De Geschiedenis van den klos. Minister Coiijn over lieneiaal Iv o Heubz: VROUWENLIST. DERDE BLAD. Ayeiii vuur ücliiipn i FirmaA.&J. P111NS. FEUILLETON. Gemened Nieuws. Zaterdag 19 Juli 1924. 67ste Jaargang. No. 7470. Gabriel Hanotaux heeft zyn Geschiedenis van dan oorlog Histoire de la guerre) voltooid. Zestien deelen- van het werk zijn er verschenen; het zeven tiende deol verschijnt thans. Voor de Revue des deux Mondes heeft d© schrijver (dit laatste deok bewerkt: hij deelt in het tijdschrift de overwegin gen mee, tot welke hij ten slotte# gekomen is en geeft een overzicht van de lessen, die uit den oorlog zelf en uit den algeraeenen toestand waarin hij de wereld heeft achter gelaten, zijn voortgevloeid. Wij laten hieronder van Hanotaux's betoog in de Revue des deux Mondes iets volgen, vooreerst waar hij de vraag stelt of Europa, nu het gered is voor de Internationale,i n de oorlog zal terugvallen Of 't herstelde imperialistische Duitschland zijn militaire manifestaties zoover zal drijven dat het zich op den Rijn werpt? Of die 30.000 vaandels,bij uitzinnige plechtigheden ontplooid, die inschrijvingen, die Wil helm H als eersten inschrijver hebben, bewuste uit tartingen of eenvoudige 'Lohengrin-achtige betoo gingen zijn? Of Tirpitz, Ludendorff, partij-chefs, den oorlog zullen hervatton, nadat zij als leger chefs vrede vei*kregen hebben, die dan voor hen slechts'de rustpoos geweest zou zijn, die zij zoozeor begeerdi hadden. Men zal het binnenkort weten, meent Ha notaux, want, zegt hy, de wereld kan niet in af wachting blijven van zulk een katastrofe. zoo die zich ooit moet voordoen. Het is aan Duitschland zich uit te spreken. Dat het in zijn geweten hdtJ voor en tegen wege, vrede of oorlog. Alles 'hangt van Duitschland af; de wereld zal het oordeelen naar zijn beslissing. De Duitsche politiek zal zich ongetwijfeld uit spreken de oogen gericht houdend op de Angelsak sische politiek. Wanneer Amerika en Engeland een terugkeer van het agressieve imperialisme niet aan moedigen of zelfs niet dulden, zal Duitschland met bewegen. In de besluiten van het groote Angelsak- s sische gezin ligt dus de gewetensvraag der wereld! besloten. Wat zal Londen doen, wat Washington.*' Londen en Washington vooral Washington worden op het oogenblik door hun groote binnen." landsche moeilijkheden in beslag genomen. Bu de algemeene verarming van de gereld hebben ook da rijken het moeilijk en de zonen zijn niet meer zeker van hun erfdeel; dollar en pond worden geschokt door de spekulatie en den dorst naar winst van het leene eind tot het andere der twee continenten. Zy schommelen heen en weer. Naar gelang zij naar dezen of genen kant .afwijken, doen zij de weeg schalen bewegen. Maar dollars en ponden yragen slechts winst, onverschillig op welke manier. Zn hebben reeds bijzondere aandacht aan Duitschland geschonken, waarvan zij zonder blikken of blozen milliarden papieren marken verzwolgen hebben. Zullen ze zich op het zelfde paard zetten en hun verlies tegemoet gaan? Dat is zeer wél mogelijk. Dollars en ponden houden van arme landen, omdat ze er met. groote winsten werken. De afgronden vah het ingestorte krediet veroorzaken andere afgron den; zooals de oude baron James de Rotschil» zei: .er is, maar één geld." Wat zal dus de helling van net geld zijn? Ook dit is eén vraagstuk dat althans voor een aeel, ontsnapt aan de gegevens van een fewone politieke beoordeeling en dat toch over alles an beslissen. Men moet erkennen, dat zoo het geld waagt, het gewoonlijk niet dapper is: het houdt stil daar, waar wagen niet meer betaalt, niet meer betaald wordt. Om deze redenen en om duizend andere (ongerer kend de algemeene moeheid en de toch gehand haafde trouw aan de vriendschappen) zullen dollar en pond ongetwijfeld de volken aan den rand van den oorlog terughouden wanneer zij zich daarin niet allen tegelijk in een verdwaasde drift neerstorten. Er blijven ernstige redenen om te hopen. Hanotaux zet vervolgens uiteen, dat ar drie krachten aan het vredeswerk arbeiden; de klassieke diplomatie, die in stilte werkt en, „wat ook ouzo vurige collega's van de groote pers mogen zeg" gen, tusschen staatslieden is zwijgen goed. Voorts ae Volkenbond en de openbare meening. Van d'eli Volkenbond zegt Hanotaux, dat de Volkenbond; zoo hij niet bestond, uitgevonden moest worden. De Vol kenbond, zegt Hanotaux, heeft de wereld verschei dene malen van oorlogsgevaar gered en hij somt alles op wat de bond voor goeds gedaan heeft. Al leen de Volkenbond zou, door een diepgaand onder zoek, over de crisis van de wisselkoersen kunnen waken. Alleen reeds door te levon en bewust te zijn van zijn kracht en zijn noodzakelijkheid, za] de Volkenbond hoe langer hoe gewichtiger en grootor diensten bewijzen. Nog iets, en hij zou het vertrouwen van de wereld verwerven voor de re geling van nog meer omvattende zaken. Hanotaux zet dan verder uiteen wat er pog op het werk van: den Volkenbond valt# aan te merken en zegt ten slotte van deze instelling: de Volkenbond handhaaft zich voorloopig als een omlijsting in afwachting van Jiet voorweg. Zijn naam is prachtig, zijn nut onbetwistbaar, zyn beginsel heilig. Maar het orgaan is nog te zwak om opgewassen te zijn tegen de groote menschelijke en bovenmenschelijke taken, die hem opgedragon zouden kunnen wonden. Moge hij slechts leven tusschen zijn twee onmisbare ge- zeilen, de klassieke diplomatie en de openbard meening. R. Crfc keerde ik tnet hem op het nauwst Zijn zwakheden1 ongeveer dezelfde. Alleen bij het volkscommissariaat bleven mij niet verborgen; zijn sprekende karakter- van financiën en bij dat van landbouw is de vermeer- trokken wekten een enkele maal neiging tot verzet, j dering van personeel minder groot, maar in den regel ging er bekoring van uit. Zijn on-1 Van het ambtenarencorps heeft 27 pet. hooger, 43 miskenbare grootheid en. in den diepsten grond altijd pet. middelbaar en 30 pet. alleen lager onderwijs ge- Tinhplp CTOQ a r/i Vi olrl 4rnnr» han'nnrlannn. nnlnr. ..n.nl In V. i In „Eigen Haard" schrijft de heer H. Coiijn, die van 1893 tot 190$ onder de bevelen heeft gediend van nu wijlen den generaal Van Heutsz, bij een portret van den overledene, een van veel waardeering getui gend bijschrift. De tegenwoordige minister van Financiën zegt. dar in de periode, waaraan de naam Van Heutsz is ver. bonden, de grondslag gelegd is, waarop Indië op den duur tot een staatkundige eenheid zal kunnen uit groeien. In zooverre dan vormt zijn tijd de inleiding op wat de twintigste eeuw ons brengen kan. De schrijvér wijst op de principieele wijziging, die in 1898 is ingetreden in ons koloniaal beheer. Wel hebben de toenmalge bestuurders, met name minis ter Cremer, de politieke verantwoordelijkheid aan vaard, maar vast staat dat zij dit alleen konden doen, omdat achter hen de kolonel Van Heutsz stond, die de militaire verantwoordelijkheid voor de koers verandering aanvaardde. De schrijver gaat dan voort: Het jaar 1898 was een jaar, waarin tot een daad werd overgegaan; maar tot een daad waaruit zich straks ]n poltiek systeem ontwikkelen zou. 'n Politiek sys-teem dat in 1904 toen v. Heutsz door Idenburg als Gouverneur-Generaal naar Indië gezonden werd in die beide namen, doch in Van Heutsz allereerst, hare zuiversto uitdrukking vinden zou. En in het belang der Indische bevolking, èn om de waardigheid van ons gezag, èn met het oog op de eischen der schatkist, zou voortaan het eenmaal on der ons gezag gebrachte gebied niet weder verlaten worden, maar blijvend onzen invloed ondergaan. De jaren 1898—1910, begin en einde aangevend van het. tijdvak waarin de nieuwe gedachte rijpte en tot uitvoering gebracht werd, zijn daarop jaren van scheppend werk in Indië geweest; en aan dat werk is de naam van Van Heutsz zóó nauw verbonden, dat het geoorlgjfd is dit tijdperk naar hem te noemen. Ook om de grondleggende beteekenis er van. Indië is geen innerlijke eenheid. Het is een conglomeraat van volken. Daaruit kan een waarlijk staatkundige eenheid alleen groeien door de gestadige inwerking van het Nederlandsch gezag op alle gebiedsdeelen en op alle rassen. Maar daarvoor was dan als eerste voorwaarde noodig dat heel Indië onder ons gezag werd gebracht. Dat is onder Van Heutsz als Gouverneur-Generaal geschied. Daarom is hij een der voornaamste bouwmeesters van een toekonfetig Indisch Rijk. Een der allervoor naamste, w-ijl hij de fundamenten van het gebouw heeft gelegd. De heer Colijm geeft dan een paar persoonlijke her inneringen. Na een vergelijking met dr. Kuyper „door velen gehaat en verafschuwd, door anderen met groote aanhankelijkheid vereerd" schrijft hij: Ruim 10 jaren genoot ik het voorrecht zijn mede werker te zijn en het grootste d6el daarvan ver- nobele geaardheid drong tot bewondering. De eerste kennismaking van den toenmaligen jen- gen Luitenant met den reeds met roem overat raaiden Luitenant-Kolonel Van Heutsz was voor den eersten niet bemoedigend. In aanmerking gebracht voor een betrekking, waarbij Van Heutsz een beslissend woord te spreken had, werd aanvankelijk een ander aan gewezen. ..Ik weet alleen van hem dat hij bidt", zoo luidde het oordeel, „maar niet dat hij ook vech ten kan. En de laatsten heb ik noodig". Toen hij er echter op gewezen werd, dat de jonge officier reed9 op Lombok zijn sporen verdiend had en teen ik enkele dagen later onder het persoonlijk bevel van Van Heutsz aan een actie tegen den vijand deel nam, werd met gelijke duidelijkheid van het ver anderd inzicht blijk gegeven. ..Nu ik zie dat ge het werken met het. bidden vereenigt kan ik u gebrui ken." Vanaf dut cogenblik tot aan mijn vertrek uit Indië in 1909 kort voor zijn aftreden als Gouverneur- Generaal r— heb ik hem, in ongestoord vertrouwen, van nabij gediend. Voor wie hem met toewijding ter zijde stonden was hij een even toegewijd chef. Somtijds buitonge- wcoii veeleischend, geen zwarigheden duldend, niets nmogelijk ochtend, maar tegelijk gul met zijn lef Naar het Engelseh van C. N. en A. M. WILLIAMSON Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 28. „Wanneer we gesnapt worden", begon Chuff, „dan heeft ze zelfmoord gepleegd begrepen.? Zij heeft jouw parelen gestolen en toen ze gesnapt werd, zichzelf doodgeschoten". ,'.Maar het schot zit in haar schouder en zij is niet dood. Zij slaat haar oogen open", wierp Kit tegen. „Ze gaat dood", decreteerde Chuff. „Ik weet hoe ik dat zaakje met den kogel in den schouder op moet. knappen. Het zal nu dadelijk moeten gebeu ren, want als er moeilijkheden komen, komen ze gauw. Luister goed: wanneer er vragen beantwoord moeten worden, zeg je het volgende. Je. betrapte haar, toen zij aan het stelen was. Zij vluchtte van jouw kamer naar deze. w'erp het gestolenc uit het raam naar een vriendin en nam mijn browning van den schoorsteenmantel. Zij wou op jou schieten, maar toen zij de mannen zag, wist zij, dat het met haar gedaan was. en joeg zij zichzelf een kogel door net lichaam. Doe het raam dicht, Kit. Zij krijgt nu een tweeden kogel, in. haar borst ditmaal, vlak. te genover de bloedvlek .op haar rug. Draag haar naar net c.oset, om het geluid te smoren. Ik zelf moet naar mei aanraken. Jij hebt toch al bloedvlekken, uie kun je verklaren, door te zeggen, dat je haar op geraapt hebt, om te zien of zij nog leefde." „Maar als zij in het closet ..Daar is zij heen gevlucht en heeft vandaar op jou geschoten, omdat wij de deur ingeslagen had- en Pftkken. Is dat duidelijk voor jullie allebeiW e moeten ons aan hetzelfde verhaal hou den. Naar het closet met haar, Kit". een vreera«Je gewaarwording alsof haar ziel het lichaam, dat slap in, Kit's armen hing, ver liet en er met onpersoonlijk medelijden naar keek. ..Het ergste is dadelijk geleden", dacht zij. Dan, plot seling, dacht zij aan O'Reilly. Soeu- t?leP*10neerde. wist EHen Blackburne zelfs niet. dat de Sand9 New-York verlieten. Het bericht wekte echter onmiddellijk haar sluimeren de belangstelling. Zij vermoedde, dat Clo de dieven op het spoor was gekomen. Miss B'ackburne was zenuwachtig, uu.ar geen lafaard en het vreemde verzoek, lat h mr tVephonisch -edaan werd. JiülX-r 0 bijzonder bang. Zij maakte zich gereed de instructies te volgen, waarbij zij maar een voorzorgsmaatregel nam. Vóór zij weg ging, net zij een boodschap achter, dat, als zij niet tele- phoneerde of niet binnen een uur terugkwam, een onderzoek ingesteld moest worden in het huis en in de straat, waarvan zij het nummer opschreef. De parelenrijgster deed vervolgens wat haar ge vraagd was to doen. Zij liet het werk van dien och tend liggen en haastte zich in een taxi weg. Clo's klein gezichtje in een tiende-rangs-pension zeide haar niets nieuws. Clo was altijd bleek. Toen het jonge meisje op haar knieën viel. dacht Ellen, dat zij dat deed, omdat zij die houding makkelijker vond om de tasch uit het raam te werpen. Het geluld van 1 het schot drong door het straatlawaai niet tot haar dcor. Zij hoorde slechs het tuf.tuf van haar eigen taxi en dat van groote grijze limousine, die op dat oogenblik vlak bij haar stilhield. Miss Blackburne was aan vreemde avonturen- gewend, maar zij schrok toen een man er uit sprong en zijn hand op haar legde. „Wat zit er in die tasch en waar brengt u die heen? Ik heb het recht dat te weten", zeide hij kort af. „Ik ben een vriend van Miss Riley." Ellen greep zich vast aan het portier van den taxi. De man was ongeveer twee en dertig, dacht zij, zeker een gentleman en vrij knap. „Ik doe dit op verzoek van Miss Riley". antwoordde zij even kortaf. „Ik ben Miss Blackburne. Clo wil, dat ik gauw een boodschap voor haar doe. Als u werkelijk haar vriend bent. is het beter, dat u mij onmiddellijk ver der laat gaan en dat u voor haar zorgt." J Zij keken elkaar een oogenblik aan. „Bent u Ellen Blackburne, de parelenrijgster?" vroeg hij. I „Precies". 1 ..Ga dan gauw uw boodschap doen!" riep hij uit En terwij-l zij hem verwonderd nakeek, vloog hij het bordes op van het huis, waar een vriend reeds ge beld had. Geen van- beide mannen keek' meer naar haar. Ellen wachtte niet langer. Om tijd en verdere spanning voor Mrs. Sands te besparen, reed zij re gelrecht naar de Park Avenue met de bedoeling om daar de parelen te rijgen, want zij had uit voorzorg haar gereedschappen medegenomen. Het was een groote tegenvaller voor haar. toen zij hoorde, dat de Sands New York reeds verlaten hadden; zij besloot toch naar boven te gaan om verdere inlichtingen te krijgen. Zij dacht er zelfs over Beverley van uit haar eigen huis te telephoneeren; maar het grimmige ge zicht. van Anna Schultz deed haar dat denkbeeld da delijk weer opgeven. Ellen begreep, dat. als zij naar binnen wilde gaan, het verdacht kon lijken, Zij moest voor een belangrijke opdracht onmiddellijk naar Newport. zeide zij tegen Miss Schultz. Als er pakjes of brieven waren, zou zij die medenemen. i Anna's antwoord op dat aanbod was een stugge weigering, maar Miss Blackburne was nog niet bij de lift, toen Anna haar nariep: „Ik bedenk me daar I juist, dat er een telegram is voor de Fransche kame nier van Mrs. Sands. dat u haar zoudt kunnen geven, als u vandaag naar Newport gaat. Dan heeft ze het noten. Het aantal vrouwen in het corps bedraagt 34 pet. De corruptie bij de verschillende economische in stellingen in Rusland schijnt met den dag toe te ne men; men kan bijna geen nummer van de Izwestia of de Prawda opslaan, of men vindt nieuwe geval len vermeld. Zoo stonden dezer dagen voor de gouvernemen- teele rechtbank te St. Petersburg terecht de bestuur ders van den trust Petersburg—Odessa, beschuldigd van malversatiën. De president van deze trust heeft zich in een tijdsverloop van een jaar op onrechtma tige wijze, door transacties met pelswerken een ka pitaal van ongoveer een half millioen goudroebel verworven. Voor de rechtbank te Kief stonden eenige andore bestuurders van financieele instellingen te- rccht* die zich door misbruik van hun positie op onrechtmatige wijze hadden verrijkt. Te Charkof is het volledige bestuur en een gedeelte vAn het hoogere personeel der Tweede Charkofsche Maatschaj>pij van onderling crediet gearresteerd, beschuldigd van zich ten eigen bevoordeeling geleend te hebben tot het opmaken van fictieve balansen enz. Dit zijn slechts oenige voorbeelden uit de vele, NPVH waaruit men kan wanneer een moeilijke taak tot éen'goed einde was oificieele en semi-officieele persoonlijkheden onder gebracht de cemmunistische economie gekomen is. 0)K had bi; een ruimheid van opvatting als in de DB BIZONDERE STRAFGEVANGENIS TE MR. militaire wereld niet altijd wordt aangetroffen. i CORNELIS. Toen hij mij in 1900 aanzocht om. onder gelijkt!*- Een meewerker van de Java Bode heeft een bezoek dige bevordering bij keuze tot kapitein, als zijn ad- gebracht aan de bizondere strafgevangenis te Mr. judant op te treden, opperde ik daartegen aanvan- Cornelis, waar de gevangenen, die zich in de gewone kelijk bezwaren. Ik achtte mij om sociale redenen gevangenis herhaaldelijk en ernstig misdragen, wor- voor dien po9t niet zeer geschikt. Dansen en kaar- den opgesloten. Het is een klein zwaar steenen ge- ten deed ik niet en de generaal zocht op zijn toch- bouw, met 9omber_dreigend getraliede ramen en een ten wel eens verstrooiing in het kaartspel; terwijl, zware deur. Het is volgens den krantenman een hel, naar Indischen trant, bij partijen ten Gouvernements- waar het leven geen leven meer is, waar een mensch huize vaak gedanst werd. een machineonderdeel wordt. Het antwoord kwam per koerende post en het De gevangenis is ingericht voor 120 personen, maar was in den gewonen trant. „Niet ter zake dienend- 01 zÜn er maar 87 ondergebracht, daaronder de ge- „het lag niet in mijn voornemen U voor bevordering vaarlijkste misdadigers van Java. Taiboel. b.v. een ..bij keuze voor te dragen wegens bedrevenheid in rnan» die nog 49 jaar van de 75 waartoe hij veroor- ..(Jnns of kaartspel." deeld is. voor den boeg heeft. Een 50-jarige. Nooit heeft hij mij in al die jaren iets gevraagd L)oor ee.n fleren hek komt men in de binnenste te doen wat tegen mijne overtuiging zou hebben njimte. Bij dit hek staat, den geheelen dag een Euro. ingedruisehi -Zelf op religieus terrein volstrekt P«®*ch bewaarder, gewapend met revolver, gummi, onverschillig, was lm waxs van alle vijandschap. stok en klevvan** AUe bewakers in het emplacement Ook hierin was hij breed van opvatting. ziin trouwens zwaar bewapend en zij zijn voortdu. Het laatst heb ik hem ontmoet in Januari van 1 rend <>P hun hoede. Herhaaldelijk is het voorgeko. dit jsar in ZuidTirol men dat gevangenen de bewakers aanvielen en hun Naar het lichaam eén -wrak. zware w°nden toebrachten. Een buitengewoon ge. Met een hélderen geest vaarlljk wapen, dat men hun onmogelijk ontnemen Gaarne vertoevend in het' Verleden, toch voor het I *an' he?ï*n.,fij den geheelen dag in hun onmiddel. lijk© nabijheid namelijk de zware spoel, welke zij be zigen bij de behandeling van bun weefstoelen. De ge- Heden allerminst onverschillig Toen ik .als Minister van Financiën optrad had hij mij geschreven: Uw aanvaarden van die porto- w feuillo letcekent slagen. Ik veroorloofd op#eletd voor de bediening van de in de gevange. Januari mirn twfjfef dienaangaande kenbaar te nia geplaatste weefgetouwen, waarop de eigenaardig maken, omdat wtf het ditmaal niet saam zouden at0' wordt geweven, welke de gevangenen kunnen afdoen. Maar Vwilde van dien twijfel ,a:n dragen. In de gevangenis ri;n vier en zes.ig niet hooren. „De tegen'and „dien ge ondervindt. vfï deze weefgetouwen geplaatst en voortdurendlm beteekent alleen dat het minder vlug zal gaan, maar geenszins dat het niet zal gaan". i door één man bediend. Per dag werkt ieder gevan. Zijn vertrouwen was groter dan het mijne. Ik ff,?8 ®n 18 plicht dien tijd heb hem in stilte daarvoor gedankt. Omdat er uit i n bleek dat het vertrouwen van mijn ouden chef, 1 JL, dien ik jaren lang met raad en daad ter züHe mocht Lnt ^7.^£«2 - - v i een gevangene zich met die spoel als wapen op den bewaker wierp en dezen trachtte te vermoorden. In de geheele localiteit is slechts een tweetal scha. staan, nog- cm gebroken was. Do heer Coljjn besluit zijn herinneringen En allen wijzen heen naar een rechtschapen ka-. T,«r GnWrnl o+Jv TeTi wziwezitt. welke onder voortdurende bewaking raktor, naar een man met.^erk zi'n en gebruikt worden door twee der minst onbe. een man die zeker ook gebreken had, geen geringe lrouwbare individuen, welke in de gevangonis een zelfs maar van men als eindoordeel gelden mag dat' ondeMak ihebben Kevinden. hy tot de allergrootsten van ons geslacht behoort. - - - UIT RUSLAND. De sowjet-bladen deelen den uitslag mode van een JJ^ T.wt[ w onderzoek, dat ingesteld is naar den omvang van het douches op onderlinge afstanden van een meter zijn corps ambtenaren, en beambten bij" de centrale regee- aangebracht. Dat de heeren gevaarlijk zijn, bewijst al het feit, dat alle steenen op de binnenplaatsen zijn bedekt met een laag teer; om to voorkomen, dat de steenen worden losgemaakt en gebruikt als moordwapen. De gevangenen hebben gelegenheid om te baden in een gecementeerde badkamer: waar een twintigtal ringsinstellingen. Hieruit blijkt, dat het aantal func tionarissen bij de verschillende volkscommissariaten^ vergeleken met den toestand bij de ministerieele de partementen onder het oude regiem, aanzienlijk is toegenomen, ondanks de omstandigheden, dat gedu rende de laatste jaren uit een oogpunt van bezui niging, een belangrijke inkrimping van, personeel hééft plaats gehad. Zoo zijn er thans nog aa/n het volkscommissariaat van buitenlandsche zaken 1017 ambtenaren en be ambten verbonden tegen157 in den tijd van het tsarisme. In dienst van volkscommissariaat van ver keerswegen staan thans in hoogere en lagere func ties totaal 2175 personen tegen vroeger 998. Bij de meeste andere volkscommissariaten is de verhouding kain, wat een record is. Des nachts worden zij ondergebracht in cellen, wel ke aan lange gangen liggen. De gangen loopen in een rechten hoek om de werkplaatsen heen en voor ieder gevangene is een aparte cel aanwezig, 7/Oodat zij dos nachts niet bij elkaar kunnen komen. De cel len kunnen worden gesloten met eon ijzeren hek, waaraan een hangslot is bevestigd, terwijl bovendien nog een houten deur daarvoor wordt gesloten, waar in, een kijkraampje is aangebracht. Een viertal der onhandelbaarste gevangenen ver laat deze cellen alleen om te baden, zij hebben hun weefgetouw in hun cel. zoodat zij daarin ook wer ken kunnen. Een dezer gevangenen znaakt dagelijks negen el gauwer dan imet de post" De vrouw duwde Ellen het telegram in de hand cn j liep. zonder op een antwoord te wachten, weer weg. Na aan den juwelier J>ij wien zij in dienst was, getelephoneerd te hebben, besloot Ellen de parelen thuis te rijgen. Zij durfde niet naar Newport te gaan zonder, het aan haar moeder te zeggen en een buur vrouw' te vragen bij deze te blijven, zoolang zij weg j was. Bij nader inzien zeide zij echter tot zichzelf, dat het misschien in Mrs. Sand's eigen belang beter zijn zou geen geruststellend telegram vooruit te zen den. Zij besloot zoo vlug mogelijk te werken en dan met het parelensnoer den eersten den besten trein naar Newport te nemen. Beverley zag tegen den avond van het bal meer op dan zij, nu bijna een jaar geleden, opgezien had te gen haar taak in Albtiquerque. Het leek eeuwen geleden, dat zij dol gelukkig ge weest was bij de gedachte aan dat prachtig landhuis in Newport Gulls' Rest Roger's cadeau aau haar. Zij haatte het nu en alles wat er mede in ver band stond: de drukte van. het in koortsachtige haast in orde brengen van het huis. ofschoon het Newport- seizoen nog niet eens begonnen was; Roger's be sluit om te beginnen met een diner en een bal; zijn •beleefde, rustige koelheid tegenover haar; den vreemden blik, dien zij nu en dan in zijn oogeij. zag; het mysterie van Clo's zwijgen, een mysterie, dat da gelijks grooter werd; angst voor het nemen van re- i pressaille-maatregelen door hei verloren gaan der papieren. Dat alles scheen te Newport moeilijker te i dragen dan thuis in New York. Dikwijls vroeg Be. verley zich af hoe lang zij er haar verstand bij zou houden. De Sands hadden een paar vrienden mede gebracht; twee anderen waren den daarop volgen den dag gekomen en1 daarna nog zes. Roger had alle kamers in1 een klein, maar goed hotel besproken voor gasten, die voor het bal komen en 's nachts logeeren blijven wilden. Daar het inwijdingsfeest gegeven werd vóór het seizoen, had men laten doorscheme ren, dat de feestelijkheden een lange reis waard zou den zijn. De souvenirs voor d^n cotlllo<n moesten meer dan tienduizend dollar gekost hebben, terwijl er bovendien een groo-ie „verrassing" te wachten was Misschien dat de reden waarom Mrs. Heron van idee veranderd was en John Heron aan Roger sein de, dat hij en zijn vrouw graag ui* Narraganseit, waar zij een paar dagen waren voor Heron's ge zondheid, komen zouden. De invitatie van de Horor's was op uitdrukkelijk verlangen van Roger geschied, maar Beverley had er geen oogenblik aan gedacht, dat*zij- die zouden aannemen. En m kwamen zif nor slot ven rekening torh. Het leek haar onheilspellend. Het was voor haar een nieuwe **»ngst voor den gevreesden avond. 's Ochtends hoopte zij nog hartstochtelijk op nieuws van Clo. Zelfs til den- namiddag gaf zij de hoop nog niet op; maar om zes uur. toen Roger haar en de andere dames, die ini het landhuis logeerden, voorstelde tot kleedtijd te gaan rusten, gaf zij den moed op. Voor het eerst na dien Zondagavond, die •het einde van haar geluk beteekend had, gaf Rogei* haar op de oude hartelijke wijze een arm. „Ga mede/' zeide hij. „Ik zal je naar Je kamer brengen, om te zien. dat je werkelijk gaat rusten." Ik wil, dat je er vanavond zoo knap mogelijk uit ziet. Het diner begint, zooals je weet, om acht uur. Je zult dus niet heel veel langer dan een uur kun nen rusten. Want je zult toch wel een uur noodig hebben voor je toilet?" „Ja, zoo ongeveer", antwoordde Beverley somber. Zij wist dat zij niet kon slapen, maar zij was uitge put door de inspanning, die het haar kostte om zich voor haar gasten goed te houden. Zij verwachtte, dat Roger haar verlaten zou bij de deur van' haar ka mer. die hij alleen maar binnen ging. wanneer zij het huis aan vrienden lieten zien; maar tot haar verbazing, ja tot haar angst, volgde hij haar. Zij zei de. dat zij nog niet om Léontine zou bellen. Zij zou zelf haar japon losmaken en haar peignoir aantrek ken. „Ik zal de gordijnen voor je neerlaten", zeide Ro ger op de koel-vriendelijke manier, waaraan zij de laatste veertien dagen gewend geraakt was. „Je rust in het halfdonker het best, dunkt me. En ik weet zeker, dat je rust noodig hebt. Ik heb je nog nooit zoo bleek gezien. Je maakt je toch niet onge rust over vanavond?" „Ongerust? Waarom zou ik ongerust zijn? Ik ben er zeker van, dat alles goed! zal gaan, jij toch ook zeker?" ..Ik hoop het", zeide hy ernstig. „Je hebt me je r.ieuwen japon nog niet laten zien. Hij is toch ge- j komen?" I „Ja zeker", antwoordde Beverley, overtuigd, dat het hem niet om den- japon te doen was. „Hij is den dag, nadat we hier kwamen, bezorgd." ...Prachtig! Dan zal je de parelen volkomen tot hun recht kunnen laten komen!' 1 Beverley voelde een aandrang üu zich opkomen, om zich op genade of ongenade in zijn armen te i werpen; maar zij wilde het niét of kon het niet, zij j wist zelf niet wat. Het scheen haar toe, dat hij met opzet zoo wreed was en haar met voorbedachten ra de martelde, om te zien hoeveel zij verduren kon zonder te breken. „Laat hij het maar "ontdekken, i wanneer het oogenblik gekomen is", dacht zij in doffe wanhoop. En in plaats van hem alles te beken nen, vroeg zi{ of hij haar nieuwe japon wilde zien. „Neen", zeide Roger. „Ik zal wachten tot je hem aan hebt; dan kan ik je in al je glorie parelen en alles. zien. Beverley glimlachte slechts cn vroeg zich af wat Roger van haar glimlach dacht. Hij liet de gordij nen neer en ging dan weg, aan de deur nog vragend

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 9