Van dit en vi dat en van alles watt Yoor de Kinderënl DAMRUBRIEK. Ei/en lachen. I Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 11 Sept. 1924. No. 7501. De avonturen van Jonker Don Quichote. Augustus la dit cijfer bijzonder klein. In 1921. ■23 was het gemiddelde sterftecijfer in die maand 9,4, zoodat er een daling van bijna 10 pet. valt waar te nemen. Dat het aantal sterf gevallen zoo gering is, moet roker ton deele worden toegeschreven aan het koele natte weer. Er stierven slechts 19 kinderen aan ingewands ziekten. In Augustus 1874 stierven aan die ziek te ongeveer 200 kinderen. In de afgeloopen maand stierven van de 1000 geboren kinderen 47, tegen 68 In 1921-*23. In Augustus 1874 werden te Londen per week £.265 kinderen geboren, 568 meer dan in deze Augustusmaand. In een halve eeuw is het aan tal gehoorton 25 pet. achteruitgegaan. Het aan tal sterfgevallen was 45 pet. minder. De be volking nam dientengevolge in Augustus por week met 997 toe tegen 913 in 1874. De vermindering van de kindersterfte la waarschijnlijk do grootste overwinning, die de geneeskunde heeft behaald. Als het sterftecijfer gelijk was gebleven aan dat van 1874, dan zou den er in deze maand 1300 kinderen te Londen zijn gestorven, in plaats van 323, zooals nu het geval was. i EEN GRAPPIGE ANECDOTE UIT 1914. Aan oen typisch voorval herinnert nu de „Sunday Times" ter gelegenheid van dan ver jaardag van Koningin Wilhehnlna. Volgens 't blad word kort vóór den oorlog in; Den Haag een officieel diner gegeven. Een 'Duitsch diplo maat was aan tafel naast een bekend- Neder landse h Staatsman gezeten. Eerstgenoemde wees op „de voordooien" van een unie van Nederland met het Duitsche rijk. „O, ja, «eide do Noderlandsche staatsman. Ik begrijp deze voordeelen, maar ik denk niet dat onze Koningin bij haar zware taak nog do verantwoordelijkheid voor zulke groote nieu we gebieden op zich zal nemen." GOED GEZEGD. Bij de strenge sluiting der havens, die Na poleon tegen Engeland geboden had, kwam een Fransche generaal met oen jongen koop man In een Duitsche handelsstad in gezel schap. De jonkman beviel hem. Hij knoopte een ge sprek met hem aan en vond hem zoor be schaafd en degelijk onderwezen. Het gesprek word in de Fransche taal ge voerd. Do generaal gaf zijn verwondering to ken nen, dat de koopman zich zoo goed en snel wis! uit te drukken. Het aanleeren'van vreemdo talen !s een hooidvereischte voor een koopman, antwoord de de jonge man. Spreekt gij ook nog andere talen? vroeg de Franschman. O ja,: Ttaliaansch, Portugeesch, Russisch en Amorf kaanach. Amorikaansch? vroeg do generaal lachend e bedoelt zeker Engelsch. Dat woord waagde ik In uw tegenwoor digheid niet te noemen, hernam de koopman, wijl uw rageering alle Engelsche waren streng verboden hoeft TEGEN HET. INVRETEN VAN MOTTEN. Duitsche scheikundigen hebben na zes en een half jaar exporimentecren, zoowel op che misch als op zoologisch gebied, een middel go- vonden om wol en andere stoffen, die uit dier lijke substanties bestaan, bestendig te maken tegen het invreten van motten. Men heeft do proef genomen mot twee stukken wol, het één behandeld volgs dit prooéde, hot zoogenaamde Eulanprocédé, en hot andere niet behandeld. Deze worden in oen kast geplaatst waarin men motten cultiveerde. Na eenige maanden was het eerste stuk ongerept, terwijl «r van het and ore zoo goed als niets meer oxar was. Do kleuren van gevorfde wol hebben door het pro ces niets te lijdon on eenige geur treedt niet op. KLEINE BIJZONDERHEDEN. Op een hoogte van 1200 M. in een vliegma chine kan men bij helder weer deni omtrek van geheel Nederland vrij duidelijk onderscheiden. f In 1770 werd voor H eerst een onderzeesche boot gehruikt, in den oorlog, nl. van den Ame. riakan Rushnell in don Aïnerikaanschen vrij heidsoorlog. i Onze aaide heeft een gewicht van 6000.000.000.000,000,000,000,000 Kg., een getal van vijf en twintig cijferse dus. De Groenlandsche walviach en de vinvisch, de grootste onder de bekende dieren, worden 20 M. lang, wegen 70.000 Kg., leveren 80.000 Kg. spek, 24000 Kg. traan en 1600 Kg. baleinen, r t Een Boa consfcrictor is de langste onder de slangen en kan een lengte van 17 M. bereiken. I •De grootste steen ter wereld is te vinden bij het oude Baalbec. Hij is £4 M. lang en iH M. breod en dik. Het gewicht wordt geschat op ruim 1 millioen Kg. I De Doode Zee bevat 22 procent «out Een mensch, op zijn rug liggend, drijft vanzelf In dit zoute water. f *Do eerste vuurtoren is reeds gebouwd op last van Ptolemaeus Philadelphua, beheerscher van Egypte, van 285 tot 247 jaren voor Christus. In de ondergrondsche watoren bij Tri Pst leeft een blinde salamander, die doorzichtig wit ge kleurd is, vuurroode kieuwen heeft en onge veer 25 c.M. lang is. I Zwitserland voert jAarlijks voor moer dan 150 millioen francs uit aan- horloges, Van Noorwegen is slechts 5 procent van Öen bodem bouw- en weiland. De laatste totale zonsverduistering, (liö Ne derland zag, had plaats in 1433, I DA* GTKG NIET. „Doktor, wat kan er gedaan worden tegen slapeloosheid?" „Wel, de patiënt zou bijv. langzaam kun nen tollen tot vijfhonderd toe." „Ja, dokter dat ia hoel aardig, maar mijn baby kan nog geen twee tellen." O, ZOO! Dokter, bij een zeer zieke patiënt: „Ik geloof wel, dat het nu met uw man afgeloopen ls, juffrouw." Do zieke (plotseling bijkomend): „Niet waar'." Zijn vrouw: „Stil, Willem! Denk je soms, dat jij het beter weet dan de dokter?" DA'S GEMEEN. „Louis is een miserabele kerel." „Wat heeft hij uitgevoerd?" „M'n vrouw het hof gemaakt Gisteren heef; ze hem gevraagd er met haar van door te gaan en de schurk wou nietl" ZOO WAB HET! Vrouw (die met manliof kampeert): „George, wat beteekent deze whiskey-flesch?" George„O, ik eheh lieveling ik dacht da's makkelijk om een kaars in te steken, als ie leeg ia." HET TOPPUNT. De professor klopt zijn pijp uit en roept teu gelijk: BinnenI" HET LAATSTE WOORDL Man: „Hou je me soms voor een gek." Vrouw: „Neen, ik hield je voor een man, maar een vrouw weet nooit te voren wat ze krijgt." Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan CL Amols Wz, Wiuijöt No. 1 is een partijstand uit den wedstrijd om het meesterschap, gespeeld! te Rotterdam. Wit, de heer P. J. v. Dartelen, Haarlem, speelde 40—34, dreigende 34—29, Zwart antwoordde 24—30 on verloor een schijf, EÖoo? Xhl. ZWART. WIT. Stand Wit, 11 schijven, op: 0 8 10 13 14 10 18 19 21- £4 26. Stand Wit, 11 schijven, op: 25 2£ 33 35 87 39 40 41 43 40 49. Wit 40—29; Zwart 24-30 en 19 30; Wit 34-29, Zwart 30-35; Wit 28—23; Zwart 812; Wit 38-34; Zwart 0-11; Wit 34-30, 299, 97 en 43:32. No. 2. Eon mooio natuurlijk*) stand. Wit speelde hier 4339 om op Zwart 27 dam te halen. Ml ZWART. WIT. Slanidj Zwart, 13 schijven, op: I 0 8 0 12 13 16 tot 18 23 24 28. Stand Wit, 13 schijven, op 25 27 28 30 33 35 tot 39 42 47 48. Op 2—7 volgt: Wit 25-20, 30-24, 28 19, 37—81, 27-22, 38-32 en 43 4. HET REGENT! (Nuttige nabetrachting.) H Regende haast alle dagen, Brrl wat was hot klef en nat, Wie ging nog naar Baden-Ba^aa Om een heerlijk modderbadl Dat was gratis hior verkrijgbaar, Pluvius keek niet naar standj, Regenjassen zegevierden, Holland was weer kikkerlandt Cit de zware, grijze luchten Stortte 't klett'rend naar omlaag En wo zeiden zeer gelaten: „Kijk het regent weer vandaagl" De verwaterde pensiongast Fluisterde met hoesche stem 't Zoouwsche: „Llictor et emergo", Dat ia: ,,'k Worstel en ontzweznt" Als een auto aan kwam suizen, Dartiend door de modderbrij Sprongen we vol diepen eerbieldl Met een zegewensch opzij 1 Kleintjes in elkaar gedoken, - Naast een boom of in een 'heg, Wuifden we ontroerd1 en minzaam Naar den koning van den wagl Hulde aan het scherpe doorzicht, Vaai' het zeer doorweekt publiek, Dat belegde z'n tekorten In een parapluio-fabriek! 'fc Hield z'n hoofd1 maar boven Waietr Bij deez' frisschen najaarsdoop, 't Keek de melkboer op z'n vingerta, Want het water was goedkoop 11 Vqrvolg. Plotseling hoorden ze een stem, die luid keels riep: „Opent de deur voor BaLdovtn» en den Markgraaf van Mantua, en voor Abimdarraez €D Rodrigol" De huishoudster, de dicht, de priester! en de barbier stormden naar beneden en daar zagen ze Don Quichote op -den ezel van den boer, Hij sprak: „Komt niet te dicht bij mijl Door de schuld van mijn paard kom ik zwaar gewond terug; breng me in mijn bod en roep de wijze Urganda, Om mijn wonden te verbinden," „Heb ik het niet gezegd?" vroeg de huishoud ster. „Lieve Meester, wij kunnen Uw wonden toch ook wel verbinden. Het is niet noodig, dat Purganda daarvoor komt Vervloekt de ellen* dige riddeiboeken, die U zoo van streek ge* bracht hebben 1" Ze brachten hem in bed, en toen ze hem on derzochten, was er geen wondje te vinden. Wel R ij wielplaat j eawetontduikers Bleken hulpoloos en klein Geen agont deed in den regen Langer water in z'ni wijnl Zes pop was een achapp'lijk prijsje Op de misdaad volgt de straf. Dat wascht al het regenwater Van oen waterhoos niet af 11 Toch was deze regen nuttig, Want al ie ie nog zoo leep, Heel de sneeuwbal van vrind Broekhuys Ging zoo langzaamaan om zeep! •Dat werd een vergoorde massa, Zoo wil Holland 'm wel kwijt, Broekie, Broekie wat een regen,. Voel je nog geen nattigheid?? 11 September. Alle rechten voorbehouden. KROES. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 53. (Vragen en mededeel Ingen, deze rubriek be treffende, in te zenden aan den heer K. van Keulen, Tuinbouwvakonderwijzer, Hoorn.) IN 'DEN BtLOEMFJNTUIN. Hoewel van sommige planten het mooi reeds af gaat, zijn er toch nog velo soorten, die nu •hoogtij vieren. Dahlia's bloeien volop, vooral waar ze een vrije, zonnige standplaats hebben. De uitgebloeide bloemstengels worden Bloedig uitgesneden' en wanneer we van; begin af oen, hoogstens twee of drie grondsch enten hebben laten staan, kunnen deze op heden dermate zat hij vol blauwe plekken. „Ja", sprak Don Quichote, „ik heb gestreden met tien van de grootste en sterkste reuzen, die er op aarde te vinden zijn." „Reuzen in 't spel?" dacht de priester. „Vóór morgenavond zal ik al zijn: ridderboeken ver branden!" Eindelijk viel Don Quichote ini ^en diepen slaap, VL Den volgenden dag werden do ridderboeken van 'Don Quichote werkelijk verbrand. Juist waren de priester en de barbier hiermee klaar, toen ook Don Quichote ontwaakte en luidkeels riep: „Hier, dappere ridders, beproeft hier Uwe krachten, hahal" 0 De priester en de barbier stormden de trap op en zagen Don Quichote naast zijn bed staan. Hij ging door met schreeuwen en was klaar wakker, alsof hij niet geslapen had. Met krach- j tige armen' legde de barbier den ridder weer ln zijn bed, ent toen hij den priester zag, zei hij: I „Zeker, mijnheer de Aartsbisschop, is het niet erg droevig, dat wij al deze veldslagen verloren hebben?" „Kalm, goede vriend", zei de priester, „wat I we vandaag verloren hebben, winnen we mor- j gen wel weer terug. Maar denk nu om je ge zondheid, want het komt me voor, dat je heel moe moei zijn!" ontwikkeld zijn, dat uitdunnen noodzakelijk k, opdat zon en licht voldoende tot alle organen toetreden kan. Men kan alleen dan flink ont* wikkelde bloemen verwachten. In dp meosto gevallen groeien onze dahlia's weelderig go, noeg, zoodat sterk bemesten of gieren niet noo dig is. Voor stukwaaien .der brozen stengels hebben we oen raffiaJbandje losjes om de plant, ten geboden, niet stijf bij elkaar, maar zoo losjes mogelijk, Doen we dit aanbinden niot ge regeld, en bijtijds, dan kan regen en wind de broze stengels doen afbreken,, wat een ver woest gezicht oplevert. Ook andere forsch groeiende bloemplanten, Als stokrozen, herfst-asters, zonnebloemen, chrysantemums, lelies, enz. staan nu in vol len feestdos en moeten steeds goed in het oog worden gehouden en bijtijds bijgebonden war den aan flinke stokken, Knellende banden worden losgesneden en door nieuwe vervan gen. Hoe mooi kunnen deze hooggroelcntfe planten niet uitkomen op don achtergrond van boordbedden! Om oen ding behoeven we on» niet to ba. kommeren en dat is om hot gioten. We herh, ben voldoende regenwater gehad, veel te voel om een inooien tuin te houden. Af en toe gioron we een bootje bij die planten, dlo nog dooH. bloeien, dat versterkt den bloei. Planten, vooral eenjarige zonnebloemen, waar het ons te doen is om zaad «'an te trjbu nen, zien we geregeld na. Hot zaad is rijp, wanneer de zaadhuizen gaan gelen en vordoT- enr, wachten we te lang, dan zal bij de min* ste aanraking het zaad op den grond vallen. Zoolang wachten wo niet,. Maar oogsten eerder. Wanneer de plant in haar goheel rijpt en „Dat ben ik ook", zei Don Quichote, „Roland heeft me met een eikenstam danig gesi&gen, maar mijn naam is geen Rinald van -Montél* ban, als ik hem dat niet betaald zot. Rn bi-eng me nu wat te eten!" Hij at nog wat, en viel vervolgens woer in slaap. De priester en de barbier spijkerden de dfeiur van de boekenkamer dicht en smeerden er kalk over, zoodat hij er uit zag als oen gedeelte vr.a den muur. Als Don Quichote naar zijn stu deerkamer zou vragen, zou de huishoudster zeggen, dat een booze toovenaar de benle bod had weggetooverd. VÏÏ. Na twee dagen stond 'Don Quichote op, en het oersto wat -hij deed was: eon bezoek aan zijn boeken te brengen. Hij kwam op de plaats, waar vroeger de deur was. Hij tastte met zijn handen, keek Links en rechts, bovon en bene den, maarvond niets. Eindelijk vroeg hij: „Waar is mëjn hooi oo» kamer?" „Uw boekenkamer?" vroeg do huishoudster, ,die Ls allang weggetooverd!" „Dat heeft een toovenaar gedaan, die op een wolk hierheen kwam", zei de niicht. „Jftf ireod op een slang dooi' den schoorsteen naar bona den, ging Uw kamer binnen en m, «pees piosjo vloog hij weer heen. Hot heele hafs süoüd ?ol

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5