De Geschiedenis van den klos.
Minister Coiijn over lieneiaal
Iv o Heubz:
VROUWENLIST.
DERDE BLAD.
Ayeiii vuur ücliiipn i FirmaA.&J. P111NS.
FEUILLETON.
Gemened Nieuws.
Zaterdag 19 Juli 1924.
67ste Jaargang. No. 7470.
Gabriel Hanotaux heeft zyn Geschiedenis van dan
oorlog Histoire de la guerre) voltooid. Zestien
deelen- van het werk zijn er verschenen; het zeven
tiende deol verschijnt thans. Voor de Revue des
deux Mondes heeft d© schrijver (dit laatste deok
bewerkt: hij deelt in het tijdschrift de overwegin
gen mee, tot welke hij ten slotte# gekomen is en
geeft een overzicht van de lessen, die uit den oorlog
zelf en uit den algeraeenen toestand waarin hij de
wereld heeft achter gelaten, zijn voortgevloeid.
Wij laten hieronder van Hanotaux's betoog in de
Revue des deux Mondes iets volgen, vooreerst waar
hij de vraag stelt of Europa, nu het gered is voor
de Internationale,i n de oorlog zal terugvallen Of 't
herstelde imperialistische Duitschland zijn militaire
manifestaties zoover zal drijven dat het zich op den
Rijn werpt? Of die 30.000 vaandels,bij uitzinnige
plechtigheden ontplooid, die inschrijvingen, die Wil
helm H als eersten inschrijver hebben, bewuste uit
tartingen of eenvoudige 'Lohengrin-achtige betoo
gingen zijn? Of Tirpitz, Ludendorff, partij-chefs,
den oorlog zullen hervatton, nadat zij als leger chefs
vrede vei*kregen hebben, die dan voor hen slechts'de
rustpoos geweest zou zijn, die zij zoozeor begeerdi
hadden. Men zal het binnenkort weten, meent Ha
notaux, want, zegt hy, de wereld kan niet in af
wachting blijven van zulk een katastrofe. zoo die
zich ooit moet voordoen. Het is aan Duitschland
zich uit te spreken. Dat het in zijn geweten hdtJ
voor en tegen wege, vrede of oorlog. Alles 'hangt
van Duitschland af; de wereld zal het oordeelen
naar zijn beslissing.
De Duitsche politiek zal zich ongetwijfeld uit
spreken de oogen gericht houdend op de Angelsak
sische politiek. Wanneer Amerika en Engeland een
terugkeer van het agressieve imperialisme niet aan
moedigen of zelfs niet dulden, zal Duitschland met
bewegen. In de besluiten van het groote Angelsak-
s sische gezin ligt dus de gewetensvraag der wereld!
besloten. Wat zal Londen doen, wat Washington.*'
Londen en Washington vooral Washington
worden op het oogenblik door hun groote binnen."
landsche moeilijkheden in beslag genomen. Bu de
algemeene verarming van de gereld hebben ook da
rijken het moeilijk en de zonen zijn niet meer zeker
van hun erfdeel; dollar en pond worden geschokt
door de spekulatie en den dorst naar winst van het
leene eind tot het andere der twee continenten. Zy
schommelen heen en weer. Naar gelang zij naar
dezen of genen kant .afwijken, doen zij de weeg
schalen bewegen. Maar dollars en ponden yragen
slechts winst, onverschillig op welke manier. Zn
hebben reeds bijzondere aandacht aan Duitschland
geschonken, waarvan zij zonder blikken of blozen
milliarden papieren marken verzwolgen hebben.
Zullen ze zich op het zelfde paard zetten en hun
verlies tegemoet gaan? Dat is zeer wél mogelijk.
Dollars en ponden houden van arme landen, omdat
ze er met. groote winsten werken. De afgronden vah
het ingestorte krediet veroorzaken andere afgron
den; zooals de oude baron James de Rotschil» zei:
.er is, maar één geld." Wat zal dus de helling van
net geld zijn? Ook dit is eén vraagstuk dat althans
voor een aeel, ontsnapt aan de gegevens van een
fewone politieke beoordeeling en dat toch over alles
an beslissen.
Men moet erkennen, dat zoo het geld waagt, het
gewoonlijk niet dapper is: het houdt stil daar, waar
wagen niet meer betaalt, niet meer betaald wordt.
Om deze redenen en om duizend andere (ongerer
kend de algemeene moeheid en de toch gehand
haafde trouw aan de vriendschappen) zullen dollar
en pond ongetwijfeld de volken aan den rand van
den oorlog terughouden wanneer zij zich daarin niet
allen tegelijk in een verdwaasde drift neerstorten.
Er blijven ernstige redenen om te hopen.
Hanotaux zet vervolgens uiteen, dat ar drie
krachten aan het vredeswerk arbeiden; de klassieke
diplomatie, die in stilte werkt en, „wat ook ouzo
vurige collega's van de groote pers mogen zeg"
gen, tusschen staatslieden is zwijgen goed. Voorts
ae Volkenbond en de openbare meening. Van d'eli
Volkenbond zegt Hanotaux, dat de Volkenbond; zoo
hij niet bestond, uitgevonden moest worden. De Vol
kenbond, zegt Hanotaux, heeft de wereld verschei
dene malen van oorlogsgevaar gered en hij somt
alles op wat de bond voor goeds gedaan heeft. Al
leen de Volkenbond zou, door een diepgaand onder
zoek, over de crisis van de wisselkoersen kunnen
waken. Alleen reeds door te levon en bewust te
zijn van zijn kracht en zijn noodzakelijkheid, za]
de Volkenbond hoe langer hoe gewichtiger en
grootor diensten bewijzen. Nog iets, en hij zou het
vertrouwen van de wereld verwerven voor de re
geling van nog meer omvattende zaken. Hanotaux
zet dan verder uiteen wat er pog op het werk van:
den Volkenbond valt# aan te merken en zegt ten
slotte van deze instelling: de Volkenbond handhaaft
zich voorloopig als een omlijsting in afwachting
van Jiet voorweg. Zijn naam is prachtig, zijn nut
onbetwistbaar, zyn beginsel heilig. Maar het orgaan
is nog te zwak om opgewassen te zijn tegen de
groote menschelijke en bovenmenschelijke taken,
die hem opgedragon zouden kunnen wonden. Moge
hij slechts leven tusschen zijn twee onmisbare ge-
zeilen, de klassieke diplomatie en de openbard
meening. R. Crfc
keerde ik tnet hem op het nauwst Zijn zwakheden1 ongeveer dezelfde. Alleen bij het volkscommissariaat
bleven mij niet verborgen; zijn sprekende karakter- van financiën en bij dat van landbouw is de vermeer-
trokken wekten een enkele maal neiging tot verzet, j dering van personeel minder groot,
maar in den regel ging er bekoring van uit. Zijn on-1 Van het ambtenarencorps heeft 27 pet. hooger, 43
miskenbare grootheid en. in den diepsten grond altijd pet. middelbaar en 30 pet. alleen lager onderwijs ge-
Tinhplp CTOQ a r/i Vi olrl 4rnnr» han'nnrlannn. nnlnr. ..n.nl In V. i
In „Eigen Haard" schrijft de heer H. Coiijn, die
van 1893 tot 190$ onder de bevelen heeft gediend van
nu wijlen den generaal Van Heutsz, bij een portret
van den overledene, een van veel waardeering getui
gend bijschrift.
De tegenwoordige minister van Financiën zegt. dar
in de periode, waaraan de naam Van Heutsz is ver.
bonden, de grondslag gelegd is, waarop Indië op den
duur tot een staatkundige eenheid zal kunnen uit
groeien. In zooverre dan vormt zijn tijd de inleiding
op wat de twintigste eeuw ons brengen kan.
De schrijvér wijst op de principieele wijziging, die
in 1898 is ingetreden in ons koloniaal beheer. Wel
hebben de toenmalge bestuurders, met name minis
ter Cremer, de politieke verantwoordelijkheid aan
vaard, maar vast staat dat zij dit alleen konden
doen, omdat achter hen de kolonel Van Heutsz stond,
die de militaire verantwoordelijkheid voor de koers
verandering aanvaardde.
De schrijver gaat dan voort:
Het jaar 1898 was een jaar, waarin tot een daad
werd overgegaan; maar tot een daad waaruit zich
straks ]n poltiek systeem ontwikkelen zou. 'n Politiek
sys-teem dat in 1904 toen v. Heutsz door Idenburg
als Gouverneur-Generaal naar Indië gezonden werd
in die beide namen, doch in Van Heutsz allereerst,
hare zuiversto uitdrukking vinden zou.
En in het belang der Indische bevolking, èn om de
waardigheid van ons gezag, èn met het oog op de
eischen der schatkist, zou voortaan het eenmaal on
der ons gezag gebrachte gebied niet weder verlaten
worden, maar blijvend onzen invloed ondergaan.
De jaren 1898—1910, begin en einde aangevend van
het. tijdvak waarin de nieuwe gedachte rijpte en tot
uitvoering gebracht werd, zijn daarop jaren van
scheppend werk in Indië geweest; en aan dat werk
is de naam van Van Heutsz zóó nauw verbonden, dat
het geoorlgjfd is dit tijdperk naar hem te noemen.
Ook om de grondleggende beteekenis er van.
Indië is geen innerlijke eenheid.
Het is een conglomeraat van volken.
Daaruit kan een waarlijk staatkundige eenheid
alleen groeien door de gestadige inwerking van het
Nederlandsch gezag op alle gebiedsdeelen en op alle
rassen.
Maar daarvoor was dan als eerste voorwaarde
noodig dat heel Indië onder ons gezag werd gebracht.
Dat is onder Van Heutsz als Gouverneur-Generaal
geschied.
Daarom is hij een der voornaamste bouwmeesters
van een toekonfetig Indisch Rijk. Een der allervoor
naamste, w-ijl hij de fundamenten van het gebouw
heeft gelegd.
De heer Colijm geeft dan een paar persoonlijke her
inneringen.
Na een vergelijking met dr. Kuyper „door velen
gehaat en verafschuwd, door anderen met groote
aanhankelijkheid vereerd" schrijft hij:
Ruim 10 jaren genoot ik het voorrecht zijn mede
werker te zijn en het grootste d6el daarvan ver-
nobele geaardheid drong tot bewondering.
De eerste kennismaking van den toenmaligen jen-
gen Luitenant met den reeds met roem overat raaiden
Luitenant-Kolonel Van Heutsz was voor den eersten
niet bemoedigend. In aanmerking gebracht voor een
betrekking, waarbij Van Heutsz een beslissend woord
te spreken had, werd aanvankelijk een ander aan
gewezen. ..Ik weet alleen van hem dat hij bidt",
zoo luidde het oordeel, „maar niet dat hij ook vech
ten kan. En de laatsten heb ik noodig". Toen hij
er echter op gewezen werd, dat de jonge officier
reed9 op Lombok zijn sporen verdiend had en teen
ik enkele dagen later onder het persoonlijk bevel
van Van Heutsz aan een actie tegen den vijand deel
nam, werd met gelijke duidelijkheid van het ver
anderd inzicht blijk gegeven. ..Nu ik zie dat ge het
werken met het. bidden vereenigt kan ik u gebrui
ken."
Vanaf dut cogenblik tot aan mijn vertrek uit Indië
in 1909 kort voor zijn aftreden als Gouverneur-
Generaal r— heb ik hem, in ongestoord vertrouwen,
van nabij gediend.
Voor wie hem met toewijding ter zijde stonden
was hij een even toegewijd chef. Somtijds buitonge-
wcoii veeleischend, geen zwarigheden duldend, niets
nmogelijk ochtend, maar tegelijk gul met zijn lef
Naar het Engelseh van C. N. en A. M. WILLIAMSON
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
28.
„Wanneer we gesnapt worden", begon Chuff, „dan
heeft ze zelfmoord gepleegd begrepen.? Zij heeft
jouw parelen gestolen en toen ze gesnapt werd,
zichzelf doodgeschoten".
,'.Maar het schot zit in haar schouder en zij
is niet dood. Zij slaat haar oogen open", wierp Kit
tegen.
„Ze gaat dood", decreteerde Chuff. „Ik weet hoe
ik dat zaakje met den kogel in den schouder op
moet. knappen. Het zal nu dadelijk moeten gebeu
ren, want als er moeilijkheden komen, komen ze
gauw. Luister goed: wanneer er vragen beantwoord
moeten worden, zeg je het volgende. Je. betrapte
haar, toen zij aan het stelen was. Zij vluchtte van
jouw kamer naar deze. w'erp het gestolenc uit het
raam naar een vriendin en nam mijn browning van
den schoorsteenmantel. Zij wou op jou schieten,
maar toen zij de mannen zag, wist zij, dat het met
haar gedaan was. en joeg zij zichzelf een kogel door
net lichaam. Doe het raam dicht, Kit. Zij krijgt nu
een tweeden kogel, in. haar borst ditmaal, vlak. te
genover de bloedvlek .op haar rug. Draag haar naar
net c.oset, om het geluid te smoren. Ik zelf moet
naar mei aanraken. Jij hebt toch al bloedvlekken,
uie kun je verklaren, door te zeggen, dat je haar op
geraapt hebt, om te zien of zij nog leefde."
„Maar als zij in het closet
..Daar is zij heen gevlucht en heeft vandaar op
jou geschoten, omdat wij de deur ingeslagen had-
en Pftkken. Is dat duidelijk voor jullie
allebeiW e moeten ons aan hetzelfde verhaal hou
den. Naar het closet met haar, Kit".
een vreera«Je gewaarwording alsof haar
ziel het lichaam, dat slap in, Kit's armen hing, ver
liet en er met onpersoonlijk medelijden naar keek.
..Het ergste is dadelijk geleden", dacht zij. Dan, plot
seling, dacht zij aan O'Reilly.
Soeu- t?leP*10neerde. wist EHen Blackburne
zelfs niet. dat de Sand9 New-York verlieten. Het
bericht wekte echter onmiddellijk haar sluimeren
de belangstelling. Zij vermoedde, dat Clo de dieven
op het spoor was gekomen. Miss B'ackburne was
zenuwachtig, uu.ar geen lafaard en het vreemde
verzoek, lat h mr tVephonisch -edaan werd.
JiülX-r 0 bijzonder bang. Zij maakte zich
gereed de instructies te volgen, waarbij zij maar
een voorzorgsmaatregel nam. Vóór zij weg ging,
net zij een boodschap achter, dat, als zij niet tele-
phoneerde of niet binnen een uur terugkwam, een
onderzoek ingesteld moest worden in het huis en
in de straat, waarvan zij het nummer opschreef.
De parelenrijgster deed vervolgens wat haar ge
vraagd was to doen. Zij liet het werk van dien och
tend liggen en haastte zich in een taxi weg. Clo's
klein gezichtje in een tiende-rangs-pension zeide
haar niets nieuws. Clo was altijd bleek. Toen het
jonge meisje op haar knieën viel. dacht Ellen, dat
zij dat deed, omdat zij die houding makkelijker vond
om de tasch uit het raam te werpen. Het geluld van
1 het schot drong door het straatlawaai niet tot haar
dcor. Zij hoorde slechs het tuf.tuf van haar eigen
taxi en dat van groote grijze limousine, die op dat
oogenblik vlak bij haar stilhield. Miss Blackburne
was aan vreemde avonturen- gewend, maar zij schrok
toen een man er uit sprong en zijn hand op haar
legde.
„Wat zit er in die tasch en waar brengt u die
heen? Ik heb het recht dat te weten", zeide hij kort
af. „Ik ben een vriend van Miss Riley."
Ellen greep zich vast aan het portier van den
taxi. De man was ongeveer twee en dertig, dacht zij,
zeker een gentleman en vrij knap. „Ik doe dit op
verzoek van Miss Riley". antwoordde zij even kortaf.
„Ik ben Miss Blackburne. Clo wil, dat ik gauw een
boodschap voor haar doe. Als u werkelijk haar
vriend bent. is het beter, dat u mij onmiddellijk ver
der laat gaan en dat u voor haar zorgt."
J Zij keken elkaar een oogenblik aan. „Bent u Ellen
Blackburne, de parelenrijgster?" vroeg hij.
I „Precies".
1 ..Ga dan gauw uw boodschap doen!" riep hij uit
En terwij-l zij hem verwonderd nakeek, vloog hij het
bordes op van het huis, waar een vriend reeds ge
beld had. Geen van- beide mannen keek' meer naar
haar. Ellen wachtte niet langer. Om tijd en verdere
spanning voor Mrs. Sands te besparen, reed zij re
gelrecht naar de Park Avenue met de bedoeling om
daar de parelen te rijgen, want zij had uit voorzorg
haar gereedschappen medegenomen. Het was een
groote tegenvaller voor haar. toen zij hoorde, dat de
Sands New York reeds verlaten hadden; zij besloot
toch naar boven te gaan om verdere inlichtingen te
krijgen. Zij dacht er zelfs over Beverley van uit haar
eigen huis te telephoneeren; maar het grimmige ge
zicht. van Anna Schultz deed haar dat denkbeeld da
delijk weer opgeven. Ellen begreep, dat. als zij naar
binnen wilde gaan, het verdacht kon lijken, Zij
moest voor een belangrijke opdracht onmiddellijk
naar Newport. zeide zij tegen Miss Schultz. Als er
pakjes of brieven waren, zou zij die medenemen.
i Anna's antwoord op dat aanbod was een stugge
weigering, maar Miss Blackburne was nog niet bij
de lift, toen Anna haar nariep: „Ik bedenk me daar
I juist, dat er een telegram is voor de Fransche kame
nier van Mrs. Sands. dat u haar zoudt kunnen geven,
als u vandaag naar Newport gaat. Dan heeft ze het
noten. Het aantal vrouwen in het corps bedraagt
34 pet.
De corruptie bij de verschillende economische in
stellingen in Rusland schijnt met den dag toe te ne
men; men kan bijna geen nummer van de Izwestia
of de Prawda opslaan, of men vindt nieuwe geval
len vermeld.
Zoo stonden dezer dagen voor de gouvernemen-
teele rechtbank te St. Petersburg terecht de bestuur
ders van den trust Petersburg—Odessa, beschuldigd
van malversatiën. De president van deze trust heeft
zich in een tijdsverloop van een jaar op onrechtma
tige wijze, door transacties met pelswerken een ka
pitaal van ongoveer een half millioen goudroebel
verworven. Voor de rechtbank te Kief stonden eenige
andore bestuurders van financieele instellingen te-
rccht* die zich door misbruik van hun positie op
onrechtmatige wijze hadden verrijkt. Te Charkof is
het volledige bestuur en een gedeelte vAn het hoogere
personeel der Tweede Charkofsche Maatschaj>pij
van onderling crediet gearresteerd, beschuldigd van
zich ten eigen bevoordeeling geleend te hebben tot
het opmaken van fictieve balansen enz.
Dit zijn slechts oenige voorbeelden uit de vele,
NPVH waaruit men kan
wanneer een moeilijke taak tot éen'goed einde was oificieele en semi-officieele persoonlijkheden onder
gebracht de cemmunistische economie gekomen is.
0)K had bi; een ruimheid van opvatting als in de DB BIZONDERE STRAFGEVANGENIS TE MR.
militaire wereld niet altijd wordt aangetroffen. i CORNELIS.
Toen hij mij in 1900 aanzocht om. onder gelijkt!*- Een meewerker van de Java Bode heeft een bezoek
dige bevordering bij keuze tot kapitein, als zijn ad- gebracht aan de bizondere strafgevangenis te Mr.
judant op te treden, opperde ik daartegen aanvan- Cornelis, waar de gevangenen, die zich in de gewone
kelijk bezwaren. Ik achtte mij om sociale redenen gevangenis herhaaldelijk en ernstig misdragen, wor-
voor dien po9t niet zeer geschikt. Dansen en kaar- den opgesloten. Het is een klein zwaar steenen ge-
ten deed ik niet en de generaal zocht op zijn toch- bouw, met 9omber_dreigend getraliede ramen en een
ten wel eens verstrooiing in het kaartspel; terwijl, zware deur. Het is volgens den krantenman een hel,
naar Indischen trant, bij partijen ten Gouvernements- waar het leven geen leven meer is, waar een mensch
huize vaak gedanst werd. een machineonderdeel wordt.
Het antwoord kwam per koerende post en het De gevangenis is ingericht voor 120 personen, maar
was in den gewonen trant. „Niet ter zake dienend- 01 zÜn er maar 87 ondergebracht, daaronder de ge-
„het lag niet in mijn voornemen U voor bevordering vaarlijkste misdadigers van Java. Taiboel. b.v. een
..bij keuze voor te dragen wegens bedrevenheid in rnan» die nog 49 jaar van de 75 waartoe hij veroor-
..(Jnns of kaartspel." deeld is. voor den boeg heeft. Een 50-jarige.
Nooit heeft hij mij in al die jaren iets gevraagd L)oor ee.n fleren hek komt men in de binnenste
te doen wat tegen mijne overtuiging zou hebben njimte. Bij dit hek staat, den geheelen dag een Euro.
ingedruisehi -Zelf op religieus terrein volstrekt P«®*ch bewaarder, gewapend met revolver, gummi,
onverschillig, was lm waxs van alle vijandschap. stok en klevvan** AUe bewakers in het emplacement
Ook hierin was hij breed van opvatting. ziin trouwens zwaar bewapend en zij zijn voortdu.
Het laatst heb ik hem ontmoet in Januari van 1 rend <>P hun hoede. Herhaaldelijk is het voorgeko.
dit jsar in ZuidTirol men dat gevangenen de bewakers aanvielen en hun
Naar het lichaam eén -wrak. zware w°nden toebrachten. Een buitengewoon ge.
Met een hélderen geest vaarlljk wapen, dat men hun onmogelijk ontnemen
Gaarne vertoevend in het' Verleden, toch voor het I *an' he?ï*n.,fij den geheelen dag in hun onmiddel.
lijk© nabijheid namelijk de zware spoel, welke zij be
zigen bij de behandeling van bun weefstoelen. De ge-
Heden allerminst onverschillig
Toen ik .als Minister van Financiën optrad had
hij mij geschreven: Uw aanvaarden van die porto- w
feuillo letcekent slagen. Ik veroorloofd op#eletd voor de bediening van de in de gevange.
Januari mirn twfjfef dienaangaande kenbaar te nia geplaatste weefgetouwen, waarop de eigenaardig
maken, omdat wtf het ditmaal niet saam zouden at0' wordt geweven, welke de gevangenen
kunnen afdoen. Maar Vwilde van dien twijfel ,a:n dragen. In de gevangenis ri;n vier en zes.ig
niet hooren. „De tegen'and „dien ge ondervindt. vfï deze weefgetouwen geplaatst en voortdurendlm
beteekent alleen dat het minder vlug zal gaan, maar
geenszins dat het niet zal gaan". i door één man bediend. Per dag werkt ieder gevan.
Zijn vertrouwen was groter dan het mijne. Ik ff,?8 ®n 18 plicht dien tijd
heb hem in stilte daarvoor gedankt. Omdat er uit i n
bleek dat het vertrouwen van mijn ouden chef, 1 JL,
dien ik jaren lang met raad en daad ter züHe mocht Lnt ^7.^£«2
- - v i een gevangene zich met die spoel als wapen op den
bewaker wierp en dezen trachtte te vermoorden.
In de geheele localiteit is slechts een tweetal scha.
staan, nog- cm gebroken was.
Do heer Coljjn besluit zijn herinneringen
En allen wijzen heen naar een rechtschapen ka-.
T,«r GnWrnl o+Jv TeTi wziwezitt. welke onder voortdurende bewaking
raktor, naar een man met.^erk zi'n en gebruikt worden door twee der minst onbe.
een man die zeker ook gebreken had, geen geringe lrouwbare individuen, welke in de gevangonis een
zelfs maar van men als eindoordeel gelden mag dat' ondeMak ihebben Kevinden.
hy tot de allergrootsten van ons geslacht behoort. - - -
UIT RUSLAND.
De sowjet-bladen deelen den uitslag mode van een JJ^ T.wt[ w
onderzoek, dat ingesteld is naar den omvang van het douches op onderlinge afstanden van een meter zijn
corps ambtenaren, en beambten bij" de centrale regee- aangebracht.
Dat de heeren gevaarlijk zijn, bewijst al het feit,
dat alle steenen op de binnenplaatsen zijn bedekt
met een laag teer; om to voorkomen, dat de steenen
worden losgemaakt en gebruikt als moordwapen.
De gevangenen hebben gelegenheid om te baden in
een gecementeerde badkamer: waar een twintigtal
ringsinstellingen. Hieruit blijkt, dat het aantal func
tionarissen bij de verschillende volkscommissariaten^
vergeleken met den toestand bij de ministerieele de
partementen onder het oude regiem, aanzienlijk is
toegenomen, ondanks de omstandigheden, dat gedu
rende de laatste jaren uit een oogpunt van bezui
niging, een belangrijke inkrimping van, personeel
hééft plaats gehad.
Zoo zijn er thans nog aa/n het volkscommissariaat
van buitenlandsche zaken 1017 ambtenaren en be
ambten verbonden tegen157 in den tijd van het
tsarisme. In dienst van volkscommissariaat van ver
keerswegen staan thans in hoogere en lagere func
ties totaal 2175 personen tegen vroeger 998. Bij de
meeste andere volkscommissariaten is de verhouding kain, wat een record is.
Des nachts worden zij ondergebracht in cellen, wel
ke aan lange gangen liggen. De gangen loopen in
een rechten hoek om de werkplaatsen heen en voor
ieder gevangene is een aparte cel aanwezig, 7/Oodat
zij dos nachts niet bij elkaar kunnen komen. De cel
len kunnen worden gesloten met eon ijzeren hek,
waaraan een hangslot is bevestigd, terwijl bovendien
nog een houten deur daarvoor wordt gesloten, waar
in, een kijkraampje is aangebracht.
Een viertal der onhandelbaarste gevangenen ver
laat deze cellen alleen om te baden, zij hebben hun
weefgetouw in hun cel. zoodat zij daarin ook wer
ken kunnen.
Een dezer gevangenen znaakt dagelijks negen el
gauwer dan imet de post"
De vrouw duwde Ellen het telegram in de hand cn j
liep. zonder op een antwoord te wachten, weer weg.
Na aan den juwelier J>ij wien zij in dienst was,
getelephoneerd te hebben, besloot Ellen de parelen
thuis te rijgen. Zij durfde niet naar Newport te gaan
zonder, het aan haar moeder te zeggen en een buur
vrouw' te vragen bij deze te blijven, zoolang zij weg j
was. Bij nader inzien zeide zij echter tot zichzelf,
dat het misschien in Mrs. Sand's eigen belang beter
zijn zou geen geruststellend telegram vooruit te zen
den. Zij besloot zoo vlug mogelijk te werken en dan
met het parelensnoer den eersten den besten trein
naar Newport te nemen.
Beverley zag tegen den avond van het bal meer op
dan zij, nu bijna een jaar geleden, opgezien had te
gen haar taak in Albtiquerque.
Het leek eeuwen geleden, dat zij dol gelukkig ge
weest was bij de gedachte aan dat prachtig landhuis
in Newport Gulls' Rest Roger's cadeau aau
haar. Zij haatte het nu en alles wat er mede in ver
band stond: de drukte van. het in koortsachtige haast
in orde brengen van het huis. ofschoon het Newport-
seizoen nog niet eens begonnen was; Roger's be
sluit om te beginnen met een diner en een bal; zijn
•beleefde, rustige koelheid tegenover haar; den
vreemden blik, dien zij nu en dan in zijn oogeij. zag;
het mysterie van Clo's zwijgen, een mysterie, dat da
gelijks grooter werd; angst voor het nemen van re- i
pressaille-maatregelen door hei verloren gaan der
papieren. Dat alles scheen te Newport moeilijker te i
dragen dan thuis in New York. Dikwijls vroeg Be.
verley zich af hoe lang zij er haar verstand bij zou
houden. De Sands hadden een paar vrienden mede
gebracht; twee anderen waren den daarop volgen
den dag gekomen en1 daarna nog zes. Roger had alle
kamers in1 een klein, maar goed hotel besproken voor
gasten, die voor het bal komen en 's nachts logeeren
blijven wilden. Daar het inwijdingsfeest gegeven
werd vóór het seizoen, had men laten doorscheme
ren, dat de feestelijkheden een lange reis waard zou
den zijn. De souvenirs voor d^n cotlllo<n moesten
meer dan tienduizend dollar gekost hebben, terwijl
er bovendien een groo-ie „verrassing" te wachten was
Misschien dat de reden waarom Mrs. Heron van
idee veranderd was en John Heron aan Roger sein
de, dat hij en zijn vrouw graag ui* Narraganseit,
waar zij een paar dagen waren voor Heron's ge
zondheid, komen zouden.
De invitatie van de Horor's was op uitdrukkelijk
verlangen van Roger geschied, maar Beverley had
er geen oogenblik aan gedacht, dat*zij- die zouden
aannemen. En m kwamen zif nor slot ven rekening
torh. Het leek haar onheilspellend. Het was voor
haar een nieuwe **»ngst voor den gevreesden avond.
's Ochtends hoopte zij nog hartstochtelijk op
nieuws van Clo. Zelfs til den- namiddag gaf zij de
hoop nog niet op; maar om zes uur. toen Roger haar
en de andere dames, die ini het landhuis logeerden,
voorstelde tot kleedtijd te gaan rusten, gaf zij den
moed op. Voor het eerst na dien Zondagavond, die
•het einde van haar geluk beteekend had, gaf Rogei*
haar op de oude hartelijke wijze een arm.
„Ga mede/' zeide hij. „Ik zal je naar Je kamer
brengen, om te zien. dat je werkelijk gaat rusten."
Ik wil, dat je er vanavond zoo knap mogelijk uit
ziet. Het diner begint, zooals je weet, om acht uur.
Je zult dus niet heel veel langer dan een uur kun
nen rusten. Want je zult toch wel een uur noodig
hebben voor je toilet?"
„Ja, zoo ongeveer", antwoordde Beverley somber.
Zij wist dat zij niet kon slapen, maar zij was uitge
put door de inspanning, die het haar kostte om zich
voor haar gasten goed te houden. Zij verwachtte, dat
Roger haar verlaten zou bij de deur van' haar ka
mer. die hij alleen maar binnen ging. wanneer zij
het huis aan vrienden lieten zien; maar tot haar
verbazing, ja tot haar angst, volgde hij haar. Zij zei
de. dat zij nog niet om Léontine zou bellen. Zij zou
zelf haar japon losmaken en haar peignoir aantrek
ken.
„Ik zal de gordijnen voor je neerlaten", zeide Ro
ger op de koel-vriendelijke manier, waaraan zij de
laatste veertien dagen gewend geraakt was. „Je
rust in het halfdonker het best, dunkt me. En ik
weet zeker, dat je rust noodig hebt. Ik heb je nog
nooit zoo bleek gezien. Je maakt je toch niet onge
rust over vanavond?"
„Ongerust? Waarom zou ik ongerust zijn? Ik ben
er zeker van, dat alles goed! zal gaan, jij toch ook
zeker?"
..Ik hoop het", zeide hy ernstig. „Je hebt me je
r.ieuwen japon nog niet laten zien. Hij is toch ge-
j komen?"
I „Ja zeker", antwoordde Beverley, overtuigd, dat
het hem niet om den- japon te doen was. „Hij is den
dag, nadat we hier kwamen, bezorgd."
...Prachtig! Dan zal je de parelen volkomen tot hun
recht kunnen laten komen!' 1
Beverley voelde een aandrang üu zich opkomen,
om zich op genade of ongenade in zijn armen te
i werpen; maar zij wilde het niét of kon het niet, zij
j wist zelf niet wat. Het scheen haar toe, dat hij met
opzet zoo wreed was en haar met voorbedachten ra
de martelde, om te zien hoeveel zij verduren kon
zonder te breken. „Laat hij het maar "ontdekken,
i wanneer het oogenblik gekomen is", dacht zij in
doffe wanhoop. En in plaats van hem alles te beken
nen, vroeg zi{ of hij haar nieuwe japon wilde zien.
„Neen", zeide Roger. „Ik zal wachten tot je hem
aan hebt; dan kan ik je in al je glorie parelen en
alles. zien.
Beverley glimlachte slechts cn vroeg zich af wat
Roger van haar glimlach dacht. Hij liet de gordij
nen neer en ging dan weg, aan de deur nog vragend