Van dit en van dat en van alles wat Yoor de Kinderen! DAMRUBRIEK. Ei/en laehen. Nu mocht d© slaaf weer in 't volle licht Hij wandelde naar de stad van den gijzelaar, naar een vriepd van dezen. Die liet het hoofd van den slaaf woer kaal scheren en kon toen den brief lozen. M. NATUUKVERKLAKENG. De primitiove volken willen, hoewel onwe tend, toch vorschil lende dingen, die zij zien en •fcooren, verklaren. Overblijfselen van die nei ging vindt men terug in zoogenaamde natuur verklarende sprookjes, ook bij volken die reeds op hooger cultuurleven mogen bogen. Ook in ons land treft m£n verschillende van die natuurverklarende volksverhalen aan. Waarom is de schol plat? Is Friesland weet men hierop antwoord te geven. Adam was een liefhebber van visch. Op een dag had hij oen groote menigte visschen gevangen en düe aan den kant neergelegd. Toen hij met visschen ophield, ging hij de gevangen visschen bij elkaar zoeken. Maar de grond was nat geworden van het slijm der visschen en hierdoor kwam Adam te vallen. Hij viel met zijn achterste midden op een schol, die door den zwaren druk geheel plat werd. Bovendien had Adam een broek met nopjes aan, waardoor do platte sohol nog vlekjes op de huid kreeg ook. De gevolgen van dien val van Adam zijn nog altijd aan de scholion te zien. Dat de schelvisch twee bruine vlekken heeft wordt als volgt verklaard: St. Pieter was op het Galiloesche meer aan *t vangen van schel vis sch en. Hij ving veel en zijn emimer raakte vol visch. Toen ving hij nog een schelvisch van zoo groote afmeting, <ïat die niet meer in den emmer ging. Sint Pieter pakte den visch, met duim en wijsvinger beet en nog altijd zijn die vingerafdrukken aan den schelvisch te zien. Hoe het roodborstje aan die mooie borst ge komen is, wordt aldus vorklaard: Toen O. L. Heer met hevige pijnen aan het kruis hing, keek oen kleinr vogeltje op den rand van zijn nest vol medelijden naar zijn stervenden Schepper: Het vogeltje zag de puntige doornen en vloog naar het kruis. Mot veel moeite ge lukte het hem één doorn los te pikken. Toen viel er een droppol bloodt op het diertje en klourde zijn borstje rood: De verklaring, waarom de duif steeds roept: Rookoo, is ook niet onaardig. I)e ekster was niet erg schrander en kon geen «tost bouwen. Daarom vloog zij naar de dïuif en vroeg haar om raad. De duif had evenwel niet veol lust om de ekster andorricht te ge ven hoe oen nest te bouwen. Maar de ekster wflde hot toch zoo graag loeren en bood haar een roode koe aan als belooning. Nu willigde de duif het verzoek in. Zij leerde de ekster een nest bouwen. Al spoedig verstond deze de kunst ook, maar weigerde toen de roode koe te ge ven. Rn nog altijd vliegt de duif rond en roept: „Rookoe, rookoe 1" M- WELKE KLEUR KAN IK DRAGENT Weet u, welke de'juiste manier is om te we ten of een kleur voor u geschikt is of niet? Misschien, is het u al eens gebeurd, dat u een mooie stof in een prachtige tint hebt gekocht en» als de japon was gemaakt, werd u door een vriendin meegedeeld: „Het is een eenig mooi toilet, maar do kleur staat Jou niet** Zulk een geschiedenis is een schok voor je leven en do arme japon is opeens veroordeeld. Nooit moor zult u haar met plezier dragen. Weet u wat oen goede manier is? Houdt ▼oor een spiegel staande, do stof dicht bij uw oogen en als ze voor u geschikt is, zal de kleur uwer oogon er beter door uitkomen en donker der schijnen. Als do tint niet geschikt is voor u, zullen de oogen lichter lijken on kleuren welke die uit werking hebben, moet men vormijden. Een goed gekozen kleur doet uw uiterlijk frlsschcr voorkomen en verhoogt de glans van het hoofdhaar. WARE WOORDEN. Een rustig gemoed is als een bestendig vroug_ demaal. I Straf dient slechts om verder kwaad te voor. komen, doch kan nooit werken als een aan sporing om goed te doen. Zonder anderen is niemand groot De dingen, die wij schoon vinden, zijn het in de meeste gevallen niet, maar zij worden bet voor ons door de herinneringen, die er aan. verbonden zijn. Het is een natuurlijk iets te slapen met de ocgen gesloten, maar degeen die slaapt terwijl zijn oogen open zijn, zal nooit het succes lee- ren kennen. Komt het huiselijk geluk, dan komt het ge luk over de geheele wereld. DAT KAN GEBEUREN. Mevrouw tot dienstmeisje: „Zoo, Edith, heb je je nog al geamuseerd op je wandeling?' „Ja zeker, mevrouw," „Dan begrijp ik dat je met mijn nieuwe pa raplu uit bent gegaan en met een wandelstok terugkomt." DTE WIST HET WEL. In den schouwburg zegt de held van het erg vervelende stuk tot zijn geliefde: „Eindelijk, eindelijk zijn we dan alleen, lieveling." Stem van boven: „Nou, niet heelema&l alleen^ ventje; maar morgenavond zuilen Jullie alleen zijn." NIET ZIJ, MAAS TANTH. Oom: „Zoo keine meid, heb je weexj aan de jam gezeten?" Marietje: „Nee, Oom. Maar Ik geloof, dat Tante me daar een zoen heeft gegeven, voor dat ze uitging." i ZIJ WIST RAAD. Dikke bezoekster: „Zoo, Dora, je bent al een flinke meidje zult gauw net zoo groot zijn als ik; wat ga je dan doen?** „Diëet houden, tantetje?" EEN SNUGGERE DIENDER. Gevangene: „Daar gaat mijn hoedzal ik hem naloopen?" 'Plattelandsagent: „Wat? wagloopen, en nooit terugkomen? Jij blijft hier en ik zal je hoed halen." KEF ZIJN TIJD MEE. Na twee uur rijden keek de chauffeur be denkelijk naar zijn passagier. „Heb u mijb ij het uur genomen, of per dag?" vroeg hij. „Per jaar", antwoordde de passagier, ^ik kijk uit of er ergens een huis te huur is," KINDERMOND. „Oom sta toch eens van uw stoel, op, ik wil eens zien of vader gelijk heeft, die zegt, dat u altijd op uw portemonnaie zit." I HIJ WIST WEL WAAROM, „Wat scheelt je vrouw, dat ze zoo zenuwach tig is?" „Wel wij hebben toevallig dertien gasten aan tafel." „Ik wist niet, dat ze zoo bijgeloovig was". „Dat is zij ook niet, maar zij heeft van alles maar twaalf stuks." »mO i Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. Amels Wzl, Winkel. I Deze week worden de eerste wedstrijd proble men geplaatst. De prijzen zullen bestaan uit mooie kunstvoorwerpen, mits flinke deelname. 1 PROBLEEM Na L Auteur D., Olie Az., N. Niodorp. ZWART. WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 7 8 11 13 U 10 18 19 20 20. Stand Wit, 10 schijven, op: 87 29 30 31 32 38 40 43 U 47, i PROBLEEM Na Auteur H. Onbekend, ZWART. WIT. Stand Zwart, 10 schijven, op: 0 tl 12 14 IS 18 20 23 24 41. Stand Wit, 11 schijven, op: 21 25 20 27 Efl 32 33 34 37 42 40. I r OPLOSSING PROBLEEM Na L Wit 3024, 39—33, 27—22, 37-^31, 49—43, 43 34, 35 2. en wint. Jammer voor dat pro bleem, dat er een eenvoudige bij-oplossing in zit, door 30-34, 37—31, 39—34 en 35 2. OPLOSSING PROBLEEM No. Z. Wit 15-10, 10—11, 39-33, 48-43, 40-34, 341, prachtig. t Problemisten weren beleefd verzocht zooveel mogelijk toe te zenden, temeer nog omdat het plaatsen onder letter X. geen mooi werk is. Wit speelt en wint geldt voor ieder probleem. Oplossingen binnen 8 dagen. Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 4 Dec. 1924. No. 7549. ZE ZIJN ERU (De Holland-Indiëvluoht volbracht.) Holland's durf en Holland's glorie, Holand's niet te temmen geest, Is weer eens met Holland's vlieger Ferm van de partij geweest! Vijftienduizend kilometer, (Dacht U, dat hot zoo maar ging?) Nam de wond're wondervogel Kalmpjes voor z'n rekeningl Over bergen en rivieren, Over steden enzoovoort, Over landen, werelddeelen, Ging het al maar snorrend voort! En verloren in het luchtruim, Vol gevaren voor en na, Zocht de Fokker stoor z'n einddoel, *t Juichende Batavial Ja, ze zijn er maar gekomen, Ons geslacht blijkt niet verslapt, Hulde aan die jonge kerels, Want ze hebben 't 'em gelapt! Welk een schitterende volharding, Onder 't dagenlang gezoem, Want de inzet was hun leven En de winst Jong-Hodlands roeml Inaulinde stond te juichen, Tot het geen geluid moer vond En men droeg ze hoog geheven In triomf het vliegveld rand! Dit was 't einde van hun vliegtocht, Met spontanen dank tot tolk, Een minutenlange luchtreis Op de schouders van ons volk 11 Dapp're, ferme jonge kerels, Met den lauwerkrans getooid, Holland, Indië vergeten Jullie mooie daden nooit! Van der Hoop, vani Weerden Poelman, Van den Broeke, trouwe vriend, Jullie hebben wel je lintjes Van je vaderland verdiiendllll December 1924. Alle rechten voorbehouden l KROES. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 05. PRIJSRAADSEL N. 5. Hierv olgt het laatste prijsraadsel van deze serie. Het geheel telt 20 letters en is een ge zegde, dat veel in de bloemenwereld gebruikt wordt. Onderdeelen zijn de volgende: Het duurt nog wel ©enigen tijd voor de 16 10 20 4 8, weer in het land is. De 9 15 6 is een nuttig en ook schadelijk dier. In de plantenziektenkunde noemt men een 17 1 12 13 10 11 van' zwamdraden een sclero- tium. Ook de bloemen hebben hun eigen 14 2 3 10. Dolle honden 5 19 14 8 11 overal in. Planten kunnen niet buiten de 18 7 11. Oplossingen worden ingewacht tot en met 20 Dicember. Zooals bekend is, zullen er weer 5 prijzen zijn. Als men de oplossing instuurt moet men meteen maar opgeven welk van on derstaande boekjes men het liefst zou hebben. Aan het lot moet worden overgelaten wie de gelukkige is. Men kan kiezen uit deze boekjes: Onze mooi ste kamerplanten, Vaste planten, F-énjorige sier- en snijbloemen Bloementeelt in kleine tuinen, Het rozenboekjo, Narcissen of hyacin then q{ Tulpen in kamer en tuin of Irissen en onze mooie heesters. KNOLBEGONTA EN GLBCHOMA. Vraag 44. Mej. D. A. G. te Grootebrook vraagt hoe het overwinteren van knolbegonia's moei geschieden en stuurt een blaadje ot) van- een plant waarvan zij gaarne zou willen weten of het 's winters overgehouden kan worden. Antwoord: Over eerstgenoemde vraag kan ik u het volgende mededeelen: In hot laatsto gei. deelte van den herfst, wanneer de knolbagOL. nia (het is knol begon ia en niet bolbegonia, zoo als de vraagster schrijft) haar volle ontwil* ke ling heeft bereikt, houdt zij op mot groei an, «0 begint zich dan voor te beneiden voor haar rustijd. Zoodra men bemerkt, dat zij ophoudt met groeien, geeft men haar minder water »m wanneer de stengels en bladeren beginnen *f te vallen, laat men haar geheel cpdrogas. Ie de aarde geheel opgedroogd, dan. neemé enen de knollen uit de potten, om ze op oen vorst- vrije plaats te overwinteren. Het is raadzeam de knollen, nadat men ze uit do potten genou ment heeft, in kistjes met droog zand to h^goo; zij overwinteren dan beter. Toch gobeurt het nog wel eens, dat er knollen gedurende don winter verloren gaan; dit is niet altijd te voor komen. Het is daarom raadzaam ze gedurende den winter mi en dan na te zien, om do rot tende tijdig te verwijd-aren. Een krolbegoni* kan zeer lang, tot in Mei bewaard worden. Het toegezonden blaadje was dat van oen Clechoma, nl. van Clechoma hedenacea folio Sinterklaas Jo, kam maar binnen mot Jo knecht En we zitten alletma&l even recht! Misschien hebt U wel even tijd, Voordat U weer naar Spanje rijdt, Toe, kom eens even bij ans aan. m En laat Uw paardje maar binnen staan! En we zingen en we springen en we zijtn zoo blij, Want er zijn geen stoute kinderen bij, En we zingen en we springen en we zijn zoo blij, Want er zijn geen stoute kinderen bijl t Dat versje hebben jullie op school al ver schillende malen gezongen en dat zongen op een middag ook tweeduizend] schoolkinderen uit den Haag. Ze waren allemaal in een heel groote tooneelzaal bij elkaar gekomen om hot Sinterklaasfeest te vieren! Eerst kwam Sint Nicolaas zelf met zwarte Piet, op het tooneol. Sinterklaas zei een paar woorden tegen de kinderen. En toen hebben diertig groote men- Bchen en vierentwintig kinderen bespeeld het sprookje van de gelaarsde Kat, dat jullie een paar jaar geleden ook hier in de Schager krant hebben gelezen. Of zo 1 mooi vonden! Zouden jullie 't ook wel hebben willen zien? Dat gebeurt nu nog vijf keer, zoodat twaalf duizend Haagsche school kindertjes allemaal het sprookje van- de gelaarsde Kat komen zien! Aardig hè? Maar 't is alleen vzoor de groote kinderen. De kleintjes krijgen op school de poppenkast, en Sinterklaas komt ze zelf lekkers en koek uitdeelenl Hoe gaat 't bij jullie? Schrijf je me dat eensl PRIJSRAADSEL IV. Ter gelegenheid van het komende Sinter klaasfeest geef ik jultle elke week een paar raadsels op en verloot onder de goede oplos sers vijf prijzen, elk bestaande uit vijftig ver schillende vreemde postzegel Hier heb je de laatste, no. TV: 1. Welk spreekwoord kim je hieruit lezen: rsostetur? 2. Met b ben ik een stuk speelgoed. Met d ben ik diep. Met g ben ik bitter. Met m ben ik een beetje vreemd. Mot v. doe ik pijn. Met w. ben ik langs de sloot. Wat is het? Oplossingen opzenden naar L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Na ontvangst van de op lossingen verloot ik de prijzen. De oplossingen van 27 November zijn: De mond is een doel van je gezicht Oud is met jon$. Een oog is weer een deel van je gezicht Een den is een mooie boom. Eén is een telwoord!. Tin is een metaal. Een teen is een deel van je voet! Dom is niet slim. Het spreekwoord is: De mcaiyn^rB^i hecfl goud in dan mond. Goedo oplossingen zonden: Aafjo Smak) Winkel; J. Dekker, Heorde; Jacob Kolman, Texel; A. Kruijff, Nieuwe Nledorp; de vrioncL jes Aalbert en Corrie, Oudkarspol; Marie Buia, Ursem, Schermer; Aris Bakker, Koegras; Gen. ril je de Boer, Venhuizen; een brief met raad sels van de vorige week van J. Dekker, Heer- de, (Je was eventjes te laat, nu ben je pr*cl« op tijd), P. Brak, 't Zand; Jartni, Spaans WeesperkarspelM. Kriller, Nieuwe Niodorp; Alex Vogelenzang, Andelst; H. Aarts, Oudh;an. spel (Ja, je hebt gedeeltelijk gelijk, maar In d en oorlog worden méér helmen gedragen, dan door de politieagenten; en ook in do dor pen hebben toch ook wel veol 'huizen een schel); Saartje en Gerrit Jan Boon Mes, PooL land, Barsingerhonn; L. Franken, J. G-o.aro, 't Zand; Annie do Wit, Schagen; Corrie en Klaas Kaas, te Oudkarspel; Aris var* Vrigj, Helder; Jacob en Maatje WëststraU», Auïnö

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5