Van dit en van dal en van alles wat! E Even laehen. r DAMRU8RIEK. ft ÉÜP §8! Hf iH m 9 fff BP m Hf in 9 9 SM Wm 9 3; Bi §i1 ftv% Wm SÉ Wr, u Hl Él ft ft ft w 11 Wk Hl 9 9 9 yf 9 m gfj 9 9 9 9 Ml 9 9 9, i— il Ut m H ma BI ■1 SÉ S C H A G E N. 1 den kruiwagen, door hem trif te hollen en span de ar een rat toot. Zoo ging hij naar het huis van Grisgrauwduiveltje. Onderweg kwam hem een os tegen. Die vroeg: „Hanoneefjo, waan £a j® naar toe?" „Fk ga naar Grisgrauwgruweltje en haal mijn Hennenichtjes velletje teijug". «Zal Ik maar moe gaan?" „Ja, spring maar achter op den kruiwagen." Vender kwam hem nog oen haan tegen, een hekel, een' speld, een naald, een ei en een slijpu steen.'En' allemaal sprongen ze achter op den kruiwagen. Zoo kwamen ze bij het huis van Grisgrauw- gruweitje. Maar.... de deur was gegrendeld. Haneneefje wist geen raad, maar de haan wel, Die kroop door het hoendergat in de deur en deed de deur open. Hij zocht in de kast en vond het velletje van Hennenichtje tn een doosje. „Wat nu?" vroeg Haneneefje. „Daar zulleni wij wel voor zorgen", zeiden de anderen, die meegereden waren. Het ei ging in 't vuur liggen, de speld en de naald kropen to do mat van den stoel. De hekel ging op zijn rug tn het bedl iggen, de os ging op den stal staan en de haan achter in den koestal op het rek. Do slijpsteen hing zich op boven de deur. '9 Avonds kwam Grisgrauwgruweltjo in huis. Hij wil de lamp aansteken on plotseling vliegt het ei hem in de oogen. „O, mijn oogen!" schreeuwt hij en valt op den stoel neer. Maar daar steken de speld en de naald hem in zijn achtersta Van pijn laat hij zich óp het bed val len, boven op den hekel. i .,0 mijn rug. mijn rug!" kermt hij. En van benauwdheid moet hij uit de broek. Hij loopt naar den stal. maar daar neemt de os hem op de hoorns en kwakt hem tegen de halken. ..Smijt hem naar boven!" schreeuwt de haan, ,dan zal ik hem nog anders toetakelen!" i Van schrik wil Grisgrauwgruweltje nAar fluiten vluchten, maar toen hij de klink van' de deur wiTdte onHdhtort, vieT hom de slijpsteen op den kop. En toon was hij hardstikke dood. M. OM TE ONTHOUDEN. Gold moot j© altijd van oen pessimist leenen, want die Is to voren overtuigd, dat hl] "t nooit terugkrijgt. HIJ BEGREEP HET. Zij: .On®e niouwe keukenmeid maakt allee uit het kookboek". Hij. .Dan hoeft oij deze koek «kar uit den band gemaakt." OOK DAT HIELP NIET. Mozes Nikkel was den laatster. tijd aan het sukkelen en do dokter schroef hem voor .ba nanen, Mores, niets dan bananen". Na twee maanden komt de dokter terug en •vraagt, hoe het nu is. Ach mijnheer, de dokter, op uw woord ben fk regelrecht uit do lorren gestapt, en fa de bananen gegaan, maar of Mores er veel ver koopt, of Moros or weinig verkoopt - bij Abraham, het blijft 'hier van btancn maar hommeles. HIJ WIST? HUT WEL. ,.Is het kind een jongen of een) meisje?" vroeg men den gelukkigen vaderr-professor .Ik weet 't waarachtig niet meer, maat zal wel een meisje zijn, want m'n vrouw wild® een meisje hebben, en m*n vrouw ïjgt ja haar zin." HOE LAAT HET WAS. Te middernacht schelt een dronken student aan bij een pandjeshuishouder. v Pandjesbaas: „Waar maak je al dat leven voor wat wil je?" Aangeschoten student: „Ik zou graag willen weten, hoe laat het is." Pandjesbaas: „Hoe laat het is? Hoe durf je me daarvoor wakker te maken heb je dan geen horloge?" Aangeschoten student: „Nee, dat ds juist de kwestie, zie je, dat ligt bij jou." HIJ HAD EEN EXCUUS. i Zij: „Je hebt absoluut geen excuus oan op zoo'n uur thuis te komen." Hij: „Zoo, dacht je dat, lieveling? Tk heb een voudig een schitterend excuus! Ik heb er bijna anderhalf uur voor aan de deur gestaan, om het te bedenken!" KLEINE BIJZONDERHEDEN. In 1797 stelde men er in hooge Fransche krin gen nog een eer in zijn neus mot de hand te snuiten, en daarbij allerlei geluiden te fnaken. i In- Amerika wordt jaarlijks voor (meer dan een miliard dollars aan reclame besteed. i Een paar jaar geleden) ontving een dame te Philadelphia een brief uit Rusland, gefran keerd met 1625 postzegels. De Engelsche Zaterdag dateert in Engeland reeds uit den tijd van koning Hendrik! Til in do 13de eeuw. I i In sommige deelen van Afrika wordt do we duwe met den gestorven man begraven, waar door deze in do andere wereld van d® dient eten zijner vrouw blijft verzekerd- Do Engelsche prinsen en prinsessen mogen zonder toestemming van den koning niot trou wen, voor ze 25 jaar oud zijn. l ET zijn tegenwoordig parapluies in- den han del, waarvan de ecne kant doorzichtig is, zoodat men gemakkelijk voor ddh uit kan- zien. De Londensche omnibussen leggen gezamen lijk 85 millioen mijlen per jaar af. De schrijver Dofoe «was 58 jaar oud, toen hij Robinson Crusoe schreef. Zeeleeuwen leeren gemakkelijk o-Ilecrled kunstjes £n gevangen staat. Zijl zijn bijzonder gewillig en behoeven niet veel aansporing om hun kunsten te vertoonen. Sommige medici achten de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de 'kleine teen over een paar honderd jaar geheel zal zijn verdwenen, om. dat dit lichaamsdeel meer en meer vorvownd wordt tengevolge van het moderne schoeisel. Er wordt beweerd, dat kortzichtige «nenL schen in den regel tot de intellectueel hoog ontwikkelden behooren. i De uitvinder van de naaimachine, een Ame- rik/iansche arbeider, ju 1819 geboren, stierf in 1867 en liet toen 2 -millioen dollars na. I Een eeuw kan nooit op een Woensdag, Vrij dag of Zaterdag beginnen. Naast bet Wilhelmus fs het Engelsche volks lied in Europa het oudst, het dateert uit 1704. M. Alles betreffende deze rubriek te zendeo aan C. Am Hts Wz-, WinkeL Nol L ZWART. WBS w: WIT. Stand Zwart, 11 schijven, op: 2 8 10 13 14 16 17 20 21 24 26. Stand Wit, 11 schijven, op: 25 28 29 33 34 36 37 39 ,41 44 49. Bovenstaande buitengewoon mooie positie studie is uit het 3e deel van Springer en de Jongh's belangrijke'werk. Na de eerste zet van Wit 28—23 merkt men direct den bijzonderen stand. Zw. is godw. tot 13—19. Wit spoelt dan 34-30, Zwart 19 28, Wit 33 11, Zwart 24 33, gedw. Want op 16 :7 haalt wit dam op 6, terwijl Zwart's dam 48 op 31 wordt afgenomen. 4e zet Wit 39 28, Zwart 16 7, 5. Wit 37-31, Zwart 26 46. 6. (Wit 30-24, Zwart 46 30 7. Wit 35 4, gewonnen. Prachtig. Na. 2. ZWART. t CÉ 6 11 16 11 21 26 31 3 36 3 41 '■Si 46 1Wi WIT. Stand Zwart, 14 schijven, op: 3 7 tot 10 13 14 16 19 20 21' 23 24 26. tand Wit, 14 schijven, op: 22 27 28 35 tot 40 42 43 44 en 48. Bovenstaande Lokzet is van |G. Pots, die met Wit spoelde 38—33, in de hoop op Zwart 23— 28, wat gebeurde. De vraag is nu wat volgde. Wit 32 23, Zwart 3141, Wit 96 47, Zwart 19:17, Wit 4238, Zwart 26 37, Wit 42-38, Zwart 37 28, Wit 33 i 2. DAJffNTEUWS. Nu we binnenkort een probleem wedstrijd zullen uitschrijven, worden zij die misschien iets in voorraad hebben, verzocht zo toe te zen den. Om den wedstrijd belangrijk te maken, hopen we dat ©r in 't bizonder rekening wordt gehouden met natuurlijke standen, dus men probeer© in dien geest iets samen te stellen. Zoo mogelijk geen dammen. Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 6 Nov. 1924. No. 7529. DE POTTERS. O, die uitgedroogde potters, Met bun hebberig gezicht, Waarop duidelijk geteekend Steeds een trek van zelfzucht ligt, Die hun eigen klein begeeren Soppen in' een dunne saus En hun medemensch taxoeren Naar de duiten in z'n kous! Altijd teemenj z' over duurte, Laf, aanstellerig en mal Eln hun aangebeden spaarpot Is het «entrum van 't heelal! Hier een stuiver op besparen, Daar een kwartje, daar een cent Of op marktdag koopjes halen, Dan is 't pottertje content! Zuinig, zuinig voor hun, eigen, Maar van anderen) royaal, Pingelen op elk artikel, Broekje kort en jasje kaal, Steeds voor anderen veeleiechend, Zelf tot niemendal bereid, Het maatschappelijke leven Wil ze bij dozijnen kwijt! Snoevend op hun cgoisme, .Stiekem ln zichzelven achik, Opgepoetste gouwen tientjes, In' oen storke doos van blik,! Scharrelen met de belasting, Tot hun mores wordt geleerd En dan1 zijn ze nog onschuldig, Want de fiscus doet verkeerd!! Als de potter is gestorven Na een leven vol sjagrijn, Waarin'ie zichzelf en and'ren Tot een lastpost wist te zijn. Worden al z'n prima duiten Schaterlachend opgevisoht, Springen neefjes, dansen, nichtjes Om z'n zeer goedkoop© kist! 111 November 1924. Alle rechten voorbehouden. KROES. Vervolg. De Friezen baden geen booten, nooit gehad Onmogelijk om elkaar te hulp te komen. Kalm voeren de Hollanders van 't ecne eilandje naar 't ander en pikten de voornaamste mannen op, en sloten ze in gijzeling dp. En toen 't wa ter wegtrok, stond de stooro, vrije West-Fries als een naakte boer op *n weiland, zonder schut of schild, weerloos en zonder wapenen. Er was geen kwestie meer van onderwerpen; hij had te gehoorzamen aan de bevolen van zijn grafe lijk© n Heer. Ten overvloodo bouwdo Floris reeds in, 1286 'n aantal sterke kasteelen in 't vijandelijk land. Etondghenburg, Middelburg en Nieuwburg (bij Ouddorp) verrezen, Meden*, blik werd versterkt en bezet 't Volgend jaar werd de West-Friesche dijk tot een algemeen© Bollede waterkeering verbeterd, waardoor de Graaf den waterstand in z'n macht kreeg en zoo aan de West-Friezen hun oudsten bonkt. J genoot ontnam en aan zijn zijde plaatsto. En hiermee was voorgoed de macht van het vrije West-Friesland gebroken, en in 1288 lc^de graaf Floris V den vrijen West-Fries het Hol- laidsche juk op de breede schouders, al was het dan ook weer echt Floris V, d*or keerlcn God, di® het met fluweel bekleedde, en bet ton., sen verzachtte. In 1288 werd het verdrag op den Toornen. burg in Alkmaar geteekend, waarbij de afge vaardigden van alle West-Friewche steden en dorpen, ook die van Schagen, dVitï graaf als Heer van West-Friesland erkenden. Natuurlijk worden ben vorachehdene ver plichtingen opgelegd, maar het „wee den over wonnene" werd niet gehoord. Werkelijk wist Graaf Floris de Friezen niet alleen te onderwer pen, maar ook vrede met hen te maken, door zich een matig overwinnaar te betoonen, rxxx. als 't nog bestaande verdrag duidelijk tilt wijst, en. tot zijn dood aan toe, werd hij gehoorzaamd en geëerd als Heer van West.Friesland. Maar ze hadden zich aan Floris V onder worpen, niet aan do graven van: Holland. En na den moord op Graaf Floris, lieten ze zich maar al te graag door Jan van Mecholen, door den Bisschop van Utrecht qphitaon om te pogen, hun vrijheid te herwinnen, vooral waar Jan vod Avennes door de Vlamingen werd bezig gehou den en waar Floris' zoon Jan in) Engeland wna, Maar nauwelijks was Jan I uit Engeland be nig, of hij trok <ïe opstandige Friezen tegemoet Bij Vroonen werden ze in 1303 volledig versla gen ,en de oude West-Friesche stad, vaagde hi| voorgoed van de kaart weg. Als echte opstanda. lingen werden de West-Friezen behandeld en VAN ALLES WAT. VTL ONZE WANDELING. Voel kom ik niet in Schagen,, schreef VoL- kort Koster uit Dirkshorn, maar ik wil toch wel een wandelingetje maken, want dat vind ik leuk. 1. We beginnen bij Oude slot. 2 De straten, die we volgen, zijn de Gedempt, te Gracht, de Laan, de Dorpen, de Stationsweg cn de Hoep. 3. De bruggen zijn die over 't water bij de Laan. 4. We zien de torens van Dirkshorn, Haring huizen en Barsingerhom. 5. Do weg buige zich op de Dorpen, fi We passé eren het station. 7 We eindigen op de Snevert. 8 Als we doorloopen komen we terecht in Haringhuizen of Barsangerbctrn. Goed zoo! Deze wandeling hebben, behalve V. K. met me meegemaakt A. en J. N. te Ouda. sluis; M. en J. Midd. K, te Winkel, G. K. ie S., en J. N. te W.W, Van) mej. C. H. K. te Oudkarspel ontving ik het volgende slot vani 't Pinksterbloem 1 ied We zullen haar begraven, Begraven die edele bruid, Strooi over, 6trooi over die heerlijkheid, Zo zullen met Mei nog wol spruiten uit, Die lelie, die lelie, düe schoons blom, Zij is er gewasschen moC bladen rondom, En keer je nou nog ei eis om, Is dat geen mooie Pinkstenblom? Van een onbekende uit Do Haukes, Wlerin gen, het volgende: Het was op een Oudejaarsavond, E» het was op een Nieuwojaarsdag, Dat onze Lieve Moeder Magdalcna Stond te wee non aan don Hoer Zijn graf. „Staat op, lieve Moeder Magdalena, En staat op uif Uw teederen nood, Uw zonden, die zijn U vergeven. Al waren die nog zoo groot!" „Zijn mijn zonden mij vergeven, En> al waren dio nog aoo groot? Kom, laten wij de Kerk gaan betreden, En luisteren naar Gods woord!" Toen zij de keric ln) kwamen. En wat zagen zij geschreven daar staan? En <faar stond al op te lazert. Dat Jezus aan 't kruishout was gegaan. En zij knielden aan) Zijne voeten. En zij schonken Maria den wijn, En zij speelden op het vierkante ongel, Dat Jezus de verlosser zou zijn. Al is dit niet, wat Ik precies bedoel, toch' ben ik heel dankbaar, voor de toezending. Kerü dp afzender misschien nog moer oude liedjes! Ik boud mo aanbevolen. I A. de W. te Schagen, zond me volgende Pinksterliedje: - K Pinksterbloem is opgestaan, Hij is alweer naar het bed gegaan, Allein, allein, drie roosjes klein, Allet, ollet, de dief Ln <fe pot, Al lot, allot, de deur op slot, Keeromme, koeromme, hier heb je de pinkstonblomme n. Allen inzenders mijn besten dank. Tik ben blij mot alles, wat ik ontvang! J. B. te Winkel zorid me oen d-verhaal, dat ik volgende week plaats. 1 Deze week een paar gewone raadsels: L t, e, 1, ij, i, e, g, d, d. Vorm uit domo lei. tere een bekend spreekwoord. I 2. Tk ben een grooto vogel. Hak mijn kop en mijn staart eraf, dan loopen er kippen rnlmij. 3. Tk leef van wind en water. Nooit gebruik ik voedsel en toch geef ik hot U. Wie bon ik.?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5