tabletten Van allerlei uit de Men- schelijke samenleving. ALS EEN ADELAAR Zatetüüg 3 Januari i925. 68sle «Jaurgang. Nu, 7564. DERDE BLAD. FEUILLETON. Zenuwpijn Rheumatlek Verkoudheid Slapeloosheid DE COURANT IN NEDERLAND. Wanneer men ziet welke eigenaardige en onte genzeggelijk. invloedrijke plaats de courant in het maatschappelijk leven inneemt; wanneer men be denkt koevele belangen door do courant worden behartigd en om haar draaien, is het .begrijpelijk, dat men zich de vraag stelt hoe een maatschappij van werkelijk samenleven is mogelijk geweest zon der dagelijksche nieuwspapieren. En bij het nagaan van wat het nieuwspapier is geweest in de vele eeuwen van ongetwijfelde beschavingsgeschiedenis, die achter ons liggen, treft het ons, dat veel vroeger dan velen onzer vermoeden, veel intenser ook dan men waarschijnlijk mogelijk heeft geacht, de cou- rafcft, zij het ook in heel anderen, voor een deel veel eenvoudiger vorm, een rol heeft gespeeld in het leven onzer voorouders. Wanneer de Chineezen wijzen op hun King-Pau, he: le Peking sedert 911 verschijnende „Hoofdblad", bewijzen ziji daarmede wel de oudste regelmatig verschijnende courant te hebben, maar geenszins de oudste der in den loop der tijden verschenen bladen. Zonder twijfel moet voorrang gegeven worden*aan de „Acta diurna", die in de Romeinsche republiek verschenen en die na Caesar's tijd dagelijks werden uitgegeven. Reeds vroegtijdig .hebben de Romeinen het groote belang van het vastleggen van dagelijk- scho gebeurtenissen ingezien; terwijl echter in de sedert bewaard gebleven staatsstukken de histori sche gebeurtenissen worden herdacht, wijdden de „Acta diurna" zich aan de kleine dingen van het gewone leven. Dat-neemt intusschen niet weg, dat juist deze „Acta diurna", zou daarvan nog een vol ledige verzameling te verkrijgen zijn, de beste bron nen zouden bevatten voor de studie van het Ro meinsche leven van dien tijd. Het is merkwaardig, wanneer men een der zeldzaam bestaande exempla ren van die Acta thans raadpleegt, te ervaren hoe zeer in de maatschappelijke samenleving immer zijn gebleven dezelfde symptonen, en hoe in het bij zonder de rnenschelijke ijdelheid te allen tijde een groote rol heeft gespeeld en door de nieuwspapie ren, in welken vorm ook, steeds ijverig is gediend! De middeneeuwen kennen geen couranten in den eigenlijken zin des woords. De „Acta diurna" wer den voortgezet tot het einde van het Romeinsche rijk; zij vonden in geen der Westersche staten di recte navolging. Wel komt reeds vóór de vijftiende eeuw en vroeger de gedachte tot uiting om van roemrijke veldtochten regelmatig verslagen te ge ven; wel ook heeft Venetië het voorbeeld gegeven voor verspreiding van nieuwstijdingen, die slechts aan enkelen bekend waren. Het behoeft geen ver melding, dat de gezanten van Venetië, waarschijn lijk meer dan van eenig ander rijk, goed onderricht waren van alles wat er in de groote wereld rond om hen gebeurde. Hoezeer de Venetiaansche repu bliek op geheimzinnigheid een groot deel van hare macht grondvestte, zij heeft toch' tegelijkertijd het belang erkend van regelmatige voorlichting van alle degenen, die haar in eenig deel van de wereld ver tegenwoordigden. Zoodoende zijn verschenen de ,.fogli d'avissi", kleine blaadjes, blaadjes tot naricht, die echter nimmer door den druk werden verspreid, cn ook niet tegen betaling werden verkrijgbaar ge steld. Het spreekt intusschen wel vanzelf, dat naarmate de vrijheid over geheel de wereld toenam eni de boekdrukkunst zich verder verspreidde, het tot de onmogelijkheden behoorde om aan dergelijke me- dedeeïingen grooter bekendheid te onthouden. En al staat vast, dat in deze „fogli d'a/vissi" niet de oorsprong van de werkelijke couranten te vinden is, tegelijk mag als zeker worden aangenomen, dat in de Italiaansche steden, in het bijzonder in Venetië, Rome en Genua, reeds vroegtijdig de zoogenaamde gazettes verschenen, die in zeer primitieven vorm. wel eenigszins overeenkomende met de nieuwstij dingen van de zestiende eeuw, voorloopers vorm den van de latere couranten. Dat er een nauwe samenhang is tusschen de ont wikkeling van het postwezen en van het couranten- weien, baboe ft geen betoog; het 1geen toeval, dat er zoowei in het verleden als in het heden too tal van dag- en weelbladen zijn, die een naam dragen, we.ke aan den postdienst dadelijk herinnert. En be- grijpelljk. Want evenzeer ais diegenen, die door de wereld trokken, handelaren, minstreeien, krijgslie den. hij voorkeur waren aangewezen om de berichten van den eenen particulier naar den andere te bren gen, evenzeer waron zij de aangewezen personen om i i' dienst, van een Staat, eene stad of een belang rijk handelslichaam berichten te gaan inwinnen om trent gebeurtenissen, die zich in een ander deel der wereld afspeelden, maar reeds toen, bij een veel eenvoudiger economische samenstelling van de we reld, niet konden nalaten invloed elders te oefenen. Zoo beeft men gekregen de boden, die voor de re geeringen der steden in eigen omgeving; voor de Staten tot ver over de grenzen; voor de handelslicha men overal waar deze betrekkingen hadden, gingen speuren naar wat er geschiedde. Hoeveel ijver, koen heid en energie door zoodanige boden is ontwikkeld, beseft men dan het bost, wanneer men de moeilijke reisverhalen van die dagen leest; hoevele kosten deze berichtgeving met zich sleepte blijkt reeds, wanneer men stadsrekeningen uit de vijftiende, zestiende of zeventiende eeuw raadpleegt. Een uitvloeisel van dit gebruik vindt men later in het bijzonder in Frank rijk terug, toen het bij1 den stand van een groot heer behoorde om er personen op na te houden, die in do stad der inwoning en in de naaste omgeving de nieuwtjes-verzamelden ten einde zorg te dragen, dat de heer op de hoogte der gebeurtenissen was. Een eigenlijke terugkeer tot de slaven van het oude Rome, terwijl in den tegenwoordigen tijd in den barbier of andere persoonlijkheid, die zich in velerlei omgeving beweegt, alweer opnieuw het bewijs gevonden wordt, dat er letterlijk niets nieuws in do wereld is. Het eigenlijke courantenwezon heeft zich pas ge heel aan het einde der zestiende eeuw en in het be gin der zeventiende eeuw ontwikkeld. Vanaf dat oogenblik dateeren couranten in den tegenwoordigen vorm. Het is volkomen waar, dat reeds tijdens de hervorming, toen het geestelijk leven een erooten op bloei ondervond, nieuwsmaren en dergelijke ge schriften zijn verschenen; het waTen in den regel kleine blaadjes, slechts op één zijde bedrukt, die men voor weinig geld kon koopen. onder den man tel overgeven en zelfs in den nacht aanplakken. Van do alleroudste nieuwsmaren, die reeds vóór 1550 gedrukt werden, betroffen de meeste oorlogs berichten: later echter richten zij1 zich ook tot maat schappelijke toestanden en toonden reeds door den naam dien zij dragen, in welke richting zij zich be wegen. De oorspronkelijke benaming ..tijdinghe" werd in den lateren tijd, toen men ten onzent alles verfranschte, vervangen door „courante'"; het was eene vertaling van het echt nederduitsche loopmare of nieuwsmare, die tot op den huldigen dag hare beteekenis heeft behouden. Onder de oudste der min of meer periodiek ver schijnende nieuwsmaren mogen dleA welke in Ant werpen verschijnen, worden genoemd. Een feitelijke courant vormden zij nog niet, want van regelmatig verschijnen was geen sprake, maar wel ziet men in de wijze, waarop zij zijn samengesteld, een zekeren waarborg, dat zij althans op onregelmatige tijden verschenen, en, bedde men eene volledipe verzame ling van deze nieuwsmaren, ook- een volledig over zicht dier dagen zouden kunnen geven. Maar in zoo verre verschillen zii al dadelijk van de Romeinsche Acta. dat zij zich alleen op groote gebeurtenissen wierpen en geen dagelijksche voorvallen meldden; rij za<?en evenwel die groote gebeurtenissen door het oósr van den tijdgenoot en hun bestudeering is juist daarom voor de kennis der geschiedenis van beteeke nis. Evenzeer als wij gekend hebben den grooten strijd door ETHEL M. DELL, uit hot Eooahtoh door W. J. A. ROLDANUS JrN 10. Haar vingers rustten slap in tón hand. Ze keel hem met aan. Haar denken was teruggegaan naar dien verschrikkelijken avond vóór haar vaders dood. En ze hoorde hem weer spreken over den man, die alles in het werk zou stellenf om haar te redden, die haar leven zou beschermen met het züne, hoorde weer zijn vraag, of ze wel wist, wien hij bedoelde, gevolgd door haar snel antwoord en daarop dat van hem van haar vader. Met een gevoel alsof ze zou stkiken, rukte ze haar hand los en stond op. Al! haar vroegere af schuw voor dezen man kwam met verdubbelde kracht weer bij haar boven. Voor haar oogen ver-» rees weer het vreesebjke visioen, dat haar meni- feen, menigen nacht had vervolgd haaf van alle rust, alle zielevrede had beroofd het visioen* van een man in zijn doodsstrijd, vechtend, stervend onder die meedoogenlboze vingers.. Dit kon ze niet verdragen. Ze bedekte haar oogen, om het gezicht buiten te sluiten, dat haar vermoeide hersens kwelde. „O, ik weet niet, of ik het kan," kreunde ze. »Jk weet niet, of ik het kan." Nick bewoog zich niet. En toch scheen hijt haar op dit oogenblik van opnieuw gewekten afkeer, nog steeds alk met magnetische kracht tot zioh te trekk en. Ze streed er tegen uit alj haar maaht> maar die kracht was sterker aan zyl 1 Toen hij eindelijk weer sprak, luisterde ze naar hem uit gebrek aan energie, om zioh tegen hem te verzetten. „Er is niets om bang voor te zijn," zei hij- De toon, waarop hij deze woorden sprak, klonk haar sussend en geruststellend in de ooren. „Ik wil alleen voor je zorgen; je bent zoo'n eenzame ziel, nog niet oud en wus genoeg, ora op je zelf te staan. En ik zal' altijd heol goed voor je zijn, Muriel, geloof mij als je mij maar hebben wilt." Iets in deze laatste woorden iets smeekends, iets vleiends zelfs, sprak tot haar hart. Het was waar, wat h^j zei. Ze voelde zioh] zoo eenzaam zoo behoeven U niet langer te IrweScn) koop direct bet juiste geneesmiddel <kTogaU*hkmn.74| belpcoookU t* Om- Élkdk On» I MO *1 3mp. A.J.AM EYE.A'dam. om de prioriteit van de boekdrukkunst, evenzeer ls ar een groots strijd gestreden om de prioriteit van de codrant. Venetië beeft daarop rechten doen gei den; voor Engeland kwam men naar voren met exemplaren van een Engelsche Mercuur, die later vervalscht bleken te zijn; voor Dultschl&nd zijn het de exemplaren van een nieuwsblad, dat In 1609 door Jobann Carolus te Straatsburg werd uitgegeven; voor België de Nieuwatijdinghe van Antwerpen, die reeds in 1605 werden gedrukt, en voor Frankrijk tenslotte do Bazette, dio in 1631 door Renaudot word uitgege ven, welke aanspraken op prioriteit kunnen doen gelden. o— In hooverrc Nederland aan dezen prioriteltsatnjd zou kunnen mededoen, is moeilijk vast te stellen; wij kennen voorloopig de oudste Amsterdamsche cou rant die van 5 April 1621 on van 13 Maart en 12 Augustus 1623. Intusschon hebben bekwame navor- schers uit het feit, dat het eerst vermelde blad een vervolg bevat op iets wat vroeger geschreven moet zijn, do zekerheid geput, dat deze Amsterdamsche courant reeds van vroeger dagteekent, terwijl Ileoft's „Warenar", die in 1617 verscheen, e enbowijs is voor het feit, dat toen in Amsterdam gednikte cou ranten tot de bekende dingen behoorden. Zelfs ls p het. rijksarchief voorhanden een Comptoir-Almanack van 1609, uitgegeven door Broer Jansz. te Amster dam, en in hetzelfde jaar komt een aanteekening voor in de Resolutiën van Bewindhebbers der O.-I. Compagnie te Amsterdam, waaruit blijkt, dat het aan bewindhebbers verboden was eenige „courant" of eenig ander stuk mede uit de Kamer te nemen. En te recht vraagt, men zich af hoe een dergelijk verbod zou kunnen gelden, wanneer niet couranten regel- matig verschenen. Al heeft de „Amsterdamsche Courant", welker ge-1 schiedenis in het algemeen bekend is gebleven, haar bestaan regelmatig voortgezet, dat neemt niet weg, dat de oudste courant in ons land, die haar directe relatie tot de vroeger verschenene kan bewijzen, wordt gevonden in de „Opregte Haarlemsche Cou rant", welke voor het eerst op 8 Januari 1656 het licht zag. In het bezit van de firma Enschedé te Haarlem is een brief van den Haarlemschen stads. drukker Abraham Casteloijn, waarin deze zijn voor- j nemen mededeelt, om eene courant uit te geven, en zulks in deze bewoordingen: „Sr. De uytnemende fabuleusheydt der Tydin-1 gen, die hedendaeghs ons de Boweginghe der woelende werelt berichten, heeft my gh'edron- ghen voor eenige Lief-hebbers en voor myn zelfs, op myn eygen kosten van de voornaemste Plaetsen van Europa bysonder Nouvelles te la ten komen; 't welck sonder moeyten en kosten i niet en'is gheschiet; Dese Sr. Jan van Hilten, zalig: by my siende, heeft ray ghebeden hem Weeckelyck daarmde. ofte met iets daar uyt te willen dienen, dat ick somwyle ghedaen hebben waerdoor gekomen is, dat de zijne beter als d'andere zyn gheweest; Maar na dat Sr. van Hil ten overleden was, heh ick raetsaemer gheoor- j deelt, om geen slaaf van een ander te blyven, hoewel my d'andere Courantiers aensochten, voor myn selfs te doen drucken, te meer al-soo lek nieuwe ghelegentheydt tot verscheyde frneve Nouvelles hebbe ontfanghen, in diervoeghen, dat ick meyne, dat de Liefhebbers door de Waer- digheydt van de Nouvelles sullen gheperst wor den, de myne voor andere te prefereeren. sul lende in dier voeghen Weeckelyck aen malcan- deren ghekoppêlt werden, dat het vervolghens een bequame Historie van t'voornaemste In Eu^ ropa sal zyn: 'k Bidde derhalven ghelielt. dese te favoriseeren, ende te ghebruyeken, daer UE. te vóoren Sr. van Hilten plach te bosighen, en sende UE. ghelyck' ghetal toe. te weten Couran ten, tot 24 Stuyvors 't Boek, sullende UE. niet gehouden wesen voor eerst, da ondeurghesnoden Couranten, die UE. niet en verbeesigt, ander als met do Bladen te betalen. Waarmede verblyve. in Haarlem den January 165fl. UE. Dienstvnrdighen Vrient ABRAHAM CASTF.LEYN. Zoo heeft dus de door Van Hilten van 1629 af uit gegeven „Tydingen uyt vele QuarUeren" geleid tot de uitgave van de „Opregte Haarlemsche Courant", die aanvankelijk tot opschrift had: „Weeckelycke Courante van Europa" on die in 1669 veranderde in: ..Ilaerlemse Dingsdaeghse Courant", waarvan reeds in 1660 een Zaterdagsch nummer verscheen. In 1737 is de courant overgegaan in het geslacht der Ensche- de's, wier naam sedert dien onafscheidelijk aan dit,i blad is verbonden. Niet vee! later dan te Amsterdam en te Haarlem verscheen te 'sGravenhage reeds toen een middel punt vaD aristocratie en diplomatie, een weekblad dat in 1654 den> titel van „Wokelycke Merdtirius" droe;. Gerard bodewijk de Maght, o<-n Gentenaar, dia voor een zeer inaiscroet man gobouu-ui wordt, wist zich van vele geheimen tnee.dor te .naken en heeft, dov.o 1d zijne „Postt-Tijdingan" ononlmnr smaakt, i Kerst later is uit de Haagsche Post- Tijdingen vnori- i gekomen1 de ..'sGrax'enihacgsche Courant" dezelfdr i die met taf van verwisselingen als liet „Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage" blee f bestaan en thans een voortzetting vindt in een gehvoi anderen vorm dan het vroeger beeft gekend. Nevens Den Haag hebben Leiden met de „Leidsche Courant" van 1689, Delft met de in 1634 reeds spora disch verschenen „Courante uyt Italien, Duytsland en de Nederland"; Utrecht met de in' 1659 verschenen „Merc-rius" en Arnhem met de in 1632 sporadisch verschenen „Arnhemsche Courant" reeds vroegtijdig getoond aan den invloed der journalistiek te hech ten. Maar al deze couranten, hoe belangwekkend hare verschijning cn geschiedenis ook is, zij zijn niet rechtstreeks vertoonden met de gelijknamige uitgave van dezen tijd en slechts de „Oprechte Haarlemsche Courant" kan aan de hand van haar helaas niet vol komen volledig archief de bewijzen bijbrengen van de positie die zij steeds heeft ingenomen, Eerst in de achttiende eeuw zijn naast deze zuivere nieuwsbla den verschenen de meer bespiegelende weekbladen, van weLko „De Spectator" van Justus van Effen eene nimmer door anderen te vervangen plaats beeft in genomen. Intusschen mag op enkele merkwaardige uitgaven, zijn deze ook niet als dagelijksche nieuwspapieren aan te merken, evenzeer de aandacht gevestigd wor den. Broer Jansz., die een der bekende boekdruk kers was in het oud Amsterdam, deed' nieuwstijdin gen verschijnen, waarin hij' de bij hem uitgekomen boeken aankondigde, benevens de ..Zaterdagse Cou rant", waarin de keuren van de stad werden afge kondigd. Eingenlijke werkzaamheden als couran» tier, gelijk men de journalisten van vroeger, tot eigenlijk in het midden der 19de eeuw noemde, heeft hij in zijn jonge jaren gedaan. Hij was de officieele courantier van het leger van prins Maurits. In 1604 verscheen bij hem „Journael ofte Dach-register van 't principaelste in Vlaenderen geschiet, sedert- den 25 April tot den 15 September 1604, so van 't inneme der schanzerv, «chermutsingen als oock van 't gewel.. dich belegh ende overgaen van Sluys mitsgaders alle hetgene dat Spinola uytghericht heeft met. zijn Legher van die ure af dat hij aengecomen is tot de zen teghenwoordigen dach. Alles zoo ick het selve gezien en van .gheloofwaerdighe persoonen ghe- hoort hebbe". Voor dit Journaal schreef Jansz een voorrede, waarin hij vertelt gedurende den somer van 1604 tot aan het overgaan van Sluys getuige ge weest te zijn van de wapenfeiten. Hij trekt een pa- ralel tusschen het leger van Prins Maurits en van den Spaanschen veldoverste Spinola. Stelt men de couranten van vroeger eeuwen naast <ile van den tegenwoordigen tijid, dan wordt tweeër lei onderscheid duidelijk. Aan het uiterlijik der cou ranten werd in zooverre weinig aandacht besteed, dat de overzichtelijke indeeling. die elk blad in den tegenwoordigen tijd tracht na te streven, geheel ont brak. Maar vooral de couranten in dien tijd leefden van het geen zij hoorden zeggen; brachten in druk wat reeds enkelen wisten en waren nimmer, gelijk thans herhaalde malen het geval is, den officieelen dienst der regeering ettelijke uren of dagen voor. Maar vooral moet opgemerkt worden, dat in ons land ook toen in tegenstelling b.v. met Frankrijk of Engeland, waa*r dit wel geschiedde weinig of geen gebruik werd gemaakt van de couranten als machts middel. Hoort men Hooft over de nieuwsmaren van zijn dagen spreken, dan krijgt men den indruk, dat hij in het algemeeni aan hare mededeeHngcn zijn vertrouwen schonk; dat hij bereid was bij belang rijke gebeurtenissen af te wachten of zij al dan niet door de nieuwsmaren zouden worden bevestigd. Hoon men echter tijdgenooten getuigen van de cou ranten, die in den loop van het later deel der 17e en 18e eeuw verschenen, dan schijnt het wel als stelden deze couranten zich grootendeel» in dienst van spe culanten en als bevatten zij lectuur, die zeker aller minst In een behoorlijk huisgezin gewenscht werd. Was er in die dageni censuur, dan strekte deze zich alleen uit over do geheimen van den Staat, en de stad. Klaagt men dan ook in den tegenwoordigen tijd wel eens een enkelen keer over niet voldoende vrij heid van schrijven, die in ons land zou zijn, inder daad men zou goed doen de voorschrift-en van vroe ger eeuwen te raadplegen om te beseffen wolk een i vooruitgang op vroeger wij thans hebben. Wat de ontwikkeling dor couranten betreft, blijft ten allen tijd een verschil aanwezig met het buitenland. Daar ging het uiterlijk vooruit, werd de Inhoud verzorgd en behooren de courantiors zelfs tot de geestigste en vernuftigsto lieden van hun tijd. In Engeland even- l zoo. Niot echter in Duitschland, niet echter in Neder land, wiian zoodoende het journalistiek beroep dan ook tientallen jaren achteroen nog in minder go°de rouk heeft gestaan. Eerst in de tweede helft der 19e eeuw is het besef levendig geworden, dat een cou rant wil zij werkelijk aan haar roeping en haar taak voldoen, ook geheel moet voorzien, in de clschen harcr lezers; moet bevatten datgene, wat deze kan onderricb'.en en in zoodanigen vorm dat het hun bevalt. Dat was zeker in, de Nederlandsche couran ten niet het 'geval Bovendien, couranten waren des- t ijd# •„eendagsvliegen", ook in dien zin, dat zij kwa men en verdwenen mot een ongekende snelheid Het plait té n oor voor de degelijkhoid der „Oprecht i Tlfiarlenische Courant", dat zij onder haar ouden naam is gebleven tot op hrden. i Jou men in die reeks van decenria, dat do „Op- rechte Haarlemsche Courant'" den drang naar nieuws tijden, dat stigde. ik eenzaam en ellendig, en er waren eenzaamheid haar bepaald beang- Maar nog steeds was 2» besluiteloos. Ala die angst voor hem haar eens onbarmhartig bleei' vervolgen tot .aan haar dood. Zou ze zioh dan mettertijd niet vol afschuw afwenden van deu man, wiens hulp ze nu op zoo vreemde wijze ge neigd was aan te nemen in haar verlatenheid? Het was haar niet mogelijk, op deze vragen een voldoend antwoord te vinden. Maar met wachten viel' er niets te winnen, hield ze zichzelf voor. Ze had niemand om-haar te raden, niemand, die er iets om gaf. wat er met haar. gebeurde, met uit zondering alleen van dezen vriend van haar, die voor haar wilde zorgen. Als ze toch ongelukkig i moest Zyn, waarom dan maar niet met hem? Waar om zou ze niet naar hem luisteren? Had hij haar niet reeds getoond, dat hij heel zacht en vriende lijk kon zijn? En opeens kwam er een gevoel van warmte, van dankbaarheid over haar, verdween haar aikeer, als een booze droom. Ze keerde zioh vastberaden Om en wendde zioh tot Niok, dia nog op de sofa zat. w „Het kan mij niet schelen, wat ik doe," zei ze vermoeid, t,ik wil wel met ie trouwen, als je wilt, als als je zeker weet, daü je er nooit berouw van zult krijgen." „Berouw. Nooit." zei Nick verheugd. „Dat is dus in orde, maar daar was ik te voren van overtuigt!.'' Hn glimlachte raadselachtig, zijn gezicht was een lachend masker gelijk. Van zijn ware gevoelens op dat oogenblik haa zc geen flauw idee. Met een droevig glimlachje legde ze haar hand op zijn knie. „Je zult veel geduld met mij: moeten hebben," zei ze verlegen. „Want denk er aan, ik ben ten einde raad en jij bent de eenige vriend, dien ik nog heb." Hij nam haar hand met een warmen en fcroos tenden groep. „Mijn lieveling," zei. hij vriendelijk," ik zal er altijd om denken, dat je mij dit gezegd'hebt.'' HOOFDSTUK XI. De verloving. Dien naoht 1'ag Muriel uren lang wakker, bij1 zichzelf het onderhoud met Nick nagaand, tot haar hoöfd er van duizelde. Bepaald bang waal ze niet l voor dit nieuwe element, dat in haar leven was J gekomen. Het feit, dat ze een vooruitzicht had, was I naar een verlichting, na zoo lang geleefd te hebben I in een zonlooze leegte. Maar tooh kon ze niet geheel haar angst onderdrukken voor den man* die j beteekenis ervan te begrijpen. haar met geweld ontrukt had aan het lot, dat ze Het was een heerlijko morgon. De pijnboomen zoo graag met haar vader had gedeeld. Xiettegen- geurden: dc vogels zongen, do heele atmosfeer staande /rijn geduld, zijn bijna vrouwenjko zacht- soheen als betooverd. Zij gaven hun paarden de heid, wist ze, dat er een duivel, oen bloeddorstige,sporen cn wedijverden met don wina in snelheid, gewelddadige duivel onder dat laohendo, golo j Het was de woostste, de heerlijkste rit; dien Muriel inaskor verborgen woa. ooit gedaan had en toon Nick eindelijk halt hield, Ze verbaasde zioh over ziohzoTF, dat zo rich zoo keek zo hem opgetogen aan, met vormt galaatv en gemakkcliife aan hem overgegevon had, maar ze schitterende oogen. was zóó door den tegenspoed gebroken, dat zo da A mi bracht mist" Av4 LL rT!L viol ze eina Maar tooh was het prettig even stil te staan en kracht miste, zich tegen hem to verzetten. Uitgeput do snelle veranderingen waar te nemen, die do delijk in slaap en droomde, dat zo #door zonnegod 1 bezig was, rondom hen te weven. Nick een adelaar gegrepen werd, die haar snel, pijlsnel keerde zijn paard om en staarde voor zioh uit naar door het wijde luchtruim voorde, naar zijn nest do vlakte. Muriel was benieuwd, wat er in hem in de bergen. Met oen kreet word zo wakker, sprong omging, want hy zat als een steenen beeld, het hygend op en hoorde onder haar raam het geklot* gezicht van haar afgewend. Oneens greep haar d' ter van paardehoeyen en oen oj/gewekte rnajinostem die een vroolijk liedje zong. Zo lachte oven, toen ze bedacht, wie het was. In een ommezien waren al haar bange gedachten van dienjnacht, al1-; schimmen in dd duDt'-Hiis1 ver bergen aan. Het mol hun tweeën vreeselyke eenzaamheid van schoen haar toe, alsof zo op de wereld waren. Zo bracht haar paard vlak bij het zijne. ,Ik ben koud, Niok," zei ze, do stilte verbrekend. ran de .Wit, - wf-ver- „ja wh ac dwenen. Hij had haar de belofte afgeperst 's och- „Zullen we gaan?" tends vroeg met hem to gaan ry'den en;hij was Van j Hij etak haar een hand toe, zondor zyn hoofd plan, haar aan haar woord te houden, want uit hetom te koeren, zonder te spreken. Maar zij wilde raam kykond, zag ze Niok het tninpad afdraven op er de hare niet inleggen: ze wad bang. een wild paard, terwijl er een tweede met een Na een lange pauze- slaakte hij een diepen zuoht dameszadel' klaarstond vöor haar. De zon ging j en liet zijn paard zwenken. al op achter de bergen. Ze kleedde zioh aan met „Wat zog je? Ben je koud? Dan. zullen we nog een naast, die toonde, dat ze af iets van het onge-even in flmkon draf naar Annandalc rijden. We duld van don cavallier te pakken had. (hebben nog tijd genoeg. Tussolien twee haakjes. JTange, Kom Muriel, er is geen tijd to verliezen. Sliep dat je veel van Daisy zult hóuaon. Zy on ik zijn groote vrienden." Muriel' had kapt. Grange wel eens over haar u Ook de: je nog Ze knikte van ja. „Ën heb je van mij gedroomd, zooals' je betaam- j hooren spreken. dok had ze eens Daisy's man ont- Zo antwoordde niet en hy lachte jongensachtig i „Ik vond hèm aardig/ 'zei ze. „Maar 'hij leek ondeugend: jmy neg zoo jong." „Alsof ik dat niet wist. Nu spring maar oj?. Wo „Dat is hy ook," zei Nick. „Haast nog een zullen eens flink gaan draven. Ik neb wat choco- jongen, maar hij is toch ouder dan hij dijkt. Hij is laadjes meegebracht om je honger te stillen. Klaarin acn Civielen Dienst en werkt als een ezel. Hu huur>; Mijn beste meisje, wat ben je nog j Mevrouw Musgravo is erg ziek geweest on nog sohandelijk Jicht. Je moet flink eten, hoor." I uiterst zwak. Daarom ia zy met, het kind hierheen „Ooh, kom^je-hent zelf zoo mager als een lat,"] plaagde Muriel terug met onge wonen moed. Toen ze in het zadel zat, nam hü zijn pet af, land voor haar gezondheid. Zo gaat bukte zioh on^ kuste het zwarte laken van haar uit. maar hoopt, dat ik met jou eons bij haar rykleed, nederig, oc-birdig, alc oen slaaf. zal komen. Vindt je dat goed?" Zyn ku^joeg een vreemde rilling door haar leden. Muriel aarzelde even. Ze voelde, dat die in zekeren zm een^ oponbaring„Nick vertel jo iedereen van ons enga- voor haar wa?, maar re was nog te jong, otn degeiuent?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1925 | | pagina 9