AIieheid Ititiis-
VROUWENLIST.
Uit den W.F.V.B.
Uitgevers t N.V, v.h. TRAPMAN Co., Sdiageo
EERST! BLAD.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
FEUILLETON.
Donderdag 26 Juni 1924.
SCHA
67ste Jaargang. No. 7457.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag,.Woensdag, Donder
dag en Zntordag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
lontiün nog zooveel mogelijk in hot eoraluitkomond nummer goplaatat.
POSTREKENINO No. 23330.
INT. TELEF no. 20
Prijs por 3 manndon fl.05. Losse nummors cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogol moor 20 cont (bowljsnoi
inbogropon). Grooto lottora' wordon naar plaatsrulmto borokond.
DIT NUMX2ER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Zitting van. Dinsdag 24 Juni 1924.
Uitspraken:
W. v. Oosten, Alkmaar, verduistering, nader onder
zoek gelast.
MET 'N GOEDE' BEDOELING.
Dit was de eenige uitspraak vandaag en volgde toen
de eerste nieuwe zaak, n.1. die tegen den 42-jarigen,
laatstelijk op Wielingen verblijf houdenden Jan Hol
lander, die er met een rijwiel dat hij door diefstal
onder zich had, vandoor was gegaan om het karre
tje ten slotte voor 'n tientje te verkoopen aan den
36-jarigen smid en rijwielhandelaar Sijbrand Kuiper
te Ewijcksluis, gemeente Anna Paulowna.
Dat had niet mogen gebeuren. Maar zoo is er wel
meer.
De rijwielhersteller Bertus Johan Kater te Helder
had aldaar een rijwiel van de vrouw van Jan Hartig
in reparatie en had haar zoolang een andere fiets
in bruikleen afgestaan. Haar dochter had op dat
alzoo aan Kater toebehoorende karretje reeds een
boodschap gedaan en had wat zoo vaak gebeurt,
de fiets tegen den muur gezet. Ze zou nog een
boodschap doen, een poosje later, maar greep mis.
Hollander wrs haar voor geweest en had de fiets
meegenomen, zooals hij nu vertelde, met het doel:
latere teruggave.
Maar daar is het niet toegekomen.
Beklaagde had 'de fiets willen bezigen om er op
naar Ewijcksluis te gaan om werk te zoeken en
dan: terugbrengen, maar hij verkocht de kar, zoo
als boven is aangegeven.
De politio nam de fiets bij Kuiper later in beslag.
De O. v. J. eischte tegen bekl. Hollander 5 maan
den gevangenisstraf.
Mr. D. Sluis, raadsman, wees op eenige lichtpun
ten en concludeerde tot lichtere straf.
ZONDER SUCCES.
Fijke Stap, caféhouder in „Populair" aan de Laat
te Alkmaar, had „boodschap" aan de rechtbank van
daag in kwaliteit van hooger-beroepsklantje ten op
zichte van een kantonrechterlijk vonnis inzake na
latigheid ten aanzien van de verplichting om een
loonlijst behoorlijk afgewerkt en tijdig in te dienen.
De heer Stap was door den Kantonrechter veroor
deeld te dier zake tot f12 boete of 6 dagen hechtenis
en had nu rijpelijk het een en ander in te brengen
om eventueel z'n baantje schoon te praten. Wat ZEd.
intusschen maar matigjes mocht gelukken.
De O. v. J. toch die tenslotte het woord verkreeg
tot het nemen van requisitoir, vroeg bekrachtiging
van gewezen vonnis.
EEN OUDE ZONDAAR.
Met gesloten deuren stond daarna terecht Johan
Theodoor Schut, geboren 12 Januari 1856 te Alkmaar
en aldaar woonachtig en alzoo 69 jaren oud. 't Was
met het oog op de goede zeden, dat deze zaak bui
ten tegenwoordigheid van publiek werd berecht.
We vernamen dat tegen dezen bekl. 1 jaar ge
vangenisstraf werd geëischt.
Verdediger was Mr. C. A. de Groot uit Alkmaar.
Naax het Enqelach van C. N. en A. ML WILLIAMSON
Bewerkt door W. J. A. R O LD ANUS Jr.
19.
„Lieve God, kind!" viel Mrs. Blackburne haar in
de rede. „Je wilt toch niet zeggen, dat zij uit de goot
komt. Ik heb nooit gehoord
..Neen, neen! Ik had die uitdrukking niet moe
ten gebruiken", erkende Ellen, „ofschoon er aller
lei verhalen omtrent haar afkomst do ronde doen.
Maar misschien zijn zij geen van alle juist en weet
niemand de waarheid. De menschen hebben haar
een bijnaam gegeven: „het meisje van. nergens van
daan". Maar je behoeft haar slechts te zien om
dadelijk te beseffen, dat, wat zij ook zijn mag, zij
Opgevoed is als een prinses".
„Knap?"
„Een droom van schoonheid. In dat opzicht is zij
naar man volkomen waard, maar niet op, andere
wijzen, dat is mijn excuus".
„Je excuus, lieveling! Waarvoor?"
„Voor wat ik gedaan heb. Maar u kunt niet be
grijpen, waarom ik hot gedaan heb, als ik u niet do
geschiedenis vertol, zooals ik die begrijp".
„Ga je gang maar, lieveling, en noem er Jo tijd
voor. Ik zal je niet meer in de rede vallen." En El
len gaf haar modder een beknopt overzicht van al
les wat er gebeurd was, tot het rampzalige oogen-
blik, dat zij ontdekte, dat de parelen niet in het
kistjo waren.
„Het kistje leeg! De parolen weg! Groote goed
heid!" rlop de oude vrouw uit.
„Mijn heele leven lang ben ik niet zoo geschrok
ken. Mrs. Sands had mij gezegd, dat zij zich in haar
slaapkamor had verkleed met de tusschendeur heo-
lemaal open, omdat zij de parelen al in het boudoic
gelegd had, zoodat ik dadelijk zou kunnen begin
nen. ook al was zij, wanneer ik kwam. nog niet
heelemaal klaar met haar toilet. Zij geloofde, dat
de parelen in het kistje waren, of anders wilde zij
mij doen gelooven, dat zij het geloofde. De wanhoop,
die zich van haar meester maakte, deed mij denken,
dat zij misschien den een of anderen truc uithaalde,
en nadat ik van mijn eerste verbazing bekomen was.
werd ik dol op die vrouw. „Het kan haAr niet sche
len of zij mij ten gronde richte, als zij zichzelf
daardoor redden kan", dacht ik. Maar ik nam mij
voor er niet voor te leenen de kastanjes voor haar
uit het vuur te halen".
De steekpartij aan de
Van Ewijcksluis.
Daarna kwam aan do orde 'n vechtpartij in een
keet in Ewijcksluis in den nacht van 10 op 11 Mei
j.1. 'gehouden en als gevolg waarvan vandaag als be
klaagde terecht stond Roelof ZÜjlstra, arbeider, ge
boren 29 Maart 1900 in Dantumadeel (Friesl.), oud 24
jaren, tijdelijk werkzaam en wonende te Ewijcksluis,
waar hij' aan den arbeid voor de Zuiderzeewerken
meedoet.
Mr. Langeveld is z'n raadsman.
Bekl. is gedetineerd.
Hij is een frissche, flinke verschijning met een
innemend voorkomen, wat je, ondanks het pilow-
pak, waarin hij is gestoken, onmiddellijk opvalt.
In taal en houding doet hij van zich denken, dat
hij zich veel laat zeggen, maar zijn gansche optre
den draagt hét kenmerk van oprechtheid.dingen,
die in de allereerste plaats natuurlijk het waar
nemingsvermogen der E.A. Heeren niet ontgaan, ge
routineerd als deze magistraten natuurlijk zijn,
krachtens datgene wat het ambt voor de leden van
het E.A. rechtscollege medebrengt.
Beklaagde heeft 5 anderen met een knipmes ge
stoken en hen verwond.
Hem i9 ten laste gelegd poging tot zware mis
handeling, waarvan de uitvoering niet geheel is vol
tooid geworden door de van zijn wil onafhankelijke
omstandigheden, dat de wonden geen zwaar licha
melijk letsel tengevolge hebben gehad en voorts dai
hij bedoelde personen heeft mishandeld door hen
te steken.
President: Erkent u?
Bekl.: Ik ontken 't niet, 'tzal wel zoo zijn, 'k was
dronken. Ik herinner het mij niet. Ik was in' de keet
van Bernard Enk en 'k hoor thuis in de keet van
Lodewijk Muller. Maar men gaat weieens van de
eene keet naar de andere om te zamen 'n glas bier
te drinken.
Ik heb in de keet gepraat met Enk in z'n woon
kamer. Later in het andere gedeelte van de keet,
waar ik met 'n tiental andere arbeiders aanwezig
was. Ik was de eenige Fries tusschen al die anderen,
had kans, er door hen tusschen te worden geno
men.
Een zei tegen mij: Friezen zijn geen menschen.
Nu dat liet ik me zeggen, dat ik geen mensch ben.
Maar dat de Friezen allemaal geen menschen zijrv
dat is me te erg.
En ik zeiAls 'n Brabander goed is, is hij goed,
evenals 'n Fries, die goed is. Maar de slechten on
der de Brabanders en onder de Friezen die zijn
dan van bedde kanten niets. Fr is dien avond een
voordracht gehouden en gezongen. Van Friesche
koppen en Drenten werd gesproken, enz. en 't is
ruzie' .geworden. Ik ben zelf mishandeld gewor
den.
President: Begon u met 'n bierfleschje te slaan?
Er is verklaard, dat u begon een bierflesch stuk te
slaan op tafel en dat u met de scherven heft gesla-
gen.
Bekl.: Dat betwijfel ik. Ik ben ook mishandeld ge
worden, is dat per abuis vergeten? Als zc mij slaan,
weet ik niet wat ik doe, vooral als ik dronken ben.
Brabanders nemen er wel meer een Friesche .tus
schen. Als ploeg- mert z'n allen voelen zo zich dan
sterk. Zij, die Brabanders en andoren, met hun
tienen, dreigden mij met bierfleschjes en ik heb mü
verdedigd.
President: Er blijkt niets van, dat u uit zelfver
dediging het mes hebt moeten hanteeren.
Bekl: Een zei: sla 'm dood. Ik werd nijdig en
stak naar hem. Dat was Johannes Piek.
Deze Piek treedt nu als eerste getuige op en
blijkt te zijn een 45-jarige Brabander grondwerker.
Get. zegt, dien avond te voren eenige borrels in
café Waiboer te hebben gebruikt. Later kwam hij
in Enk's keet en is buiten door bekl. aangegrepen
en gestoken.' Get. zegt, dat daartoe geen aanlei
ding -was. Get. bekwam een steekwonde in de
borst en is door dokter Olree verbonden.
Pree.U kreeg ook een steek in den rechterboven-
rm.
Get.: Neen, dat niet. Een week heb ik niet kunnen
werken. Er is lucht bij de wond gekomen onder
de huid.
President: En. het had toen mis kunnen Ioopen.
Tweede get. is dokter L. C. J. Olree, 37 jaar, arts,
Anna Paulowna, heeft 5 gewonde polderjongens be
handeld en wel:
Joh. Piek, die een 3 c.M. lange snij wond in de
linkerborst had. Dokter zegt, dat bekL een wond
heeft bekomen in 't gezicht en een op het hoofd
mogelijk met een bierflesch toegebracht. BekL zal
daarbij wél pijn gehad hebben.
Jan Terbrink heeft een SVa- c.M. diepe snijwond
in de* rechterborst gekregen. En een paar op
pervlakkige verwondingen aan de rechterhand.
Jan Kos bekwam een wonde aan den schouder
aan het sleutelbeen. De genezing had normaal
verloop.
De Bie kreeg een steekwond je in den bovenarm
en kon doorwerken.
De Waard heeft edn 3 c.M. lange wonde in de lin
kerborst bekomen. De wond was 2 c.M. diep en
heeft geen verdere nadeelige gevolgen gehad.
Kos en de Waard bevinden zich vandaag niet on
der de getuigen.
Bekl. merkt öp, dat t dokter zei, dat er onder
de verwonden waren, die beschonken waren. BekL
is dat eens en denkt dat zü geen klein beetje dron
ken waren. Ik kreeg een slag met 'n bierflesch dat
het me duizelde. Ik weet niet, hoeveel ik er gesto
ken heb. In 't werk drink ik nooit sterken dran.
Wel eens 's avonds of 's Zondags.
Getuige Jan Terbrink, 50 jaar, grondwerker te
Ewijcksluis, zegt bij de ruzie die, na een gesprek
ontstond, een steek van bekl. in de rechterborst te
hebben gekregen en een week niet te hébben
kunnen werken. Bekl. was razend geworden en
is vochtende en stekende de keet uitgeraakt. Get.
was, na den steek to hebben gekregen, gauw buiten
kon nis.
BekL zegt dat er Zondag te voren ook al 'n
kleine ruzie was, door het kankeren tegen de Frie
zen. We zijn met z'n drieën Friezen op dat heele
werk.
Get. Jan Kos, 22 jaar, grondwerker te_ Ewqck-
slu8,i had gehoord dat bekl. zei dat de Friezen be
ter zijn dan die Drentsche koppen. BekL begon 'n
beetjo te harrewarren. Aanvankelijk werd dat ge
sust. Get. kreeg een "steekwonde aan den rechter
schouder. Get. neeft kunnen doorgaan met werken.
De O.v.J. wijst er, na afloop van het getuigenver
hoor op. dat bekl. reeds meer met den strafrechter
in aanraking kwam. Bekl. is gesard geworden, heeft
te ernstig daarop gereageerd.
De heer Officier ei9cht 5 maanden gev.
Mr. Langeveld, verdediger, brengt ank aan Pre
sident en Officier voor do flinke wijze waarop de
zaak i9 behandeld. Pleiter heeft waargenomen,
dat Officier en rechtbank vertrouwen stelden in de
woorden van bekl. Pleiter denkt'dat noodweer voor
bekl. noodig was. Mfcn heeft bekl. geslagen en toen
is bekl. zien gaan verweren met net mes. En nu
is het zoo dat ik heb één dronken man, waarmee ik
moet werken de heer Officier hooft 5 dronken lieden
(do gewonden) waarmee hij moet werken. Her
nieuwd onderzoek zal wel met veel baton, ook aï
Vrees geen examen
want er is een middel dat U geheel bevrijdt van ze
nuwachtigheid, een middel dat U kalm maakt en
kalm houdt, terwijl Uw geest helder blijft. Mijzu.
hardfs Zenuwtabletten, wetenschappelijk samonge-.
steld en onschadelijk, genezen U van Uw zenuwach.,
•tigheid. Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Zonden we de dochter van keetbaas Enk ('n meis
je dat wel nuohteren zal zijn goweest) in verhoor
laten nemen. Bekl. moest intusschen toen kiezen:
het zakmes trekken of de doodl Ik geloof niet dat
het beklaagde's doel is geweest om zwaar lichame
lijk'" letsel toe te brengen. Ik vraag wel, dit m aan
merking te nemen en ik acht voor bekl. zelve
wenscheljjk, dat men niet op z'n strafblad spreekt
van poging tot zwaar lichamelijk letsel toe te bren
gen. En voorts verwijst pleiter nog naar de dien
aangaande te raadplegen beschouwingen van de
hana van den bekenden. Mougnon.
Bekl. merkt nog op: Als ik over 5 maanden los
kom, dan is net het werk af. Ik zou liever weer in
mijn geboorte-provinoie werken, daar ontmoet ik
geen Brabanders.
v De zitting wordt daarop gesloten.
Uitspraken heden over 8 dagen.
„Wat heb je gedaan?" hijgde Mrs. Blackburne,
terwijl zij rechtop ging zitten.
„Ik bolde om den butler. Hij' kwam onm'iddollijk
Ik zeide hem, dat hij direct Mrs. Sands moest roe
pen, het was dringend. Ik dacht, dat zij daardoor
dadelijk zou komen, maar zij deed dat niet. De man
kwam weer terug. Hij scheen een beetje in de war:
Mrs. Sands had het op het oogenblik heel- druk;
het zou nog wel even duren vóór. zij klaar was. Ik
vermoedde, dat zij mij zoolang mogelijk alleen la
ten wilde in de kamer, waar zoo genaamd haar
prachtige parelen waren, zoodat zij mij zou kunnen
beschuldigen ze verduisterd te hebben, wanneer ont
dekt mocht worden, dat de parelen weg waren. Er
bleef maar één ding over te doen. Ik zeide den but
ler onmiddellijk Mr. Sands te roepen. „Mr. Sands gaat
juist uit", zeide hij. „Ik had hem juist met zijp jas
geholpen, toen u belde". „Vraag hem dan om
hier te komen", zeide ik. De man ging weg en voor
ik tot tien tellen kon, was Mr. Sands bij me. Ik
wees op het ledige kistje, dat open op de tafel stond,
en vertelde in enkele woorden ik wou klaar zijn
vóór Mrs. Sands kwam! dat Mrs. Sands mij ge
zegd had in het kistje naar de parelen te kijken; dat
zij haastig wegging: dat. toen ik keek, de parelen
weg waren. „Ik heb haar laten vragen of zlji ko-
mon wou, maar zij had het zoo druk", legde ik uit.
„Welnu, moeder, het zien van dien man brak mij
het hart. Het was me alsof iets vreeselijks, dat hij
half verwacht- had, werkelijkheid geworden was.
„,Woot mijn vrouw, döit u naar mij gevraagd hebt,
teen zij niet komon kon*?' was het eerste, dat hij
zeide. nadat hij een paar oogenblikken had 9taan
denken. Ik antwoordde hem. dat ik het op mijn
eigen verantwoordelijkheid gedaan had on dat ik
hoopte good gehandeld te hebben.
,Dat geloof ik wel', zeide hij. ,En ik ben er zeker
van, dat u het goed bedoeld hebt. Maar toch had ik
hot liever van mijn vrouw gehoord dan van een an
der.'
„Dan liep hij naar het raam en ging naar buiten
staan kijken. Als ik niet geweten had, dat hij er
was, dan zou ik hom niet gezien hebben. De gor
dijnen waren gedeeltelijk dicht getrokken en het was
een soort erkerraam. zoodat hij zich achter die gor
dijnen verbergen kon. Hij had er geen twee seconden
gestaan, toen de deur open gegooid werd en Mrs.
Sands naar binnen vloog.
,U hebt mij laten roepen?" vroeg zij, terwijl zij.
als zocht zij iemand, de kamer rondkeek. Ik voelde,
dat ik sterven zou. als haar man zich liet zien
maar hij deed het niet. Ik slaagde erin te stame
len. dat de parelen niet in hun kistje lagen; en het
was, alsof mijn woorden haar in een blok marmer
VAN DEN ALG. SECRETARIS.
13 Juli worden voor de seriewedstrijden te Wïe-
/L 2 uur, \$!f5}^2-^-D.O.S.K.O. 2. van Oorschot,
B. 8V4 uur, B.F.C. 2—W.F.C. 1, Wijn,
O. 4Vs uur, N.V.V.8V.V.V.V, 2, van Oorschot.
D. Sparta 4, vrij.
Er wordt 2 maal Va uur gespeeld, bij gelijk spel
2 maal 7Vs min. verlengd en bij wederom gelijk spel
geloot door den scheidsrechter.
20 Juli:
1 uur E. Sparta 4Winnaar A. van Oorschot.
2Va uur F. Winnaar BWinnaar O, Wijn.
8Va uur G. Verliezer EVerliezer F, v. Oorschot.
43/i uur H. Finale, Wijn.
Er worden drie medailles uitgeloofd en uitgereikt
op de jaarvergadering.
Er volgt geen nadere kennisgeving meer. Belang
hebbenden moeten dit dus bewaren.
Athletiekwedstrijde.n. De heer Keesman
zal Zondag 29 Juli a_s. trainen en oefenen te Oude-
sluis, 'fl voormiddags 10 uur. Zie verder de circu
laires. L. F. KLEITERP.
BONDSBESTÜUR.
•Vergadering van het B.B. op Zaterdag 21 Juni,
ten huize van den heer N. de Jong te Barsingar-
horn.
De heeren Van Zoonen en Porte waren met ken
nisgeving afwezig.
Het bestuur der Harddraverijvereeniging en van
„Voorwaarts" waren tevens ter vergadering ge-
I noodigd, ten einde deel te nemen aan do bespreking
van don athletiekdag. Beide vereenigingen zeggen
hun volledige medewerking toe, tot inrichting van
het terrein.
De Alg. Secretaris geeft oen overzicht van de
plannen. Do entree zal .worden gesteld op 30 cént.
Do voorzitter spreekt een woord van dank tot do
beide vereenigingsbestu^en on speciaal aan den
eigenaar van het terrein.
Do notulen der vorige BJB.-vergadering worden
goedgekeurd.
veranderden. ZIJ staardo mij maar aan. .Misschien
denkt u, dat ik de parelen gestolen heb!' zeide ik.
Zij verzekerde mij heel lief, dat zij zoo iets onzin
nigs niet geloofde en dat ik, al had ik de parelen
willen stelen, ze toch niet uit het huis zou kunnen
krijgen. (Natuurlijk had ik het wel gekund; er was
tijd genoeg geweest.) Ik moet eerlijk bekennen, dat
ik medelijden met haar kreeg. Maar ik dacht toch
meer aan haar man. Het was mijn plicht hem uit de
moeilijkheden te helpen. Ik stelde Mrs. Sands voor
Clo te halen, om te hooren wat zij van de zaak
dacht. Zoodra zij weg was. kwam haar man weer te
voorschijn. Op dat oogenblik stond ik bij de deur,
die ik voor Mrs. Sands opengedaan had. Ik durfde
nauwelijks naar hem kijken, ik vond het zoo indrin
gerig. Alles, wat ik op het oogenblik weet. is, dat hij
een oogenblik bij de tafel bleef staan. Hij moest die
van het raam naar de deur langs. Ik vermoedde op
dat oogenblik. dat hij, toen hij daar staan bleef, naar
het ledige kistje keek. Maar hij kan ook iets an
ders gedaan hebben ik zal u dadelijk vertellen wat
on waarom.
„Ik bleef roerloos staan en toen hij bij de deur
was. zeide hij tegen me: ,Miss Blackburne, u bent
tegen uw wil en zonder dat u or iets akn doen kunt,
in 'een beroerde zaak gemengd. Het is oen familie-
quaestie en ik weet zeker, dat u or met niemand over
aprekon zult. Donk niet, dat ik u probeer om te
koopen. Daar is geen quaostie van. Maar ik zou
graag willen, dat u dit aanneemt.' Mijn armen hin
gen langs mijn zijden, maar hij wist toch iets in
een van mijn handen te stoppon. Wat denkt u, dat
het was?"
„Vijftig dollars!" raadde haar moeder.
„Vijfhonderd!"
„Liove hemel! Genoeg om de hypotheek af te be
talen! Maar jo kunt zo toch niet aannemen?"
„Ik zeide. dat ik ze niet hobben wilde. Ik deed
er een eed op, dat ik niots gedaan had, om een cent
te verdienen: dat niemand.iets van wat ik in het huis
gezien of gehoord had, uit mij zou krijgen. Maaj* Mr.
Sands drong aan. .Het zou mij een groot genoegen
doen, als u dat geld hieldt. liet is al weinig genoeg!"
En dan liep hij de kamer uit. Hij moet naar zijn eigen
kamer gegaan zijn, want later heb ik hem nog ge
zien. Dat vertel ik u dadelijk wel. Maar vindt u. dat
het verkeerd van mij was dat geld te houden?"
„In de gegeven omstandigheden niet, antwoordde
Mrs. Blackburne. „Hij had zich door jouw weigering
beloedigd kunnen voelen. Lieve kind, vijfhonderd
dollar! Het lijkt wel een sprookje, en juist nu we
het zoo noodig hebben".
„Ik had de Iwinkbiljetten weggestopt, toen Mrs.
Sands weer binnen kwam vliegen. Zij liep op de
tafel af als een jachthond op een geschoten vogel.
Zij had geen blik over voor het fluweelen "kistje.
Zij zocht naar iets anders. O, moeder, het deed me
zoo'n pijn haar te zien. Zij gooide alles overhoop. Zij
was heelemaal haar hoofd kwijt. Een groote vaas
bloemen viel om en het water spatte over de boe
ken en zelfs op het fluweelen kistje. Ik geloof niet.
dat zij er iets van merkte. Boeken vielen op den
i grond. Zij zag het niet. Dan viel zij op een grooten
stool neer. ,De enveloppe!" hijgde zij, alsof haar keel
dichtgedrukt werd. .Zi; lag daar. Waar is zij" nur
I „Ik zeide haar, dat ik geen enveloppe gezien had,
wat volkomen waar was. Zij gaf er een beschrij
ving van: een dikke, lange enveloppe van linnen en
met verscheidene roode Takken verzegeld. Eindelijk
moest zij mij gelooven. Doch het ergste moest nog
komen. ,Bent u, al is het maar een seconde, uit de
kamer geweest, nadat ik weg was?" vroeg zij, mij
strak aankijkend. Ik zeide,. dat ik de deur niet uit
geweest was, maar haar volgende vraag deed mij
schrikken: „Is iemand binnen gekomen?"
„O, lieveling, je hebt toch, hoop ik, geen leugen
verteld?"
,J)at hangt af van watu een leugen noemt", zeide
Miss Blackburne. „Ik heb oven veel het land aan
leugens als u. Maar het was een vreeselijk lastige
positie."
„Dat is zoo", stemde haar moeder toe.
„Kijk eens", ging Ellen voort, om haar positie dui
delijk te maken, „ik Jiad Mr. Sands gevraagd, zijn
vrouw niet te zeggen, dat ik hem 'had laten roepen.
Later heeft hij mij dat geld opgedrongen en ik heb
het aangenomen. Ik had een gevoel alsof het mij
Imet lichaam en ziel gekocht had. Toen hij bij de
tafel stond, moet hij de enveloppe gezien en wegge
nomen hebben. Kon ik hem nu verraden?"
1 „Neen, dat kon je niet."
„Dat vond ik ook. ,Of er iemand binnen gekomen
is?' herhaalde ik op de vraag van Mrs. Sands. Ik
zou het u toch in de allereerste plaat gezegd heb
ben, als dat gebeurd was". Was dat een Teugen
of niet?"
„Het was pen uitvlucht." antwoordde Mrs. Black-
buTnc, „maar ik geloof, uat ik me daar ook schul
dig aan gemaakt zou hebben."
„Goddank," juichte Ellen. „Dat wou .ik juist
weten. U neemt het me dus niet kwalijk?"
„Ik geloof, dat je zoo goed mogelijk gehandeld
hebt. En het is gedaan."
„Ja, het, is gedaan, en gedane zaken nemen geen
koer,'' herhaalde Ellen.
Wordt vervolgd.