, neen! Ik had die uitdrukking niet moe ten gebruiken", erkende Ellen, „ofschoon er aller lei verhalen omtrent haar afkomst do ronde doen. Maar misschien zijn zij geen van alle juist en weet niemand de waarheid. De menschen hebben haar een bijnaam gegeven: „het meisje van. nergens van daan". Maar je behoeft haar slechts te zien om dadelijk te beseffen, dat, wat zij ook zijn mag, zij Opgevoed is als een prinses". „Knap?" „Een droom van schoonheid. In dat opzicht is zij naar man volkomen waard, maar niet op, andere wijzen, dat is mijn excuus". „Je excuus, lieveling! Waarvoor?" „Voor wat ik gedaan heb. Maar u kunt niet be grijpen, waarom ik hot gedaan heb, als ik u niet do geschiedenis vertol, zooals ik die begrijp". „Ga je gang maar, lieveling, en noem er Jo tijd voor. Ik zal je niet meer in de rede vallen." En El len gaf haar modder een beknopt overzicht van al les wat er gebeurd was, tot het rampzalige oogen- blik, dat zij ontdekte, dat de parelen niet in het kistjo waren. „Het kistje leeg! De parolen weg! Groote goed heid!" rlop de oude vrouw uit. „Mijn heele leven lang ben ik niet zoo geschrok ken. Mrs. Sands had mij gezegd, dat zij zich in haar slaapkamor had verkleed met de tusschendeur heo- lemaal open, omdat zij de parelen al in het boudoic gelegd had, zoodat ik dadelijk zou kunnen begin nen. ook al was zij, wanneer ik kwam. nog niet heelemaal klaar met haar toilet. Zij geloofde, dat de parelen in het kistje waren, of anders wilde zij mij doen gelooven, dat zij het geloofde. De wanhoop, die zich van haar meester maakte, deed mij denken, dat zij misschien den een of anderen truc uithaalde, en nadat ik van mijn eerste verbazing bekomen was. werd ik dol op die vrouw. „Het kan haAr niet sche len of zij mij ten gronde richte, als zij zichzelf daardoor redden kan", dacht ik. Maar ik nam mij voor er niet voor te leenen de kastanjes voor haar uit het vuur te halen". De steekpartij aan de Van Ewijcksluis. Daarna kwam aan do orde 'n vechtpartij in een keet in Ewijcksluis in den nacht van 10 op 11 Mei j.1. 'gehouden en als gevolg waarvan vandaag als be klaagde terecht stond Roelof ZÜjlstra, arbeider, ge boren 29 Maart 1900 in Dantumadeel (Friesl.), oud 24 jaren, tijdelijk werkzaam en wonende te Ewijcksluis, waar hij' aan den arbeid voor de Zuiderzeewerken meedoet. Mr. Langeveld is z'n raadsman. Bekl. is gedetineerd. Hij is een frissche, flinke verschijning met een innemend voorkomen, wat je, ondanks het pilow- pak, waarin hij is gestoken, onmiddellijk opvalt. In taal en houding doet hij van zich denken, dat hij zich veel laat zeggen, maar zijn gansche optre den draagt hét kenmerk van oprechtheid.dingen, die in de allereerste plaats natuurlijk het waar nemingsvermogen der E.A. Heeren niet ontgaan, ge routineerd als deze magistraten natuurlijk zijn, krachtens datgene wat het ambt voor de leden van het E.A. rechtscollege medebrengt. Beklaagde heeft 5 anderen met een knipmes ge stoken en hen verwond. Hem i9 ten laste gelegd poging tot zware mis handeling, waarvan de uitvoering niet geheel is vol tooid geworden door de van zijn wil onafhankelijke omstandigheden, dat de wonden geen zwaar licha melijk letsel tengevolge hebben gehad en voorts dai hij bedoelde personen heeft mishandeld door hen te steken. President: Erkent u? Bekl.: Ik ontken 't niet, 'tzal wel zoo zijn, 'k was dronken. Ik herinner het mij niet. Ik was in' de keet van Bernard Enk en 'k hoor thuis in de keet van Lodewijk Muller. Maar men gaat weieens van de eene keet naar de andere om te zamen 'n glas bier te drinken. Ik heb in de keet gepraat met Enk in z'n woon kamer. Later in het andere gedeelte van de keet, waar ik met 'n tiental andere arbeiders aanwezig was. Ik was de eenige Fries tusschen al die anderen, had kans, er door hen tusschen te worden geno men. Een zei tegen mij: Friezen zijn geen menschen. Nu dat liet ik me zeggen, dat ik geen mensch ben. Maar dat de Friezen allemaal geen menschen zijrv dat is me te erg. En ik zeiAls 'n Brabander goed is, is hij goed, evenals 'n Fries, die goed is. Maar de slechten on der de Brabanders en onder de Friezen die zijn dan van bedde kanten niets. Fr is dien avond een voordracht gehouden en gezongen. Van Friesche koppen en Drenten werd gesproken, enz. en 't is ruzie' .geworden. Ik ben zelf mishandeld gewor den. President: Begon u met 'n bierfleschje te slaan? Er is verklaard, dat u begon een bierflesch stuk te slaan op tafel en dat u met de scherven heft gesla- gen. Bekl.: Dat betwijfel ik. Ik ben ook mishandeld ge worden, is dat per abuis vergeten? Als zc mij slaan, weet ik niet wat ik doe, vooral als ik dronken ben. Brabanders nemen er wel meer een Friesche .tus schen. Als ploeg- mert z'n allen voelen zo zich dan sterk. Zij, die Brabanders en andoren, met hun tienen, dreigden mij met bierfleschjes en ik heb mü verdedigd. President: Er blijkt niets van, dat u uit zelfver dediging het mes hebt moeten hanteeren. Bekl: Een zei: sla 'm dood. Ik werd nijdig en stak naar hem. Dat was Johannes Piek. Deze Piek treedt nu als eerste getuige op en blijkt te zijn een 45-jarige Brabander grondwerker. Get. zegt, dien avond te voren eenige borrels in café Waiboer te hebben gebruikt. Later kwam hij in Enk's keet en is buiten door bekl. aangegrepen en gestoken.' Get. zegt, dat daartoe geen aanlei ding -was. Get. bekwam een steekwonde in de borst en is door dokter Olree verbonden. Pree.U kreeg ook een steek in den rechterboven- rm. Get.: Neen, dat niet. Een week heb ik niet kunnen werken. Er is lucht bij de wond gekomen onder de huid. President: En. het had toen mis kunnen Ioopen. Tweede get. is dokter L. C. J. Olree, 37 jaar, arts, Anna Paulowna, heeft 5 gewonde polderjongens be handeld en wel: Joh. Piek, die een 3 c.M. lange snij wond in de linkerborst had. Dokter zegt, dat bekL een wond heeft bekomen in 't gezicht en een op het hoofd mogelijk met een bierflesch toegebracht. BekL zal daarbij wél pijn gehad hebben. Jan Terbrink heeft een SVa- c.M. diepe snijwond in de* rechterborst gekregen. En een paar op pervlakkige verwondingen aan de rechterhand. Jan Kos bekwam een wonde aan den schouder aan het sleutelbeen. De genezing had normaal verloop. De Bie kreeg een steekwond je in den bovenarm en kon doorwerken. De Waard heeft edn 3 c.M. lange wonde in de lin kerborst bekomen. De wond was 2 c.M. diep en heeft geen verdere nadeelige gevolgen gehad. Kos en de Waard bevinden zich vandaag niet on der de getuigen. Bekl. merkt öp, dat t dokter zei, dat er onder de verwonden waren, die beschonken waren. BekL is dat eens en denkt dat zü geen klein beetje dron ken waren. Ik kreeg een slag met 'n bierflesch dat het me duizelde. Ik weet niet, hoeveel ik er gesto ken heb. In 't werk drink ik nooit sterken dran. Wel eens 's avonds of 's Zondags. Getuige Jan Terbrink, 50 jaar, grondwerker te Ewijcksluis, zegt bij de ruzie die, na een gesprek ontstond, een steek van bekl. in de rechterborst te hebben gekregen en een week niet te hébben kunnen werken. Bekl. was razend geworden en is vochtende en stekende de keet uitgeraakt. Get. was, na den steek to hebben gekregen, gauw buiten kon nis. BekL zegt dat er Zondag te voren ook al 'n kleine ruzie was, door het kankeren tegen de Frie zen. We zijn met z'n drieën Friezen op dat heele werk. Get. Jan Kos, 22 jaar, grondwerker te_ Ewqck- slu8,i had gehoord dat bekl. zei dat de Friezen be ter zijn dan die Drentsche koppen. BekL begon 'n beetjo te harrewarren. Aanvankelijk werd dat ge sust. Get. kreeg een "steekwonde aan den rechter schouder. Get. neeft kunnen doorgaan met werken. De O.v.J. wijst er, na afloop van het getuigenver hoor op. dat bekl. reeds meer met den strafrechter in aanraking kwam. Bekl. is gesard geworden, heeft te ernstig daarop gereageerd. De heer Officier ei9cht 5 maanden gev. Mr. Langeveld, verdediger, brengt ank aan Pre sident en Officier voor do flinke wijze waarop de zaak i9 behandeld. Pleiter heeft waargenomen, dat Officier en rechtbank vertrouwen stelden in de woorden van bekl. Pleiter denkt'dat noodweer voor bekl. noodig was. Mfcn heeft bekl. geslagen en toen is bekl. zien gaan verweren met net mes. En nu is het zoo dat ik heb één dronken man, waarmee ik moet werken de heer Officier hooft 5 dronken lieden (do gewonden) waarmee hij moet werken. Her nieuwd onderzoek zal wel met veel baton, ook aï Vrees geen examen want er is een middel dat U geheel bevrijdt van ze nuwachtigheid, een middel dat U kalm maakt en kalm houdt, terwijl Uw geest helder blijft. Mijzu. hardfs Zenuwtabletten, wetenschappelijk samonge-. steld en onschadelijk, genezen U van Uw zenuwach., •tigheid. Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Zonden we de dochter van keetbaas Enk ('n meis je dat wel nuohteren zal zijn goweest) in verhoor laten nemen. Bekl. moest intusschen toen kiezen: het zakmes trekken of de doodl Ik geloof niet dat het beklaagde's doel is geweest om zwaar lichame lijk'" letsel toe te brengen. Ik vraag wel, dit m aan merking te nemen en ik acht voor bekl. zelve wenscheljjk, dat men niet op z'n strafblad spreekt van poging tot zwaar lichamelijk letsel toe te bren gen. En voorts verwijst pleiter nog naar de dien aangaande te raadplegen beschouwingen van de hana van den bekenden. Mougnon. Bekl. merkt nog op: Als ik over 5 maanden los kom, dan is net het werk af. Ik zou liever weer in mijn geboorte-provinoie werken, daar ontmoet ik geen Brabanders. v De zitting wordt daarop gesloten. Uitspraken heden over 8 dagen. „Wat heb je gedaan?" hijgde Mrs. Blackburne, terwijl zij rechtop ging zitten. „Ik bolde om den butler. Hij' kwam onm'iddollijk Ik zeide hem, dat hij direct Mrs. Sands moest roe pen, het was dringend. Ik dacht, dat zij daardoor dadelijk zou komen, maar zij deed dat niet. De man kwam weer terug. Hij scheen een beetje in de war: Mrs. Sands had het op het oogenblik heel- druk; het zou nog wel even duren vóór. zij klaar was. Ik vermoedde, dat zij mij zoolang mogelijk alleen la ten wilde in de kamer, waar zoo genaamd haar prachtige parelen waren, zoodat zij mij zou kunnen beschuldigen ze verduisterd te hebben, wanneer ont dekt mocht worden, dat de parelen weg waren. Er bleef maar één ding over te doen. Ik zeide den but ler onmiddellijk Mr. Sands te roepen. „Mr. Sands gaat juist uit", zeide hij. „Ik had hem juist met zijp jas geholpen, toen u belde". „Vraag hem dan om hier te komen", zeide ik. De man ging weg en voor ik tot tien tellen kon, was Mr. Sands bij me. Ik wees op het ledige kistje, dat open op de tafel stond, en vertelde in enkele woorden ik wou klaar zijn vóór Mrs. Sands kwam! dat Mrs. Sands mij ge zegd had in het kistje naar de parelen te kijken; dat zij haastig wegging: dat. toen ik keek, de parelen weg waren. „Ik heb haar laten vragen of zlji ko- mon wou, maar zij had het zoo druk", legde ik uit. „Welnu, moeder, het zien van dien man brak mij het hart. Het was me alsof iets vreeselijks, dat hij half verwacht- had, werkelijkheid geworden was. „,Woot mijn vrouw, döit u naar mij gevraagd hebt, teen zij niet komon kon*?' was het eerste, dat hij zeide. nadat hij een paar oogenblikken had 9taan denken. Ik antwoordde hem. dat ik het op mijn eigen verantwoordelijkheid gedaan had on dat ik hoopte good gehandeld te hebben. ,Dat geloof ik wel', zeide hij. ,En ik ben er zeker van, dat u het goed bedoeld hebt. Maar toch had ik hot liever van mijn vrouw gehoord dan van een an der.' „Dan liep hij naar het raam en ging naar buiten staan kijken. Als ik niet geweten had, dat hij er was, dan zou ik hom niet gezien hebben. De gor dijnen waren gedeeltelijk dicht getrokken en het was een soort erkerraam. zoodat hij zich achter die gor dijnen verbergen kon. Hij had er geen twee seconden gestaan, toen de deur open gegooid werd en Mrs. Sands naar binnen vloog. ,U hebt mij laten roepen?" vroeg zij, terwijl zij. als zocht zij iemand, de kamer rondkeek. Ik voelde, dat ik sterven zou. als haar man zich liet zien maar hij deed het niet. Ik slaagde erin te stame len. dat de parelen niet in hun kistje lagen; en het was, alsof mijn woorden haar in een blok marmer VAN DEN ALG. SECRETARIS. 13 Juli worden voor de seriewedstrijden te Wïe- /L 2 uur, \$!f5}^2-^-D.O.S.K.O. 2. van Oorschot, B. 8V4 uur, B.F.C. 2—W.F.C. 1, Wijn, O. 4Vs uur, N.V.V.8V.V.V.V, 2, van Oorschot. D. Sparta 4, vrij. Er wordt 2 maal Va uur gespeeld, bij gelijk spel 2 maal 7Vs min. verlengd en bij wederom gelijk spel geloot door den scheidsrechter. 20 Juli: 1 uur E. Sparta 4Winnaar A. van Oorschot. 2Va uur F. Winnaar BWinnaar O, Wijn. 8Va uur G. Verliezer EVerliezer F, v. Oorschot. 43/i uur H. Finale, Wijn. Er worden drie medailles uitgeloofd en uitgereikt op de jaarvergadering. Er volgt geen nadere kennisgeving meer. Belang hebbenden moeten dit dus bewaren. Athletiekwedstrijde.n. De heer Keesman zal Zondag 29 Juli a_s. trainen en oefenen te Oude- sluis, 'fl voormiddags 10 uur. Zie verder de circu laires. L. F. KLEITERP. BONDSBESTÜUR. •Vergadering van het B.B. op Zaterdag 21 Juni, ten huize van den heer N. de Jong te Barsingar- horn. De heeren Van Zoonen en Porte waren met ken nisgeving afwezig. Het bestuur der Harddraverijvereeniging en van „Voorwaarts" waren tevens ter vergadering ge- I noodigd, ten einde deel te nemen aan do bespreking van don athletiekdag. Beide vereenigingen zeggen hun volledige medewerking toe, tot inrichting van het terrein. De Alg. Secretaris geeft oen overzicht van de plannen. Do entree zal .worden gesteld op 30 cént. Do voorzitter spreekt een woord van dank tot do beide vereenigingsbestu^en on speciaal aan den eigenaar van het terrein. Do notulen der vorige BJB.-vergadering worden goedgekeurd. veranderden. ZIJ staardo mij maar aan. .Misschien denkt u, dat ik de parelen gestolen heb!' zeide ik. Zij verzekerde mij heel lief, dat zij zoo iets onzin nigs niet geloofde en dat ik, al had ik de parelen willen stelen, ze toch niet uit het huis zou kunnen krijgen. (Natuurlijk had ik het wel gekund; er was tijd genoeg geweest.) Ik moet eerlijk bekennen, dat ik medelijden met haar kreeg. Maar ik dacht toch meer aan haar man. Het was mijn plicht hem uit de moeilijkheden te helpen. Ik stelde Mrs. Sands voor Clo te halen, om te hooren wat zij van de zaak dacht. Zoodra zij weg was. kwam haar man weer te voorschijn. Op dat oogenblik stond ik bij de deur, die ik voor Mrs. Sands opengedaan had. Ik durfde nauwelijks naar hem kijken, ik vond het zoo indrin gerig. Alles, wat ik op het oogenblik weet. is, dat hij een oogenblik bij de tafel bleef staan. Hij moest die van het raam naar de deur langs. Ik vermoedde op dat oogenblik. dat hij, toen hij daar staan bleef, naar het ledige kistje keek. Maar hij kan ook iets an ders gedaan hebben ik zal u dadelijk vertellen wat on waarom. „Ik bleef roerloos staan en toen hij bij de deur was. zeide hij tegen me: ,Miss Blackburne, u bent tegen uw wil en zonder dat u or iets akn doen kunt, in 'een beroerde zaak gemengd. Het is oen familie- quaestie en ik weet zeker, dat u or met niemand over aprekon zult. Donk niet, dat ik u probeer om te koopen. Daar is geen quaostie van. Maar ik zou graag willen, dat u dit aanneemt.' Mijn armen hin gen langs mijn zijden, maar hij wist toch iets in een van mijn handen te stoppon. Wat denkt u, dat het was?" „Vijftig dollars!" raadde haar moeder. „Vijfhonderd!" „Liove hemel! Genoeg om de hypotheek af te be talen! Maar jo kunt zo toch niet aannemen?" „Ik zeide. dat ik ze niet hobben wilde. Ik deed er een eed op, dat ik niots gedaan had, om een cent te verdienen: dat niemand.iets van wat ik in het huis gezien of gehoord had, uit mij zou krijgen. Maaj* Mr. Sands drong aan. .Het zou mij een groot genoegen doen, als u dat geld hieldt. liet is al weinig genoeg!" En dan liep hij de kamer uit. Hij moet naar zijn eigen kamer gegaan zijn, want later heb ik hem nog ge zien. Dat vertel ik u dadelijk wel. Maar vindt u. dat het verkeerd van mij was dat geld te houden?" „In de gegeven omstandigheden niet, antwoordde Mrs. Blackburne. „Hij had zich door jouw weigering beloedigd kunnen voelen. Lieve kind, vijfhonderd dollar! Het lijkt wel een sprookje, en juist nu we het zoo noodig hebben". „Ik had de Iwinkbiljetten weggestopt, toen Mrs. Sands weer binnen kwam vliegen. Zij liep op de tafel af als een jachthond op een geschoten vogel. Zij had geen blik over voor het fluweelen "kistje. Zij zocht naar iets anders. O, moeder, het deed me zoo'n pijn haar te zien. Zij gooide alles overhoop. Zij was heelemaal haar hoofd kwijt. Een groote vaas bloemen viel om en het water spatte over de boe ken en zelfs op het fluweelen kistje. Ik geloof niet. dat zij er iets van merkte. Boeken vielen op den i grond. Zij zag het niet. Dan viel zij op een grooten stool neer. ,De enveloppe!" hijgde zij, alsof haar keel dichtgedrukt werd. .Zi; lag daar. Waar is zij" nur I „Ik zeide haar, dat ik geen enveloppe gezien had, wat volkomen waar was. Zij gaf er een beschrij ving van: een dikke, lange enveloppe van linnen en met verscheidene roode Takken verzegeld. Eindelijk moest zij mij gelooven. Doch het ergste moest nog komen. ,Bent u, al is het maar een seconde, uit de kamer geweest, nadat ik weg was?" vroeg zij, mij strak aankijkend. Ik zeide,. dat ik de deur niet uit geweest was, maar haar volgende vraag deed mij schrikken: „Is iemand binnen gekomen?" „O, lieveling, je hebt toch, hoop ik, geen leugen verteld?" ,J)at hangt af van watu een leugen noemt", zeide Miss Blackburne. „Ik heb oven veel het land aan leugens als u. Maar het was een vreeselijk lastige positie." „Dat is zoo", stemde haar moeder toe. „Kijk eens", ging Ellen voort, om haar positie dui delijk te maken, „ik Jiad Mr. Sands gevraagd, zijn vrouw niet te zeggen, dat ik hem 'had laten roepen. Later heeft hij mij dat geld opgedrongen en ik heb het aangenomen. Ik had een gevoel alsof het mij Imet lichaam en ziel gekocht had. Toen hij bij de tafel stond, moet hij de enveloppe gezien en wegge nomen hebben. Kon ik hem nu verraden?" 1 „Neen, dat kon je niet." „Dat vond ik ook. ,Of er iemand binnen gekomen is?' herhaalde ik op de vraag van Mrs. Sands. Ik zou het u toch in de allereerste plaat gezegd heb ben, als dat gebeurd was". Was dat een Teugen of niet?" „Het was pen uitvlucht." antwoordde Mrs. Black- buTnc, „maar ik geloof, uat ik me daar ook schul dig aan gemaakt zou hebben." „Goddank," juichte Ellen. „Dat wou .ik juist weten. U neemt het me dus niet kwalijk?" „Ik geloof, dat je zoo goed mogelijk gehandeld hebt. En het is gedaan." „Ja, het, is gedaan, en gedane zaken nemen geen koer,'' herhaalde Ellen. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1