llititti Niiiis- De Vi){de Aigemeene Vergadering van den Volkenbond te lienève. GRAAF R5CARD0 Woensdag 1 October 1924. SEHAGER 67ste Jaargang. No. 7512. COURANT. hit Mm«! vorm liljnt viermaal por wook: Dinsdag, Woonsdng, Donder dag on Zatordog. Bij inzonding tot 's inorgons 8 uur, worden Advor- toniidn nog zooveel mogolljk in liot oorsiuitkomend nummer goplaatst. Jugjvcrs i N.V, v.!i. TKAflHAN lo., SKhagcn POSTREKENING No. 23330. x INT. TELEF no. 20 l'rlja por 3 n ui tindonf 1.(15. I.ohso iiuntiiiora (1 cent. ADVKItTKN- '1'loN van 1 tot 5 rogels f 1.10, 'iodero regel moor 20 cent (bowljano. inbogroi^i)' Grooto lottero wordon naar plnatsruimto borokond» DII NUMJffER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. 11RST1 BtAB. vni. Het veelbesproken protocol van de sub-commissie onder leiding van Benesj is, na behandeling met le den uit de, sub-commissie der eerste commissie van do Aigemeene Vergadering, dan voorloopig definitief vastgesteld, en in de voltallige derde commissie be sproken. De voorafgaande behandeling van het ont- wep heeft reeds tot wijzigingen geleid en de ver gadering van de derde commissie heeft er wijzigin gen aan toegevoegd. Dat kan. zooals de welingelich te correspondent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" te Genèvc vooropstelt, niet verwonderen; het mag ook vooral niet worden uitgelegd als een bewijs, dat nu te Genève de hoeren niet eensgezind \an meening zouden zijn. Het komt bij dit protopol op zoodanig fijn juridisch werk aan, dat elk woord, elk dotail inderdaad moet worden gewogen, en men kan het niet anders dan prijzen, dat dit protocol, het welk van historische beteekenis kan worden, al dus nauwkeurig wordt nagegaan alvorens het wordt vastgesteld. Want, eenmaal vastgesteld zijnde, is er niet meer aan te veranderen en moet de goedkeuring der betrokken Hogendheden in den vorm van ratifi caties worden afgewacht. Met het lot van het proto. col is nauw verbonden dat van de voorgenomen ont wapeningsconferentie, en indien het protocol 1 Mei a.s. niet het voldoend aantal ratificaties heeft, komt er van deze ontwapeningsconferentie niets. Reeds heette het, naar telegrammen uit Genève meldden, dat de conferentie, om haar grondige voorbereiding te verzekeren, tot October zou zijn uitgesteld; dit is echier achteraf niét waar gebleken. De conferentie blijft, althans voorloopig, vastgesteld op 15 Juni, en in verhand daarmede zal de jaarlijksche Arbeids- conferentie, die dan pleegt samen te kqmen, worden vervroegd. Het protocol, dat betrekking heeft op arbitrage, ontwapening en als resultante van beiden: veilig heid .heeft een groote beteekenis. Henderson heeft op grond alleen van dit protocol deze Volkenbonds. vergadering als de belangrijkste Vredesconferentie der geschiedenis ge teek end-. Zeker, het protocol staat niet op zichzelf. Als de ontwapeningsconferen tie mislukt, zijn wij nog even ver als tevoren. Waar schijnlijk is 't echter niet. dat, indien de Staten met zoodanigen goeden wil bezield zijn, dat men ze be reid vindt om dit protocol te onderteekenen, ter ont wapeningsconferentie de meeningen zoodanig tegen elkdnder zullen botsen, dat daaruit niet een verheu gend resultaat is te voorschijn te brengen. Benesj heeft in zijn toelichting de beteekenis van het pro tocol als volgt omschreven: wij willen den duurza mer vrede, d.w.z. de vernietiging van den oorlog, de veiligheid, de vrijheid, de integriteit der volkeren en van hun grondgebieden. Wij willen alle geschil len door vreedzame middelenx regel en en eventueel de internationale misdaden onderdrukken. Wij wil- FEUILLETON. ALIAS RICHARD POWER doo* C. N. en A. E WILLIAMSON. Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA. len als gevolg en als noodzakelijke aanvulling van dit alles gelijktijdig de vermindering van bewapin- gen. Nog nooit, zoo heet het, in een ander gedeelte der toelichting, zijn 54 volken bijeengekomen om elkaar te zeggen, dat zij willen trachten den oorlog voor altijd' af te schaffen. Nog nooit hebben de Sta ten in zoo groot aantal kunnen verklaren, met zoo veel kracht en zooveel innerlijk goeden wil, dat zij een stelsel van internationale solidariteit en bijstand opbouwen. Ons doel is den oorlog te dooden, d.w.z. om een stelsel van verplichte arbitrage in het leven te roepen, waaraan geen enkel internationaal ge schil, zij het van juridischen, zij het van politieken aard, kan ontsnappen. Het protocol nu houdt zich ten aanzien <van de sancties geheel aan de bepalingen van het Pact. Hei legt geen niéuwe verplichtingen op, het verduide lijkt slechts de bepaling van art. 16 van het Volken bondsverdrag en bevordert de toepassing daarvan. Mon zou het eigenlijk kunnen beschouwen als een nieuwe belofte tot loyale doeltreffende naleving van de statuten,, waaraan de Staten bij hun toetreding tot den Volkenbond gehoorzaamheid hebben toege legd. Daarentegen gaat het protocol juist met be trekking tot de vredelievend© beslechting Tan ge schillen verre de grenzen van het Volkenbondsver drag te buiten. Iedere aanvalsoorlog wordt voortaan verboden, en voor allo geschillen wordt, indien be middeling door den sRaad van den Volkenbond niet tot oplossing der moeilijkheden kan lelden, arbitrtige verplichtend voorgeschreven. Ten aanzien van de sancties heeft het protocol dus z.n. interpretatieve kracht; ten aanzien van het Pact van den Volken bond op het stuk van beslechting van internationale geschillen voert het wijzigingen in. Dat maakt het voor Staten, die afwijzend stonden tegenover het ontwerp-Verdrag van Cecil, aannemelijk, ook al zal van hun kant eenige opoffering moeten geschieden. Immers, het protocol brengt mede. dat art. 16 wordt gelezen als een plicht der Staten tot het doorvoeren der sancties, al blijven de Staten in den omvang dier verplichting vrij. Daartegenover staat echter, dat Frankrijk, België en de Kleine Entente aan de tegenstanders van het waarborgverdrag, waarvan zij voorstanders zijn, reeds zoovele concessies hebben gedaan en zoozeer de richting van veiligheid door moreele waarborgen zijn tegemoet gekomen, dat. om tot een deugdelijk compromis te komen, van die zij- de ook iets moet worden verwacht. Groote moeilijkheden heeft, als te verwachten viel, opgeleverd de omschrijving van den aanvalsoorlog en den aanvaller, Aanvaller is. naar de bewoordin gen van het protocol, iedere Staat,, die zijn toe vlucht tot den oorlog neemt met schending van de voorschriften van het Pact of van het protocol. Met oorlog wórdt gelijk gesteld de schending van den status van een gedemilitariseerde zóne. Hierbij is men dus nog niet geheel gekomen in de richting, die Mr. Limburg wilde inslaan door het woord „oorlog" door .geweld" te vervangen niet in dit proto- doch in ander verband doch men is in het proto col zoodoende dit verworpen amendement een heel eind genaderd. Breken er vijandelijkheden uit, dan zal, tenzij de Raad van den Volkenbond eenstemmig anders beslist, een Staat die geweigerd heeft het ge schil aan de procedure van vreedzame beslechting te onderwerpen, of die weigert zich naar de beslis- i sing van arbiters of van het Hof te gedragen, of die zich niet houdt aan een eenstemmig advies van den 19. HOOFDSTUK XVHÏ. Den Volgenden Morgen. Mrs. Jennings was niet naar bed gegaan. Zij had zich bezorgd gemaakt over het'meisje, wetende, welk een belang Rogers in haar stelde, en vermoedende, dat da „heer met het voorkomen van een buiten lander" (die voor de tweede maal was gekomen, allo hoop niet .zoo spoedig had? opgegeven, als Miss Al ton had' venvacht. Het geratel van wielen en het stil houden van een rijtuig bracht het kleine vrouwtje haastig naar de deur. Zij opende die voorzichtig op een kier, juist ver genoeg om te kunnen zien, wat er voorviel op de door de maan verlichte straat, en een paar woorden van het gesprek op te vangen. liet waren naqwelijks meer dan een paar woorden, die ze hoorde, maar de toon van het meisje zeide haar. dat de aanwezigheid van een derden persoon misschien niet onwelkom zou zijn. Nu wierp zij de deur wijd open en kwam te voorschijn met een ge zicht. alsof ze juist de komst van Miss Alton had vernomen. ,01 Miss Alton, ik ben blij, dat u terug is!" riep zij uit. „Ik maakte mij wat bezorgd." Toen, alsof ze tiu plotseling bemerkte, dat het meisje niet alleen was gekomen, verontschuldigde zij zich. -.Ik* had niet gezien, dat u een heor bij u had", zei- <Je zij beleefd,," anders zou ik niet buiten zijn ffe- komen.' „Ik ben heel blij, dat u gekomen is", zeide Esmée. „Ik ben zoo raoe. en nu behoef ik niet te bellen! He was op weg naar huis van Cannon Wood, toen ik Mr. Lyons in zijn rijtuig ontmoette", ging zij voort, om een behoorlijke verklaring te geven. On der het spreken ging zij de stoep op, die glinsterde in het maanlicht. Zij keek niet om en nam ook niet de moeite Lyons goeden nacht te wenschen; maar hij volgde haar, nam een kaartje uit;een leeren etui en overhandigde het Mrs. 'Jenninga „Wilt u zoo goed zijn. dit aan te nemen en te be waren, juffrouw?" vroeg hij met een zekere waar digheid. „Het is mijn adres, waar ik altijd' te vin den ben. als ik noodig mocht zijn. Tk kan Miss Al ton niet noodzaken mijn kaartje aan te nemen, maar de tijd kan komen, dat zij mijn hulp verlangt. Dan zal ik geheel tot haar dienst zijn. Inderdaad, ik denk. dat die tijd spoedig zal komenl" F.smée was het huis reeds binnen gegaan, toen Mrs. Jennings het kaartje aannam, en Lyons maak te dus een buiging en nam weer plaats in de vige- lante. Mrs* Jennings was vriendelijk en vol medelijden met Miss Alton's vermoeidheid en bood haar warme melk, of een ei in wijn'geklopt aan. Maar het eeni ge waar Esmée naar verlangde was haar bed Dat leek haar 'n toevluchtsoord, een plaats.'waar zij de wreed© gedachten kon ontvluchten en misschien een poos vergeten. De vreeselijke slag. dien Richard Po wer het meisje had toegebracht, had- haar geheel gebroken. Zij kon haast niet denken aan Lyons' toe- spelingen en waarschuwingen. Zij was alleen maar I vaag benieuwd naar zijn bedoeling; en over het ge heel was .zij geneigd te denken, dat hij eenvoudig een val voor haar had opgezet om haar vertrouwen te winnen of haar te compromitteeren. Zij geloofde zonder verwaand te zijn. dat Lyons op haar verliefd was; maar voor dien tijd had hij zeker een ander doel; waaro mhij kennis met haar wilde maken. De dikke vreemdeling leek zoo terugstootend. zoo onbe- teekenend. vergeleken bij Richard Power en zijn wreede ruwheid, dat het haar niet de moeite waard scheen haar brein te vermoeien met gedachten aan hem. Mrs. Jennings had vuur aangelegd in Miss Alton s miniatuurhaard, en de heldere gloed der flikkerende vlammen kleurde zoldering en muren rood. Het mei9je viel haas! in bed en lag daar als verdoofd naar het roode licht te staren door een nevel van onvergoten tranen. „Mijn hart is gebroken", snikte zij zacht „ge broken!" Met de hevige wanhoop der jeugd' wenschte zij, dat zij mocht sterven en niet weer behoefde op te staan om treurig voort te leven in een ellendige wereld, waar geen ridderlijke Graaf Ricardo bestond. Maar zij was sterk te sterk. Zij moest verder leven. En zij moe9t terstond een besluit nemen, wat zij nu zou doen. Als zij had kunnen slapen, en een poos alles vergeten en den volgenden dag verder nadenken over alles, als het morgenlicht haar meer moed zou geven, dan zou zij dankbaar zijn geweest. Maar de slaap wilde niet komen. Het was, of haar oogen wer den open gehoupen door kleine, onzichtbare ijzer draadjes. die ze deden branden.en gloeien. Urenlang lag zij te Jcijken naar de vlammen in de haard: urenlang, tot zij uitdoofden en slechts twee gloeien de vonken op den haard overlieten, twee groote drakenoogen. die haar aanstaarden. Zij besloot eindelijk een boodschap te zenden aan Mr. Rogers, of zelve naar hem toe te gaan, als zij daartoe in staat was, om hem te vertellen van de vingerafdrukken, als de negatieven ontwikkeld wa ren. Ofschoon zij niet langer liefde of zelfs achting kon gevoelen voor Graaf Ricardo. alias Richard Po wer. wilde zij toch niet gelooven, dat hij de zonder linge schurk was, dien Rogers haar had beschreven. Het meisje had een trouwe ziel. Zij; kon zelfs nu nog niet vergeten, wat Ricardo in Italië voor haar was geweest, of hoe ze hem had aangebeden te Cannon Wood. slechts eenige uren geleden, toen <fee radMa en tragedie van zijn blindheid haar #eopenl>a«*É Raad, betreffende d-3 uitsluitende handelingsbe- voegdheid van den tegenstander, als aanvaller wor- i den beschouwd. Hetzelfde geschiedt met een Staat.' die een der voorloopige voorschriften, door den Raad tijdens deb ehandeling der procedure uitgevaardigd, overtreedt, waartoe dan de commissiën van onder zoek dienen, die de Volkenbond naar de betreffende landen kam uitzenden. De Raad heeft zijnerzijds de verplichting aan de oorlogvoerenden een wapenstil stand voor te schrijven, waarvan de voorwaarden met tenmiste 2/3 meerderheid moeten worden vast gesteld en over de uitvoering waarvan hij, mede door de gonoemde commissiën, waakt. Men gevoelt dat, al zijn het vooraJ moreele waarborgen, die zijn voorgeschreven, hier toch een apparaat aanwezig is. dat dezelfde stelselmatigheid vertoont als het Ame rikaansche ontwerp van generaal Bliss en de zijnen, en dat bovendien toch zeker niet minder krachtig is dan de moreele waarborgen, waardoor tot nu toe el ke uitspraak van arbitrage werd geschraagd. En wij mogen het met voldoening vragen: is ooit een derge lijke arbitrage-uitspraak niet nagekomen? Bij de behandeling van het ontwerp in de voltal lige derde commissie heeft de heer Loudon, zeker handelend in den gec9t van vele gedelegeerden, en kele vragen gesteld, die op de beteekenis en do uit voering van het protocol betrekking hebben. Een der artikelen wan' 't protocol schrijft voor, dat zoodra een bepaalde Staat tot aanvaller zal zijn verklaard, de verplichtingen der Staten, die verder het protocol on derteekend hebben, betreffende de sancties, als in art. 16 van het Pact van den Volkenbond bedoeld, automatisch onmiddellijk in werking treden, opdat deze sancties zonder eenige vertraging kunnen wor den toegepast. Benesj verklaarde in zijn toelichting, daartoe, dat het verschil tusschen de bepalingen van het Pact en van het protocol hierin bestaat, dat het Pact eerst slechts in economische en financieel© functies voorziet, en het gebruik van de verder noo dig geoordeelde militaire sancties afhankelijk stelt van een advies van den Raad. dat echter geen juri dische verplichtingen schept. Het protocol maakt nu dit advies van den Raad overbodig, immers de ver plichting treedt onmiddellijk in werking als een Staat aanvaller is verklaard. De heer Loudon zag zich daarom genoodzaakt dit artikel ter sprake te brengen wijl uit verklaringen van den Franschen gedelegeerde Boncour en den Engel9chen gedele geerde Henderson z.i. kwam vast te staan, dat met betrekking tot de medewerking aan militaire sanc- i iic9 rekening zou worden gehouden met de ver scheidenheid. der Staten inzake historische traditie, geografische ligging, economische kracht e.d. De heer Loudon verklaarde het gewenscht art. 12 van het protocol aldus op te vatten, dat aan eiken Staat de vrijheid wordt gelaten, om zelf de mate der door hem te verleenen medewerking aan de gemeen schappelijke sancties te beoordeelen evenals in het Amerikaansche ontwerp zoodat een Staat vrij is te beslissen of hij zich tn staat rekent aan mili taire sancties mede te doen. Ten aanzien van de economische en financieele sancties bestaat echter een verplichting, die zelfs het Amerikaansche ont werp niet kende. De resolutie van de tweede Aige meene Vergadering van den Volkenbond in 1921, dat de Regeering valt een land geheel naar eigen oor deel mag beslissen of een geval van aanval in den zin van art. 16 van het Pact aanwezig is, is naar de Nederlandsche opvatting door het protocol thans over boord geworpen. Daartegen maakte de beer Loudon geen bezwaar, maar hij wilde zijn interpre tatie betreffende de deelneming aan militaire sanc ties door Benesj bevestigd zien. Dit is inderdaad geschied, maar het debat bracht daarbij een verrassing in een nieuwe rede van den Engelschcn minister Henderson. Deze toch legde art. 16 van het Pact reeds in den tegenwoordigen vorm zoodanig uit, dat het de Staten van den Vol kenbond tot deelneming aan. gemeenschappelijke militaire maatregelen tegen den aanvaller verplicht. De opvatting van Benesj, waarvan Henderson oor spronkelijk gescheiden scheen, komt dus met de zij ne overeen. Lange (Noorwegen en Munch (Denemar ken) lieten niet na de Engelsche delegatie er op te wijzen, dat deze opvatting in strijd is met d e alge. meen gehuldigde. Zelfs ging Munch zoover om te betwijfelen of Denemarken dan wel aan het proto col zal kunnen deelnemen, wijl het juist overweegt om te ontwapenen en van zijn geringe politiemacht dan niets voor een expeditie tegen een Staats-misda- üiger kan afstaan. De ,Jouvenel is nu namens de Fran§che delegatie de strekking van het protocol nader komen omschrijven en wel in dien zin, ook door Benesj aangegeven, dat de Staten weliswaar tot militaire dwangmaatregelen verplicht zijn. doch zelf kunnen bepalen in hoeverre zij dien plicht wil len nakomen. Niemand zal van Staten, aldus verze kerd o de Jouvenel uitdrukkelijk, die met het oog op hun klein leger geen troepen tot bijstand kunnen geven, eischen, dat zij dit toch zouden doen. Hij sloot zich bij Boncours woorden aan, dat ieder moet geven wat hij heeft, doch ook niet meer kan geven dan hij heeft. Deze uitlegging bleek een verzoening met het Engelsche standpunt te brengen, omdat En geland nier gaarne het protocol in dien geest wilde zien geredigeerd, dat daaruit viel te lezen, dat de Engelschen hun vloot ter beschikking van een straf expeditie moeten stellen. Dat gevaar is nu gekeerd. Buiten en behalve de derde en de eerste commis sies hebben ook de andere commissies, heeft voorts de Raad van den Volkenbond niet onbelangrijke ver gaderingen gehouden. De begrotingscommissie is dit jaar royaler geweet dan ooit tevoren en heeft zelfs een bedrag van 300.000 francs extra op de be grooting gebracht. Dit is bedoeld voor de prijsvraag naar een nieuw gebouw, dat de Volkenbond te Ge nève gaat bouwen. Een dergelijk gebouw voor het Arbeidsbureau is reeds in wording; Zwitserland stond twee stukken terrein af en op het tweede zal nu een nieuwe conferentiezaal verrijzen, die het niet meer zal noodig maken, dat de Aigemeene Vergadering van den Volkenbond in een door Genève afgestaan gebouw, dat ook niet erg geschikt is, jaarlijks bij eenkomt; dat nieuwe gebouw zal een groote confe rentiezaal hebben; voorts zalen voor de zes commis sies en verder tal van kleine zalen, ook voor de pera. ja zelfs een eigen restaurant, om te voorkomen, dat de gedelegeerden, die in deze dagen tot des avonds laat vergaderen, tusschentijda ter versterking van den inwondigen mensch het gebouw moeten verla ten. Het gebouw zelf zal enkele millioencn francs kosten, maar de Volkenbond heeft dan ook een mee valler gehad in zooverre, dat Argentinië, hetwelk zich reeds ter eerste vergadering in 1920 practisch aan den arbeid van den Volkenbond onttrok, weer wil terugkeeren en als blijk van verzoening geheel de achterstallige contributie ad 2 millioen francs heeft betaald. Daarop was, met alle respect voor den waren. Zij wilde liever geloooven. dat hij gek was dan opzettelijk ruw en zij wenschte hem nog te red den, als het mogelijk was. Hij had haar buiten staat gesteld zelve iets meer te doen; maar zij kon en zou Charles Rogers de redenen meedeelen. waar om zij geloofde, dat zekere beschuldigingen onge grond waren. Zij wilde den detective er op wijzen, dat hij een vijand had in zijn nabijheid, misschien in zijn eigen huis en wilde Rogers smeeken, hem op d© een of andere wijze te beschermen. Zij zou hem haar vermoedens omtrent dien vijand mede- deelen en verklaren, en hoopte door de photo's een belangrijk bewijs te kunnen leveren. Rogers was schrander genoeg om eiken leiddraad te volgen, dien zij hem kon geven. Eerst toen de dageraad begon aan te breken, tegen zes uur, viel zij in een zwaren slaap, na het besluit te hebben genomen, aan Char les Rogers te seinen, zoodra zij gekleed was. Het leek, alsof zij nog niet had' geslapen, of slechts een oogenblik, toen 'zij begon te droomen van een luid, aanhoudend kloppen in de nabijheid. Zij wensch te. dat het mocht ophouden. Het deed' haar hoofd pijn. Maar het ging steeds door, tot zij wakker werd met een pijnlijk kloppend gevoel in haar hoofd. „Wat is er?" vroeg zij langzaam, want zij was eindelijk tot het besef gekomen, dat het kloppen, werkelijkheid was, en aan haar eigen deur. „Ik ben het, Miss Alton, Mrs. Jennings," antwoord de een bekende stém. „O!" riep £smée zich alles herinnerfend, alsof er een looden gewicht op haar hart viel. „Ik heb een slechten nacht gehad. Ik was te vermoeid' om te slapen. Ik heb geen ontbijt noodig. dank u; ik zal nog een poosje stil liggen. Misschien wilt u mij weer roepen tegen negen uurV „Het is al lang na negen uur, Miss Alton. Het is tusschen tien en elf", klonk de schelle stem weer door de gesloten deur. „Ik kwam tegen negen uur aankloppen, om te vragen, of u ook vuur wenschte, of thee. of iets anders. Maar u antwoordde niet, en u zag er gisteravond zoo moe uit, dat ik dacht, dat ik u maar moest laten liggen. Maar nu is Gibbs ge komen, om te vragen, of er iete aan scheelt en waar om u niet zooals gewoonlijk naar Cannon Wood is gegaan. Mr. Power wacht u en vraagt zich af. wat er gebeurd kan zijn." „O, hij vraagt zich af, wat er gebeurd' kan zijn!" kon Esmée niet laten mét bitterheid te herhalen, .wat Mrs. Jennings' ooren niet ontging en haar nieuwsgierigheid opwekte. „Wilt u Gibbs, als 't u blieft vragen. Mr. Power te zeggen, dat. als hij na. denkt, over gisteravond, hij zich wel zal herinneren, wa- er gebeurd is en waarom ik van morgen niet haar zijn huis ben gekomen." „Ik zal het Gibbs zeggen", antwoordde Mrs. Jen nings weifelend, en trippelde weg. Een oogenblik was alles stil. terwijl Esmée wakker in haar bed lag. we tend. dat zij niet weer zou inslapen en alles verge ten. Opnieuw werd er geklopt. ..Als 't u blieft. Mis Alton", zeide Mrs. Jennings zich verontschuldigend. „Gibbs, dacht, dat er een misverstand moet zijn in die zaak. De Italiaansche knecht kwam hem zelf vragen, zoo spoedig moge lijk naar mijn huis te gaan. Giuseppe kan wel niet veel Engelsch spreken, maar Gibbs begrijpt spoedig iemands bedoeling. Hij gelooft zeker dat Mr. Power niet weet. warom u dezen morgen niet om tion uur zooals gewoonlijk is gekomen, en hii is erg onge rust." Esmée voelde haar wangen nog branden, als zij terugdacht aan Power's beleedigingen, zijn ruwe vloeken. Zij dacht een oogenblik na en besloot toen, dat het dwaas zou 'zijn, de waarheid te verbloemen, ten einde den schijn te redden door iemand, die haar niet had ontzien een man. die scheen te den ken, dat hU haar zoo maar kon terugfluiten, na haar eerst doodelijk te hebben getroffen. „Vraag Gibbs, Mr. Power er aan te herinneren, dat hij mij gisteravond hoeft ontslagen en mij heel dui delijk heeft gezegd, dat ik niet weer terug werd ver wacht te Cannon Wood", zeide zij. En zich opwin dend bij het herdenken, aan dat. tocmeel, voegde zij er scherp bij: „Ik zou gaarne willen, dat Gibb9 Mr. Power ook zeide. dat zijn wensch, mij nooit weer te zien, werd uitgedrukt op een wijze, die ik nooit zal vergeten. Ik hoop. <jat hij een andere secreta resse zal vinden, die Ïïem meer voldoening zal ge ven dan ik, ofschoon ik mijn uiterste best deed." Mrs. Jennings gaf geen antwoord, hoewel Esmée meende een lichten uitroep van schrik te vernemen. Natuurlijk/dacht zij wrevelig, zou Mrs. JenninRs dit besluit betreuren ter wille van den detective. Zij. zou denken, dat Mr. Rogrs' agente zich te spoedig liet af-chrikken. Voor haar .(Esmée's) moeilijkheden voelde die vrouw nietsl Zij zag nu alles van een an der gezichtspunt. liet bleef ecnigen tijd stil voor haar deur. Toen zij zeker meende te zijn, dat Mrs. Jennings niet zou te rugkeeren, stond hot meisje op. maar behielp zich lu ver n et koud water dan te bellen om warm voor oen bad. Toen kleedde zij zich aan. en was. toen zij in den spiegel zag, verbaasd, dat de ondervinding van den vorigen avoovd haar gelaat niet had ver- nrderd en gerimpeld. Indien haar goudbruin haar zilveren draden had vertoond, dan zou zij dat natuur lijk, zelfs passend, hebben gevonden. Maar behalve dat zij doodelijk bleek ws en er donkere schaduwen onder haar oogen lagen, was er niets, dat verried, dat de vreugde van haar jeugd -nu zooals zij meende voor altijd voorbij was Zij had juist het laatste haakje van haar zwarte japon vastgemaakt toen er weer op de deur werd ge klopt. Er was nu wel een half uur verloopen. sedert haar gesprek met Mrs. Jennings. Daar zij nu ge kleed was. ging zij naar de deur, ontsloot /Jie en zag de pensionhoudster maar niet met het etensblad, zooals het meisje half ha^ verwacht. „Ik hoop, dat u het mij niet kwalijk zult nemen, dat ik u weer laslig val, Miss Alton", zeide hei klei ne vrouwtje. ..Maar nu is Giuseppe zelf gekomen. Hij zegt. dat hij u moet spreken." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1