Van dit en van dat en van alles wat! I Yoor de Kinderen. Even lachen. onderworpenheid. Zij leggen den nadruk op de minderwaardigheid van den man, die bij het sluiten van een huwelijk alleen op het geldl et, 7ij beklagen er zich over, dat de jongelui aan keur geven boven do eenvoudige huisvrouw een beschaafde en zelfstandige vrouw de voor van vroeger. Deze vrouwen zijn, zonder haar tijd met do jacht op den man te verbeuzelen, de jacht naar betrekkingen en beroepen be gonnen die vroeger alleen door de mannen werden uitgeoefend. Zij zijn vastberaden en practisch. Deze jonge vrouwen, die geheel op zichzelf vertrouwen, schijnen mij de meerderen te zijn van de vrouwen uit vroeger dagen. Er zit iets grootsch in haar ijver en haar lust tót arbeid, in haar stroven, zich zelf allereerst ma terieel onafhankelijk te maken, om dan in volle vrijheid den man van haar keuze te kunnen hr.wen. Do stand van zaken schijnt Bordeaux daarom niet zoo erg, als men hem gewend i9 voor te stellen. „De vooruitgang van de mensch heid is steeds door stevige veranderingen tot stand gebracht, schrijft hij. De huwelijkscrisis van thans houdt verband met een complex van vraagstukken over de opvoeding, den arbeid en de onafhankelijkheid van de vrouw, het ge boortecijfer enz. De crisis zal eindigen, zoodra de verhoudingen, ,dio het familieleven onder mijnen, zullen verboteren. Wij leven in een tijd van herbouw en van reconstructie. De nieuwe jeugd moet met noesten arbeid de ruines ver wijderen, die do oorlog ook in moreel opzicht heeft veroorzaakt. Dan zal ook in de verhou ding van de geslachten weer evenwicht intre den." DE KORTING. Lcopold II was een zeer rijk, maar ook zeer zuinig vorst. Een9, toen hij een Teis door Noorwegen maakte, reed hij in oen der daar gebruikelijke rijtuigen naar Stavanger. Een dor hotels aldaar werd in rep en roer gebracht, toen het bericht kwam, dat er een koninklijke gast zou komen. Het etensuur der andere logeergasten werd verschikt, opdat men terstond de groote eet. zaal ter beschikking van den koning zou kun nen stellen, en men maakte allerlei buitenge wone toebereidselen ter eero van Zijne Majes teit. 'Alles was zeer goed en de koning betuigde ook zijn volkomen tevredenheid. Maar toen hij zou vertrekken, overhandigde hij den hotel houder zonder een woord te spreken een coupon van een toeristenmaatschappij, welke hem recht gaf op 10 pet. korting op alle prijzen, j Want koning Leopold was zuinig, zelfs als hij voor zijn pleizier uit was. DE LATE GETUIGE. Toen Abraham Lincoln, later president der Vereenigde Staten, nog advocaat was, moest hij eens een man verdedigen, die van moord be schuldigd werd. De verhooren waren afgeloo- pen. De getuigen hadden allen verklaringen afgelegd, die zeer ongunstig waren voor den beschuldigde. De man zwoer onschuldig te zijn; maar het scheen zeker, dat hij veroordeeld zou worden. De vermoorde was spoorloos uit zijn woning verdwenen en niemand kon hem uit den weg •hebben geruimd, dan de beschuldigde, de eeni- ge, die belang had bij zijn dood. Het openbaar ministerie had schuldigverkla ring geëischt en juist wilden do gezworenen, zich terugtrekken, om te beraadslagen, toen Lincoln een brief ontving. Een oogenblik, heeren, zei hij opstaande. Ik heb u nog een getuige voor te stellen, die aan de geheele zaak een andere wending zal geven. Dat dient tot niets, mijnheer, antwoordde de president, wij hebben alle getuigenverkla ringen 'gehoord, zij pleiten allen tegen den be klaagde en zijn schuld is duidelijk bewezen. Toch niet ton volle, ging Lincoln voort; want deze édne getuige doet de verklaringen van alle andere getuigen te niet. Wie kan dat wel zijn? vroeg de president van de rechtbank met een spottenden glim lach. Niemand anders dan de vermoorde zelf, antwoordde Lincoln doodbedaard en hij gaf een teeken tot binnenbrengen van den ge tuige. Het was werkelijk de vermoord gewaande man, die in het geheim van huis en op reis was gegaan, zonder aan zijn verwanten of vrienden daarvan iets te zeggen. MOET DE SCHOOL GESLOTEN WORDEN WANNEER ER BESMETTELIJKE ZIEKTEN HEERSCHEN. Als ergens besmettelijke ziekten in meer dan gewonen omvang voorkomen, heeft men vaak de scholen gesloten, om te trachten op dio wijze den voortgang van de epidemie te stuiten. Langzamerhand gaan er stemmen op van mcnschen, die aan het nut van een derge. lijken maatregel twijfelen. Men redeneert nu zoo, dat door het sluiten der school de kinde ren veel meer op straat met elkaar spelen en de besmetting dikwijls niet in het schoollo kaal tot stand komt maar er buiten, waar de kindoren in intiemere aanraking met elkaar kunnen zijn. In Engeland is nu door de „Board of Education" een circulaire rodgezonden aan de locale autoriteiten, om niet meer zooals vroeger over te gaan tot het sluiten van de ge heele school bij het -hcerschen van een epide mische ziekte. In plaats daarvan moet komen het nauwkeurige onderzoek van ieder van de schoolkinderen. Want, zegt de circulaire, zulk oen sluiting van de school is bijna nooit ge rechtvaardigd op hygiënische gronden en er zijn groote bezwaren tegen van opvoedkundi gen kant Terecht zondert de Lancet uit kleino schooltjes uit een landelijke omgeving, waar de verhoudingen geheel anders zijn als in de groote stoden. WARE WOORDEN. Het leven is niet zoo kort of er is altijd nog wel tijd om elkaar te helpen. Wie zichzelf niet beheerschen kan, matige zich niet aan kinderen op te voeden. Een good schipper zal altijd sterren weten ie vinden, waarop hij varen kan. Wie met zichzelf ontevreden is, kan niet rnet de wereld tevreden zijn. i Vele groote zakenmannen danken hun voor spoed aan de tegenspoeden, die ze te overwin nen hadden. EEN HELD. Sarcastische inbreker, tot den heer des hui zes, die hem snapt: „Zoo, en wat ga je nou doen. Heer des huize9: „Wole.... ik zou u kunnen helpen inpakken...." i HELP EEN HANDJE. Hofmeester, dio de lunch bij een zeezieke passagier boven op dok brengt: „Ik bad gedacht mijnheer, U Uw lunch hier te brengen, om U de moeite te sparen." Passagier: „Dank je wel, steward; spaar me een beetje meer moeite en gooi het zelf even over boord." BIJ DEN FOTOGRAAT. Een heel klein hoortje: „Kunt u een vergroo ting van me maken?" EIGENLIJK WEL. Eerste vriendin.: „Heb jij j.e ooit door een jongeman onverhoeds laten zoenen?" Tweede vriendin: „Nou, eigenlijk niet. Maar ik liet hem wel in dien waan." EEN ONMOGELIJKHEID. Vrouwlief, tot haar kaalhoofdigen echtge noot: „En denk er vooral om, Hcnry, dat je je haar nat maakt, zoodra je in het water komt, dan kan je geen zonnesteek krijgen." DAMRUBRIEI1. Alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. Amek Wz, Winkel. No. L ZWART. WIT. Stand Zwart, 7 schijven, op: 2 6 7 13 15 18 19, dam op 16. Stand Wit, 10 schijven, op: 17 20 22 25 27 28 29 31 32 39. De laatste zet van Zwart is 1015 geweest, waarop Wit door 39—33 belangrijk voordeel kon nemen, maar Wit besliste de partij op een keu rige manier. Vooral do eerste zet is prachtig, geheel op neerslag berustend. Wit 27—21; Zwart 10:23, moet 4 schijven slaan. 2. Wit 2014; Zwart 23 20, slaat er weer 4. 3. Wit 25—1. Iets fijns, voor problemisten, een motief om uit të werken. ZWART. WIT. Stand Zwart, 9 schijven, op: 0 8 9 10 13 18 19 22 26, dam op 15. Stand Wit, 12 schijven, op: 10 21 24 29 30 32 34 37 42 43 44 49. Zwart's laatste zet is 1722, waarna Wit op fijne wijze wint, 1. Wit 3731; Zwart 26 50, slaat 4 schijven. 2. Wit 30—25. Zwart 19 39; 3. Wit 49-44; Zwart i5 27; 4. Wit 44 33; Zwart 50 28; 5. Wh 21:5. Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 25 Sept. 1924. No. 7509. TROONREDE EN MILLIOENENNOTA. Ziezoo, dat weten we dus weer, De cijfers zijn verschenen En Holland loopt klaarblijk'lijk nog Niet op z'n laatste beenen. 'Het duizelt je zoo af en toe Wel eens van de millioenen, Maar deze Bota is dan toch Behoorlijk om te zoenenl We krijgen weer oen vloot en zoo, Enfin, dat is wel noodig En 't leger bleek, dat wisten w' al, Nog lang niet overbodig, De pruimtabak gaat weer omhoog, Niet de sigaar met 't bandje En 't „slaatje", de proletenkost, Redt dan toch maar ons landje! De landbouwer ging ook wat vooruit, Die kreeg in lang geen knauw meer, Dank zij de spood-genezing van De schurft en 't mond- en klauwzeer! De nijverheid leeft aardig op, Al is 't bij tusschenpoozen, Zie naar het Limburgsch mijngebied, Of naar de steun-werkloozenl! •Op de bedrijven van den Staat Wist men flink te besparen, Ean- stil applaus van deze plaats Voor alle ambtenaren! Die redden met hun levenspeil En met 't genoemdo ^.-slaatje", budgetaire evenwicht, Hoera voor 't rijwielplaatje!! De raadseloplossingen zijn: L Wie niet werkt, zal niet eten. l 2. Spaarndam. I CORRESPONDENTIE. De namen van de goede oplossers vermeld ik volgende week. J. A. V. wordt bedankt voor de nieuwe raad sels, en voor de prachtige teekening, van Rid der Don Quichote, als hij tegen de windmolens vecht! Dat heb je heel mooi gedaan. Hob je 't nageteekend, of zelf bedacht? Mej. B. De avonturen van do jongens v. d. Molen vormen een aaneengeschakeld verhaal, 't Is niet in den boekhandel. Reinaert de Vos wel, maar in een andere bewerking. De Gel aars de Kat, zooals die in de „Schager" verscheen (tooneelvorm) wordt binnenkort uitgegeven bij een Haagsche uitgeversmaatschappij, als *t eenigszins kan, vóór Sinterklaas. Opvoerings rechten zijn niet hoog.1 Ik waarschuw U wel van te voren! Deze week geen nieuwe raadsels. Ook de belasting gaat omlaag 'Zeg dat aan Uw bekenden, Ja, niet die op de thee maar op Do maag're dividenden! En wie van dure champio houdt In een besloten cluppie Betaalt tot heil van 't vaderland Per flesch een Hollandsch duppie!! We weten dus weer hoe het staat Met 't dorre financieele, Maar hoe luidt nu de eïndbalans Van 't levende moreele?! Vereffen ook de schulden aan Maatschapp'lijke verstooting En geesel d'armoe uit ons land, Eerst dan sluit de begrooting! September 1924. alle rechten voorbehouden! KROES. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 55. UITSLAG JEUGDWEDSTRIJD. Achtereenvolgens zijn er in deze rubriek 5 prijsraadsels verschenen, waarvan hier den uitslag volgt: Prijsraadsel no 1. Het zijn de slechtste vruch ten niet, waaraan de wespen knagen. Onder- deelcn: Appels, peren, vruchten, aardappels nieuwe augurken, zuur, weeuwen, slecht, tijd, hitte, negentien. No. 2. Een rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand. Onderdeelen: Linde, iep. Meidoorn, roode, eschdoorn, plataan, tam me, gaten, takken, aardvlooien, hoe te. No. 3. De appel valt niet ver van den boom: Onderdeelen: Tiel, toen, bloembollen, paarden, valt, pover, vlinder. No. 4. Aan zijn vruchten kent men dien boom Onderdeelen: Denemarken, boot, aardvruchten, zijpe, nemen, metten. No. 5. Appel, den, pruim, peer, meloen, ui, wilg, papaver, eik, begonia, esch, linde, rabar ber kers berk, noot, peen, schorseneer, pastL naken. In het laatste raadsel zijn de moeste fouten gemaakt Het bedoelde woord in: Ik zag u in den trein, was uit en niot den. Voorts stond er nog een leelijke fout in het raadsel, die de zin onleesbaar maakte: er stand nl. bet is in: hoiï ra bar, Bornard, moest wezen: liet is in hol ra bar, Bernard. In de zin: Hoe vaar je, ik ben vrij wol? hebben de meesten aar onderstreept, in plaats van eik. Hierv olgen nu de namen der prijswiimers: Er waren 38 deelnemers, van welke er 9 op lossingen ingezonden hebben zonder een enkele fout Daar er 5 prijzen zijn, vallen er vier uit Door loting is een boekje toegekend aan: Geesje Boshuizen, Zandpad B 166, Woesper, karspel. Zij moet nog even mododeelen welk boekje fcij ontvangen wiL I Dirk de Hart Gzn., Kerkweg, Venhuizen. Hij I ontvangt: Onze mooiste Kamerplanten. Corrie Kant Cd., Koegras. Zij ontvangt: Hel Rozenboekje. Grietje Klaver Woningbouw WinkeL Ont vangt: Onze mooisto Kamerplanten. Annie Ruis, Vooruitstraat 117, Purmerend. Ontvangt betzelfde boekje. VAN ALLES WAT. I Wie weet, waar Willem Wingerd woont? Wil lem Wingerd woont, waar Westenwindjes waaien! Aardig hè? Al deze woorden beginnen met een w! Wie van jullie kent nog een paar van zulke zinnen? Er zijn er niet veel! En 't valt ook niet mee, om ze zelf te bodenken. Probeer het maar eens! Wie er nog zoo'n zin kent, of er een bedacht heeft, stuurt hem maar naar L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Bezint, eer gij begint! Want: eerst gedaan en dan gedacht, Heeft menigeen verdriet gebracht! De avonturen van Jonker Don Quichote. Vervolg. X. Don Quichote en Sancbo rustten op een dag uit in het gras, in de omstreken van den berg pas Lapice. In de verte zagen ze een aantal paardendrijvers, die van plan waren, hunen paaiden te laten drinken, van het frissche wa tier, dat door ex kalm riviertje stroomde. En pas zag Rossinante de paarden, of het oude dier liep op ze toe, blij soortgenooten te ontmoeten. Dat was niet naar den zin van de paardendrij vers, die de arme Rossinante een pak slaag toe dienden, zooals het goede dier waarschijnlijk nog nooit gehad had. Don Quichote en Sancho, alelbei heel ver toornd over de slechte behandeling van RossL. nante, kwamen naderbij, Don Quichote sprak: .Zooveel ik zie, Sancro, zijn dat geen ridders, maar slechte menschen, en gewoon volk.1 Ile zeg je da£ opdat je me straks kunt helpen, als ik me ga wreken voor de schande, die mijn paard is aangedaan." ..Maar we kunen toch geen wraak nemen*, zei Sancho, „want zij zijn met z'n twintigen, en wij maar met ons beiden". „Ik tel voor honderd", zei Don Quichote en zonder een woord meer te-spreken greep hij zijn zwaard en sloeg op de paarddrijvers in. Rn H zelfde deed Sancho Panza, aangevuurd- door M dappere voorbeeld van zijn Moester. Maar de drijvers grepen hunne knuppels en begonnen met kracht te timmeren op do hoofden van I)oh Quichote en Sancho Panza. Reeds bij don tweeden slag vielen Hoer en knecht op den grond. Toen gingen de drijvers weg Daar lagen ze nuDe eerste, die bl^ kwam, was Sancho Panza. Toen hij zijn Mees ter zag. riep hij mot klagende «tem: ..Heer Don Quichote! Ach Heer Don Quichptel* „Wat is er, vriend Sancho?" vroeg Dofl Quichote, óók mot oen klagendo steen. „Ik wou graag, als 't mogelijk was, oen cfranï Je hebben tegen mijn pijnen! V hebt daar tocb iets voor meegenomen! Och, goof me daarw a1 van*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 7