ROMIELKRÜID. S C H A G E N. Omtrent dezo plant lees ik in' cte FJora van Hei mans, Heinsius en Thysse: Zoowel Primu la Chinensis als Primula Obconica, maar de laatste het meest, hebben klierharen, die een product afzonderen, dat bij sommige menschen lastige huidontstekingen kan veroorzaken, Op vele menschen heoft het vergif hoegenaamd geen uitwerking, zoodat het in t algemeen niet noodig is, dezo mooie kamerplanten te schuwen Ook hier wordt dus van geen ziekte der oogen gesproken. Li uit nu ieder die op dit gebied iets weet me de te doelen, eens een briefje schrijven. Dan kunnen we eens hooren, wat de practijk er van ttgt- i I CLIVIA' MET GELE BLADEREN. Vraag 43. J. H. te Enkhuizen schrijft: „Zoudt U zoo goed willen zijn eens inlichtingen te verstrekken, wat te doen met een Clivia, waar van de bladeren geel worden. Deze bladeren worden echter niet geel aan de punten, doch Ju het midden. Evengoed geeft de plant echter een nieuw blad." Abtwoord: Het is moeilijk zonder iets te zien, te zeggen wat uw plant mankeert. 'Ik zou iheusch niet weten wat er aan hapert. Heeft iemand dit verschijnsel al eens opgemerkt en genezen, dat hij of zij dat eens schrijve. Het zal n bekend zijn, dat "Clivia's om dezen tijd wei nig water verlangen. De grond is toch ndet te haid? K. VAN KEULEN, Tuinbouwvakond erwijzer. Vervolg. Dat workelijk een verwoede slachting an der den Hollandschenf adel bij Schagen had plaats gehad blijkt wel uit 't feit, dat Floris er meteen genoeg van had en naar veiliger stre ken terugtrok. Zoo vermetel waren de West- Friezen door de Scbager overwinning gewor den, dat ze in 1109 weer een aanval op Alk maar waagden, die echter, door Heer Dodo van Egmond, stadhouder van Holland, weid afge slagen en die verscheidene West-Friezen het leven kostte. En wat nog erger was, het had een nieuwe veldtocht van Graaf Floris tenge volge, die ditmaal voorzichtiger en met meer beleid was opgezet en waarbij in hetzelfde 3 Hoog op de kloppen, Laag op de muilen, Êesje, me Griet, Ken je me niet? Buurman is zoo dronken, Wie heeft Buurman dronken gemaakt, Het kleppen van de klokken, Meisjes dragen rokken, Jongens dragen broeken, Ouwe wijven schuttele doeken. Variaties zijn: Op 3: Urf ende inurf en de maan die schijnt, Brand in de lantaren, De vonken vliegen er uit, De meisjes loopen om garen, En de jongens om beschuit. Op 2: Sinte Maarten had een koe, Die moest naar den slager toe, Is hij vet of is bij mager, Evengoed moet ie naar den slager. Ander begin voor 't bovenstaande: L 6inte Martinus bisschop Met je hooge muts op, Roem van alle landen, Dat wij hier met lichies loopen, Is voor ons geen schande. jaar nog Winkel en Nieuwe Niedorp verbrand werden en waardoor voor de eerste 20 jaar een nieuwe beweging der West-Friezen onmogelijk werd gemaakt. Maar toen in 1190 Graaf Dirk VII het weer met de Vlamingen te kwaad had; werd een nieuwe poging gewaagd en weer trok ©en West-Friesche macht op Holland aan. Dade lijk trok dé gravin Adelheyt mot een leger naar Alkmaar,, de West-Friezen tegemoet. En nu voor 't eerst, na 300 jaar van strijd, komen de voorboden van de Friescho nederlaag, een misselijk maar zeker voorteeken. De West- Friezen worden door Gravin Adelheyt versla gen, omdatde Winkel er en Niedorper Frie zen op d© vlucht slaan, door Hollandsch geld omgekocht Ook de fiere vrijheidszin dor stug ge West-Friezen blijkt niet onaantastbaar, de Friescho trots heeft een knauw gekregen, en daarmee is de wortel van het taai verzet aan geknaagd. Gravin Adelheyt zet de strijd niet verder voort, en door bemiddeling wordt de vrede hersteld. Vrede, voorzoover dit vrede mag hee- ten, want steeds blijft het woelen en gisten. Tallooze "kleine gevechten worden geleverd, maar geen machtige eensgezinde West-Friesche legerschaar trekt tegen de Hollandsche over macht op, ter verdediging van ®'n ateods meer benarde vrijheidi Dan besluit graaf Willem II, Itoomsche ko ning, bijna Duitsche keizer, om voorgoed de lastige West-Friezen te onderwerpen. In De cember 1255 trekt hij met een flink leger naar 't noorden, waar hij bij Vroonen de Friezen ontmoet. Tevergeefs probeeren dezen hem tot staan, te brengen en als overwinnaar trekt hij t hart van H winitersche ruwe vijandelijke land binnen. Welicht te ver, misschien te haastig. Hoe 't zij, den 28sten Januari 1256 treft hij opnieuw de WastFriezen, die zich bij Hoog woud) verzameld hadden en nog steeds blijkt, dat West-Friesland een ruw, ruig land is, en dat de West-Friezen taai, slim en dapper zijn. Een geweldige nederlaag lijden de Hollan ders. De graaf-koning raakt in 't gewoel van den strijd wat afgezonderd en wordt doodge knuppeld; zijn lijk wordt in' een schuur begra ven. Van alle Alkmaarders en Dolftenaren blijven er maar vijf over; slechtsS Dordtena- ren koeren naar de Merwee terug uit *t v r ij e West-Friesland, vrij, voor zoolang t duurt. Immers, de Friesche trotsch was niet meer on aantastbaar. En zoo zien we ze dan in 1268, "tij dens t voogdijschap over den jongen Graaf Hier woont een rijk man, Die veel geven kan1, Veel zal ie gevén, Zalig zal ie leven, Zalig zal ie sterven, De Hemel zal ie erven. God zal hem loonen, Met honderdduizend kronen Met honderdduizend lichies san. Daar komt Sinte Maarten aan. (Vervolgens 2 enz.) Sinterklaas: 1. Sinterklaas, goedheilig man, Trek je beste tabberd aan, Rijdt er mee naar Amsterdam, Van Amsterdam naar Spanje, Appeltjes van Oranje, Peertjes van den hoogen boom. Sinterklaas is mijn beste oom. 2 Sinterklaasje, bonne bonne bonus, Gooi wat in de leege tonnen; Gooi wat in de huizen, We zullen grabbelen als katten; en muizen. Vriendenhanden zonden mij bovenstaande Üedjes. Alleen 't liedje van die ster op Vaste nu Floris V, in verbond met de Waterlandera en Kenoemers een poging wagen, om den Hol landse-hen adel te verdrijven. De poging liep na tuurlijk op niets uit en weer had de eensge zindheid en de trots* van 't fiere vrije West- Friesland oen knauw gekregen. Nauwelijks meerderjarig wil de jonge graaf zich. wreken, en hij pakt in 1275^ de Vriezen bij Vroonen aan. Maar het algemeen gevaar ver bindt al wat Friesch is, en Graaf Floris wordt verslagen; 500 Hollanders blijven in de gure Friesche landen achter. In de vreugde der overwinningsroes worden de Hollanders achter volgd en in hun* onvoorzichtigheid begaan de Friezen dezelfde fout, die hun voorvaderen reeds eeuwen terug begingen: zij verlaten hun- veilig woeste land van klei en water en op nieuw loopen ze bij Heilo in 't verderf. Dwars door Alkmaar heen worden de Hollanders voortgejaagd, maar meteen wordt t grafelijk leger door al wat Alkmaar is versterkt. De Kennemers stroomen van alle kanten toe en in 't dorp Heilo krijgen ze de genadeslag. 800 dooden laten ze op '1 Kennomer zand achter, en de rest jaagt terug naar hun lage landen. Van nu af aan laat Graaf Floris niet Tos, en in 1282 lukt 't hem in Wijdenee middfem ini West-Friesland' een sterke, burcht te bouwen, hier kreeg hij vasten voet in t vijandelijk land; vanwaaruit hij de Friezen voortdurend kon gadeslaan en bestooken. Elke gelegenheid werd te baat genomen. Eerst zij Schollinkhout, toen bij Hoogwoud werden' zij geslagen. Bij Hoog woud' werd den graaf door een ouden man t lijk van zijn vader gewezen, dat naar Holland werd vervoerd. Niet veel was meer noodig om nu de West- Friezen voor goed ten onder te brengen, 't Vrije West-Friesland' wachtte als 't ware op den ge nadeslag, die zich niet lang meer zou laten wachten. Hij kwam in 1286, onverwacht en'lis tig toegebracht t Was de stoere vrije Wast: Fries niet gegeven' om met t zwaard in de hand, vechtende met open vizier den dood' te vinden. Zijn trouwste vriend keerde zich plot seling tegen hem: 't water! In 1285 zette een enorm hooge vloed; heel West-Friesland onder water. Op de weinige hooge punten schoolden de menschen te samen, ternauwernood in staat 't veege lijf te redden, en weerloos zaten ze In! kudden on hun eilandjes. Toen kwamen de Hollanders onder leiding van Heer Theodoor de Goedertieren- van- Brederoo met een ware vloot van platboomde schuiten West-Friesland binnenvaren. Er waren geen moerassen, geen avond heb ik nog niet en daar is mij veel «ati gelegen. Wie is zoo vriendelijk, om 't me te willen opsturen? Wie kent er misschien alleen een paar regeltjes van? Alles is welkom! Liefst zoo spoedig mogelijk! En bij voorbaat mijn beo- ten dank! L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Don Quichote en Sancho Panza zijn zóó ver moeid van hunne avonturen In den herberg, dat ze me een weekje rust gevraagd hebben! Natuurlijk heb ik dat dadelijk goedgevonden. Je moet *t een dolend ridder altijd naar den zin maken, anders krijg je ook nog ruzie. Dus: volgende week nieuwe avonturen van Don Quichote en Sancho. CORRESPONDENTIE: Den heer K. V. te Woord: ..De Gelaarsde Kat" is ter perse, en ver schijnt begin November, prij9 fl.Bestellin gen kunt U bij mij opgeven, toezending volgt franco. Aan J. H., M. A. en anderen: Zie hierboven: 10 personen en figuratie. Opvoeringsrechten f 10 per voorstelling. In dén Haag as, Sint Nicolaas feest, acht opvoeringen in Scala en Dierentuin. In 4 weken tijd kunt U wel instudeoren! R netbosschen en geen struikgewassen moer. Slechts kleine eilandjes, waarop mannen, vrou wen en kinderen zaten opgehoopt. Geen kwes tie van strijdl Wondt vervolgd. WARE WOORDEN. Gij krijgt vreugde uit het leven naarmate gij er vreugde in brengt. Gij kunt ndet in slechte fondsen beleggen en tegelijk mooie dividenden verwachten. i Het kind is gelijk de plant, het ontwikkelt zich naar de atmosfeer, waarin het ademt. t Voelt men do eenzaamheid, dan is zij een plaag. Voelt men ze niet, dan is zij een genot i Ben'verstandig man kan een staat besturen, maar een geniaal man kan hem verjongen ofte gronde richten. Liefde is de grootste kunstenares: zij schept vormen! voor hot onzichtbare, gelijk zij denk beelden legt in- het stoffelijke. EEN TAAL ZONDER WOORDEN. Op zijn reis op de Canarische eilanden heeft de arts V era eau eene interessante ontdekking gedaan. Hiervan deelt dr. G. v. M. in de October aflevering van Wetenschappelijke Bladen- het een en ander mede. Bij het doorkruisen van' een dier eilanden, het eiland Gom era, wilde Verneau gevrijwaard blijven tegen het veelvuldig bezoek van zieke inlanders en had dit aan zijn gids te kennen gégeven. In tegenstelling daarmede gaf deze al fluitende echter het bericht, dat een beroemde arts uit Parijs was aangekomen. Reeds bij het binnentreden van de eersto dorpen kwamen de zieken den arts tegemoet en velen- vroegen hem naar bijzonderheden van Parijs, waarvan zij den naam door den gids voor het eerst van hun leven gehoord hadden. Hieruit valt duide lijk waar te nemen, dat het bericht van deh gids, dat fluitende verbreid was, niet een en kel teeken was geweest, doch een gecompliceer de mededeeling, dat een -taal gesproken was zonder woorden. Het geluld werd voortgebracht door de twee wijsvingers in den mond; te steken. Bij het flui ten wordt de stand van de twee vingers ten op zichte van elkaar gewijzigd, terwijl gelijktijdig lippen, tong en strottenhoofd bewogen worden. Zeer veel tonen worden op deze wijze voortge bracht. Er zijn nmsici geweest, die getracht hebben deze manier van uitdrukken met behulp van de ooren en tegelijkertijd met de piano te vertalen. Volgens de onderzoekingen van: Verneau kan men ze noch door noten, noch met intonaties, noch door rhythmen' weergeven. Iets anders staat er mee in vert>and, dat óns ontgaat, doch dat het eenvoudige herdersvolk op dat eiland bij machte is gemakkelijk waar te nemen en toe te possen. KAMERARREST. De gouverneur van Berlijh, Wrongel, had den officieren van- zijn; kurassieraregiment ten strengste verboden in dienst de zoogenaamde danssporeö te dragen. Toch gebeurt het bij de inspectie, dat een jong» officier die luxe dingen aan zijn- laarzen heeft Onmiddellijk luidt het vonnis: drie dagen kamerarrest De gestrafte, nJet op zijn mondje gevallen, waagt het den veldmaarschalk er op te wijzen, dat bij zelf immers ook die verfoeide danssporen, draagt. Glimlachend klopt Wrongel zijn onderge schikte op den, schouder en zegt: Je hebt gelijk, mijn zoon, volkomen ge lijk. Ooki ik ben1 in- gebreke en daarom verklaar ik bij dozen, dat je mijh drie dagen kamerarrest meteen kunt afzitten. VOLKSSPUZEN, Evenals de karakters der onderscheidene vol ken, zeer uiteenloopen-, is dit ook met hun' volks spijzen en dranken het geval; landaard en kli maat zijn hierop van invloed. Traan als hoofd schotel, zoo als bij de Eskimo's zou voor ons wat eentonig wezen en omgekeerd zouden de Samojeden den. neus optrekken voor onze worst Bacchus en Ceres werden door de oude Grie ken als godheden beschouwd De Elzasser -is verzot op zijn ganzen'leverpastei, de Spanjaard op zijn Olla podrida. Het voormalig Heilig ver bond werd' door Westfaalschen ham vertegen woordigd, welke Pruisen representeerde; de Rus hield zich aan zijn caviaar en zijn steur- soep, de Oostenrijker Aan zijn1 „Wienerwürst- lein"; d» Brit blijft vasthouden aan' zijn Plum pudding en de mixed picklea Wij, Hollanders, roemen onze maatjes ha ring, en onze Hollandsche kaas is al even ver maard buiten onze landpalen als onze Schiedammer! De Provencaal is verzot op de bouillabaisse en geniet daarbij de heerlijkste wijnen van zijn' land. De Chinees vindt een re genwurmsoepje en een haaivinnetje delicates sen. De student te Rostock! gaat zich te buiten aan rolmops, die iu Tübingen aan een1 portie „Gansenklein". De inwoner van Bazel is trotsch op zijn ,lachs la b&loise". maar neemt ook wel wat anders voor lief; die van Zurlch wordt geroerd door den aanblik van de „dirgeli", ver smaadt echter hier en daar ook niet anderen kost. Daar de zalmen niet uit Schaffhausiu komen en er dus geen „zalm met uien" wordt opgedischt, eet men daar de uien alleen en' wel engros. Zoo wijzigt zich de smaak van den mensch naar locale omstandigheden. Over kaas alleen ware een lijvige verhande ling te schrijven; er bestaat toch een groot on derscheid tusschen een centenaar zware en toch zoo appetijtelijke Ementhaler kaas, die zooveel als een pantserplaat is tegen den hon ger, en een fijn Edammer kaasje, dat op het dessert prijkt Aan een apotheek doet denken de Karpatische Littauer kaas, die met zeven ingrediënten van plantaardigen en dierlijken aard gefabriceerd wordt en een kleur heeft als Aschdag. De Italiaan in het bergland schudt de kas tanjes van den boom; die aan de zeekust haalt ze uit de zee: castagiuv di mare, zeeftgel. De Esthlander haalt de lamprei uit het zond en geniet er cichorei9aus bij! Terwijl geciviliseerde volkeren met super fijne menu's zich het verhemelte streelen wij herinneren aan den vermaarden kok van den prins van Soubise, die het illustre gezel schap een geniaal bereiden glacé-handschoen voorzette; dat hadden ze nog nooit geproefd geniet de Montenegrijb zijn1 lamecotelet k la brigantaggio; wat intusschen nog hartverkwik kender is dan een Noordduitsche „krachtige" biersoep. Evenzeer is een' minestra alla mllanese al licht aantrekkelijker dön een slakkenpasteitje, waaraan zeven koks naar" de regelen der kunst in het Hemel sche Rijk geknoeid hebben. Zooals met de spijzen, zoo is het ook gesteld met den drank. De Sileziër nipt aan zijn- vi trioolzuren Grüneberger, waarvan een groote slok hem zou dooden. De Noorman moet cider, de Spanjaard cioccolata spumante hebben; knikkebeen' en bi ter zijn internationaal ge worden-. Ook geschiedenis en overlevering zijn van in vloed. Zoo herinnoren het marsepein der Veneu tianen en Spanje's Johannesbrood aatl de Evangelisten. R. Nhl. GEKLEURDE JBRULENGLAZENu In de oogheelkundige afdeeling van de Royal Society of Medicine heeft de voorzitter, Sir, Arnold Lawson, een voordracht gehouden over gekleurde brillenglazen, die ook voor leeken van belang ia. Langzamerhand, hebben hande laren allerlei gekleurde glazen aanbevolen aan het brillendragend publiek en deze glassoorten aanbevolen, met allerlei pseudo-wetenschappeu lijke raadgevingen. Vooral de in het zonlicht voorkomende ultraviolette stralen zouden ge vaarlijk zijn voor den mensch en dus werden, speciaal glazen aangeprezen, die deze stralen tegenhouden. 'Inderdaad zijn ultraviolette stra len schadelijk voor de oogen; maar in onze om geving komen deze stralen zoo goed als niet voor, alleen op de'gletchers, en bij het autogeen lasschen van metalen; in die gevallen moeten; glazen gebruikt worden die de ultraviolotte stralen geheel tegenhouden. Onze gewone beu volking heeft volkomen voldoende aan gewone kleurlooze brillenglazen; ook dez e houden kleine hoeveelheden ultraviolet licht togen. Er zijn- menschen van overgevoelig zenuwgeu stel, die last van schel -licht hebben; maar voor hen- zijn de gewone rookglazen aangewezen; het is het schelle licht en niet het ultraviolette; dat hen hindert. Mensoheni met oogziekten heb ben vaak ook hinder van het licht; maar voor hen geldt hetzelfde, dat zo beter geholpen wor-i den met rookglazen, dan met heel licht ge» kleurde glazen, die de ultraviolette stralen tegenhouden. Sir Arnold merkt verder op, dat do sterke electrische verlichting, die langzamerhand meer en meer in werkplaatsen en fabrieken, maar ook in woonhuizen wordt ingevoerd, ook haar nadeelen meebrengt. De menschen bedenken vaak niet, dat ze het meeste profijt va n het licht en den minsten hinder ervan hebben, als ze zelf in het donker zitten, waar alleen het voorwerp dat ze moeten bezien (werkstuk of boek) scherp verlicht wordt. Met lampenkap pen en dergelijke kan dikwijls heel wat com fort worden aangebracht. Ook de dagverlichting is vaak ondoelmatig; en ook daarin kan. nog vaak verbetering wor den gebracht; men behoort b.v. niet zijn' schrijftafel aan het ven-ster te hebben en zelf naar buiten te kijken; dan wordt men verblind door het licht van dén hemel. Even verkeerd is net, in een lokaal zooveel gordijnen en scher men aan te brengen, dat men overdag nog kunstlicht als bijyerlichting moet hebben. In al deze dingen en niet in gekleurd» glazen moet do verbetering gezocht worden van de onaangename werking van het licht op, de oogen. DE DUIVEL. De duivel speelt een groote rol in de volksuit drukkingen. Eenige uitdrukkingen, die men nog veel hoort, laten we hier volgen: Hij heeft 'don duivel in. Hij vloekt alle duivels uit de hel. Daar kan geen duivel uit wije worden. Hij ?s 'n duivelskind. Hij is te gek om met den duivel te dansen. Dat dankt je den duivel. Hij te uit de hel gekropen toen de duivel sliep. Hij is er op uit als de duivel op een ziel. Den duivel een kaarsje aansteken. De duivel te los. Hij te den duivel te slim af. De duivel is volgens de volksverhalen pik zwart en heeft bokshoorns en bokspooten Ook kan hij zich ln allerlei dieren veranderen. Hif is d© verpersoonlijking van alles wat kwaad, slecht en gemeen is. Hij drinkt en vloekt en speelt valsch. Vermomd begeeft hij zich onder de menschen en tracht hen te bedriegen. Op de zielen der menschen heeft Hij het gemunt. Hij sluit -kontractert met dé menschen af. AÜs de kontracttijd verloopen te, haalt hij den mensch. op en draait ham den nek om.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 6