ROMMELKRUID. verdort, dan kunnen we deze met wortel en al optrekken en ergens onderste hoven ophan gen. We kunnen de rijpo zaden afplukken, en op een stuk papier laten nadrogen. Wanneer, 't zaad volkomen droog is, kaai men het opber gen. We zorgen er voor er meteen een etiket hij te doen, met den naam der plant, dan kun nen we later nooit in de war raken. Men moet rekening houden met de muizen, en het za- ad roo opbergen, dat deze er niet bi) kunnen ko men. Dat zaadwinnen geeft echter niet altijd evenveel succes, in vele gevallen is het beter telkenjare nieuw zaad te bestellen; men is da1" meer verzekerd van de goede kleur of va riëteit. Ben ander geval is het natuurlijk als men iets bizonders tusschen zijn planten op merkt, wat de moeite waard is daar een vol gend jaar van te zaaien. Steeds neemt men voor zaad de best ontwikkelde planten. Onze planten moeten we steeds controleeren, om to zien of er ook vijanden op de vlakte zijn. Bij dahlia's, chrysanthemums enz. hangen we omgekeerde bloempotjes aan de stokken, ge vuld met houtwol of mos, waarin de schadelij ke oorwormen gaarne oen schuilplaats zeken, welke we dan geregeld nazien en de boosdoe ners vernietigen. Slakken gaan we steeds des avonds zoeken, desnoods met een lantaarn, het zij» echte nachtroofdieren, die er steeds des avonds en 's nachts op uitgaan1 hun prooi te bemachtigen, hetwelk uit sappige plantendee- len bestaat Overdag houden zij zich schuil op donkere, schaduwrijke plaatsen, waar men ze kan opzoeken, en vernietigen. K. VAN. REULEN, Tuinbouwvakondterwijzer, WARE WOORDEN. Vertrouw u toe aan den beste maar. niet aan den eerste den besta rook. Toen wij gingen kijken, waren de boeken en do kamer weg. En toen hij wegvloog, riep hij: Uit vijandschap heb ik alles meegenomen en ik heet Munatonl" „Friston zal hij gezegd hebben", antwoordde Do» Quichote. „Ja, H eindigde op on", zei de huishoudster, ken hem wel", zei Don Quichote weer. „Hij is mijn grootste vijand, omdat hij nu al weet, dat ik eens een van zijn riddere zal over winnen, en daarom plaagt en kwelt hij me nu, waar hi) maar kan! Maar ik ben niet bang voor hem". Zoo eindigde dit gesprek. Den volgenden morgen zocht Don Quichote oen ecnvoudigen, boerenknecht op. De Ridder beloofde den dommen man zooveel, dat hij da delijk besloot, als schildknaap met Don Qui chote mee te gaan. „We zullen veel avonturen hebben", zei Don Quichote, „en; na een poosje zal ik je een eiland geven, waarvan je stadhouder zult worden." De boer, Sanche Panza geheeten, zei: „Ik ga meel" Don Quichote verkocht een van zijn akkers, waarvoor hij veel geld kreeg Hij leènde van een vriend een nieuw schild en beretelde, zoo goed en zoo kwaad als het ging, zijn helm. Ver volgens droeg hij Sancho op, om voor een. groo- ten tasch te zorgen, en een ezel. ,,Tk rijd op mijn paard en jij op een ezel," zei Don Quichote. Nu hadden ze alles voor elkaar. Tn een don keren nacht trokken ze weg. Don Quichote zon der zijn huishoudster en zijn nicht, en Sancho, zonder vrouw en kind vaarwel gezegd te heb ben. Dien eersten nacht reden ze zoo'n eind, dat niemand ze zou kunnen vinden. Toevallig was het denzelfden weg, dien Don Quichote bij zijn eerste reis ook genomen had. Toen ze een oogenblikje rust namen, zei San cho Panzn: „Genadige Jonker, dolende Heer Ridder, vergoot U niet, wat D mij beloofd hebt Vervulde plichten maken in zaken geluk kiger dan vervulde wenschen. Rechtvaardigheid is het eenige dat wij m on ze macht hebben, het eenige ook, dat geen toe val, geen macht ter wereld ons kan ontnemen. i Het valsche goud der vleierij kan slechts in omloop komen door onze ijdelheid. •De beste medicijnmeesters zijn matigheid, en arbeid. ONÏDERGRONDSCHE KWEEKERIJEN 'De St Pietersberg bij Maastricht heeft een wir-war van onderaardsche gangen, waaruit reeds 'eeuwen lang de menschen morgei blok ken hebben gezaagd, die gebruikt werden bij den huizenbouw. Tegenwoordig wordt een deel dier gangen dienstbaar gemaakt voor het kweeken van Brusselsch lof. Door afwezigheid van licht blijven de stengeldeelen geelachtig wil van kleur. Do groene kleurstof ontwikkelt zich alleen onder dien invloed van zonlicht Het Brusselsch lof is een zeer gezochte groente. Nog beter leent zich voor onderaardsche cultuur de champignon, een eetbare padde stoel, In de uitgpetrekte onderaardsche gangen van Parijs, de catacomben, waaruit in de middeleeuwen de steenen gegraven zijn voor prachtige bouwwerken, laten de champignons zich gemakkelijk kweeken, als maar gezorgd wordt voor de juist constante temperatuur, het over het eiland? Hoe groot het ook moge zijn, ik zal het goed regeerenf" „Het is een oud gebrdtk bij dolende ridders" zei Don Quichote, „om hun schildknapen te benoemen tot stadhouders van do landen, die zo veroveren. Dikwijls echter wachtten ze daar. mee, tot de schildknapen oud en grijs geworden waren, zoodat ze niet meer konden rageeren. Dat doe ik niet! 'tKan gebeuren, Sancho, dat, als we in leven blijven, ik je binnen ros dagen een koninkrijk en een paar kleinere landen geef. Dat is niets bijzonders! Want dolende ridders beleven zulke wonderlijke gebeurtenis sen, dat het heel goed mogelijk zou zijn, dat ik je ook nog een keizerrijk erbij gafl „En als ik nu koning word, wordt mijn vrouw Hanna Gutierez dan koningin; en mijn kinder tjes prinsen J" vroeg Sancho. „Wie twijfelt daaraan?" antwoordde Dott Quichote. ,Ik twijfel zelf", «ei Sancho, „want mijn vrouw is een goede vrouw, maar als koningin is ze geen halve cent waard. Gravin zou za be ter kunnen zijn!" „Afried zal gebeuren, Zooals het 1 besta is*, zei 'Don Quichote. En zoo sprekend kwamen ze in een streek, waar ruim veertig windmolens waren. Wordt vervolgd. i De raadseloplossingen waren: 1. SLANG. Laren Appel Naald Garen B. T h 1 1 m o ti o h TILBURG 4 r U n b s ft B G juiste vochtgehalte en voldoende luchtvej-veov, sching. Ook in Utrecht heeft men champignons geu kweekt in de kelders langs de grachten. Maar het land der champignonkweekerijen is Frank rijk. In het departement van de Soino vinden 1000 arbeiders werk in de kweekerijen, die es gevonden worden ten getale van 250, het eigen dom van 80 personen. Daar men niet afhankelijk is van hot weest en met allerlei kunstmiddelen kan zorgen, dat de factoren voor een gunstige ontwikkeling het ideale naderen, heeft men een vrijwel constante oogst. Misoogst komt nooit voor. De voorzie* ning van Europa met eetbare paddestoelen ge schiedt voor het grooisto deel uit genoemd de* partement met een jaarlijksehe productie van fl milLioen gulden. M, DE paardenhorzel Ben paarfenhorrel lijkt zoo op het eerste ge zicht veel op een bij of hommel, maar heeft den vorm van een vlieg en behoort tot de fa milie der muggen. Elk paard heeft een aangeboren afkoel* van de horzel en draaft in de weide rorx^ slaaf met pooten en staart, zoodra een horzel in zijn nabijheid komt en zich tracht neer te zetten op zijn lichaam. Toch ontkomt het paard ar niet aan. .Van tijd tot nijd Inkt T de horzeL, al is H maar een oogenblikje soms, zich hier of daar neer te zet. ten op het paard, bij voorkeur op de lange ha ren. aan de pooten. Eh bij elke neerzotting kleeft het diertje een eitje vest aan de lange haren. Dit Is ook het eenige tfoel van de horzeL Uit de eitjes ontwikkelen zich vrij spoedig larfjes, die evenwel op de plaats waar zij zich bevinden geen kwaad kunnen doen. Zij veroorzaken aL 3. De hoedenfahrikant. Hoestbonbooa, b.v. Goede oplossingen zonden: Aha Bakker, Koe gras; Genie Boontjes, Arkel; Aafke Nieuwe, boer.e Winkel; A Bus, Zwaagdijk; Marie de Groot, Anna Paulowna; en nog een ansicht van Jansje en Ap (Vv. bedankt!). Deze week maar één raadsel! Lees maar dit verhaaltje van Marietje. l Moeder: Marietje, ga eens fn den kelder dertig aardappelen halen. Hier is een mandje. Marietje: Goed moeder, mag Ains mee? (Aha is het vriendinnetje van Marietje), Moeder: Jawel, hoor! (Marietje en Ans gaan in den kelder. Ma rietje telt:) Marietje: Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Ans: Hoe oud is je broertje Aibert, Mariotje? Mariejte: Albert? Die ia drie jaar! Drie, vier, vijf, zes, zeven acht, négen Ans: En Rina? Marietje: Rina is vijf jaar! Vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf.... Ans: En Piet? Marietje: Piet is zeven jaar! Zeven, acht, xra- gen, tien, elf, twaalf. (Zoo telt Marietje door tot en mei dertig.) Nu vraag ik jullie: 1. Hoevee! aardappelen bracht Marietje bij moeder? 2. Keek Moeder boos, of rroolfjk? Wal KeJ moeder? 3. En wat zei Marietje? Brieven zenden naar L. Roggeveen, Spui den Haag. leen wat kriebeling, met het gevolg, dat het paard aan zijn pooten gaat likken. Om dit lik ken op de jeukende plekken mogelijk te ma ken, heeft de horzel er. wel voor gezorgd, do eitjes uitsluitend daar te deponeeren, waar het. paard met zijn bek komen kan, bij voor keur aan. de poot hanen. Door het likken komen de kleine larven in den bek van het paard en van daar in de maag terecht Hier zijn ze waar ze wezen moe ten om tot ontwikkeling te komen. Zij hech ten zich aan het slijmvlies van de maag vast, hiertoe in staat gesteld door een paar haken aan dfen kop. Met de afscheidingen van do paanlemaag voeden de larfjes zich. Zoodra «ij volwassen zijn en op het punt staan te ver poppen, laten de haken los. Met den darm inhoud gaan de volwassen lar ven door het darmkanaal- en komen met de most naar butten. Dan volgt de verpopping en kort daarna komt uit de pop hot volwassen bi. Boef, öb horzel, ffle ook maar kart leeft en plets andere te doen heeft dan eieren te leg gen in da poothanen van een paard, waarna dezelfde kringloop opnieuw plaats vindt M. DE FIGURANT. Het was even vóór acht Dadelijk zou de voorstelling beginnen. Het was een gejaagd heen en weerloopen op het toomeel eni achter de coulissen. De werklui legden de laatste hand aan de inrichting van het tooneel voor het eer ste bedrijf en langzamerhand kwamen ook de toon eelspel ere uit hun kleedkamers tevoor schijn. Een slanke vrouwengestalte in lang slepend gewaad, die zich dan hier, dan daar vertoont, wordt met bewondering door do tooneelwerk- lui nagezien. Het is de eerste actrice, de vrouw van den directeur. Tegen een pilaar geleund, staat naast een brandweerman oen lange man, In costuum. Het ic een figurant, die zooeven door den kapper met een roo de baard en pruik is uitgedost Ook hij heeft de witte gestalte gezien en oogt haar na. En onder den schmink gaat er een zenuwachtigo trekking over zijn gezicht Twee jaar geleden was ze zijn verloofde. Toen brachten anderen haar het hoofd op hol en ging ze aan het tooneeL Hij had geprobeerd haar tegen te houden, begrijpend, dat ze daar van hem vervreemden zou, dat hij haar zou verliezen. En- toen hij haan in haar eerste groote rol zag, had zich een wereld aan hem geopenbaard, waarvan hij tot nu toe geen vermoeden had gehad. Toen hij weer buiten stond in de koude avondlucht, had hij zich als waanzinnig ge voeld. Maar tot kalmte gekomen begreep hij: Je kunt haar niet houden en je mag haar niet houden. Den volgenden dag ontving do Jonge tooneel- speelstcr een brief. En zij las hem, terwijl de tranen langs haar wangen liepen,. Het was een «enigszins onbeholpen brief, van een stijven kantoorbediende, die haar haar woord terug gaf. En ook zij voelde: H was beter zool Dat hij echter oen poosje daarna, toen hel verlangen hem te machtig werd, lederen avond als figurant in haar nabijheid was, dat hij haar op haar toon oei loopbaan van verre volgde, dat vermoedde zij niet Ook niet, dat hij de eerste was, die bemerkte, dat Hessenburg, de direc. teur, van haar ging houden en «ij van hem. Het deed het gewezen schrijvertje pijn, maar hij begreep, dat er niets aan te veranderen was. Tdn toen kwam er een gedachte bij hem ap, welke hem nog meer leed deed. Als Hessenburg eens met hpar speelde! Dan zou hij haar wreken, niemand moari het wagen, haar verdriet te doen Maar Hessenburg was een hoogstaand haensch met een zownigen lach, In de oogen en een .gezonde levensvreugde in het hart. En de figurant begreep, dat rij bij hem vei lig was Op het tooneel was het weer licht, het stuk was afgeloopen. Do werklui liepen weer heen en weer, alleen de tooneelspel&rs stonden nog in een groepje samen. Ia het midden stond zij. Op eerbiedigen afstand: staat de figurant. Hij ziet hoe ze in gesprek met den regisseur naar de voorzijdo van het tooneel treedt. De regisseur laat het scherm ophalen en zij wijst iets aan bij het voetlicht Gapend', zwart, leeg strekt zich de schouw burgzaal voor hen uit Toen plotseling weerklinkt een donderend ge kraak, Zij boort een schreeuw naast zich, voelt een stoot in haar zij. Heft is alsof de blikspm. in slaat, dan hoort ze niets meer. In haar kleedkamer slaat ze de oogen weer op Naast haar staat Hessenb -rg. Hij bu'gt zich vol liefde over haar heen. Watwat was dat? Heft ijzeren scherm is naar beneden ge vallen, lieveling, blijf maar stil liggen. Langzamerhand komt bij haar de herinnering aan het vreesol ijke oogenbiik terug. Wie was htetdie me wegduwde? Een figurant, lieveling. Hoe is het met hem? Leeft hij? De dokter geeft Heesenburg een wenk. Hij is er goed afgekomen, maar nu mag je niet meer praten, blijf nu' eens rustig liggen. Gehoorzaam, met een gelukkig lachje, doet ze haar oogen weer dicht Hessenburg wischt heimelijk do gedurig op komende tranen uit zijn oogen Buiten op de gong klinkt gestommel. Op een baar draagt men den doode voorbij.... R-NbkL BANANEN. *t ts opmerkelijk in hoe korten tijd sommige vruchten algemeen worden. ITs nog betrekke lijk kort gelcdien dat de tomaat alleen voor de tafel van een bepaalde klasse werd gebruikt en nu doet «ij dienst in alle standen in zeer verschillenden vorm. Zoo ongeveer is het ook met de banaan, die nog maar enkele jaren geleden iets heel bij zondere was en nu schreeuwen mannen ach ter karren vol van de saucijzenvonmige-vrucht tot heesch wordens toe: „mooie bananen, reu zebananen" en jong en oud, rijk en arm ge bruikt ze. Op Java heeten ze pisang en ln WesUIndiö bacoven. In het schoons bananenlied klinken ze door de straat Maar men weet er niet veel moer van dan dal ze geel zijn «n aan bossen groeien. De een vindt ze heerlijk van smaak, de ander acht ze to melig. Dnt is een kwestie van smaak. Wie in de tTopen heeft geleefd, vindt ze hier te wei nig geurig. Dat kan waar zijn, volkomen rij pe vruchten worden niet verzonden, al is de verzending met schepen met koel inricht In gen er beter op geworden. In de tropische gebieden groeien zij en daar zijn zij ten decle volksvoedsel, want voedzaam zijn rij zeker. De banaan groeit aan een boom_ achtigen struik met een korten stem Een fa milielid van de plant wordt hier te lande als sierplant gebruikt, ook in: de parken van ons Nijmegen, de Musa ensete met den korten stam en de groote gerekte bladeren met «warte hoofd nerf. In haar vaderland kan de hananenstruik bladeren hebben van een paar meters lengte «n 50 c-M. breedte. Ook de vruchtentros is zeer groot, stengel en vruchten samen kunnen het wel tot 40 Kg. brengen. Op eiken stam komt maar é&n vruchtstengel tegelijk. Daar echter de stengel afstraft, als de vruchten af gesneden zijn', koifit ct spoedig een nieuwe vruchtstengel te voorschijn, «oodat van dezelf de plant drie vrnchtstengels kunnen voorko men en de totale opbrengst van één plant 100 Kg. kan zijn: rekent men 7 op een pond, dan zijn dat 1400 bananen. Uit de vruchten wordt ook een soort van meel bereid en uit de zoete vrucht wordt ook brandewijn gestookt, terwijl de stam vezelstof legert, die als manilla hennep in den handel komt Men heeft de bananen ook gedroogd en »e dan als bananenvijgen verkocht. Het schijnt echter dat zo inr dien vorm niet in den smaak vielen. MERKWAARDIGE VERGIFTIGINGS VERSCHIJNSELEN. Het is bekend, dat zeewater warm eer H met bepaalde zouten verontreinigd wordt, voor va le visschen vergiftigend werkt Zulk een «ooi- verbinding is die vnn natriumrhodanaat ammoniumsulfaat Door A Frohlich en zijn medewerkers aan hot biologisch instituut op 1 Iel pol and, aldus „Wetenschappelijke Bladen 2 -8, 1924" werd waargenomen boe wonder lijk deze vergiftiging verloopt Nadat de vi». schen in het vergiftigd water waren gebracht bewogen rij zich nog uren lang normnal; bei was alsof het vergift hen niet schaadde. Wer den zij dan. evenwel licht aangeraakt, b.v. met een penceel, dan trad plots de dood in. Do aan raking kon uiterst zacht zijn; soms was een blazen op bet wateroppervlak voldoende c*n dadelijk den dood te doen intreden. De coader- eoekere spreken daarom van een „latente ver giftiging", d-w.z. een vergiftiging, die volkomen verborgen is. Dat zulk een geringe aanraking voldoende is om dadelijk den dood te doen in treden, kan men zich begrijpelijk maken door te denken aan overafgekoelde vloeistoffen. Het is bekend, dat water onder bepaalde om standigheden afgekoeld kan worden zonder vast te worden. Werpt men er een klein ija- kristalletje in., dan bevriest de geheel© mam onmiddellijk. Een analoog geval moet zijn het zoogw. naamde „spit in den rug". Ook bier schijnt een ziekelijke toestand (mischien vergiftiging) eenigen tijd latent te hebben bestaan. Zonder deze opvatting toch ie hot plotseling optreden van heftige pijnen, soms gepaard gaande met geheele machteloosheid, moeilijk te verklaren. Hetgeen bij de visschen het aan raken met het penseel 19, dat is bij het «spit ii> den rug" een beweging, welke men onder normale omstandigheden steeds ongestraft ma ken kan,'bukken, een kleedingstuk aantrekken en*. DE RECHTER. Podro de Wreede, koning van Castil ié, die fn de 14e eeuw leefde, was ondanks zijn wreed-* heid nu en dan, een schrander vorst. Hij koos zelf de rechters van zijn rijk en was in zijn keus uiterst voorzichtig Eens was de rechiera. post aan het hoogste gerechtshof vacant en drie candidaten meldden zich aan. Pedro Til noodigde alle drie in zijn paleis, waar hxin do helft van een oranjeappel, die in een w&sch- kom lag, getoond werd, en vroeg hun: Wat is dat? Dat is een oranje-appel, antwoordde de eer ste zonder aarzelen. Het is *n: halve oranje-appel» zet de tweede even snel. Daar de derde niet antwoordde, hertiaalde de koning zijn vraag. Toen bukte de derde candi- daat stak zijn hand in *t water, nam de vrucht eruit, bekeek die en zei eindelijk aarzelend: Ik boud het voor een oranje-appel. U moet ik hebben, zei de koning, omdat gij de zaak, alvorens ze te beoordeelen, dege lijk hebt ondervecht. EEN GEZONDE AUGUSTUSMAAND. ïn de afgeloopen maand Augustus zijn te Londen 744 personen per week gestorven, dal is 8,5 op de duizend inwoners; welk cijfer nok gold voor de afgeloopen maand Juli. Voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 6