Sanne Hoogwoud en Aartswoud. aarom UIT DE OUDE DOOS. TWEEDE BLAD. Uitslag KI Kloosterbalsem Binnenlandse!) Nieuws» Zaterdag 5 Juli 1924. 67ste Jaargang. No. 7463. Vergadering van het College van Dagelij ksch Be stuur en van Hoofdingelanden der Banne Hoog woud en Aartswoud, gehouden ten Raadhuize al- daar op Woensdag 2 Juli 1924, 'i rojtm. 10 uur. Tegenwoordig waren de heeren K. Slagter, voor- zitter, C. Ursem en P. Donker Jz., leden van dagre- lijkscii bestuur, A. Zijp Cz., A. Rood Kz„ D. Koorn en Jb. Helder Hoofdingelanen, L. Glas, penning meester en J. Breebaart Dz., secretaris. De voorzitter beet de heeren welkom en opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden ge- 'Vaa^aaidddln^der notulen deelt de heer Ur sem mede. dat hij aan metselaar Joh. de Boer order heelt gegeven het lek by de beer tusschen de gehuurde aaae van O. Schermer en het land, van D. van Diepen Kz. te laten stoppen, invoeg* als in de vorige vergadering is besloten, namelijk door in te maken gleuvenbaggerspecie aan te brengen, gesteund door steekdeeïen. Verder wordt medegedeeld: door den heer Donker, dat bij de beer tusschen zijn land en dat van de weduwe F. Appel een lek aanwezig is. De heer Donker verkrijgt vrij mandaat om het lek te doen herstellen. door voorzitter, dat hij een sohryven van S. ae Jong te Heiloo heeft ontvangen, waarin werti meegedeeld, dat de waterstand aan cfo Langereis niet in orde is. Bij een door voorzitter ingesteld on derzoek bleek, dat door een lek in den Langereis- dijk te veel water binnen kwam. Het lek is bereids vanwege de Koggen gestopt. door den heer Ursem, dat de wal van de sloot ten oosten van de R.-K. Pastorie in het Zuidend be langrijk uitkalft en een schoeiing aldaar met het oog op den weg en de boom en dringend noodig is. By bespreking wordt in deze èn gemeente- en bannebeTang aanwezig greacht en zou de vergade ring de kosten voor gezamenlijke rekening willen nemen. De secretaris zal de zaak met heeren Wet houders bespreken. Als ingekomen stukken komen ter tafel: Een schrijven van P. Vos te Aartswoud, over te hoogen waterstand naast zijn bouwland en waarin hij verbetering vraagt. Na voorlezing 'en bespre king, lijkt een oplossing niet gemakkelijk. De ver gadering is niet ongenegen te helpen,maar acht net gewenscht aan Vos te vragen, of hij in deze een oplossing weet. Voorzitter is genegen met hem den toestand na te gaan. Een beschikking van den Pensioenraad, waarin wordt gemeld, dat voor een Bode der Banne, O. IJ. Bood, het tijdvak van 1 November 1906 tot^ en met 30 Juni 1922 bij de regeling van zijn pensioen als diensttijd in aanmerking Komt en de door^ de Banne verschuldigde inkoopsom naaer zal wor den bepaald. Bovenstaande mededeelingen en ingekomen stuk ken. worden voor zoover niet behandeld, voor ken nisgeving aangenomen. Daarna stelt voorzitter aan de orde: Verslag rietschouw. Over het algemeen is goed gehakt. Slechts op een paar perceel en wordt aan merking gemaakt, die namelijk niet gehakt en niet op tijd gemaaid zijn. Waar uitstel gevraagd is, wordt deze verleend tot 11 Juli a.s. Mocht een en ander dan niet in orde zijn, dan zal belangrijke boete worden opgelegd. Rondvraag. De heer Rood wijst er op, dat tegenwoordig te kort water, in het Wabbes aanwe zig is. Voorzitter vermoedt een verstopping Van de dui ker onder de Gouwe door en zal den Hoofdopzich ter der Vier Noorder Koggen waarschuwen, er is vermoedelijk afgehakt riet ingeraakt. De heer Helder zou het gewenscht vinden, dat voor de duiker rasterwerk wordt aangebracht, op dat geen riet of kroos in de duiker kan komen. Voorzitter zal dit onder de aandacht van genoem den hoofdopzichter brengen. Sluiting met dank. maak wederom in vollen gang te, vragen wij Uw aandacht voor den eleotrisohen stof-- z u i ge r. U kent hem allen en weet waarschijnlijk ook, dat zijn zuigende werking ontstaat door een plec- trisoh aangedreven motor-ventilatortje, dat door de snelle wenteling van zijn schroefbladen een zuiging en luchtverplaatsing uitoefent, waardoor het stof, al of niet met tussohenschakeling van een slang uit d« vloerkleeden, gordijnen, kasten, enz., en»., gezogen wordt. Het stof wordt neergeslagen in een zak of meta len reservoir, door de poriën waarvan de luoht woer wordt uitgeblazen. Aan de zijde van het mondstuk zuigt de stof zuiger dus en aan den kant van de zak achter den ventilator, blaas t hij. Vandaar dat de zak steeds goed schoon moet worden gehouden, omdat anders de uitgeblazen lucht te veel weerstand ondervindt en de zuigkracht minder sterk wordt. De kracht waarmede het stof uit de kleeden weg gezogen wordt, hangt dus af van het zuigend ver mogen (zuighoogte, uitgedrukt in C.M. wa- jrüruk) en de luontverplaatsing. Het is ongelooflijk hoeveel zand en vuil zoo'n stofzuiger uit Uw meubelen haalt en 't is verras send hoe frisch de kleuren van Uw kleeden blijven, wanneer ze geregeld schoon zuigt. Bovendien slijten ze van het zuigen hoegenaamd niet; in tegenstelling met het kloppen en schuieren. Behalve dat de electrische stofzuiger U dus ge mak geeft en tijd bespaart, spaart hij U op den duur ook geld, omdat Uw meubels langer mee kunnen. U wist misschien niet dat Uw stofzuiger een ideaal toestel is om 's avonds Uw slaapkamer muggen-vrij te maken? Hij is daarvoor een# heer lijk toestel. Zet de slang aan den zuiger en in een wip hebt U al de kwelgeesten, zoowel muggen als vliegen, in de zak gezogen. Het spreekt als van zelf, dat voor dit doel do stof zuiger een doeltreffend apparaat is bij de bestrij ding der zoo gevreesde malaria en op de boerde rij als zoodanig veelvuldig wordt toegepast. Maar ook Uw kolenvuur kunt U met den stof zuiger aanmaken. In dit geval laat U hem echter niet als zuiger, maar als blazer wérken, door de slang op de plaats van da stofzak te zetten. Leest U er maar eens de gebruiksaanwijzing op na of bezoekt U slechts de Monsterkamer van het P.E.N., waar al! deze zaken U gedemonstreerd worden. Ëjij sp Ie aar I te b spoedig en zeker geneden door de aangetaste plekken iederen behandelen met AKKER'* ALGEMEENE CENTRALE BANKVEREENÏGING VOOR DEN MIDDENSTAND. Aan het verslag over 1923 van de Algemeene Cen trale Bankvereeniging voor den Middenstand is het volgende ontleena en 'daarvan verzoekt men ons plaatsing: De crisis welke nu reeds 2 jaren vele grootbe drijven heeft aangetast, heeft thans ook in den handel dry'venden middenstand zich sterk doen ge voelen. Ook de Centrale Middenstandsbank heeft de gevolgen daarvan ondervonden en over 1923 be sloten geen dividend uit te keeren, doch de winst en reserve's te bestemmen voor afschrijving op de biteuren. en onder afzonderlijk hoofd op de balans te plaatsen de risico's welke ae Centrale Bank in gevolge de overname van eenige zelfstandige Mid- aenstandsbanken nog draagt. Deze overgenomen zmfsfcandige banken bleken niet in staat te zullen zijn na afschrijving van-hun kapitaal en reserves, de hun toevertrouwde gelden volkomen te securee- ren en heeft de Centrale bank het groote offer ge bracht in het belang van een zoo groot, gedeelte vand en middenstand, ora alle aan die banken toever trouwde deposito- en spaargelden te garan deoren, terwijl zij dan tot geleidelijke afwikkélnij, der aldaar loopende risico^ x&i overgaan. De verdere uitzetting van credioten werd zooveel» mogelijk beperkt, en is de stijging van het uit staand crediet in hoofdzaaA toe te schrijven aan da vermelde overname van zelfstandigs banken. De vraag naar crediet was onder den midden stand zeer sterk, zoodat lang niet aan «ie vraag vol daan kan worden. PSL^iï?Ï!ï,ri stee» f 25.763.336.-- tpt f26.479.410.De deposito's en fyeldea van der den stoken van f 12.773.414— tot f 16.142.410.- Het geplaatste aandeelenkapitaal bedroeg per ulti mo Deoomber 1923 f4183.100 hetwelk, ver. lo-ld was in f2.462.000.— gewoon kapitaal, waarop nog te storten vflt- f 1.241.485.en f 1.721.100.— p-efe rent kapitaal Do bruto winst bedrieg f 1135.637.0% terwijl de onkosten bedroegen f 891.255.95, zoo-lat een netto winst resteerde van f 244.381.08. Lenige kantoren bleken ook over L921 nog met ee^ I^elig saldo te werken en is besloten tot opheffing van die kantoren. Het verslag acht de perspectieven voor de toekomst hoopvol, mede ge» zien de stijgende richting waarin alle onder doelen van het bedrijf, (effecten, assurantiën, va luta. jncasso) mch bewegen. DE ELECTRISCHE STOFZUIGER. Een vorige maal maakten wij U nog eens op merkzaam op de voordeelen en gemakken van het eieotrische strijkijzer, thans, nu de schoon reedi meer dan 30 jaren als DE BESTE wordterkend!!! nog steeds voortgaandeverlaging van het belast baar inkomen zal de belastingopbrengst, ook in de provinciën, verminderen. Over. 1924 zal dan ook ze ker niet meer een batig saldo verkregen worden als thans onder de ontvangst-posten voorkomt als re sultaat van de afgeloopen goede jaren; te meer waar in het algemeen de heffingspercentages nog ver laagd zijn. In de naaste toekomst zal men dan ook voor de keus gesteld worden om óf de uitgaven aan merkelijk te verlagen óf zwaarder belastingen te hef fen, wil de provinciale begrooting sluiten. Waar nu reeds algemeen en terecht geklaagd wordt over den veel te zwaren druk der belastingen, zal verhooging van provinciale heffingen in de naaste toekomst vrijwel uitgesloten zijn. Als eenig middel om tot een sluitende begrooting te komen, blijft dan over ingrijpende vermindering van de uit gaven. De commissie haalt hier met volkomen instem ming aan de waarschuwing, dezer dagen weer door den president der Nederlandsche Bank gegeven in het jaarverslag%der bank: „Indien de belastingen op zoo hooge cijfers blijven staan, zal dit op den duur tot een zoo ernstige kapitaal-vernietiging leiden, dat de pariteit van onzen gulden niet meer te houden zal zijn". Reed» in vorige publicatie* heeft de commlseie ge wezen op den noodlottigen invloed, dien provinciale bedrijven op de financiën van sommige provinciën gehad hebben. Niet alleen nam het bedrag der schul den onrustbarend toe, waarvan renten en aflossin gen ten laste der begrooting komen, maar soms moesten hieraan ook nog nadeeiige saldi worden toe gevoegd. In dit verband zij herinnerd aan het voorstel, door Gedeputeerde Staten van Noordholland onder dag- teekening van 28 Maart 1923 aan Provinciale Staten dezer provincie gedaan om aan het electrfciteits- bedrtjf een bedrag van f 0.527.650 kwijt te schelden. In enkele gevallen bleek, dat na overneming van een particulior bedrijf door de provincie do afnemers hooger tarieven moesten gaan betalen. Komt de pro vincie dan tevens nog te staan voor dekking van nadeeiige exploitatie-saldi, waarvoor de middelen moeten. worden opgebracht door de belastingbetalers (dus grootendeels ook weder door de afnemers van het bedrijf, zij het onder anderen vorm) dan wordt de toestand, dubbel ongunstig. In ruimen kring is de Indruk ontstaan, dat bij de exploitatie van bedrijven wal eens zeer wild en on oordeelkundig met de geldmiddelen der provincie is en wordt omgesprongen. Er Werd reeds meer op gewezen hoe hierdoor ook het prestige van Gedepu teerde staten tegenover de gemeenten, waarop zij rnede inzake financieel beheer toezicht hebben te oefenen, wordt geschaad. Dat prestige zou zeker nog meer geschaad wor den, indien Gedeputeerde Staten van hun macht als zoodanig fcnisbruik ginged maken om uitbrei ding van het afzetgebied van provinciale bedrijven te bevorderen. Wat onlangs in Friesland is geschied ten opzichte van de bemaling van het Waterschap Overzee in de gemeente Lemsterland vertoont ster ke gelijkenis met het euvel der zoo terecht veroor deelde „gedwongen winkelnering". Het geval met <Je Bussumsche Waterleiding'gaat ook bedenkelijk in deze richting. Door de verzameling van de cijfers hoopt de com* missie in de eerste plaats te hebben bijgedragen tot vermeerdering van het inzicht, dat de toestand der provinciale financiën zeer ernstig is geworden en sterke verlaging van de uitgaven noodig is, maar daarnaast ook materiaal te hebben verzameld ten I behoeve van het uitwerken van plannen en voorsiel- llen om tot verlaging van uitgaven te geraken. DE PROVINCIALE FINANCIëN. De Centrale Commissie voor Bezuiniging, ingesteld door de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Haarlem, heeft reeds vergelijkende overzichten! uitgegeven van gemeentelijke en staats- oatvangsteni en -uitgaven onder den titel „Waarschu wende Cijfers uit de Gemeente-Financiën, resp. „Waarschuwende Cijfers uit de Staats-Financiën". De gemeentelijke cijfers waren samengesteld aan de hand van de begrootingen van 34 gemeenten hier te lande voor de jaren 1914 en 1922. Voor de cijfers van den staat waren als grondslag genomen de begroo tingen voor 1914 en 1924. De commissie heeft het wenschelijk geacht, deze serie te completeeren met eeni dergelijk overzicht van de provinciale* financiën. Ook op dit gebied toch is. ini de laatste 10 jaren, een enorme stijging van overheidsuitgaven te constatee- ren, gedeeltelijk samenhangende met de exploitatie van provinciale bedrijven. Gevolg is ook hier een vaak zeer sterke stijging van het aan belastingen ge heven bedrag. Hoewel nu als gevolg ook van het betrekkelijk beperkte terrein van provinciale bemoeiing de pro vinciale uitgaven lang niet de bedragen van de rijks- en gemeentelijke uitgaven bereiken en de provin ciale belastingen ook maar een betrekkelijk gering deel uitmaken van den totalen belastingdruk, door de overheidslichamen opgelegd, dient toch, naar het oordeel der commissie, ook hier de zuinigheid in praktijk te worden gebracht en gestreefd te worden niaar aanmerkelijke vermindering van uitgaven en van belastingen. Waar in verband met deni zoo ge. daalden welstand de uitgaven van do overheid alge meen op een veel lager peil dienen te worden terug gebracht, kan hier natuurlijk voor de uitgaven der provincie geen uitzondering worden gemaakt. Te meer waar juist die provinciale uitgaven in verschil lende gevallen zulk een ontstellende stijging vertoo- nen. Die verlaging van uitgaven is ook noodig, omdat in de eerste plaats de voortgaande daling van belast baar inkomen en vermogen op de opbrengst der pro vinciale belastingen eveneens haar ongunstigen in vloed zal doen gelden en in de tweede plaats de zoo noodzakelijke verlaging vani den totalen belasting druk ook verlaging van provinciale heffingen vor dert. Ook voor de provinciën is verlaging der uitgaven, algemeen© bezuiniging en versobering, eerste eisch. Bij het beramen van de middelen om hiertoe te ko men. is een duidelijk overzicht van den werkelijken toestand der financiën onmisbaar. Vandaar dat de commissie getracht heeft in een aantal tabellen een zoo overzichtelijk mogelijk beeld te geven van de provinciale ontvangsten en uitgaven, zooals die voor het loopende jaar geraamd werden en daarnaast een vergelijking te maken met den toestand der geldmid delen, zooals die vóór de oorlogs- en crisisjaren- was. Evenals dit geschiedde ten) aanzien van de gemeen telijke en de staatsfinanciën, is ook hier uitgegaan van de provinciale begrootingen voor de jaren 1914 en 1924, teneinde een vergelijking te maken tusschen den toestand vóór deni oorlog en de laatst gepubli ceerde raming van ontvangsten en uitgaven, name lijk die voor het loopende jaar. (Alleen voor de pro vincie Limburg moest een uitzondering worden ge maakt, omdat de commissie door toevallige omstan digheden niet de beschikking had over de begro tingsstukken voor 1914, maar wel. over die voor 1915. Voor deze provincie is derhalve laatstgenoemd jaar ter vergelijking gekozen). Bij de bewerking van de' gegevens is uitgegaan van de ontwerp-begrootingen, zooals die oorspronkelijk bij de staten der provüiu ciën zijn ingediend. Met ater ingediende suppletoire begrootingen is geen rekening gehouden, omdat een zuivere vergelijking hierdoor zou kunnen worden geschaad; ten opzichte van het loopende begrotings jaar kunnen immers nog altijd suppletoire begrotin gen worden ingediend. Voor elke provincie is op deze wijze samengesteld een vergelijkend overzicht van de geraamde ont vangsten en uitgaven voor 1914 (ten aanzien van Limburg 1915) en 1924. Wat de batige saldi over vorige dienstjaren betreft, merkt de commissie o.m. op, dat h^t zeker af te keu ren is, het batig saldo geheel of grootendeels ten goede van één jaar te doen komen, waar voor vol gende jaren niet meer op dergelijke bijzondere baten mag worden gerekend. Zij vraagt zich trouwens af. of onder de huidige omstandigheden en bij den zoo sterk toegenomen schuldenlast, bestemmen van het saldo voor buitengewone schuld-aflossing of althans voor dekking van buitengewone uitgaven niet verre do voorkeur verdient. In elk geval dient men er zich rekenschap van te geven, dat zonderde beschikking over een dergelijk voordeelig saldo reeds nu de ont vangst uit belastingen veel hooger gesteld zou moe ten worden om de uitgaven te dekken. De eerstvolgende jaren laten zich voor de open bare financiën nog zéér ongunstig aanzien. Door de Wanneer men op school leert;Dirk I, Dirk II, Dirk III, enz., dan is de scholier zich al heel wei nig bewust van de cultuur-historische beteekenis van hetgeen hjj daar uit het hoofd moet leeren. Pas later leert hy dat begrijpen en nog veel later, wanneer hij de jongere generatie het lijstje Dirk I, Dirk II enzoovoorts hoort opdreunen, valt hem van tijd tot tijd op, wat een voorrecht het toch is, om zoo iets te weten, daar de belangstelling in zaken, die hem anders niet zouden treffen, het zout des levens blijkt te zijn. Wanneer men die cultuur-historische beteekenis v&n het graventijdperk aanschouwelijk wil zien voor gesteld, dan zou ik raden, ga naar Zeeland, Zeeuwsch-Vlaanderen en Vlaanderen. Die landen zijn voortdurend getuige geweest van den strijd tusschen de Graven van Holland en West-Friesland en de Graven van Vlaanderen, ter wijl cle bewoners den strjjd aanbonden tegen den machtigen oceaan en in dien stryd eigenlijk den grondslag vormden van onzen huidigen Water staat, waarop wij terecht zoo trotsch zijn. Wat een voorrecht is het toch om te mogen werken en wat zullen die valsche profeten, die in de laatste jaren 'den arbeiderstoeroepen: arbeidt zoo min mogelijk", ©en betreurenswaardig levens einde hebben, want-er moet toch een dag komen, dat zij tot het inzicht komen dat zij sloopers zijn geweeste n daardoor vampieren der menschheid. Gaat eens naar Zeeland, Zeeuwsch-Vlaanderen en West-Vlaanderene n ge zult genieten. Het is door het vinden van munten en andere voorwerpen gebleken dat de Romeinen te Domburg op Walcheren en te Cadzand, Aardenburg en Oost- burg nederzettingen hebben gehad. Dit is trouwens geheel verklaarbaar, wannéér men bedenkt, over welke# schitterende strategische eigenschappen de Rdmeinen beschikten en hoe hier aan den mond der Schelde een trait d'union met Engeland gevonden werd. Na de Romeinen kwamen de West-Friezen en kan .met zekerheid zeggen, dat die tot het Zwijn doordrongen, zoodat het huidige Zeeuwsch-Vlaan- dereni n de 7e eeuw door West-Friezen bewoond was. In de 8e eeuw kwamen de Vlamingen de West- Friezen terug dringen, hetgeen natuurlijk niet zonder strija geschiedde, maar ten_ laatste met succes bekroona werd, zoodat het huidige Zeeuwsch- Vlaanderen in de 13e eeuw deel uitmaakte van het Vrije van Brugge. Dit Vrije van Brugge omvatte de landen begrensd door Noordzee, Wielingen en Braakman en bevat te de Vier Ambachten, de ambachtsheerlijkheden Gent, Kortrijk en Yperen en het Veurner ambacht. In 1190 werd door Philip van den Elzas.^ graaf van Vlaanderen, aan de ambachtsheerlijkheid van Brugge een Keur verleend, waardoor dit Vrije van Brugge ontstond. ïn 1224 verkocht de ambachtsheer Joan de Nesle zijne rechten aan Jeanne van Con- stantinopel, gravm van Vlaanderen. Sedert kent men de Vierschaar van het Frane van Brugge, tle machtige .kooplieden van Brugge, schepenen hunner stad werden tevens schepenen van net Vrije van Brugge. Hun macht was groot en hun positie werd in later jaren nog erkend door Louis de Male en machtige' vorsten als Philip d* Goede en f Maximiliaan van Oostenrijk. Bij den laatste ging dat echter niet zonder strijd, hetgeen 1 .nog aan een voorouder van mij het leven kostte. Pas met het verdwijnen van het Ancien Regime, dus door de Fransche Revolutie, kwam een ©inde aan de machtige Vierschaar aan het Vrije van Brugge. Dat Vrye van Brugge was inmiddels ook reeds gekortwiekt, toen in 1609 bh" het Twaalfjarig - ïh-sJ epubl: vinciën kwam en dat deel dus aan het Vrije van genui iwiont, uwu ïu DJUJ uy IIÖD xwa. Bestand het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen als Staats-Vlaanderen aan de Republiek der Zeven Pro- Brugge ontviel. De Staten-Generaal creëerden toen voor net Hollandsche deel het Vrije van Sluis, dat ook met de Fransche Revolutie verdween. Voor de WeetiFriezen is van belang 'dat in de 8e eeuw West-Friesland zich uitstrekte van het Vlie tot aan het Zwijn. Zeeland behoorde dus tot West-Friesland. Uit een charter van Floris V in 1290 aan degenen, „die wonen off wonen sullen tusschen Caeeant en Greveninghe, en alle die gront die hier tusschen gelegen is, die men heet Zeelant" enz., blijkt dat deze Hollandsche graaf het tegen woordige Zeeuwsch-Vlaanderen tot zijn gebied re kende en het even als de rest, Zeeland noemde. Dat fZeeuwsch-VIaanderen heeftheel wat ge daanteverwisseling óndergaan, 't is een bewegelijk stukje aarde geweest, omdat de Oceaan er steeds mee wilde spelen en eeuwen lang in overmoedige dartelheid land tot water en watèr tot land maakte. Tenminste wat mén land mag. noemen, daar dat land bestond uit zoogenaamde slikken en schorren, die met vloed onderliepen, indien niet menschen- handen daaraan" een einde maakten, door. middel van dijken. Dan waren die schorren in vruchtbare polders herschapen en gaf de vruchtbare klei een rijken oogst, totdat do oceaan als woedend over het feit, dat de mensch het speelgoed had afgenomen,met geweld optrad alsof net den mensch zijne nietig heid wilde toonen. Tusschen het jaar 1000 en 1850, dus in een tijdsverloop van 8Vt eeuw, hebben niet minder dan 88 overstroomingen Zeeuwsch-Vlaando ren geteisterd en wel de eerste maal in 1003 en do laatste maal jn 1843. De invloed van die overstroomingen, zoowel als van het verdere spel der zee, is dikwijls enorm geweest De zee heeft het Zwijn gevormd, tot diep in Hei land binnendringende en eindelijk bij Dam me door een dam gestuit Die zeearm, net Zwijn, bood aan twee plaatsen aan Brugge en aarf "Sluis, gelegenheid om zich als zeehavens te ontwikkelen en beide plaatsen kwamen in de middeleeuwen tot grooten bloei. Brugge, de hoofdstad van West-Vlaanderen, över- trof Sluis in voorspoed en macht Gedurende de re- Seering van Philips de Goede (15e eeuw) telde irugge ruim 100.000 inwoners en werd het Venetië van het Noorden genoemd. Kooplieden uit Rue- land, uit de Levant kwamen zaken doen met de Brugsche kooplieden. Doch ook Sluis was een belangrijke handelshaven- Deze sbad, gestdoht in 860 als Lammensvliet, veran derde in 1200 haar naam in Sluis, doelende op de sluis die daar gebouwd was, word in 1290 door Gruy de Darapierre, Graaf van Vlaanderen, met stedelijke rechten begiftigd en was tot 1500, toen het evenals Brugge door het. verzanden van het Zwijn een doode stad begon te worden, een dor belangrijke havensteden met ruim 20.000 in woners. Wanneer men thans Sluis nadert, dan krijgt men da delijk den indruk, dat er meer huizen binnen de wallen geweéët moeten zijn. Dadelijk valt op het mooie stadhuis, dat in 1375 gobouwa werd en een prachtig monument is uit de middeleeuwen. Een gebouw, hetwelk men in eere moet honden, als specimen van middeleeuwschq bouwkunst. Het is niet zoo heel groot en betrekke lijk eenvoudig. Toch spreekt het tot U van macht en zelfbewustheid der bewoners in de 14é eeuw. Het gebouw wordt gelukkig behoorlijk in eero gehouden. Wanneer men de toren beklimt, dan heeft men een schitterend vergezicht over Vlaan deren en Zeeland, mén ziet Schelde en Noordzee, en begrijpt dan eerst 'ten volle de beteekenis van Sluis in vorige eeuwen. Men kan zich dan ook goed een voorstelling maken van het Zwijn, de rassegeule en andere belangrijke vaarwaters uit vroegere tijdperken. Wat er nu nog van over is, zijn cigbnlijk slechte draineeringskanalen, waarin eenige duikersluizen. De polders van Zeeuwsch-Vlaanderen worden nl. niet bemalen,_ doch ontlasten het overtollige wate» door gravitatie naar Schelde of zee. Het Zwin is zulk een loozingskanaal, loopende öcor een polder, de Zwtnpolder. Hot gedeelte van het Zwin- het dichtst aan Zee, noemt men de Wie lingen- De ZwiL-pc lder geeft een goed denkbeeld van de grootte van het voormalige Zwin. Men kan zeer wel begrijp»m dat hier in vroeger eeuwpn zeeslagen geleverd zijn. Het waren toen nog geen dreadnoughte, die elkaar op kilometers afstand beschoten, doch betrekkelijk kleine zeilschepen die elkaar enterden, zoodat meestal een strijd van man tegen man ontstond. 1 In 1340 werd hier een zeeslag gehouden tusschen 'een Engelsche en een Fransche vloot. Op 28 Mei 1603 waren het de Spaansche en Hol landsche vloten dié elkaar hier nabij Sluis bestre den. Het was 'oen een kritieke tijd voor de Staat soliën. want de eenige plaats die zij nog in het West- Vlaanderen bezet hadden was Ostende en dat werd door de Spanjaarden onder den hertog van Parma belegerd en zou een jaar later zich moeten over geven. Wie Sluis in Zeeuwsch-Vlaanderen bezoekt, zal bekoord worden door den rijkdom van den bodem. Op 16, 17 en 18 Juli a.s. zullen er Lamdbouw- feesten in Sluis plaats vinden. De Zeeuwsche Maat schappij van Landbouw is do gastvrouw. Ik zal waarschijnlijk tot de gasten behooren en dan nog eens het een en ander vertellen over Zeeuwsch-Vlaanderen en Sluis. Ik twijfel niet of het zal den West-Friezen interes- seeren iets te hooren uit een gedeelte van Neder land, waarvan men betrekkelijk niet zooveel afweet, waarheen zelden West-Friezen zich begeven en dat toch in de middeleeuwen West-Friesch territorium was. Misschien komt er nog eens een dag dat de West-Friezen zullen bemerken dat er altijd nog plannen bestaan om dit stukje Nederland in te pal men en dat de West-Friezen zullen pal staan om dat te verhinderen. Over dat bestaan van een neiging bij sommige Belgen om een deel van Nederland te willen in palmen en waarvoor zij steun vinden bij een deel der Franschen en vooral der Fransche pers, behoeft men zich niet te verwonderen. Gaat naar Sluis en bezoek het mooie antieke raadhuis en ge zult in de Raadszaal op de balken spreuken vinden. Een dier spreuken slaat m.i. op deze aangelegen heid, n.1.: De nijd; is een monster dat alleen ziet wat het niet bezit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5