Sanne Hoogwoud en Aartswoud.
aarom
UIT DE OUDE DOOS.
TWEEDE BLAD.
Uitslag
KI
Kloosterbalsem
Binnenlandse!) Nieuws»
Zaterdag 5 Juli 1924.
67ste Jaargang. No. 7463.
Vergadering van het College van Dagelij ksch Be
stuur en van Hoofdingelanden der Banne Hoog
woud en Aartswoud, gehouden ten Raadhuize al-
daar op Woensdag 2 Juli 1924, 'i rojtm. 10 uur.
Tegenwoordig waren de heeren K. Slagter, voor-
zitter, C. Ursem en P. Donker Jz., leden van dagre-
lijkscii bestuur, A. Zijp Cz., A. Rood Kz„ D. Koorn
en Jb. Helder Hoofdingelanen, L. Glas, penning
meester en J. Breebaart Dz., secretaris.
De voorzitter beet de heeren welkom en opent
de vergadering.
De notulen der vorige vergadering worden ge-
'Vaa^aaidddln^der notulen deelt de heer Ur
sem mede. dat hij aan metselaar Joh. de Boer
order heelt gegeven het lek by de beer tusschen
de gehuurde aaae van O. Schermer en het land, van
D. van Diepen Kz. te laten stoppen, invoeg* als in
de vorige vergadering is besloten, namelijk door in
te maken gleuvenbaggerspecie aan te brengen,
gesteund door steekdeeïen.
Verder wordt medegedeeld:
door den heer Donker, dat bij de beer tusschen
zijn land en dat van de weduwe F. Appel een lek
aanwezig is. De heer Donker verkrijgt vrij mandaat
om het lek te doen herstellen.
door voorzitter, dat hij een sohryven van S. ae
Jong te Heiloo heeft ontvangen, waarin werti
meegedeeld, dat de waterstand aan cfo Langereis
niet in orde is. Bij een door voorzitter ingesteld on
derzoek bleek, dat door een lek in den Langereis-
dijk te veel water binnen kwam. Het lek is bereids
vanwege de Koggen gestopt.
door den heer Ursem, dat de wal van de sloot
ten oosten van de R.-K. Pastorie in het Zuidend be
langrijk uitkalft en een schoeiing aldaar met het
oog op den weg en de boom en dringend noodig is.
By bespreking wordt in deze èn gemeente- en
bannebeTang aanwezig greacht en zou de vergade
ring de kosten voor gezamenlijke rekening willen
nemen. De secretaris zal de zaak met heeren Wet
houders bespreken.
Als ingekomen stukken komen ter tafel:
Een schrijven van P. Vos te Aartswoud, over te
hoogen waterstand naast zijn bouwland en waarin
hij verbetering vraagt. Na voorlezing 'en bespre
king, lijkt een oplossing niet gemakkelijk. De ver
gadering is niet ongenegen te helpen,maar acht
net gewenscht aan Vos te vragen, of hij in deze een
oplossing weet. Voorzitter is genegen met hem
den toestand na te gaan.
Een beschikking van den Pensioenraad, waarin
wordt gemeld, dat voor een Bode der Banne, O. IJ.
Bood, het tijdvak van 1 November 1906 tot^ en met
30 Juni 1922 bij de regeling van zijn pensioen als
diensttijd in aanmerking Komt en de door^ de
Banne verschuldigde inkoopsom naaer zal wor
den bepaald.
Bovenstaande mededeelingen en ingekomen stuk
ken. worden voor zoover niet behandeld, voor ken
nisgeving aangenomen.
Daarna stelt voorzitter aan de orde:
Verslag rietschouw. Over het algemeen is goed
gehakt. Slechts op een paar perceel en wordt aan
merking gemaakt, die namelijk niet gehakt en niet
op tijd gemaaid zijn. Waar uitstel gevraagd is,
wordt deze verleend tot 11 Juli a.s. Mocht een en
ander dan niet in orde zijn, dan zal belangrijke
boete worden opgelegd.
Rondvraag. De heer Rood wijst er op, dat
tegenwoordig te kort water, in het Wabbes aanwe
zig is.
Voorzitter vermoedt een verstopping Van de dui
ker onder de Gouwe door en zal den Hoofdopzich
ter der Vier Noorder Koggen waarschuwen, er is
vermoedelijk afgehakt riet ingeraakt.
De heer Helder zou het gewenscht vinden, dat
voor de duiker rasterwerk wordt aangebracht, op
dat geen riet of kroos in de duiker kan komen.
Voorzitter zal dit onder de aandacht van genoem
den hoofdopzichter brengen.
Sluiting met dank.
maak wederom in vollen gang te, vragen wij Uw
aandacht voor den eleotrisohen stof--
z u i ge r.
U kent hem allen en weet waarschijnlijk ook,
dat zijn zuigende werking ontstaat door een plec-
trisoh aangedreven motor-ventilatortje, dat door de
snelle wenteling van zijn schroefbladen een zuiging
en luchtverplaatsing uitoefent, waardoor het stof,
al of niet met tussohenschakeling van een slang
uit d« vloerkleeden, gordijnen, kasten, enz., en».,
gezogen wordt.
Het stof wordt neergeslagen in een zak of meta
len reservoir, door de poriën waarvan de luoht
woer wordt uitgeblazen.
Aan de zijde van het mondstuk zuigt de stof
zuiger dus en aan den kant van de zak achter
den ventilator, blaas t hij.
Vandaar dat de zak steeds goed schoon moet
worden gehouden, omdat anders de uitgeblazen
lucht te veel weerstand ondervindt en de zuigkracht
minder sterk wordt.
De kracht waarmede het stof uit de kleeden weg
gezogen wordt, hangt dus af van het zuigend ver
mogen (zuighoogte, uitgedrukt in C.M. wa-
jrüruk) en de luontverplaatsing.
Het is ongelooflijk hoeveel zand en vuil zoo'n
stofzuiger uit Uw meubelen haalt en 't is verras
send hoe frisch de kleuren van Uw kleeden blijven,
wanneer ze geregeld schoon zuigt.
Bovendien slijten ze van het zuigen hoegenaamd
niet; in tegenstelling met het kloppen en schuieren.
Behalve dat de electrische stofzuiger U dus ge
mak geeft en tijd bespaart, spaart hij U op den
duur ook geld, omdat Uw meubels langer mee
kunnen.
U wist misschien niet dat Uw stofzuiger een
ideaal toestel is om 's avonds Uw slaapkamer
muggen-vrij te maken? Hij is daarvoor een# heer
lijk toestel. Zet de slang aan den zuiger en in een
wip hebt U al de kwelgeesten, zoowel muggen als
vliegen, in de zak gezogen.
Het spreekt als van zelf, dat voor dit doel do stof
zuiger een doeltreffend apparaat is bij de bestrij
ding der zoo gevreesde malaria en op de boerde
rij als zoodanig veelvuldig wordt toegepast.
Maar ook Uw kolenvuur kunt U met den stof
zuiger aanmaken. In dit geval laat U hem echter
niet als zuiger, maar als blazer wérken, door
de slang op de plaats van da stofzak te zetten.
Leest U er maar eens de gebruiksaanwijzing
op na of bezoekt U slechts de Monsterkamer van
het P.E.N., waar al! deze zaken U gedemonstreerd
worden.
Ëjij sp
Ie aar
I te b
spoedig en zeker geneden
door de aangetaste plekken iederen
behandelen met AKKER'*
ALGEMEENE CENTRALE BANKVEREENÏGING
VOOR DEN MIDDENSTAND.
Aan het verslag over 1923 van de Algemeene Cen
trale Bankvereeniging voor den Middenstand is het
volgende ontleena en 'daarvan verzoekt men ons
plaatsing:
De crisis welke nu reeds 2 jaren vele grootbe
drijven heeft aangetast, heeft thans ook in den
handel dry'venden middenstand zich sterk doen ge
voelen. Ook de Centrale Middenstandsbank heeft
de gevolgen daarvan ondervonden en over 1923 be
sloten geen dividend uit te keeren, doch de winst
en reserve's te bestemmen voor afschrijving op de
biteuren. en onder afzonderlijk hoofd op de balans
te plaatsen de risico's welke ae Centrale Bank in
gevolge de overname van eenige zelfstandige Mid-
aenstandsbanken nog draagt. Deze overgenomen
zmfsfcandige banken bleken niet in staat te zullen
zijn na afschrijving van-hun kapitaal en reserves,
de hun toevertrouwde gelden volkomen te securee-
ren en heeft de Centrale bank het groote offer ge
bracht in het belang van een zoo groot, gedeelte
vand en middenstand, ora alle aan die banken
toever trouwde deposito- en spaargelden te garan
deoren, terwijl zij dan tot geleidelijke afwikkélnij,
der aldaar loopende risico^ x&i overgaan.
De verdere uitzetting van credioten werd zooveel»
mogelijk beperkt, en is de stijging van het uit
staand crediet in hoofdzaaA toe te schrijven aan
da vermelde overname van zelfstandigs banken.
De vraag naar crediet was onder den midden
stand zeer sterk, zoodat lang niet aan «ie vraag vol
daan kan worden.
PSL^iï?Ï!ï,ri stee» f 25.763.336.--
tpt f26.479.410.De deposito's en fyeldea van der
den stoken van f 12.773.414— tot f 16.142.410.-
Het geplaatste aandeelenkapitaal bedroeg per ulti
mo Deoomber 1923 f4183.100 hetwelk, ver. lo-ld
was in f2.462.000.— gewoon kapitaal, waarop nog
te storten vflt- f 1.241.485.en f 1.721.100.— p-efe
rent kapitaal Do bruto winst bedrieg f 1135.637.0%
terwijl de onkosten bedroegen f 891.255.95, zoo-lat
een netto winst resteerde van f 244.381.08.
Lenige kantoren bleken ook over L921 nog met
ee^ I^elig saldo te werken en is besloten tot
opheffing van die kantoren. Het verslag acht de
perspectieven voor de toekomst hoopvol, mede ge»
zien de stijgende richting waarin alle onder
doelen van het bedrijf, (effecten, assurantiën, va
luta. jncasso) mch bewegen.
DE ELECTRISCHE STOFZUIGER.
Een vorige maal maakten wij U nog eens op
merkzaam op de voordeelen en gemakken van het
eieotrische strijkijzer, thans, nu de schoon
reedi meer dan 30 jaren
als DE BESTE wordterkend!!!
nog steeds voortgaandeverlaging van het belast
baar inkomen zal de belastingopbrengst, ook in de
provinciën, verminderen. Over. 1924 zal dan ook ze
ker niet meer een batig saldo verkregen worden als
thans onder de ontvangst-posten voorkomt als re
sultaat van de afgeloopen goede jaren; te meer waar
in het algemeen de heffingspercentages nog ver
laagd zijn. In de naaste toekomst zal men dan ook
voor de keus gesteld worden om óf de uitgaven aan
merkelijk te verlagen óf zwaarder belastingen te hef
fen, wil de provinciale begrooting sluiten.
Waar nu reeds algemeen en terecht geklaagd
wordt over den veel te zwaren druk der belastingen,
zal verhooging van provinciale heffingen in de
naaste toekomst vrijwel uitgesloten zijn. Als eenig
middel om tot een sluitende begrooting te komen,
blijft dan over ingrijpende vermindering van de uit
gaven.
De commissie haalt hier met volkomen instem
ming aan de waarschuwing, dezer dagen weer door
den president der Nederlandsche Bank gegeven in
het jaarverslag%der bank: „Indien de belastingen op
zoo hooge cijfers blijven staan, zal dit op den duur
tot een zoo ernstige kapitaal-vernietiging leiden, dat
de pariteit van onzen gulden niet meer te houden
zal zijn".
Reed» in vorige publicatie* heeft de commlseie ge
wezen op den noodlottigen invloed, dien provinciale
bedrijven op de financiën van sommige provinciën
gehad hebben. Niet alleen nam het bedrag der schul
den onrustbarend toe, waarvan renten en aflossin
gen ten laste der begrooting komen, maar soms
moesten hieraan ook nog nadeeiige saldi worden toe
gevoegd.
In dit verband zij herinnerd aan het voorstel, door
Gedeputeerde Staten van Noordholland onder dag-
teekening van 28 Maart 1923 aan Provinciale Staten
dezer provincie gedaan om aan het electrfciteits-
bedrtjf een bedrag van f 0.527.650 kwijt te schelden.
In enkele gevallen bleek, dat na overneming van
een particulior bedrijf door de provincie do afnemers
hooger tarieven moesten gaan betalen. Komt de pro
vincie dan tevens nog te staan voor dekking van
nadeeiige exploitatie-saldi, waarvoor de middelen
moeten. worden opgebracht door de belastingbetalers
(dus grootendeels ook weder door de afnemers van
het bedrijf, zij het onder anderen vorm) dan wordt
de toestand, dubbel ongunstig.
In ruimen kring is de Indruk ontstaan, dat bij de
exploitatie van bedrijven wal eens zeer wild en on
oordeelkundig met de geldmiddelen der provincie is
en wordt omgesprongen. Er Werd reeds meer op
gewezen hoe hierdoor ook het prestige van Gedepu
teerde staten tegenover de gemeenten, waarop zij
rnede inzake financieel beheer toezicht hebben te
oefenen, wordt geschaad.
Dat prestige zou zeker nog meer geschaad wor
den, indien Gedeputeerde Staten van hun macht
als zoodanig fcnisbruik ginged maken om uitbrei
ding van het afzetgebied van provinciale bedrijven
te bevorderen. Wat onlangs in Friesland is geschied
ten opzichte van de bemaling van het Waterschap
Overzee in de gemeente Lemsterland vertoont ster
ke gelijkenis met het euvel der zoo terecht veroor
deelde „gedwongen winkelnering". Het geval met <Je
Bussumsche Waterleiding'gaat ook bedenkelijk in
deze richting.
Door de verzameling van de cijfers hoopt de com*
missie in de eerste plaats te hebben bijgedragen
tot vermeerdering van het inzicht, dat de toestand
der provinciale financiën zeer ernstig is geworden
en sterke verlaging van de uitgaven noodig is, maar
daarnaast ook materiaal te hebben verzameld ten
I behoeve van het uitwerken van plannen en voorsiel-
llen om tot verlaging van uitgaven te geraken.
DE PROVINCIALE FINANCIëN.
De Centrale Commissie voor Bezuiniging, ingesteld
door de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid
en Handel te Haarlem, heeft reeds vergelijkende
overzichten! uitgegeven van gemeentelijke en staats-
oatvangsteni en -uitgaven onder den titel „Waarschu
wende Cijfers uit de Gemeente-Financiën, resp.
„Waarschuwende Cijfers uit de Staats-Financiën".
De gemeentelijke cijfers waren samengesteld aan de
hand van de begrootingen van 34 gemeenten hier te
lande voor de jaren 1914 en 1922. Voor de cijfers van
den staat waren als grondslag genomen de begroo
tingen voor 1914 en 1924. De commissie heeft het
wenschelijk geacht, deze serie te completeeren met
eeni dergelijk overzicht van de provinciale* financiën.
Ook op dit gebied toch is. ini de laatste 10 jaren, een
enorme stijging van overheidsuitgaven te constatee-
ren, gedeeltelijk samenhangende met de exploitatie
van provinciale bedrijven. Gevolg is ook hier een
vaak zeer sterke stijging van het aan belastingen ge
heven bedrag.
Hoewel nu als gevolg ook van het betrekkelijk
beperkte terrein van provinciale bemoeiing de pro
vinciale uitgaven lang niet de bedragen van de rijks-
en gemeentelijke uitgaven bereiken en de provin
ciale belastingen ook maar een betrekkelijk gering
deel uitmaken van den totalen belastingdruk, door
de overheidslichamen opgelegd, dient toch, naar het
oordeel der commissie, ook hier de zuinigheid in
praktijk te worden gebracht en gestreefd te worden
niaar aanmerkelijke vermindering van uitgaven en
van belastingen. Waar in verband met deni zoo ge.
daalden welstand de uitgaven van do overheid alge
meen op een veel lager peil dienen te worden terug
gebracht, kan hier natuurlijk voor de uitgaven der
provincie geen uitzondering worden gemaakt. Te
meer waar juist die provinciale uitgaven in verschil
lende gevallen zulk een ontstellende stijging vertoo-
nen.
Die verlaging van uitgaven is ook noodig, omdat in
de eerste plaats de voortgaande daling van belast
baar inkomen en vermogen op de opbrengst der pro
vinciale belastingen eveneens haar ongunstigen in
vloed zal doen gelden en in de tweede plaats de zoo
noodzakelijke verlaging vani den totalen belasting
druk ook verlaging van provinciale heffingen vor
dert.
Ook voor de provinciën is verlaging der uitgaven,
algemeen© bezuiniging en versobering, eerste eisch.
Bij het beramen van de middelen om hiertoe te ko
men. is een duidelijk overzicht van den werkelijken
toestand der financiën onmisbaar. Vandaar dat de
commissie getracht heeft in een aantal tabellen een
zoo overzichtelijk mogelijk beeld te geven van de
provinciale ontvangsten en uitgaven, zooals die voor
het loopende jaar geraamd werden en daarnaast een
vergelijking te maken met den toestand der geldmid
delen, zooals die vóór de oorlogs- en crisisjaren- was.
Evenals dit geschiedde ten) aanzien van de gemeen
telijke en de staatsfinanciën, is ook hier uitgegaan
van de provinciale begrootingen voor de jaren 1914
en 1924, teneinde een vergelijking te maken tusschen
den toestand vóór deni oorlog en de laatst gepubli
ceerde raming van ontvangsten en uitgaven, name
lijk die voor het loopende jaar. (Alleen voor de pro
vincie Limburg moest een uitzondering worden ge
maakt, omdat de commissie door toevallige omstan
digheden niet de beschikking had over de begro
tingsstukken voor 1914, maar wel. over die voor 1915.
Voor deze provincie is derhalve laatstgenoemd jaar
ter vergelijking gekozen). Bij de bewerking van de'
gegevens is uitgegaan van de ontwerp-begrootingen,
zooals die oorspronkelijk bij de staten der provüiu
ciën zijn ingediend. Met ater ingediende suppletoire
begrootingen is geen rekening gehouden, omdat een
zuivere vergelijking hierdoor zou kunnen worden
geschaad; ten opzichte van het loopende begrotings
jaar kunnen immers nog altijd suppletoire begrotin
gen worden ingediend.
Voor elke provincie is op deze wijze samengesteld
een vergelijkend overzicht van de geraamde ont
vangsten en uitgaven voor 1914 (ten aanzien van
Limburg 1915) en 1924.
Wat de batige saldi over vorige dienstjaren betreft,
merkt de commissie o.m. op, dat h^t zeker af te keu
ren is, het batig saldo geheel of grootendeels ten
goede van één jaar te doen komen, waar voor vol
gende jaren niet meer op dergelijke bijzondere baten
mag worden gerekend. Zij vraagt zich trouwens af.
of onder de huidige omstandigheden en bij den zoo
sterk toegenomen schuldenlast, bestemmen van het
saldo voor buitengewone schuld-aflossing of althans
voor dekking van buitengewone uitgaven niet verre
do voorkeur verdient. In elk geval dient men er zich
rekenschap van te geven, dat zonderde beschikking
over een dergelijk voordeelig saldo reeds nu de ont
vangst uit belastingen veel hooger gesteld zou moe
ten worden om de uitgaven te dekken.
De eerstvolgende jaren laten zich voor de open
bare financiën nog zéér ongunstig aanzien. Door de
Wanneer men op school leert;Dirk I, Dirk II,
Dirk III, enz., dan is de scholier zich al heel wei
nig bewust van de cultuur-historische beteekenis
van hetgeen hjj daar uit het hoofd moet leeren. Pas
later leert hy dat begrijpen en nog veel later,
wanneer hij de jongere generatie het lijstje Dirk I,
Dirk II enzoovoorts hoort opdreunen, valt hem van
tijd tot tijd op, wat een voorrecht het toch is,
om zoo iets te weten, daar de belangstelling in
zaken, die hem anders niet zouden treffen, het zout
des levens blijkt te zijn.
Wanneer men die cultuur-historische beteekenis
v&n het graventijdperk aanschouwelijk wil zien voor
gesteld, dan zou ik raden, ga naar Zeeland,
Zeeuwsch-Vlaanderen en Vlaanderen.
Die landen zijn voortdurend getuige geweest van
den strijd tusschen de Graven van Holland en
West-Friesland en de Graven van Vlaanderen, ter
wijl cle bewoners den strjjd aanbonden tegen
den machtigen oceaan en in dien stryd eigenlijk
den grondslag vormden van onzen huidigen Water
staat, waarop wij terecht zoo trotsch zijn.
Wat een voorrecht is het toch om te mogen
werken en wat zullen die valsche profeten, die in
de laatste jaren 'den arbeiderstoeroepen: arbeidt
zoo min mogelijk", ©en betreurenswaardig levens
einde hebben, want-er moet toch een dag komen,
dat zij tot het inzicht komen dat zij sloopers zijn
geweeste n daardoor vampieren der menschheid.
Gaat eens naar Zeeland, Zeeuwsch-Vlaanderen en
West-Vlaanderene n ge zult genieten.
Het is door het vinden van munten en andere
voorwerpen gebleken dat de Romeinen te Domburg
op Walcheren en te Cadzand, Aardenburg en Oost-
burg nederzettingen hebben gehad. Dit is trouwens
geheel verklaarbaar, wannéér men bedenkt, over
welke# schitterende strategische eigenschappen de
Rdmeinen beschikten en hoe hier aan den mond der
Schelde een trait d'union met Engeland gevonden
werd.
Na de Romeinen kwamen de West-Friezen en
kan .met zekerheid zeggen, dat die tot het Zwijn
doordrongen, zoodat het huidige Zeeuwsch-Vlaan-
dereni n de 7e eeuw door West-Friezen bewoond
was. In de 8e eeuw kwamen de Vlamingen de West-
Friezen terug dringen, hetgeen natuurlijk niet
zonder strija geschiedde, maar ten_ laatste met
succes bekroona werd, zoodat het huidige Zeeuwsch-
Vlaanderen in de 13e eeuw deel uitmaakte van het
Vrije van Brugge.
Dit Vrije van Brugge omvatte de landen begrensd
door Noordzee, Wielingen en Braakman en bevat
te de Vier Ambachten, de ambachtsheerlijkheden
Gent, Kortrijk en Yperen en het Veurner ambacht.
In 1190 werd door Philip van den Elzas.^ graaf
van Vlaanderen, aan de ambachtsheerlijkheid van
Brugge een Keur verleend, waardoor dit Vrije van
Brugge ontstond. ïn 1224 verkocht de ambachtsheer
Joan de Nesle zijne rechten aan Jeanne van Con-
stantinopel, gravm van Vlaanderen.
Sedert kent men de Vierschaar van het Frane
van Brugge, tle machtige .kooplieden van Brugge,
schepenen hunner stad werden tevens schepenen
van net Vrije van Brugge. Hun macht was groot en
hun positie werd in later jaren nog erkend door
Louis de Male en machtige' vorsten als Philip d*
Goede en f Maximiliaan van Oostenrijk. Bij den
laatste ging dat echter niet zonder strijd, hetgeen 1
.nog aan een voorouder van mij het leven kostte.
Pas met het verdwijnen van het Ancien Regime,
dus door de Fransche Revolutie, kwam een ©inde
aan de machtige Vierschaar aan het Vrije van
Brugge. Dat Vrye van Brugge was inmiddels ook
reeds gekortwiekt, toen in 1609 bh" het Twaalfjarig
- ïh-sJ
epubl:
vinciën kwam en dat deel dus aan het Vrije van
genui iwiont, uwu ïu DJUJ uy IIÖD xwa.
Bestand het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen als
Staats-Vlaanderen aan de Republiek der Zeven Pro-
Brugge ontviel. De Staten-Generaal creëerden toen
voor net Hollandsche deel het Vrije van Sluis, dat
ook met de Fransche Revolutie verdween.
Voor de WeetiFriezen is van belang 'dat in de
8e eeuw West-Friesland zich uitstrekte van het
Vlie tot aan het Zwijn. Zeeland behoorde dus tot
West-Friesland. Uit een charter van Floris V in
1290 aan degenen, „die wonen off wonen sullen
tusschen Caeeant en Greveninghe, en alle die gront
die hier tusschen gelegen is, die men heet Zeelant"
enz., blijkt dat deze Hollandsche graaf het tegen
woordige Zeeuwsch-Vlaanderen tot zijn gebied re
kende en het even als de rest, Zeeland noemde.
Dat fZeeuwsch-VIaanderen heeftheel wat ge
daanteverwisseling óndergaan, 't is een bewegelijk
stukje aarde geweest, omdat de Oceaan er steeds
mee wilde spelen en eeuwen lang in overmoedige
dartelheid land tot water en watèr tot land maakte.
Tenminste wat mén land mag. noemen, daar dat
land bestond uit zoogenaamde slikken en schorren,
die met vloed onderliepen, indien niet menschen-
handen daaraan" een einde maakten, door.
middel van dijken.
Dan waren die schorren in vruchtbare polders
herschapen en gaf de vruchtbare klei een rijken
oogst, totdat do oceaan als woedend over het feit,
dat de mensch het speelgoed had afgenomen,met
geweld optrad alsof net den mensch zijne nietig
heid wilde toonen. Tusschen het jaar 1000 en 1850,
dus in een tijdsverloop van 8Vt eeuw, hebben niet
minder dan 88 overstroomingen Zeeuwsch-Vlaando
ren geteisterd en wel de eerste maal in 1003 en
do laatste maal jn 1843.
De invloed van die overstroomingen, zoowel als
van het verdere spel der zee, is dikwijls enorm
geweest
De zee heeft het Zwijn gevormd, tot diep in Hei
land binnendringende en eindelijk bij Dam me
door een dam gestuit
Die zeearm, net Zwijn, bood aan twee plaatsen
aan Brugge en aarf "Sluis, gelegenheid om zich als
zeehavens te ontwikkelen en beide plaatsen kwamen
in de middeleeuwen tot grooten bloei.
Brugge, de hoofdstad van West-Vlaanderen, över-
trof Sluis in voorspoed en macht Gedurende de re-
Seering van Philips de Goede (15e eeuw) telde
irugge ruim 100.000 inwoners en werd het Venetië
van het Noorden genoemd. Kooplieden uit Rue-
land, uit de Levant kwamen zaken doen met de
Brugsche kooplieden.
Doch ook Sluis was een belangrijke handelshaven-
Deze sbad, gestdoht in 860 als Lammensvliet, veran
derde in 1200 haar naam in Sluis, doelende op
de sluis die daar gebouwd was, word in 1290
door Gruy de Darapierre, Graaf van Vlaanderen,
met stedelijke rechten begiftigd en was tot 1500,
toen het evenals Brugge door het. verzanden van
het Zwijn een doode stad begon te worden, een
dor belangrijke havensteden met ruim 20.000 in
woners.
Wanneer men thans Sluis nadert, dan krijgt men da
delijk den indruk, dat er meer huizen binnen
de wallen geweéët moeten zijn.
Dadelijk valt op het mooie stadhuis, dat in 1375
gobouwa werd en een prachtig monument is uit de
middeleeuwen. Een gebouw, hetwelk men in eere
moet honden, als specimen van middeleeuwschq
bouwkunst. Het is niet zoo heel groot en betrekke
lijk eenvoudig. Toch spreekt het tot U van macht
en zelfbewustheid der bewoners in de 14é eeuw.
Het gebouw wordt gelukkig behoorlijk in eero
gehouden. Wanneer men de toren beklimt, dan
heeft men een schitterend vergezicht over Vlaan
deren en Zeeland, mén ziet Schelde en Noordzee,
en begrijpt dan eerst 'ten volle de beteekenis van
Sluis in vorige eeuwen. Men kan zich dan ook
goed een voorstelling maken van het Zwijn, de
rassegeule en andere belangrijke vaarwaters uit
vroegere tijdperken. Wat er nu nog van over is,
zijn cigbnlijk slechte draineeringskanalen, waarin
eenige duikersluizen.
De polders van Zeeuwsch-Vlaanderen worden nl.
niet bemalen,_ doch ontlasten het overtollige wate»
door gravitatie naar Schelde of zee.
Het Zwin is zulk een loozingskanaal, loopende
öcor een polder, de Zwtnpolder. Hot gedeelte van
het Zwin- het dichtst aan Zee, noemt men de Wie
lingen-
De ZwiL-pc lder geeft een goed denkbeeld van de
grootte van het voormalige Zwin.
Men kan zeer wel begrijp»m dat hier in vroeger
eeuwpn zeeslagen geleverd zijn. Het waren toen nog
geen dreadnoughte, die elkaar op kilometers afstand
beschoten, doch betrekkelijk kleine zeilschepen die
elkaar enterden, zoodat meestal een strijd van man
tegen man ontstond.
1 In 1340 werd hier een zeeslag gehouden tusschen
'een Engelsche en een Fransche vloot.
Op 28 Mei 1603 waren het de Spaansche en Hol
landsche vloten dié elkaar hier nabij Sluis bestre
den. Het was 'oen een kritieke tijd voor de Staat
soliën. want de eenige plaats die zij nog in het West-
Vlaanderen bezet hadden was Ostende en dat werd
door de Spanjaarden onder den hertog van Parma
belegerd en zou een jaar later zich moeten over
geven.
Wie Sluis in Zeeuwsch-Vlaanderen bezoekt, zal
bekoord worden door den rijkdom van den bodem.
Op 16, 17 en 18 Juli a.s. zullen er Lamdbouw-
feesten in Sluis plaats vinden. De Zeeuwsche Maat
schappij van Landbouw is do gastvrouw.
Ik zal waarschijnlijk tot de gasten behooren en
dan nog eens het een en ander vertellen over
Zeeuwsch-Vlaanderen en Sluis.
Ik twijfel niet of het zal den West-Friezen interes-
seeren iets te hooren uit een gedeelte van Neder
land, waarvan men betrekkelijk niet zooveel afweet,
waarheen zelden West-Friezen zich begeven en dat
toch in de middeleeuwen West-Friesch territorium
was.
Misschien komt er nog eens een dag dat de
West-Friezen zullen bemerken dat er altijd nog
plannen bestaan om dit stukje Nederland in te pal
men en dat de West-Friezen zullen pal staan om dat
te verhinderen.
Over dat bestaan van een neiging bij sommige
Belgen om een deel van Nederland te willen in
palmen en waarvoor zij steun vinden bij een deel
der Franschen en vooral der Fransche pers, behoeft
men zich niet te verwonderen.
Gaat naar Sluis en bezoek het mooie antieke
raadhuis en ge zult in de Raadszaal op de balken
spreuken vinden.
Een dier spreuken slaat m.i. op deze aangelegen
heid, n.1.:
De nijd; is een monster dat alleen ziet wat het
niet bezit.