PUROL
RHEUMA"
Zaterdag 10 Januari 1925.
Göate Jaargang. No. 7568.
Leliaard en Clauwaard.
FEUILLETON.
ALS EEN ADELAAR
TWEEDE BLAD,
vn.
De komst van Alva werd door vele Nederlanders
niet afgewacht. De prins van Oranje gaf zijn gou
verneurschap or aan, verliet Antwerpen en nam de
wijk naar Duitsohl&nd. Honderden, neen duizenden
volgden zijn voorbeeld. Egmont, Hoorne en Hoog
straten bloven. Zoodra het Spaansche leger de stad
Gent was binnengetrokken, werden Egmont en
Hoorne gevangen genomen en behandelden zij de
bevolking als die ecner overwonnen stad*en begin
gen zulke gewelddaden en wreedheden, dat, toen
Alva zelf verscheen, om den bloedraad in1 te stellen,
er reeds heel wat bloed' vergoten was. Toch schreef
Alva aan zijn meester dan het spel pas begonnen
was.
Op 9 Januari 1508 werden de goederen van; Eg
mont en Hoorne door de leden van den Bloedraad,
Del Rio en Vargas, verbeurd verklaard, honderden
Gentenaren werden voor den Raad gedaagd en in
den zomer vielen behalve de hoofden van Egmont
en Hoorne ook die van verschillende Gentenaren.
Verbeurdverklaring van goederen,, onthoofding en
verbanning waren aan do orde van den dag en na
men nog toe, nadat Alva de legers van den Prins
van Oranje en Ladewijk van Nassau verslagen had.
Alva eischte van de Staten-Generaal invoering der
100e, 20e en 10e penning en weigerde het voorstel om
deze belastingen af te koopen door betaling van
f 1200000.
Het succes der Watergeuzen op 1 April 1572 bij den
Briel, later te Vlissingen, deed de Gentenare'n, die
wisten dat hun stadgenooten Anton Utenhove, Ja-
cob Martins en Willem de Groeve, tot de dappere
Geuzen behoorden, even herademen. Het succes der
Geuzen, die den steun hadden in den bekwamen
Prins van Oranje, nam toe. Lodewijk van Nassau
veroverde Bergen en Henegouwen, Oranje nam Leu
ven, Arant van Dolp Mechelen en Termonde, Ou
denaarde. De Watergeuzen versloegen de vloot van
Medina Celi bij Sluis, verhinderden het ontzet van
Middelburg, dat nog de Spaansche zijde -toegedaan
was, doch belegerd werd.
Geheel Holland hadi vrijwel de zijde van den Prins
van Oranje tegen de Spaansche overhoersching geko
zen, wel belegerden de legers van Alva met succes
Zutphen, Naarden en Haarlem en moordden die ste
den uit, wol was Amsterdam nog Spaansch, doch het
beleg van Alkmaar was den Spaanschen tiran ton
slotte noodlottig en 28 November 1573 werd hij terug
geroepen en opgevolgd door Louis de Requesens.
Deze begon met een algemeen© amnestie te procla-
meeren, maar kwam daarmede juist 5 jaar te laat.
Het verzet dor Nederlanden tegen den Spaanschen
koning was thans uitstekend geregeld, de prins
van Oranje genoot het vertrouwen van de bevolking
der Noordelijke provincies en dat vertrouwen nam
nog toe, toen op 29 Januari 1574 Mon dragon Mid
delburg moest overgeven aan Oranje. De Vlamin
gen vierden op 14 April de overwinning der Span.
jaarden op de Mookerheide, doch die overwinning
woog niet op tegen het échec der Spanjaarden voor
vLeiden.
De dood van Requesens op 5 Maart 1576 leidde
tot oneenighedd onder de Spaansche troepen, waar
van de meesten op achterstallige soldij wachtten,
zoodat. men trotsche Hidalgo's van weleer soms
langs de straten' der Vlaamsche steden zag bedelen.
De Prins van Oranje stuurde troepen naar Vlaan
deren en trachtte de Vlamingen te bewegen zich bij
dc Unie der Vereenigde Nederlanden aan te sluiten.
De Spaansche fusie op 4 November gaf den doorslag
en op 8 November toekenden de Gentenaren de pa
cificatie van Gent, waarbij, de verschillende gewes
ten besloten, gezamenlijk de Spaansche troepen te
verjagen.
De Gentsche burgerij zag de Spaansche troepen in
derdaad aftrekken uit het kasteel en ging dadelijk
aan den arbeid om handel en nijverheid te bevor
deren, de vernielde sluizen in het kanaal naar Sas
van Gent werden hersteld, de scheepvaart leefde
weer op en do vroegere overheidspersonen kwamen
weer op het kussen: de burgerij regeerde weer zich
zelf als in de goede oude tijden. Jan van Hembyze
Roland van Hembyze, Frans van de Kethulle van Ry-
nove waren de leiders dor burgerij' en kozen de par
tij van Oranje en tegen Roomsche geestelijkheid, den
Roomsch gebleven adel en den inmiddels in Luxem
burg aangekomen Don Juan van Oostenrijk, half
broeder van Philips, die door dozen IaaUrte tot gou
verneur dor Nederlanden jwas benoemd.
Oranje waa meester van Brussel en was tot
ruwaard van Brabant uitgeroepon. Daarentegen waa
aan zijn tegenstander, den Roomsch gebleven Phi-
lippe de Croy, hertog van Aarschot, het gouverneur
schap van Vlaanderen opgedragen.
Toen Aarschot Gent was binnen getrokken, trof hij
tegenover zich Ryhove, Hembyze en Gillis Boiluut,
die aan het hoofd van gewapende burgers het her
stel der oude priviliegiön van vóór 1540 eischten,
Aarschot en diens medestanders gevangen ramen,
waaronder Jacob Hessels, het vroegere lid van den
Bloedraad.
Er heerschte inmiddels in Vlaanderen gnoo'e ver
deeldheid, een groot aantal waren aanhangers van
Oranje en juichten dezen luide toe bij zijn komst te
Gent (29 December 1577) en wisten de Staton te be
wegen om te verklaren, dat Don Juan een vijand
van de Nederlanden was en op voorstel van Oranje
Matthlas van Oostenrijk tot gouverneur uit ie roepen,
anderen weer bleven den Spaanschen koning en
diens gouverneur Don Juan trouw.
Daarbij kwam nog, dat veel uitgeweken calvinis
ten uit Holland, Duitschland en Engeland terug
keerden, de hagepreeken weer begonnen en dat veel
openlijke vijandigheden tegenover de katholieke
geestelijkheid tot uiting kwamen.
Ofschoon wij niet van Clauwaards en Leliaards
kunnen sprken, waren er toch twee groepen, thans
zoowel door politiek els door geloof verdeeld. Men
had de Roomsch-Spaansch gezinden en de Calvinis
ten, die voor de onafhankelijkheid waren.
Terwijl men in de Noordelijke Nederlanden eens
gezind was ten opzichte van de politiek en Room
schen de Protestanten bijstonden in hun strijd voor
de onafhankelijkheid, was er in de Zuidelijke Ne- j
derlanden steeds nog een groote partij, die tegen de
onafhankelijkheid was en daarbij leiding had van
hoogen adel en Roomsche geestelijkheid.
De partij der onafhankelijkheidsvoorstandere, der
patriotten had thans de macht in handen en daar zij
protestant waren, verklaarden zij het calvinisme tot
officieel geloof en weigerden de door Matthlas en
Oranje afgeroepen „geloofsvrede te aanvaarden.
Integendeel, zij stelden alles in het werk om het
katholicisme te benadeelen. Peter Dathenus waa
daaraan niet vreemd. Dit alles zette veel kwaad
bloed en de Zuidelijke Nederlanden waren rijp voor
e enomwenteling ten voordeel© van Spanje.
De patriotten gaven ten slotte, nadat Matthias
weer vertrokken was, aan den wensch van Oranje
gevolg en aanvaarden den geloofsvrede, doch bet
was reeds te laat. Ondanks dat Hembyze en Dathe-
nus vertrokken waren, brak den godsdiensjtrijd uit.
De protestantsche magistraat van Gent benoemt
Martin Mocraert, een ex-banneling, tot oen soort
inquisiteur over de roomschen en verbanning an
geestelijken was het gevolg, terwijl soldaten uitslui
tend bij Roomschen werden ingekwartierd, terwijl
de kehken tot kazernes en stallen dienden.
De Roomsch-Spaansch gezinden werden de Mal.
eontenten genoemd, terwijl de protestanten de Pa
triotten heetten.
Behalve enkele hooge heeren, ais Ryhove,, de Ryc-
ke, D'Herde en anderen, waren de Patriotten de la- J
gere burgers, terwijl de patriciërs en adel de zaak
der Malcontenten waren toegedaan.
Deze laatsten hadden slechts een leider noodig. Die
loider kwam in den persoon van Alexander Tarnese,
hertog van Panna, oen dapper en bekwaam man.
Parma was krijgsoverste en diplomaat en muntte
in beiden uit.
De patriotten verloren meer en moor trrrein, deola
door ontevredenheid der felste calvinisten tegen het
besluit van Oranje om Frans van' Anjoa. broeder
van den Franschen koning, tot graaf van Vlaande
ren uit te roepen, de calvinisten konden den St. Bar-
iholomeusnacht niet vergeten, deels door het feit
dat de roomschen het hoofd opstaken.
Wel deed op 20 Augustus 1582 de hertog van An
jon zijn joyeuse entrée binnen Gent. wel werd aan
den broeder van den Franschen koning en aan Wil
lem van Oranje een schitterend banket aangebo
den, maar de hertog van Parma verstoorde de
vreugde door onder de muren van Gent S00 Fran-j
sche soldaten te dooden. Buitendien Anjon ver-1
raadde den Prins van Oranje door een aanval op
Antwerpen te doen, bekend als de Fransche fusie
(17 Januari 1583).
De hertog van Anjon moest de vlucht nemen cn
trachtte zich van het land, van Waes meester te mar
ken, hetgeen Ryhove aan het hoofd zijner ruiters
hein verhinderde. De prins van Oranje bleef ondanks
vogr de Handen
door ETHEL M. DELL, uit het Eogalsch door
W. J. A. ROLDANUS Jr..
13.
Hij had vóór haar gestreden, voor haar geleden
had bilrja zijn leven voor haar gegeven. Nu zij
hem eindelijk toehoorde, kon hij haar nooit weer van
zich laten gaan. Liever zou hij; voor haar zijn be
roep opgeven, hoe dierbaar hem dit ook was Hij
ging naar den kalender op zijn sohrijftafel en
scheurde er een blaadje af. Maar zes nog vóon zijn
trouwdag. Met bijna woeste vreugde telde hij ze.
Toen sloeg hij, trillende, zijn armen wijd uit, Zii
was van hom. van hem van hom., Geen macht
ter wereld kon hen ooit weer scheiden. Hij; zou alle
hinderpalen uit den weg ruimen.
Maar die waren er immers niet moer. Hjjf had
ze alle overwonnen. Voor het eerst vergat hij zijn
zelfbedwang en liet het vuur van zijn hartstocht
botvieren, vrij en onbeteugeld.
Op weg naar de Musgravcs kwam hij diohfc bij
het huis aen bediende van Lady Bassett tegen, die
hem een briefje gaf. Zoodra hij' zag, dat net van
Muriel was, stroomde het bloed Hem in heete golven
naar het hoofd en deed zij'n sl'apen kloppen van
opwinding. Het was het eerste, dat ze hem ooit
geschreven had. Hij rukte het open en las:
„Ik moet je dadelijk spreken. M."
Dat was alles. Onmiddellijk ging hij naar zijn
kamer terug en schreef in allerijl een paar regelen
aan Will, dat hij plotseling verhinderd was te
komen.
Toen richtte hij zich op en bleef stokstijf staan.
Er was iets gebeurd, dat voelde hij- De dringende
boodschap klonk hom als een noodkreet in de ooren.
Wie weet, wat er van hem gevergd zou worden?
Het ontbrak hem niet aan moed, maar ditmaal was
hij niet zeker van zichzelf. Verscheidene minuten
gingen er voorbij, voordat hij zich bewoog. Toen
bracht hij met oen snelle, hartstochtelijke bewe
ging h%nr briefje, dat hij nog in de hand hield,
aan znn lippen.
Hij had net gevoel, alsof een duivel hem in zijn
netten verstrikt had, en hij maakte een woest
gebaar, als om zich los te rukken. Maar misschien
kwelde hij zich voor niets, 't Was mogelijk, dat ze
hem alleen liet komen om te zeggen. cUt ze den
volgenden morgen niet met hem rijden kon of iets*
van dien aard. Hij zou dadelijk naar haar toegaan,
en haar geruststellen, als er iets was, dat naar
hinderde.
En zoo verliet hij met vasten tred het huis. Ze
had hem voor het eerst bij zich ontboden. Hij wilde
haar niet laten wachten.
HOOFDSTUK XVL
Een vuurproef.
Toen hij binnenkwam, was de salon leeg; de ra-
imen stonden wijd open. De piinboomen teekenden
zich zwart en somber af tegen aen donkeren avond
hemel. 'Er scheen een gewijde stilte te heersahen
in de Iuojit.
Hij ging voor het raam staan en keek naar de
-bergen. De maan was nog beneden den horizont,
maar aan het luchtruim schitterden de sterron met
helderen glans. Het was een nacht voor drooinen en
hij dacht met kloppend hart aan de avonden, die> zij
met hun beiden weer alleen in de bergen zouden
zijn, niet meer hongerig en vluchtend om hun lever
te redden, maar gaande in een tooverworeld, waar
het verleden vergeten was en de toekomst hun
tegenblonk, als de bergtoppen van het Paradijs*
Bin het hooren van langzame voetstappen keerde
hij zich om. Muriel was binnengekomen en deed de
deur zacht achter zich dioht. Eerst meende hij', dat
ze ziek was, zoo sterk deed haar zware rouw haar
bleekheid uitkomen. Maar toen ze dichterbij" kwam,
stelde hij zich gerust Het was al laat Ze was
ongetwijfeld moe.
Hij ging haar onstuimig tegemoet en had in een
oogenblik haar handen gegrepen, maar ze bleven
slap in de zijne rusten. Haar groote oogen keken,
hem aan met een afwezigen blik, ver weg als do
lichten van een dorp, die men 's avonds ziet over
een wijde vlakte. Ze schonk hem geen woord of
glimlach van begroeting.
Een angstig vermoeden bekroop hem: hij trok
haar snel naar het licht en keek haar onderzoekend
aan.
„Wat heb je gedaan F' vroeg hij.
Ze begreep, dat hij bedoelde en glimlachte flauw
om zijn verontschuldiging.
„Niets niets wees niet bang ik heb geen
opium (caeer aangeraakt sedert den avond dat jij
Alsof de herinnering hem pijnlijk \yas, viel hil
haar scherp in de rede:
„Pardon. Wat is er dan? Er la ieU gebeurd".
alles trouw aan Anjon en verloor «Daardoor moer ca
meer aanhanger» in Vlaand oren en Brabant, waar
Anjon dagelijks minder populair werd. Anjon zelf
trok zich naar Duinkerken terug, een poging door
Ryhove gedaan op verzoek van den prins van Oranje
om de Staten van Vlaanderen te bewegen Anjon te
erkennen, mislukte volkomen en de stemming sloeg
te Gent zoodanig om dat men Hembyze, die wegens
verraad aan' de zaak der patriotten had moeten vlu'ch
ten, verzocht weer terug te komen, ten einde inplaats
van Ryhove de leiding der zaak der patriotten en
protestanten in handen te nemen.
Ryhove tracht den terugkeer van Hembyze te
verhinderen door troepen uit Termonde naar Gent te
zenden, doch te laat, Hembyze werd feestelijk bin
nengehaald en het welkom toegeroepen.
Hij kwam in dagen dat Parma steeds meer veld
won, reeds was het land van Waea in zijn macht1,
reeds had hij leperen en Duinkerken onderworpen
en bedreigde hij Brussel. Buitendien loerde in het
kamp dier patriotten en protestanten overal het ver
raad.
De prins de Chimay, gouverneur van Brugge, heul
de met de Spanjaarden en speelde in Mei 1584 deze
stad en bijna het geheele Vrije in handen van Par
ma. 20 Mei 1584 werd de onderwerping van Brugge
te Doornik onderteekend.
De protestantsche burgemeesters en schepenen,
waaronder Noel Caron, die kort daarop ambassa
deur der Nederlanden aan het Kof van St. James
werd, en dat tot zijn dood toe bleef, vluchtten- naar
het huidige Zeeuwsch-Vlaanderen.
Hembyze wilde het voorbeeld van Chimay volgen,
doch nu had hij toch buiten den waard gerekend.
Hembyze, te Gent teruggekeerd, had op 70-jarigen
leeftijd de mooie en jonge Anna van Heurne ge
trouwd en was bijna gek van trots geworden. Hij
meende nog een grooten rol te zullen spelen en wil
de zich voor alles op Oranje wreken. Hij trachtte
het garnizoen te Termonde tegen hun bevelhebber
Ryhove te doen muiten, doch te vergeefs. Zijn ver
raad lekt uit en onder de kreet, vrede, vrede en re
ligie, religie, liepen de protestanten te wapen en
namen den tribuun Hembyze en zijn aanhangers ge
vangen. Met de wetenschapdat Parma geweigerd
had godsdienstvrijheid te verïeenen, besloten de Sta
ten thans trouw te blijven aan de Unie, al hadden
Ieperen en Brugge zich onderworpen. Wij zien dat
in Gent altijd' een veel heftiger geest heerschte
door alle eeuwen heen, dan in Brugge en Ieperen.
Kort nadat zijn vijand Willem van Oranje door
moordenaarshanden gevallen is (10 Juli 1584) wordt
Hembyze ter dood veroordeeld en op 4 Augustus 1584 j
het vonnis aan hem voltrokken. Het was bijna een
antwoord op den moord op OTanje.
•Waren deze Hembyze en Dathenus amdere men-
schen geweest, hadden deze niet door IJdelheid,
dweepzucht en haat gedreven steeds verkeerd de
gemoederen geleid en opgezweept, de zaak der Unie
ln Vlaanderen ware geheel anders geloopen.
Beide mannen waren op hun. terrein uiterst ge
vaarlijk voor de zaak, die zij voorstanden, zij waren
van die zaak de ergste vijanden, omdat zij juist in
de kaart speelden der tegenstanders. Voor een di
plomaat als Parma waren zij als geroepen, en men
moet het Parma ter eere nageven dat hij meesterlijk
gebruik gemaakt heeft van alle kansen, welke hem
in de Zuidelijke Nederlanden geboden werden.
Gent bleef de zaak der Unie trouw. Zoo zien wij
in Vlaanderen nog 3 steden de zaak der Unie toege
daan: Gent in het Oosten, en Oostende m het Wes
ten. De moord op Oranje had de Gentenaren op
nieuw opgezweept in den haat tegen Spanje en zij
zendon een gezantschap maar Prins Maurits. wien
zij trouw beloveb. Doch het was moeilijk die belofte
te houden. Parma sloot Gent in veroverde Ter
monde en dwong Gent op 17 September tot overgave.
Parma toonde hier zijn fijn doorzicht, de Gentena
ren hadden thans niets anders verwacht dan een
geduchte bestraffing, niets van dien aard geschiedde.
Hij eischte een oorlogsschatting van 200000 kronen
en gaf aan de protestanten gelegenheid om te ver
trekken of binnen 3 jaar weer Roomsch te worden.
Parma had nu de handen vrij om het beleg te
slaan voor Antwepen en Oostende^*
We kennen den afloop. Ondanks bet feit dat Brit-
sche hulptroepen reeds te Bergen op Zoom waren
aangekomen, gaf «Mannin van St. Aldegonde op 17
Augustus 1585 Antwerpen aan Parma over.
Oostende bleef tot 1004 nog in handen der Staat-
schen en Britten. Toen in dat jaar Spinola ten
©lotte de sleutels'dezer stad in handen had, kon deze
zich beroemen, dat thans de Zuidelijke Nederlanden
voor Spanje en het Roomsche geloof heroverd) wa
ren. Slechts H huidige Zeeuwsch-VLaanderen waa en
bleef afvallig.
Toen in 1598 de aartshertogen Albert en Isabella de,
Nederlanden van Philips II als bruidsschat kregen,
liet zich wel aanzien dat dit, zoover het de Noor
delijke Nederlanden betrof, een „hand vol windta"
was, maar de Zuidelijke Nederlanden waren weer
onderworpen en goed roomsch.
Men kan ook best begrijpen, dat de onderwerping
van Oostende in Rome met vuurwerk en dankzeg
gingen gevierd werd. Wie heden in' Belgiö vertoeft,
kan zich die vreugde van Rome in die dagen van
1604 verklaren, nu 300 jaar later is het land nog goed
Roomsch.
De Nederlanden waren nu *n onafhankelijke staat,
mankt U het leven tot een
last: het vastgezette urine
zuur ln Uwe gewrichten be
zorgt U ondragelijke pijnen.
Verdrijft ze, lost het urine
zuur op, geneest. Geen ander
middel is half zoo goed als
SJögat-t&Metre
W tp &|Apo«k.aiDw9.iaMwa.
geregeerd door Isabella en Albert, terwijl se
dert den dood van Philips II, de broeder van Isabella
Philips m te Madrid den Spaanschen koningskroon
droeg. Spoedig zou hot den aartshertogen blijken
dat hun rijk nog verre van een veilig bezit was. Vier
maanden na hun joyeuse entrée te Gent deed Prins
Maurito van Oranjo Nassau oen inval in Zeeuwsch-
Vlaanderen, veroverde Philippine en lapddo buiten
dien oen leger bij Nieuwpoort nabij Oostende. Isa
bella monsterde haar troepen voor deze onder bevel
van haar gemaal naar Nieuwpoort trokken cn riep
hun moed toe. Tegen de strategie van Maurits was
Albert niet opgewassen en hij word jammerlijk ver
slagen (2 Juli 1600).
Vlaanderen bleef steeds weer bedreigd, zoowel tot
23 September 1604 van uit Oostende als na de ver
overing van Sluis door Prins Maurits vanuit Staatseh
Vlaanderen.
Van herleving van handel en industrie was dan
ook in de Vlaamsche steden geen sprake, totdat in
1609 het twaalfjarig bestand gesloten werd.
Het is alsof de Vlaamsche geest voorgoed gedoofd
is nadat met de herovering van Oostende geheel
Vlaanderen onder Roomsche en vreemde heerschap
pij teruggebracht ia De protestanten zijn verdwenen
en de roomschen vervallen als reactie tegen het cal
vinisme in een uiterste devotie, die pijnlijk aan
doet. De macht der geestelijkheid neemt toe, de
beste plekken in stad en, dorp woorden door do gees
telijkheid voor het stichten vam kloosters en bede
huizen in gebruik gonomen en zoodoende de op
bloei en uitbreiding der steden tegengehouden. De
dood'e hand drukt loodzwaar en het volk klaagt
doch zonder nuttig effect. Men gaat weer terug naar
een soort heksen, en ketterjacht en heel wat onge-
lukkigen betreden den brandstapel.
Anderzijds geeft de vrede aanleiding tot uitbun
dige luxe, zoodat de regeering plakkaten moest uit
vaardigen tegen drink ge lagen bij huwelijk-, doop- en
zelfs sterfgevallen. Men nam elke aanleiding te baat
om lekker te eten en veel te drinken, het was of het
niet op kon.
De burgers, die gebleven waren, en den rug gebo
gen hadden onder het. Spaansch-Roomsche Juk.
waren niet de mannen met ruggegraat., dat was
duidelijk te bemerken; inplaats dat zij de handen
aan het werk sloegen1 en door initiatief, energie en
volharding de d'oodO stad' weer als een vogel Phoenix
dedlen herrijzen, waren zij tevreden met een
baantje op de bureaux van do vreemde overheer-
schers. Van politiek leven was geen sprake, weg wa
ren Leliaards en Clauwaards. verdwenen waren do
trotsche Vlamingen, die twistten om do hegemonie
van hun' gilde, van1 hun stad, van hun gewest, ver
dwenen waren de Leliaards, die oen Fmnsche poli
tiek en de Clauwaards. die een Engelsche politiek
huldigden en hun leven voor hun overtuiging feil
hadden. De afstammelingen dier strijdbare Vlamingen
dier bekwame imdustricelen en kooplieden waren
hertzij gedood of gevlucht, of nog erger, gekromd on
der het juk der overheersching.
Wel werd door de aartshertogen gedurende het
Bestand getracht de gilden weerbaar te maken en
trachtte hij de St. Joris, St. Sobastiaan, en St. An-
thonis gilden nieuw leven in' te blazen, maar het
ontbrak aan leiders. Wat gaf hèt of de infante Isa
bella ai op 6 Augustus 1618 eigenhandig den vogel
schoot bij de groote schuttersfeesten te Gent, de
geest was verlamd. De Vlaamsche leeuw sliep en
we zien hoe langzamerhand alle arrflkelijke stukken
in een vreemde taal, in het Fransch opgesteld wor
den, omdat de overheerschers geen Vlaamsch ver
staan en de Vlamingen als ambtenaren der over-
heeTschers maar al te gauw bereid zijn Fransch te
schrijven en te spreken, mits zij hun baantje maar
mogen behouden.
Vlaanderen was dood, Gent, Brugge, en leperen
waren doode stecfen geworden, met een zielloozo
bevolking, die haar taal niet meer schroef en noode
©prak. Ouders, die hun zoon hoogerop wilden heb
ben, deden hem Fransch leeren, omdat hij anders
geen ambtelijken of militairen loopbaan kon volgen.
Zoo verloor het Vlaamsch als taal zijn beteekenl9
en werd langzamerhand leelijk en armoedig, de taal
van dén minderen man, die zich geen moeite gaf
mooi of zuiver te spreken en daardoor zijn mooie
moedertaal, het Vlaamsch, vermoordde.
Een paar eeuwen lang zou die Vlaamsche taal
slapen, terwijl de Vlaamsche leeuw met afgeveilde
tanden en klauwen lag te dutten, totdat eindelijk
een Hendrik Conscience taal en leeuw wakker zou
maken.
Ze maakte zich met een vermoeid gebaar van hem
los en viel op een stoel neer. Op haar neerziend
wachtte hij op een verklaring.
Deze bleef lang uit. Seconden gingen over in mi
nuten, eer ze sprak, en zelfs toen haddon baar
woorden nog geen betrekking op de eigenlijke kwes
tie.
„Ik hoop, dat het je niet ongelegen kwam, van
avond hier te komen, Nick. Ik was bang, dat j.e ver
hinderd was".
Hij dacht aan het dringende van haar boodschap
en begreep, dat ze dit alleen zei, om tijd te winnen.
Bij een andere gelegenheid zou hij aan zulk een
gril toegegeven hebben, maar nu prikkelde het hem
bovenmate. Dat tijdperk waren ze nu toch voorbij
hij en zij.
Zich met moeite bedwingend, antwoordde hij:
„Jij gaat mij vóór alles. Wat* heb je mij te zeg
gen?
Er vloog een uitdrukking van angst over haar go-
laat. Ze wierp hem snel een half-bevreesden, half-
vragenden blik toe. Onbewust wrong ze de handen
ineen.
„Wees niet boos o pmij, Nick", zei ze zacht.
„Mijn beste meisje, doe nu niet zoo kinderachtig,
als H je blieft. Toe, zeg het mij en laat mij niet
langer in spanning".
Zijn toon stelde haar eenigszins gerust.
„Ik weet wel, dat lk kinderachtig ben", erkende
ze. „En het is idioot van mij te denken, dat het
jou iets zou kunnen schelep, NickIk heb alles
nog eens ernstig overdacht enen..—., ben tot het
besluit gekomen, dat ik niet met Je kan trouwen. Ik
hoop, dat je je t niet te veel zult aantrekken, of
schoon ik natuurlijk wel weet" ze lachte even ge-
dwongen „dat je Je verplicht zult achten te zeg-
i gen van wel. Dat hóeft volstrekt niet hoor, ik be-
grijp het heel goed. Ik vond het niet meer dan bil
lijk, je dit zoo gauw mogelijk te laten weten".
„Dank je", zei Nick en in zijn stem klonk iets. als
het springen van een sterk gespannen veer. Toen
balde hij de vuisten woest, onstuimig. DoodeliJk
ontsteld stond ze op. Als een tijger haar door het
open raam had besprongen, had ze niet meer kun
nen schrikken.
Nick deed een stap naar haar toe; zij bleef staan,
als met onmacht geslagen. Zijn gezicht was het
zelfde, dat ze eens had gezien, gebogen over een man
in doodsstrijd, verwrongen van drift, woest, wreed
het gezicht van een duivel!
In naamloozen angst deinsde ze achteruit, als in
panischen schrik-
„Nick", fluisterde ze, „ben je krankzinnig?"
Hij antwoordde haar, hortend, met gesmoorde
stem, die klonk, als het grommen van een wild
beest:
.Ja ik ben krankzinnig. Als jij probeert van
mij weg te gaan, sta ik niet voor mijzelf in"
Ze keek hem aan met wijd-geopende oogen.
„Maar, maar stamelde ze „ik ik begrijp
je niet O, Niok, je maakt me zoo bang."
Het was als de kreet van een verdwaald kind.
Als zij* getracht had zioh tegen hem te verzetten,
zou de duivel1 in hem losgebroken zijn en op dit
Eenblik van onbeteugelde drift al het ridderlijke
ul'd, dat hu gedurende de laatste weken beoe-
i had, in éen slag te niet gedaan hebben. Maar
haar wanhoopskreet trof hem meer dan eenig. ver
wijt of protest had kunnen doen. Met een geluid,
half-snik, lialf gekreun, keerde hjj haar den rug
toe en bedekte net gezicht met zgn handen. Zó
bleef hij staan, zonder zich to verroeren. Muriel,
zioh vasthoudend aan den schoorsteenmantel, keek
hem sohiohtig aan.
Opeens ging hij met vluggen, lichten, geruisoh-
loozen tred de kamer door naar het open venster
en keek naar buiten.
Van den anderen kant van den stillen
tuin drongen de tonen van „De blauwe Donau-
wals" bij tusschenpoozen tot hen door lokkende,
klagende tonen, waarop reeds tallooze paren ge
danst en van liefde gefluisterd hebben.. Munel
drukte de handen togen de ooren, om die geluiden
buiten te sluiten. Haar zenuwen waren zóó g^SDun-
nen, dat ze het gevoel had, of die zoete muziek haar
stapelgek zou maken.
Nick scheen hetzelfde te gevoelen, al gaf hij dit
door geen gebaar te kennen. Hij staarde onbeweeg
lijk in de duisternis, de handen steunend op de
vensterbank.
Ze keek naar hem, als geboeid, maar hij verroerde
zich niet. Hü scheen naar aanwezigheid gehoell
vergeten te hebben. Eindelijk deed bet zachte slui
ten van het-raam haar rillend opschrikken. Nick
koerde zich om en baar hart begon onstuimig, te
kloppen.
Zo zag hem naderkomen. mot hetzelfde gevoel van
afschuw, als op den avona, toen hij haar een sLaap-
middel had ingegeven- Weer zag ze hom, zooals ze
hem toen had gezien, zwijgond, verschrikkelijk,
afschuwelijk, iemand met bovenmensohelijke kracht,
wiens overmacht haar als van schrik verlamde.
En ook nu deinsde ze wanhopig voor hem terug.
Toen roeide se zijn arm om baar been en hoorde