Fosfer's Rugpijn
Nieren Pillen
Een kind Noordiiollands over
kinderen Noordhollands.
Bronchitis i
i Abdijsiroop
Binnenlandsch Nieuws.
KINDEREN
HONIG'S
w Puddingen
Geestelijk Leven.
Wij vestigen er de aandacht
op dat
glazen flacons,
geel etiket
Zaterdag 28 Juni 1924.
67ste Jaargang. No. 7458.
TWEEDE BLAD,
ii.
Twee figuren, die mij in het boek van Jen heer
Hejjnes slecht bevallen, zijn die van den lommen,
oiibetrouwbaren en oneerlijken eersten wethouder
en van den cgoïstischen en kalen schoolmeester.
Ook de teekening van deze twee figuren miskent
het Noordhollandsche volkskarakter en de Noord-
hollandsche zeden en gewoonten, zooals ik zo heb
leeren kennen.
Eerst zien wij den bewusten magistraat, nuur-
boer, als hy in zijn koestal des morgens vroeg de
koeien gaat melken. Zijn zoon en dochter zullen
hem daarbij behulpzaam zijn. De dochter, outje,
gaat eerst nog even de geit in den paardenstal liei-
Koozen. Als do vader-boer-magistraat dat ontwaart,
ontsteekt hij er over in groote woede: „Onder de
koe ot' ik trap je eronder,riep de beproefde vader
buiten zichzelf. Ook schold hij Sijtje uit, vloekende
nog daarenboven. a
Als de koeien gemolken zijn, gaat Sytjo naar do
huiskamer. Maar de twee Jannen zoo«verhaalt
do schrijver ons zij nog in den stal achtergeble
ven en hebben boven elk der melkbussen de stai-
pomp eenige oogenblikken in werking gestold^ ver
volgons hebben zij de melk uit de bussen in de
emmers over gegoten.
Later lezen we: Jan Klaassen Lam zag er zwaar
tegen op, aan de morgenboterham zijn dochter Sijt
je onder de oogen te komen. Want in het Noord-
hollandsche land behoort een vader, die zich tot het
iterechtzetten van een zijner telgen heeft laten vér-
voeren, zich hoogst schuldig en diep beschaamd te
gevoelen.
By een andere gelegenheid krijgen we nog ver
haald hoe de huurboer den mest, dien hij volgens
het huurcontract op het land moet brengen, zonder
eenig gewetensbezwaar aan een ander verkoopt.
„Zorg aan het huurcontract, as ik met den mest
geld kan maken," riep de pachter Lam. „Metter
haast loopt de pacht af. Wie geeft me vastigheid,
dat Kerstmis 'n jaar een aor den boel niet onder
me weghuurt? Wel eerlijk, maar niet mal.
Zou ik nu willen beweren, dat dingen als hier
geschetst onder het Noordhollandsche volk nooit
voorkomen? Neen. dat beweer ik niet.
Een boer treedt wel eens ruw op tegen zyn
kino, een boer is wel eens „onder de macht van zijn
kinderen", een boer gooit wel eens water in de
melk. een huurboor verkoopt wel eens den mest van
het land, maar dit zijn hooge, zeer hooge uitzon
deringen. In den boerenstand zelf worden deze
handelingen streng afgekeurd. Hot geldt als een
levenslange schande als een boer water in de melk
gooit. Levenslang houdt hij de benaming van „wa-
terboer". De huurder, die „den mest van het
land verkoopt", wordt in zijn kringen beschouwd
als een minderwaardig individu. Ook soms zijn ge-
heele leven lang. Zelfs heb ik me wel eens afge
vraagd of de boeren zelf hierbij, niet al te streng
zijn in hun oordeel, inzonderheid, of zy op deze
punten niet te veel uit het oog verliezen, dat voor
lederen zondaar vergeving mogelijk moet zijn.
Do schrijver had dit moeten weten en met mo
gen nalaten het te vermelden. Hij had de veroor
deeling van den boer, die den mest verkocht, niet
mogen overlaten aan den onderwijzer, dien hij in
zijn boek naar voren brengt zoo ongeveer als den
kalen, rooien schoolmeester.
Als hy één boer nog wel den eersten wethou
der deze dingen laat bedrijven, zonder eenige
andere meening uit boerenkringén daar
naast te stellen, dan moet men wel den indruk krij
gen alsof Ulo Noordhollandsche boerenstand zoo
ongeveer bestaat uit waterboeren en mestversja-
cheraars.
Had hy beschreven hoezeer onder do boeren
zelf dergelijke handelingen worden veroordeeld,
dan ware het Noordhollandsche volkskarakter in
een juister en beter licht gesteld.
Dan zou de lezer van het boek den Noordholland-
schen boer en terecht hebben geprezen in ste
de dat de lezer "hem nu stellig laakt.
Wij krijgen in het boek ook den huur boer-wfet-
houder te zien als magistraat.
Het gaat over salarisverhooging voor den school
meester. v
De meester verzocht den wethouder om diens
voorspraak. Met honderd gulden er bij, rekende de
meester voor, wordt het nog geen duizend.
Je benne me te rood, meester, zeide Jan Klaas
zen Lam, het gelaat naar den anderen kant gekeerd
dan waar de meester zat.
Maar als meester eenige oogenblikkcn later na
mens den notaris de geit van den boer koopt en
hem f 15 "winst bezorgt, verandert eensklaps het
toon oei en is het do wethouder, die hem zegt: „Je
benne nog zoo miserabel niet, meester. Je motte
veur die loonsverlaging maar op me rekenen."
Mpank u wel, Lam," sprak de meester kinderlijk.
Het zou intusschen nogmaals anders worden in
des wethouders voornemen in zake des schoolmees
ters request Want zoon Jan komt thuis met de
me<ledeil;ng dat de meester zfch afkeurend heeft
uitgelaten over den verkoop van de mest.
„Dat hebbe ie te wachten van zoo'n rooie", ver
klaarde Jan Klaaszen Lam.
En hoe wordt nu ten slotte de raadsvergadering
beschreven, waarin het request behandeld, werd?
Men leze:
„Toen 'het nu Vrijdag geworden was, zag de
voorzitter van den gemeenteraad den 'kring der
verkoren vaderen rond, of daar eenige gedachte of
£cmg woord onder hen ware naar aanleiding van
het request des meesters om vermeerdering van
diens arbeidsloon.
„Terwijl allen stil bleven, zeide de eerste wet
houder; .,Dèn had ik wel een woordje". Hy zette
de tweede schouders schrap tegen do rugleuning
van zyn Wergestoelt, en maakte zijn dyen wijd
door do dikvleezige handen in zyn broekzakken te
persen.
„Mijn woord is, dat ik d'r teugen ben," verklaar
de Jan Klaaszen Lam.
Toen begonnen de andere vaderen te vermoeden,
dat zy er ook tegen waren.
„Wel voor 'n meester die wat waard is," lichte
de spreker toe. „Niet voor zoo'n prul in de skool.
Toen gingen de andere vaderen vast gelooven,
dat ook zij ertegen waren.
De woordvoerder besloot: „En zooals ik het be
skou w, wordt het algemeen 'beskouwd. Zoodat wie
hier vóór is, z'n tyd in den raad nog net uitzit, en
dan of-eïoopen, daar magge je amen op zeggen."
Toen wisten de andere vaderen zeker, dat zy er,
met den eersten wethouder, tegen waren.
Nu is dat alles wel heel aardig gezegd, maar
men dient er by te vertellen, dat het niet waar is.
Dat znl ik dan nu maar doen, my tevergeefs afvra-
de, waarom ds. Heijnea dit alles zoo neeft neer
geschreven.
Men zegge van de raadsvergaderingen in onze
boerendorpen wat men wil, maar het vorenstaande
heeft schijn noch schaduw van een juiste karakteris
tiek
Ik meen van het werk der boerenraadsleden wol
iets af te weten. Sommigen houden my wel eens
wat veel de hand op don zak. Maar karakterlooza
meeningsverschillen als de schrijver ons schetst in
den persoon van Jan Klaaszen Lam, eerste wethou
der nog wel, behoeft men by hen niet te zoeken. Zij
„komen voor hun post uit", dat wil zoggen, zy
brengen eerlijk en zonder schroom hun meening
naar voren en doen dat heusch niet als gevolg van
dergelijke, egoïstische overwegingen. Misschien leef
de de schrijver bij de ineenzetting van deze passage
met zijn gedachten in den meest volmaakt verleden
tijd. Het gekozen voorbeeld van nog geen flOOO
salaris voor don schoolmeester en regeling door den
gemeenteraad doet dit wel oenigszins vermoeden.
Maar ik voor mij weiger om te gelooven, dat al
ware' het een halve eeuw terug, de gegeven karak
teristiek van do toestanden over hef algemeen een
juist beeld gaf. Ik heb het mijn brave grootvaders,
boeren, een halve eeuw terug was de een burge
meester en de ander raadslid in een Noord-
hollandsch boerendorp, wel eens hooren verhalen.
Laat my dit artikel mogen besluiten met een
woord van hooge waardeering voor het zuiver
Noordhollandsche ras, gesproken door iemand die
het weten kan en tot oordcelen bevoegd is te ach
ten. Het was de oommissaris der Koningin in onze
provincie die op 29 Januari 1924, in de statenver
gadering bij de herdenking van het versoheiden van
een onzer medeleden, sprak van een ras van stoere
Noordhollanders, dat, in de provincie gewonnen en
getogen en met haar belangen ten volle vertrouwd,
die belangen dient .met .door geen bijbedoelingen of
persgonlyKe overwegingen verstoorde krachtsin-
spanning.
en andere borstaandoeningen
genezen met AKKER'»
j reeds zooveel waarde hebben, omdat zij er ons tos
brengen om ln ruimer kring te leven en ons te hoe
den voor die ouderwetsche bekrompenheid en piet
luttigheid. welke een ramp waren voor ons dorpscbe
voorgeslacht.
Genoeg. Ik heb u misschien al te lang bezig gehou
den. Ik neem weer afscheid van u. Maar ik doe het
ln de hoop, dat gij u zult gaan toeleggen op dc kunst
van leven en ik hoop hartelijk dat ge waarlijk een
denke zich eens in, wat het beduidt, dat de mensch kunstenaar of kunstenares zult worden. Bovenal is
van het ruig-begroeide. grof-gebouwde wezen, dat in mijn wensch, dat de lesjing van dit artikeltje u er
holen leefde, wordt tot wat we thans als een be- za' brengen om te zeggen: er is toch veel moois,
schaafd wezen kennen, tot een wezen met een scherp maar we moeten leeren om het te zien, d.w.z. we moo
tot ln de moeilijkste kwesties doordringend intellect ten leeren te leven.
en een fijn en teer gemoed! Zoodra men dit doet, be.
grijpt men dat het leven er den terugslag van onder
vindt en er verre van gemakkelijk door wordt.
De moeite? van het leven beginnen voor Adam en
Eva, zoodra het paradijs verlaten is. Dit herbaalt zich
in het bestaan van iedor mcnsch opnieuw.
Deze moeiten dragen tweeërlei karakter.
Ten eerste heeft de mensch te strijden om stoffelijk
behouden te blijven.
ASTOR.
VERTROK-
Formerend.
D. KOOIMAN.
zijn hi den regel goede kenners vn
puddingen. Geeft hnn daarom de fijnste
die er is. HONIG'S PUDDINGEN
zijn gefabriceerd met Honig's Maïzena
en bevatten alle bestanddeelen om er
een heerlijk nagerecht mee te bereiden»
Vraagt Uw winkelier!
LET OP HET MERK
DE „BRAND ARIS" NAAR LONDEN
KEN.
Het honderdjarig bestaan van de Engelsche Red-
dingmaatschappij, de Royal National Lifeboat In-
Ten tweede heeft hij te kampen om geestelijk op ^titution zal, binnenkort te Londen herdacht wor»
peil te blijven of liever nog om geestelijk te stijgen. den; vertegenwoordigers van verschillende buiten-
Deze dubbele strijd legt beslag op ons hierla ligt landsche reddingmaatschappijen zullen met hun red-
een zegen, maar ook een vloek. dingbooten in de Engelsche hoofdstad bij de feest*-
Een zegen, omdat het den mensch voert tot activi- lijk heden aanwezig zijn.
telt, tot werkzaamheid en waakzaamheid. Maar een Ook IIollandsche reddingbooten zullen voor deze
vloek, omdat het hem vaak het waarachtig levensge- herdenking, de zee oversteken om op het eeuwfeest
nieten ontrooft. Dit laatste geldt in 't bijzonder van van de Engelsche reddingmaatschappij tegenwoordig
den stoffelijken bestaansstrljd. Daarom is het te ho- te zijn. Gisteren ié de Terschellingsche boot „Bran-
pen, dat ééns de tijd zal komen, dat deze bestaans- daris" van de N. Z. Hollandsche Redding M. uit de
strijd in den thans heerschenden vorm zal vordwij. Amsterdamsche haven vertrokken; de reddingboot
nen. Dit wil zeggen, dat ééns de menschheid zal in- van het station Hoek van Holland is vertrokken,
zien, dat het redelijker en zedelijker is, dat de leden SCHOORL.
der gemeenschap mét en vóór elkaar arbeiden, dan in De Montessori-methode. Dinsdag vergaderde hier
onderlinge concurrentie. Want juist deze onderlinge in een der bovenzalen van „De Roode Leeuw" de af-
concurrentie doet zoo ontzaglijk veel schade aan den deolinf* „Duinkant" van het Ned, Onderwijzers Ge-
geestelijken, zodelijken en religieusen mensch; zij nootschap. Na verkiezing van een Bestuurslid en een
voert feitelijk tot de diepgste onzedelijkheid, wanneer afgevaardigde ter algem. vergadering te Velp, hield
zij in haar uiterste consequentie wordt aanvaard; zij do heer Dijken, Hoofd der School te Schoorldam, een
deinst ten slotte niet terug voor de allergemeenste mooie lezing over Mevr. Dr. Marie Montessori en
middelen om over den tegenstander te triomfeeren; haar methode.
zij aanvaardt leugen, verraad, meineed, moord; zij Spreker splitste zijn stof in drie onderdeelen, nl.:
komt tot den oorlog en gebruikt de wetenschap om, l. Montessorie.zelf en haar leven;
de 'meest helsche uitroeiingsmiddelen te fabriceeren. j 2. haar wetenschappelijk paedagogiscbe opvattin-
Ik wensch hierop in dit verband niet verder in te 1 gen;
gaan. Ik stipte dit slechts even aan en dit zal wel 3. fcoe Dr. Montessori haar methode in de practijk
voldoende zijn om mijne lezers het Vernieuwd besef toepast.
bij te brengen dat int den individueelen bestaansstrljd Na een eenvoudige levensbeschrijving van Dr. Mon
(die hoe langer hoe zwaarder wordt) voor de waar- tessori, waaruit bleek, hoe zij besloot als opvoedster
achtige mensch-ontwikkeling groote gevaren schui- op te treden, deed spreker duidelijk uitkomen, wat
len. Te meer zal dit beseft worden, wanneer daarbij de grondslag is van het Montessori-systeem. Volgens
wordt gedacht dat. als gevolg van de groeiende moei- Dr. M. kan geen menschelijk wezen opgevoed worden
lijkheid om zich stoffelijk te handhaven, de geest door een ander, maar moet ieder zichzelf opvoeden,
voortdurend mèer daardoor in beslag genomen wordt Vrijheid en kinderwaarneming moeten de basis zijn -
en dus minder zich richt op de innerlijke hoedanighe- van 't opvoedingssysteem. Het kind, dat goed bezig
den, de geest voortdurend meer daardoor in beslag is, heeft er recht op, daarmee door te gaan, zoolang
genomen wordt en dus minder zich richt op de inner- hij zelf wil; men mag het daarin niet storen, want
lijke hoedanigheden. dan stoort men niet het kind, maar de natuur en
Dit nu wordt als iets zeer pijnlijks ervaren door haar onderwijs. De vrijheid van den leerling is enkel
den naar-hooger-strevenden mensch. Hem is een boporkt door het belang van het geheol. Alleen wat
voortdurende marteling de gedachte dat hij „om zijn onaangenaam of nadeelig is voor anderen, wat ruw
broodje" zijn mooiste gevoelens onderdrukt, zijn zui- en ongemanierd is, moet verboden worden. De aan-
verste strevingen belemmert. En voortdurend voelt hij wozigheid van de onderwijzers is dus alleen noodig
de dreiging van te komen tot een leven, dat niet veel om nuttolooze of gevaarlijke handelingen te onder-
Hebt ge wel eens opgemerkt, mijn waarde lezers,
hoe algemeen het verschijnsel zich voordoet, dat de
menschen klagen over het leven? Wanneer gij aan
honderd menschen, die al eenigszins op gevorderden
leeftijd zijn zoo tusschen de veertig en zestig de
vraag stelt: als gij 't voor 't kiezen had gehad om op
de wereld te komen, ja of neen, wat zoudt ge dan,
door ervaring het leven thans kennende, zeggen?
Welk antwoord denkt gij dan te krijgen? Ik geloof
niet bezijden de waarheid te zijn, wanneer ik beweer
dat op zijn minst zestig van de honderd ten ant
woord zouden geven, dat ze liefst nooit op de wereld
zcuéten zijn geweest. Ik herinner me nog zeer levendig
een gesprek dat ik als kind van een jaar of tien aan
hoorde in een diligence, waar ik zwijgend, maar aan
dachtig luisterend onder een gemengd gezelschap zat.
Die menschen bespraken de bovengenoemde vraag en
kwamen op één na tot de uiting, dat ze er liever nooit
waren geweest.
Eigenaardig dat zulke dingen op een kind zooveel
indruk kunnen maken. Daarom blijven ze in het ge
heugen hangen. Ik was het heelemaal niet met die
menschen eens en dacht bij me zelf, hoe is 't mogelijk
dat ze zóó kunnen oordeelen? Ik vond het leven wat
fijn! Lieve ouders, onbezorgde jeugd, prettige vriend
jes en kameraden.... ik vónd het heerlijk te leven.
Nu ben ik ouder geworden, heb vrij veel ondervonden
in mijn leven, heb gepoogd de menschen om mij heen
■te doorgronden, heb me ook door verschillende schrij
vers laten voorlichten ennu oordeel ik heel an
ders. En daarom kom ik er toe om eeps iets te gaan
schrijven over levenskunst. Want ik ben lang
zamerhand tot de. overtuiging gelcomen, dat de
meeste menschen de kunst om te leven en van het'le.
ven te genieten, niet verstaan.
Gij vindt dit misschien wat dwaas als ge het leest.
Maar ik ben er niettemin vast van overtuigd, dat als
ge rustig doorleest en goed nadenkt, gij geneigd zult
wezen om to zeggen, dat die Astor het toch niet zoo
verkeerd inziet.
Daar was eens een oude wijze, die sprak: ga naaT
de mieren, gij, luiaaTd, en wordt wijs. Deze wijze
stelde dieren aan de menschen ten voorbeeld. Daar
mede.zou ook ik willen beginnen. De dieren verstaan
de kunst om te leven. Zij genieten van wat ze genie
ten kunnen ze hebben geen zorgen en ze tobtien
niet ze strekken zich behagelijk in de zon uit of
schuilen weg voor den regen ze jagen hun prooi
na of worden zelf als prooi vervolgd en kennen
dus de angst, de vrees, ze moeten letten op dreigende
gevaren, maar nauwelijks is 't gevaar ontweken of
het leven wordt weer volop genoten. Ditzelfde le-
vensgenieten kennen wij allen een korte poos in
ons bestaan. Het is het leven van den mensch, zoo
lang hij nog in den dierstaat, d.i. geheel natuurlijk,
is. Van het jonge kind dus. Voelt gij; nu niet terstond
het essentieel» verschil tusschen mensch en dier? Het
dier b 1 ij f t als het kind' louter natuur.
Bij den mensch gaat zich een ander element ont
wikkelen: het geestelijke. Wij hebben ons nu niet te
verdiepen in de vraag vanwaar dit geestelijke komt
en hoe het zich ontwikkelt. Ik constateer alleen, dat
dit geestelijke zich openbaart en wijs er op, dat het
de oorzaak wordt van een ernstig confltct in het le
ven. Allereerst reeds hierdoor, dat het de toestand
van onschuldige natuurlijkheid doet beëindigen.
Wie denkt hierbij niet aan de zinrijke legende van
het paradijsverhaal? Adam en Eva moeten het para
dijs verlaten, zoodra ze. gegeten hebben van de vrucht
des booms van de kennis van goed en kwaad. Dat
wil zeggen: zoodra de menschen gaan denken, zich
normen, regels, grenzen tusschen goed en kwaad
scheppen, is het uit met de zooeven genoemde on
schuldige natuurlijkheid.
Dan ook gaan andere behoeften ontwaken en kan
de mensch niet meer tevreden zijn, wanneer hij
slecht zijn stoffelijke begeerten kan bevredigen.
Maar tegelijkertijd is nu ook de groote moeilijkheid
gekomen. Verschillende instincten werken in den
mensch; hij is een sociaal wezen, dus aangelegd op
maatschappij-leven. Groepen, stammen, volken, maat
schappijen komen op. Een eindeloos lang ontwikke
lingsproces wordt doorloopen. Verschillende maat-
schappijvormcn volgen elkaar op.
De ideeeën en de vormen, waarin deze ideeën zich
in de werkelijkheid openbaren, wijzigen zich. Men
drukken, of te voorkomen.
Na een eenvoudige besproking over bovenstaande
gedachten, gaf de heer Dijken do aanwezigen een idee
van da werkzaamheden in een Montessori-scbool» aan
de hand van een volledige dagrooster.
Na oenige gedachtenwisseling over de Montessori-
methode werd de vergadering door den voorzitter ge
sloten onder dankzegging aan den sprekerl
NIEUWE NIEDORP.
Met ingang van 1 Juli wordt de kommies H. de
Boer, le klasse, van. Amsterdam I overgeplaatst naar
Nieuwe Niedorp.
EEN GOEDE HOOIOOGST.
De hooioogst is in Westfriesland in vollen gang.
Omtrent de kwaliteit en de kwantiteit is men vrij al
gemeen tevreden. Op de goede oude grasgronden
wordt van 7 tot 9 wagens gewonnen.
ANNA PAULOWNA-
De boerenplaats van den heer J. Schrieken te An
na Paulowna is in eigendom overgegaan aan den
heer H. Smit te Koegras.
HOOGWOUD.
De dienstplichtigen van de lichting 1924, behooren-
meer is dan een streven om stoffelijk niet onder te
gaaó.
Het gevolg hiervan is duidelijk zichtbaar. Een al
gemeen versChijpsel is do meor of minder diep ge
voelde levensonvoldaanheid. Dit is fataal.
En nu wordt voor mij dit de waarachtige le
venskunst, dat wij zonder de moeilijkheden op
pervlakkig te negeeren, leeren te leven zóó dat wij
voor het schoone en waardevolle een open oog en
open hart blijven behouden. Want dit schoone en
waardevolle is er en ik ben eT diep in mijn ziel van
overtuigd, dat wij, zonder de moeiten van den
tweeërlei strijd (zoolang die eerste nog niet is ver
dwenen) te ontloopen, daarvan kunnen genieten, als
wij maar van het heden weten te profiteeren.
Van het heden en wat het h ed e n ons biedt!
Daar zijn menschen, die bij voorkeur in 't verle
den leven. Zij hebben altoos do neiging om dit ver
loden mooier voor te stellen, dan het is geweest. Zij
idealiseeren den goeden, ouden tijd en..-, klagen
over het bestaand?. Zij vergeten, dat uit het verleden
het heden moest voortkomen, maait dat hun geest
feitelijk oud is geworden en daarom het heden niet, Io
begrijpt. Zij hebben hun geest niet ontwikkeld en dat de tot liet 21e Regiment In fan terie,"lê ploeg b moe-
is de oorzaak van het feit dat zij in hun eigen tijd ten ingelijfd worden te Hilversum op Vrijdag, den 25
zich niet thuis gevoelen en terugverlangen naar watJuli 1924.
voorbij is gegaan cn den kans loopen, gemelijke, j ERNSTIGE AANRIJDING.
mopperende, vervelende menschen te worden. Donderdagmorgen heeft op den Zeeweg te Over-
Daar zijn er ook. die ontevreden met 't bestaande, veen een ernstige aanrijding plaats gehad. Een auto
met hun heele ziel in de toekomst gelijk zij zich j van Zandvoort komende, haalde plotseling links uit,
deze denken leven. Ook hierin schuilt een gevaar, waardoor twee fietsrijders, een heer en oen damo,
Idealisme is zonder twijfel een machtige prikkel voor die in dezelfde richting reden, werden aangereden,
gemeenschapswerk en als zoodanig hoog-noodig. Ernstig verwond, werden zij naar het ziekenhuis
Maar wij hebben daarbij toch nooit te vergeten, dat vervoerd. De fietsen werden totaal vernield, de auto
wij staan in de heerschende werkelijkheid en moeten werd beschadigd en is door de politie in beslag ge-
pogen daarin van ons leven iets te maken niet alleen, nomen.
maar ook te genieten van wat te genieten is, te grij- j DIEFSTAL MET BEDREIGING,
pen van het geluk, wat er te grijpen valt. j Te Lieveren (gem. Roden) is des nachts ingebro-
Daarom: neemt in 't heden, wat gij nemen kunt en ken bij den 80-jarigen landbouwer J. Post. De inbre-
als gij er de oogen voor openen wilt, dan zult ge zien kers dreigden den man met den dood en dwongen
dat er Goddank! schatten van geluk voor 't grijpen hem op bed te blijven. Zij gingen daarop het huis
liggen. Zélfs voor den minst bevoorrechten! Zélfs onderzoeken en namen een bedrag van f300 mee.
voor hen, die een zwaren strijd hebben te bestaan. I
Do natuur met al haar heerlijkheid ligt open voor 1 50-JARIG BESTAAN VAN TOONKUNST TE ALK.
ieder. Leert van haar genieten. Ik zeg met opzet: MAAR.
„leert". Want duizenden kunnen het niet. Ze leven Te Alkmaar wordt in de eerste week van Juli
midden in de schoonheid en merken haar niet op. ^en groot muziekfeest gehouden ter gelegenheid
Do kunst is nu om die schoonheid op te merken. Van het 50-jarig bestaan van do afd. van Toonkunst.
Een weide met koeien kan ons een schoonheidssensa. I>0 algemeene vergadering der Hoofdvereeni-
tie geven zelfs. Een gezicht over de Hollandsche vel- ging wordt Zaterdag 5 Juli te Alkmaar gehou
den. waar de hel-gele mosterd landen afwisselen met den, ter eere waarvan 's avonds oen ooncert wordt
de koolakkers of de aardappelengronden of de met gegeven door het Sfced. Muziekkorps, aangeboden
hooioppers getooide etgroeden. kan ons ineens stil door het Gemeentebestuur. Zondag boottocht
doen staan in bewondering. Een poldernngvaart met Vooraf gaat Vrijdag 4 Juli oen f eestuitvoering
't statige riet kan ons treffen en genot schenken. Wij door de juoileerenae voreeniging. Zy zal uitvoeren
moeten dit alles lééren zien. het beroemde oratorium van Jos. Haydn „Die
Ik wijs in dit verband op al de kleine vriendelijk- Jahroszeiten"; de begeleiding berust by de naar
heden. die we ondervinden en kunnen doen onder- lemsche Otehestvereeniging, versterkt door het Alk
vinden. Laten wij dit alles waardeeren! maaxsch Strijkorkest, het geheel onder directie van
Er zou geen geluk kunnen zijn? Och kom! Ik zie den heer J. Henri Oushoorn. Deze veelbelovende
vaak voorbij mijn woning een jong moedertje gaan. feestuitvoering van dit schoone werk wordt gege-
Ze is straatarm. Maar ze glanst van geluk, wanneer von jn den Stedelijken Muziektuin. De toegangsprijs
ze met haar kind op den arm loopt en ziet in de oogen j8 2óó laag gesteld, dat hiervoor een groot bezoek
van haar kleinen jongen. Tk verheug er me altoos in wordt verwacht uit Alkmaar zoowel als uit do
als ik een paar jonge menschen, een paar verloofden omliggende plaatsen,
arm in arm en hand ih hand langs den weg zie gaan.
Hoe kunnen ze in- elkander opgaan: En evenzeer doet
't me weldadig aan. als ik oudjes ontmoet, die nog-
zoo echt van elkander houden en samen zich één we-1
ten.
Geluk? Is er niet een wondere wereld, waarin we 1
tijdelijk kunnen opgaan, als we ons laten leiden
door schrijven en dichters. Kunnen wij dan niet soms
het boek neerleggen, terwijl we zachtkens zeggen,
wat i s 't mooi!
En zie dit alles is nu niet afhankelijk van geld. Dit
is verkrijgbaar voor ieder. De kunst is slechts het I
kunnen en willen waardeeren. En de weg daartoe
staat open. Want wij kunnen het van elkander lee
ren. Daarom juich ik het zoo toe. dat ook op de dor.
pen tegenwoordig werkelijke artisten worden ge
vraagd om lezingen en voordrachten te geven. Daar-
door wordt de smaak veredeld en een bron van genot
geopend.
Maar bovenal moeten de menschen los worden
van de oude gedachte dat ze toch vooral zoo weinig
mogelijk geld moeten uitgeven. Daar is een tijd ge
weest dat men al heel gauw sprak van verkwisting.
En men maakte er aanmerking op als zij. die 't niet
goed betalen konden, eens uit gingen. Dat is ge
lukkig anders geworden.
Beste vrienden, gij hebt alleen wat aan uw geld als
ge 't uitgeeft. Gebruikt het om er waarlijk van te ge
nieten. Ontvlucht eens dw huis. uw dorp. Verstandig
uitgaan zal u verruimen en verrijken. En voor wei-
thans uitsluitend verkocht worden in
verpakt in
met zwarten opdruk.
Weigert alle andere verpakkingen,
uitgaan zal u verruimen en verrijKcn. rm voor wei- r 11 p. n I nnJnn
r.ig geld is dikwijls veel te genieten. Ik ben zelfs ge- 1-nQtpP.Mr] lp Qf) 1(1 LOI]OOil.
neigd om te zeggen dat rijwiel en autobus daarom ««0101 lTlbUlüllUll UU»